Oudschildgeld - Nederkwartier deel 3
Het register van het oudschildgeld is te vinden in het archief van Het Utrechts Archief:
HUA, Inventaris van de archieven van de financiële instellingen van de landsheer 1529-1581 en van daarop volgende gewestelijke besturen (toegangsnr. 37), inv.nr. 1675.
In de eerste regel worden de eigenaar en bruiker genoemd uit 1536 met het bedrag verschuldigd aan oudschildgeld. In de tweede regel volgt de situatie uit 1599. Het register van het oudschildgeld is zelf gedateerd op 1600. Oudschild werd hier m.n. gebruikt als rekeneenheid en heeft een waarde van 42 stuivers.
[Bestand 5, fol. 1]
Derde deel vanden Outschiltboucke vanden Nederquartiere ‘s landts van Utrecht inhoudende de oude ende nieuwe aengebrochte landen, mitsgaders de naemen vande oude ende nieuwe eijgenaers ende bruijckers derselver landen aengebrocht inden jaere 1599. Ende bij de gedeputeerden vande ed. heeren staten ‘s lands van Utrecht voorsz inden jaere van sestien honderdt aldus gedresseert.
t’Nederquartier
t’Derde deel
[Bestand 6, fol. 2]
t’Derde deel van’t nederquartier
Jo. Hen. van den Burchs gerecht
Reijerscop fol. 5
Crueningen 18
Reijerscop Meerlo 27
Hermelerweert Oudemunsters gerecht 28v
Hermelen ende Haenwijck 33
Gerwerscop ende Bruedijck Naeltwijcx gerecht 46
t’Oosteijnde van Gerwerscop 55
Gerwerscop Fredericx Vuijtenhams gerecht 57v
Cockengen, Montfoort ende Lockhorst 58
Spengen 66v
Zuijteijnde van Portengen 77v
Geeltgensdorp staten gerecht 85
Vleuten Oudemunsters gerecht 90
Themaet 126
Themaet Melis vuijten Engs gerecht 138v
Themaet Adriaen van Nijevelts, nu Harman van Ravezwaijs gerecht 139
Nijecop 139v
De Haer jonckher Niclaes van Zuijlens gerecht 146
Outhuijsen 150v
Vijnckeveen 157
Mijdrecht 163
[Bestand 7, fol. 2v]
Thamen 186
Wilnis 193
Westveen 200v
Wthoorn 205
Blocklant 209
Cudelsteert 215v
Camerick staten gerecht 220
Camerick op de mijzijde 225v
Oude Camerick staten gerecht 240v
Nieuwe Camerick staten gerecht 255v
Segvelt 264
Segvelderbrouck 274v
Den Broeck 277
Hoencop 295
Langeweijde 309
Ruijgeweijde 317
Cortehoeven 322
sGravensloot 325
Langeraeck Overleck 332
Lijnschoten 345
‘t Landt van Montfoort
Achtoven 376
Cattenbroeck 387
Schagen ende Denghe 402
Papecop 417
Diemerbrouck 425
[Fol. 3]
Pelanen 432
De [Linschoter] Haer ende Cromwijck 435v
Oudecoop 444
Dijkvelt ende Ratelhuijs [Rateles] 450
Willenscop 455
Blocklandt 485
Heeswijck 503
Corte Heeswijck 520
Landen ende boomgaerden onder Montfort 524
Vlooswijck 536v
[Bestand 9, fol. 5]
Henrick van der Borchs gerechte te weten Reijerscop, Velthuijsen, Bijlevelt ende Rosweijde
Jacob Goijertsz, Alit Dirck Goijerstz weduwe mit haer zwagers ende Goijert ‘t samen xix mergen landts bruijckt Goeijert Jacob Goijertsz ‘t sjaers om lvij k. gul. facit 27 oudt schilt vj st.
Nu eijgenaer Franchois van Sneeck, ende bruijcker Claes Jacobsz aende Meern
De heeren van Sint Jans t’Utrecht xix5 mergen landts bruijckt Luijt Jansz ‘t sjaers om xxix oudt schilt
Den eijgendom blijft ende bruijckt nu Goert Luijten
Noch Eerst van Nijenrode xviij mergen landts bruijckt Luijt voorsz t’sjaers om vijftich k. gul. facit xxiij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer de vrouw van Saesfelt, bruijcker Goijert Luijten voorn.
[Bestand 10, fol. 5v]
Noch Henrick de Jongen weduwe drije mergen landts bruijckt Luijt voorsz tsjaers om vj phs. gl. facit iij oudt schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Goijert Luijten voorsz
Nogh twee mergen landts Luijt voorsz selver toebehorende bij ede tsjaers om vj k. gl. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Goijert voorsz
Noch die heeren van Sinte Peters t’Utrecht een halve mergen lants bruijckt Luijt voorsz ‘t sjaers om xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Goijert voorsz
De heeren van Sint Jans t’Utrecht xxvij mergen landts bruijckt Mathijs Adriaensz ‘t sjaers om xxxv out schilt
Den eijgendom blijft ende bruijckt nu Dirck Thomsz op Velthuijsen
[Fol. 6]
Noch Peter van Oostrum acht mergen landts bruijckt Mathijs voorsz ‘t sjaers om xij oudt schilt
Nu eijgenaers de heeren van St. Jans t’Utrecht ende bruijcker Dirck voorsz
Johan van Rossum vier ende dertich mergen landts bruijckt Gerrit Gijsbertsz tsjaers om xlv oudt schilt j vat botteren gerekent op xvj k. gl. facit lij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaer de heer van Brederode ende bruijcker Cornelis Jorisz
Noch deselve een boomgaert bruijckt Jan Gerrits cameraer vande Langevliet groot wesende vier mergen de mergen geestimeert nae ‘t landt daer bij leggende op twee gouden gl. facit v out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer de heer van Brederode voorsz
Noch deselve xxv mergen lands bruijckt Henrick Berntsz ende Quirijn Hermansz ‘t sjaers om l out schilt
Nu eijgenaer de heer van Brederode voorn., ende bruijcker Jelis Daemsz
[Bestand 11, fol. 6v]
Noch deselver dertigh mergen landts bruijckt Gijsbert Jan Lubbertsz ‘t sjaers om xxxviij oudt schilt een halff vat botteren gerekent tot acht k. gl. facit xlj out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer van xxviij mergen de heer van Brederode ende bruijckt daervan Adriaen Adriaensz schout xxiij mergen ende Joachim Hendricxsz v mergen, ende van de resterende twee mergen es eijgenaer ende bruijcker den voorsz Adriaen
De heeren van Ste. Marien t’Utrecht zesthien mergen landts bruijckt Ghijsbert voorsz tsjaers om xviij oudt schilt
Den eijgendom blijft ende bruijcker den voorsz Adriaen
Noch Willem Goertsz v5 mergen ende xliiij roeden landts bruijckt Gijsbert voorsz ‘t sjaers om xxxiij k. gl. facit xv out schilt xxx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Goijert Luijten
[Fol. 7]
Nogh Willem Goertsz vierd’halff mergen landts bruijckt Gijsbert voorsz ‘t sjaers om x k. gl. facit iiij oudt schilt xxxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Goijert Luijten
Noch Jan van Schroeijensteijn drie mergen landts bruijckt Gijsbert voorsz ‘t sjaers om vj oudt schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Adriaensz voorsz
Noch Roeloff Grauwert thien mergen landts bruijckt Gijsbert voorsz ‘t sjaers om xv out schilt
Noch een mergen landts hem selver toebehorende tsjaers om j oudt schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen voorsz
[Bestand 12, fol. 7v]
Jan Ruijschen ende Bernt vander Haers weduwen elff mergen landts bruijckt Gijsbert voorsz tsjaers om xl k. gl. facit xix oudt schilt ij st.
Nu eijgenaers voor d’een helft ‘t weeshuijs ende d’ander helfte Johan van Merenborch bruijcker Adriaen voorsz
Den Heijligen geest negen mergen landts bruijckt Jacob Dircxsz tsjaers om xxiiij k. gl. een stop botters tot xxxv st. gerekent facit xij oudt schilt xj st.
Den eijgendom blijft ende bruijckt nu Joost Woutersz op Velthuijsen
Jan van Rossum ende Jacob van Nijevelt een halff mergen landts bruijckt Claes Jacob Goijertsz tsjaers om xxx st.
Nu eijgenaers ‘t gmeen landt van Bijlevelt ende bruijcker Cornelis Jacobsz aenden Merendijck
De Balier ‘t Sinte Catherinen t’Utrecht
[Fol. 8]
veertigh mergen landts bruijckt Cornelis Jan Fredericxsz tsjaers om xcviij k. gl. twee stoppen botteren elcke xxxv st. facit xlviij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer joncker Berck, ende bruijcker Gijsbert Adriaensz op Velthuijsen
Noch Saris de Coninck xxj mergen lands bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om xliiij k. gl. facit xx out schilt xl st.
Nu eijgenaer Goert de Coninck ende bruijcker Joost Woutersz
De Buerkerck t’Utrecht zes mergen lants bruijckt Cornelis Hendricxsz Proeijt ‘t sjaers om xviij k. gl. facit viij oudt schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijft ende bruijckt Jan Duijffhuijs tot Vleuten
Noch Louff van der Haers weduwe zes
[Bestand 13, fol. 8v]
mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om xviij k. gl. facit viij oudt schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Duijffhuijs voorsz
De kerck van Sinte Geertruijt t’Utrecht drije mergen lands bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om ix5 k. gl. facit iiij oudt schilt xxij st.
Den eijgendom blijft, ende bruijckt nu Joachim Henricxsz opt Velthuijsen
Noch Willem Foeijt besitter eenre vicarie drie mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om viij k. gl. facit iij oudt schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaersche de vrouwe van Cuijck, ende bruijcker Joachim voorsz
t’Convent van Jehrusalem iiij5 mergen landts bruijckt Jan Gerritsz
Den eijgendom blijft, ende bruijckt nu Hubert Jansz op Alendorp
[Fol. 9]
Noch ‘t convent van Vredendael twee mergen anderhalff hondt lants bruijckt Jan voorsz
Den eijgendom blijft ende bruijckt nu Hubert Jansz op Alendorp
Noch die Regulieren t’Utrecht twee mergen anderhalff hont lands bruijkt Jan voorsz
Den eijgendom blijft, ende bruijckt nu Hubert Jansz voorsz
Noch Sinte Bartholomeus gasthuijs twee mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om xxxiij gouden gulden facit xxij oudt schilt
Den eijgendom blijft ende bruijckt nu Hubert voorsz
Noch vier mergen landts Jan voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers om viij oudt schilt
Nu eijgenaer Joost de Roij ende bruijcker Jan Jansz op Alendorp
[Bestand 14, fol. 9v]
Bernt Grauwerts weduwe thien mergen lants bruijckt Aelbert Jacobsz tsjaers om xxv gouden gulden facit xvj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Claes Gerritsz aende Hoochweijde ende bruijcker selver
De weduwe van Coelenberch negen mergen lants bruijckt Peter Aertsz tsjaers om xlj5 gl. facit xix out schilt xxxij st.
Den eijgendom blijft, ende bruijckt nu Wijer Dircxsz achter den Heldam
Den Heijligen geest t’Utrecht vier mergen lants bruijckt Anthonis Herbertsz tsjaers om vj oudt schilt
Den eijgendom blijft ende bruijckt nu Wijer voorsz
Die landt commendeur xij mergen lants, bruijckt Henrick Jansz tsjaers om xl k. gl. facit xix out schilt ij st.
Den eijgendom blijft, ende bruijckt nu Adriaen Cornelisz op Themaet
[Fol. 10]
Henrick van Ravezwaij 14 mergen lants hem selver toebehoorende tsjaers om xxiiij oudt schilt
Nu eijgenaers van thien mergen Herman van Ravezwaij, ende Wijer Dircxsz van vier mergen, ende nu bruijckt Aert Jasparsz tot Vleuten ses mergen, ende den voorsz Wijer acht mergen
Die heeren vanden Dom t’Utrecht zeven mergen lants bruijckt Cornelis Poel tsjaers om xij out schilt
Den eijgendom blijft ende bruijckt nu Adriaen Aertsz Raijmaecker tot Vlueten
Adriaen van Hijndersteijn acht mergen lants hem selver toebehoorende tsjaers om xiiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Aert Jaspersz
Die heeren van Sinte Marien t’Utrecht xij mergen lants bruijckt Frederick Aertsz ‘t sjaers om xx out schilt iij mud haveren tot x st. facit xx oudt schilt xxx st.
Den eijgendom blijft, ende bruijckt nu Henrick Thonisz op Alenderp
[Bestand 15, fol. 10v]
Mijn vrou van Wittevrouwen acht mergen lants bruijckt Jan Louffsz ofte Jan Dircxsz tsjaers om xxviij k. gl. facit xiij out schilt xiiij st.
Den eijgendom blijft ende bruijckt nu Gerrit Hermansz zaelmaker
Joffr. van Drijebergen vijff mergen lants bruijckt Aelbert Willemsz tsjaers om xij phs. gl. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer de heere van Lockhorst ende bruijcker Marten Jan Martsz in Hermelreweert
t’Convent van Behtlehem derd’halff mergen lants bruijckt Aelbert voorsz tsjaers om v phls. cxviij st. j blanck facit iij out schilt xvij st. ix witt
Den eijgendom blijft ende bruijckt Marten Jan Martsz voorsz
Noch Henrick de Jongen weduwe ende Henrick Knoopen weduwe derd’halff
[Fol. 11]
mergen landts bruijckt Aelbert voorsz tsjaers om v phls. gl. xviij st. j blanck facit iij out schilt xvij st. ix witt
Nu eijgenersche voor d’een helft Grietgen Vermeer, ende d’ander helft d’erffgenamen van Steven van Helsdingen ende bruijcker Marten voorsz
Frederick vuijten Ham vier ende twintigh mergen lants, bruijcken Evert Lambertsz ende Frans vuijten Ham tsjaers om jC k. gl. facit xlvij oudt schilt xxvj st.
Nu eijgenaer joncker Vuijten Ham daer van hij selven bruijckt drie mergen, Cornelis Aertsz in Reijerscop negen ende Gerrit Hermansz Saelmaecker twaelff mergen
Joost van Scroeijensteijn ende Matheus Block acht mergen lants bruijckt Mathijs Adriaensz tsjaers om xl k. gl. facit xix out schilt ij st.
Nu eijgenaer Dirck Thonisz aen de Hoochweijde van ses mergen, ende selver bruijckt, ende Johan van Resant d’andere twee mergen, ende bruijckt Keijser inde Weert
Noch den Ouden Melis wten Engs weduwe
[Bestand 16, fol. 11v]
vier mergen landts bruijckt Mathijs voorsz tsjaers om xx k. gl. facit ix out schilt xxij st.
Nu eigjenaer ende bruijcker Goert Luijten
Jacob Goijertsz mit zijn medewerckers derd’halff mergen lants bruijckt Goijert Jacobsz tsjaers om vij5 k. gl. facit iij oudt schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer Francois van Sneeck ende bruijcker Claes Jacobsz op Velthuijsen
Sinte Barbaren gasthuijs sestien mergen lants bruijckt Jan Laurensz tsjaers om xvj out schilt
Nu eijgenaers Sinte Bartholomeus gasthuijs ende bruijcker Jan Thonisz in Reijerscop
Noch Jan Laurensz voorsz vier mergen lants hem selver toebehoorende ende hij bruijckt tsjaers om iiij oudt schilt
Nu eijgenaersche de weduwe van Dirk Gijsbertsz inde Leechweijde ende bruijckt Cornelis Dircxsz tot Maerssen
[Fol. 12]
Die joffrou van Cuelenbergh ses mergen lants bruijckt Dirck Eelgisz ‘t sjaers om xx k. gl. xv st. facit ix out schilt xxxvij st.
Den eijgendom blijft, ende bruijckt nu Cornelis Aertsz in Reijerscop
Noch d’selve joffrou zes mergen, bruijckt Peter Aerntsz tsjaers om xx k. gl. xv st. facit ix out schilt xxxvij st.
Den eijgendom blijft, ende bruijckt nu Cornelis voorsz
Heer Amelis van Nijevelt proost tot Leijden vijff mergen lants, bruijcken Jan Gerritsz ende Henrick Claesz tsjaers die mergen om twee gouden gulden facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer heer Willem Acrijnsz ende bruijcker Henrick Thonisz op Alenderp
Noch Quirijn Hermansz een mergen lants
[Bestand 17, fol. 12v]
bruijckt Jan ende Henrick voorsz tsjaers den mergen om twee gouden gul. facit j out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Thonisz voorsz
Cornelis de Ridder thien mergen lants bruijckt Cornelis Jansz Poell tsjaers om xxxvj k. gl. 2 stop botteren xxx st. facit xvij out schilt xlj st.
Nu eijgenaer jonckher van Quarebbe, ende bruijcker Jan Jansz van Vien tot Vleuten
Joost van Scroeijensteijn ende Matheus Block elcx ij5 mergen bruijckt Cornelis voorsz t’sjaers om xxj k. gl. v st. facit x out schilt v st.
Nu eijgenaer Johan van Resant, ende bruijcker Keijser inde Weert
Herman Jansz vierd’halve mergen lants hem selffs toebehoorende t’sjaers om v out schilt
Nu eijgenaer joncheer Frederick van Bacxen ende bruijcker Zweer Mathijs in Reijerscop
[Fol. 13]
Henrick Jan Loeffsz derd’halve mergen lants hem selfs toebehoorende bij eede tsjaers om x k. gl. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer jonckher Frederick ende bruijcker Zweer voorsz
Jacob Geerloffs bruijckt vijfft’halve merge lants hem selven toebehoorende bij eede tsjaers om xx k. gl. v st. facit ix out schilt xxvij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Jansz van Vien
Henrick van Bemmel spoormaker negen mergen lants, bruijckt Thonis Gijsbertsz ‘t sjaers om xxxvj phls. gul. [facit] xxj out schilt xviij st.
Nu eijgenaer Johan van Resant ende bruijcker Keijser buijten de Weerdt
De heeren van Ste. Peters t’Utrecht acht mergen lants bruijckt Cornelis Jacobsz tsjaers om xij out schilt
Den eijgendom blijft, ende bruijckt nu Thonis Petersz in Reijerscop
[Bestand 18, fol. 13v]
Huijch Pot negen mergen lants bruijckt Jan Dircxsz Spijcker tsjaers om xxij gouden gl. facit xiiij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Sander Cornelisz
Noch t’convent van die Brigitten t’Utrecht zevend’halve mergen lands bruijckt Jan voorsz tsjaers om xxiiij k. gl. j stop botteren xxxv st. xij out schilt xj st.
Nu eijgenaer Dirck de Ridder t’Utrecht ende bruijcker Jelis Daemsz
Noch Peter van Doeijenburch twee mergen lants, bruijckt Jan voorsz tsjaers om vj k. gl. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer Dirck de Ridder ende bruijcker Jelis voorsz
Alijt Florens Foeijten zuster twee mergen lants bruijckt Willem Jansz tsjaers om viij k. gl. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Goert Luten
[Fol. 14]
De Balijer t Sinte Catherinen t’Utrecht twee mergen lants bruijckt Jan Poell tsjaers om vj k. gl. facit ij out schilt xxxvj st.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Jan Gerritsz in Reijerscop
Cornelis Gerritsz van Rewijck schout twee mergen lants bruijckt hij selver ende behoort hem toe bij eede tsjaers den mergen ij out schilt facit iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Thonisz aende Hoochweijde
Die heeren vanden Dom t’Utrecht ses mergen lants, bruijckt Jacob Gerritsz die Keijser tsjaers om vij out schilt
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Cors Hubertsz in Reijerscoop
Mijn vrouw vanden Dael drije mergen lants bruijckt Jan Aertsz tsjaers om vj out schilt
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Jan Jansz in Jutphaes
[Bestand 19, fol. 14v]
Henrick vander Borch derd’halve mergen lants bruijckt Gijsbert Petersz tsjaers om vij phls. gl. facit iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Willem vander Borch, ende bruijcker Dirck Thonisz op Velthuijsen
t’Convent van Bethlehem ses mergen lants bruijckt Anthonis Jan Aertsz tsjaers om xxx k. gl. facit xiiij out schilt xij st.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Jan Jansz in Jutphaes
Die calander breuderschap te Buijrkerk iij mergen lants bruijckt Adriaen Adriaensz tsjaers om xvj k. gl. facit vij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaer Johan van Resant ende bruijcker Keijser inde Weert
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht ses mergen lants bruijckt Frederick Aertsz kistemaker tsjaers om xj gouden gl. facit vij out schilt xiiij st.
Den eijgendom blijft ende bruijcker Jan Jansz in Jutphaes
[Fol. 15]
Die bekeerde susteren t’Utrecht thien mergen lants bruijckt Gerrit Jacobsz tsjaers om liij5 k. gl. facit xxv out schilt xx st.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Jan Gijsberts tot Vlueten
Steven van Rutenbergh off Leuwenberchs dochter vijff mergen landts, bruijckt Firmijn van Mondtwijck tsjaers om xxi k. gul. facit x out schilt
Nu eijgenaers t’Nieuwe gasthuijs t’Utrecht ende bruijcker Aert Arisz t’Achthoven
Willem Willemsz vierd’halve mergen lants hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen j out schilt facit iij out schilt xxj st.
Nu eijgenaersche de weduwe van Dirck Gijsbertsz inde Leechweijde, ende bruijcker Cornelis Dircxsz te Maersen
Noch die heeren van Oudemunster twee
[Bestand 20, fol. 15v]
mergen bruijckt Willem voorsz tsjaers die mergen om j out schilt facit ij out schilt
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Cornelis Dircxsz te Maersen
Henrick, Jan ende Rutger Falckenaer gebroeders vierd’halve mergen lants bruijckt Luijt Jansz tsjaers om iiij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer Goijert Luijten voor de drije deelen, ende de heere van Warmondt de reste, ende wert gebruijckt t’samen bij Goijert voorsz
Noch bruijckt Luijt voorsz vierd’halve mergen lants daer hem selven die een helft ende Goessen van Schaeijcks kijnderen die anderhelft toebehoort bij eede tsjaers om iiij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Goert Luten
Den Heijligen geest t’Utrecht ses’thalve mergen landts, bruijckt Bernt
[Fol. 16]
Gerritsz ende Cornelis Jansz tsjaers om viij out schilt
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Cornelis Adriaensz
Die Balijer Sinte Catherinen t’Utrecht negen mergen lants, bruijckt die rentmr. van Ste. Catherinen tsjaers om xxxvj k. gul. facit xvij out schilt vj st.
Den eijgendom blijft, ende bruijckt nu Bijler drije mergen ende den Balier zes mergen
Dirck van Wael Bartelmeusz negen mergen lants, bruijcken Henrick Berntsz ende Acrijn Hermansz tsjaers om xlv k. gulden facit xxj out schilt xviij st.
Nu eijgenaer voor d’een helft Jacob Jansz ende Dirck van Hattums kijnderen d’ander helft, ende bruijckt ‘t samen Jacob Jansz t’Utrecht
Noch Acrijn voorsz ende Splinter van
[Bestand 21, fol. 16v]
Hamersfelt negen mergen lants halff ende halff bruijckt Acrijn voorsz tsjaers bij eede om xiij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer t kijnt van Gerrit Gerritsz inde Leechweijde, ende wert ten halven gebruijckt bij Adriaen Adriaensz op Velthuijsen
Den Heijligen geest t’Utrecht twee mergen lants bruijckt Adriaen Adriaensz tsjaers om iij out schilt xxj st.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Cornelis Adriaensz t’Utrecht
Die heeren van St. Jans t’Utrecht negen mergen lants bruijcken Bernt Bernts ende Frederick Aertsz tsjaers om xviij out schilt
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Dirck Thonisz op Velthuijsen
Die proost tot Leijden vier mergen lants
[Fol. 17]
bruijckt Goijert Jacobsz tsjaers om vij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker heer Willem Acrijnsz
Jacob Goeijertsz met zijn medewerckers twee mergen lants, bruijckt Goeijert voorsz bij eede tsjaers om vj k. gl. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Jacobsz aende Meern
Die heeren vanden Dom t’Utrecht acht mergen landts bruijct Eerst van Roden tsjaers om vij out schilt
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Jan Jansz in Jutphaes
Novalia
Dijckgraeff ende heemraden vanden
[Bestand 22, fol. 17v]
Merendijck tot behoeff van ‘t gemeen landt xij mergen dijck lants, ende bruijckt Cornelis Jacobsz, es getauxeert op iij oudt schilt
Bij appointement van de staten van iiijen novemb. 1605 vermindert op iij out schilt
[Fol. 18]
t'Gerecht van Cruningen
Adriaen van Rijswijck inden Hage acht mergen lants bruijckt Jacob Hermansz tsjaers om xxij k. gulden facit x out schilt xx st.
Nu eijgenaersche joffrou Margareta Alberts ende bruijcker Dirck Willemsz
Die heeren vanden Dom t’Utrecht drije mergen lants, bruijckt Jacob Gerritsz Keijser tsjaers om iij oudt schilt
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Cors Hubertsz
Den abt van Ste. Pauls t’Utrecht negen mergen lants bruijckt Willem Jansz tsjaers om xix k. gl. facit ix out schilt ij st.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Cornelis Jansz Gansvanger
t’Convent vanden Daell zeven mergen lants
[Bestand 23, fol. 18v]
bruijckt Cors Willemsz den mergen tsjaers lv st. facit ix out schilt vij st.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Willem Jansz
Noch die bekeerde zusteren t’Utrecht acht mergen vijff hondt lants bruijckt Cors voorsz tsjaers om xx k. gl. facit ix out schilt xxij st.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Cornelis Jansz
Noch Marijcken Peter Ponssoens weduwe ter Goude zes mergen lants, bruijckt Cors voorsz ‘t sjaers den hoop om v k. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaers de bekeerde zusteren ende bruijcker Cornelis Jansz
Noch mijn vrouw van der Haeren in Brabant off hoer nacomers derd’halve mergen lants bruijckt Cors voorsz tsjaers den mergen om xxx st. facit j out schilt xxiij st.
Nu eijgenaer de heer van Montfoort, ende bruijcker Dirck Willemsz
[Fol. 19]
Noch twee mergen in die selffde weert getauxeert op j5 out schilt [doorgestreept]
Alsoo dese partije niet in wort gevonden daeromme deur last van de gedeputeerden vande staten geroijeert
Noch Ste. Bartholomeus gasthuijs t’Utrecht twee mergen drie hondt lants bruijckt Cors voorsz tsjaers den hoop om iiij5 k. gul. facit ij out schilt vj st.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Cornelis Jansz
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht zes mergen lants bruijckt Henrick Claesz t’sjaers om viij out schilt
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Jan Cornelisz de Leeu
Noch Willem Bor van Ameronghen twee mergen lants bruijckt Henrick voorsz tsjaers om ij out schilt xvj st.
[Bestand 24, fol. 19v]
Noch bruijckt Henrick voorsz zes mergen lants hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om iij k. gl. facit viij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker voor d’een helft vande voorsz ij ende vj mergen Cornelis Jansz Gansvanger ende voor d’ander helft eijgenaer ende bruijcker Jelis Daemsz
Noch Pows Joostensz vier mergen lants bruijckt Henrick voorsz tsjaers om iiij out schilt
Nu eijgenaer Jan van Resant ende bruijcker Jacob Cornelisz Keijser
Die heeren vanden Dom t’Utrecht zes mergen lants bruijckt Louff Pelgrumsz tsjaers om xij gouden gulden facit viij out schilt
Noch die heeren voorsz xij mergen
[Fol. 20]
lants bruijckt Loeff voorsz tsiaers den mergen om iij k. gl. facit xvij out schilt vj st.
Herman van Raveswaeij zes mergen lants bruijckt Henrick Jansz tsjaers om xix k. gl. x st. facit ix out schilt xij st.
Nu eijgenaer de weduwe van mr. Henrick van Kuijck ende bruijcker Peter Cornelisz
Noch die kerck van Ste. Geertruit t’Utrecht drije mergen lants bruijckt Henrick voorsz tsjaers den mergen iij k. gl. v st. facit iiij out schilt xxvij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Peter Cornelisz
Philips Morren erffgen. vij mergen lants bruijckt Jan Zijbertsz tsjaers om xxiij k. gul. facit x out schilt xl st.
Nu eijgenaer Jan van Resant ende bruijcker van v mergen Jacob Cornelisz Keijser ende van twee mergen d’voorsz Jan van Resant ende Jacob Petersz bruijckers
[Bestand 25, fol. 20v]
t’Convent van Ste. Catherinen t’Utrecht mit haer mede werckers anderhalve mergen lants, bruijckt Cornelis Claes Daemsz tsjaers den mergen om xxx st. facit j out schilt iij st.
Eijgenaers t’convent van Ste. Catherinen ende den Heijligen geest tot Montfoort ende bruijcker Hubert Huijgensz
Noch bruijckt Cornelis voorsz anderhalff mergen lants hem selver toebehoorende den mergen bij eede om ij k. gl. facit j out schilt xviij st.
Nu eijgenaer den Heijligen geest tot Montfoort ende Hubert voorsz bruijcker
t’Convent van Ste. Catherinen t’Utrecht negen mergen lants bruijckt Adriaen Gerritsz den mergen tsjaers om xxxiiij st. facit vij out schilt xij st.
Den eijgenaer blijft, ende bruijcker Dirk Gerritsz van drie mergen, Jan Holler van twee mergen, Dirck Petersz van ij mergen, ende Thonis Holler van twee mergen
Noch t’voorsz convent drie mergen lants bruijckt Simon Woutersz de mergen tsjaers om xix st. facit j out schilt xv st.
Den eijgendom blijft ende bruijcker Otto Jansz
[Fol. 21]
Noch t’convent voorsz drie mergen lants bruijckt Aert Aertsz de mergen tsjaers om xxxv st. facit ij out schilt xxj st.
Den eijgendom blijft ende bruijcker Adriaen Jansz
Noch t’convent voorsz vier mergen lants, bruijct Agniese Steven Aertsz tsjaers den mergen om xxxv st. facit iij out schilt xiiij st.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Adriaen Jansz voorsz
Lambertgen Aert Schinckels weduwe bruijct twee mergen anderhalve hont lands haer selven toebehorende de mergen tsjaers om ij k. gl. facit ij out schilt vj st.
Nu eijgenaer Tristant ende bruijcker Thonis Holler
Noch t’convent van Ste. Cahterinen voorn. anderhalve mergen lants bruijckt Willem Gijsbertsz tsjaers om iij k. gl. facit j out schilt xviij st.
Den eijgendom blijft ende bruijcker Dirck Mertensz
[Bestand 26, fol. 21v]
Noch die heer van Cruningen derd’halve mergen lants bruijckt Willem voorsz den mergen tsjaers om xxxv st. facit ij out schilt iij5 st.
Nu den deecken van St. Pieter eijgenaer, bruijcker Cornelis Willemsz van Hoest
Noch t’convent van Ste. Catherinen voorsz drie mergen lants bruijckt Peter Petersz tsjaers om iij out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Gerrit Jan Roelen
Claes Matheusz t’Utrecht ij mergen j5 hont lants bruijckt Joost Woutersz tsjaers den mergen om iij k. gul. facit iij out schilt ix st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Elbert Elbertsz ende Evert Woutersz elcx voor d’helfte
Noch t’convent van Ste. Catherinen voorsz negen mergen lants, bruijckt Wouter Hermansz om xviij phs. gul. facit x out schilt xxx st.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker van drie mergen Joris Melisz ende van zes mergen Cornelis Dircxsz den Groten
[Fol. 22]
Noch t’convent van Zoest iiij5 mergen lants bruijckt Wouter voorsz tsjaers om x k. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Jan Gerritsz
Den abt van Sinte Pauwels t’Utrecht xij mergen lants bruijckt Gerrit Gerritsz tsjaers om xxiiij k. gl. facit xj out schilt xviij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Frederick Thijsz
Noch Melis wten Eng vij mergen landts bruijct Gerrit voorsz tsjaers om xiiij k. gl. j stop botteren xxxv st. facit vij out schilt xxj st.
Nu joncher Lambert van Bueren eijgenaer ende bruijcker Ghijsbert Willemsz ende Henrick Jansz elcx d’helfte
Noch die kerck van Sint Jacobs t’Utrecht anderhalve mergen lants bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om vj k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Den eijgendom blijft bruijcker Claes Dircxsz
[Bestand 27, fol. 22v]
Noch t’convent van Ste. Catherinen t’Utrecht derd’halve mergen lants bruijckt Gerrit voorsz ‘t sjaers om xxxv st. de mergen facit ij out schilt iij5 st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Henrick Jansz
Noch bruijckt Gerrit voorsz vierd’halve mergen lants hem selven toebehoorende bij eede de mergen tsjaers om ij k. gl. facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer joncher Goert de Coninck ende bruijcker Henrick Jansz
Gerrit Peters woenende in Gerverscop bruijckt derd’halve mergen lants hem selver toebehoorende tsjaers om ij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer joncher Goert de Coninck ende bruijcker Henrick Jansz voorsz
Die heeren vanden Dom t’Utrecht twee mergen landts bruijckt Jacob Geerloffsz tsjaers om ij gouden gulden facit j out schilt xiiij st.
[Fol. 23]
Noch Hieronimus scolaster t’Antwerpen zeventien mergen lants bruijckt Jacob voorsz om xvij out schilt
Nu eijgenaer joncher Frederick van Bueren ende bruijcker Gijsbert Cornelisz
Noch die vrou van Haren t’Antwerpen off hoer nacomers ij mergen lants bruijckt Jacob voorsz tsjaers den mergen om xxxij st. facit j out schilt xxij st.
Nu eijgenaer de heere van Montfoort ende bruijcker Gijsbert Cornelisz
Noch bruijckt Jacob voorsz ij5 mergen lants hem selven toebehorende bij eede die mergen om ij k. gl. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer Jan Gerritsz ende GIjsbert Cornelisz ende bruijcker Gijsbert Cornelisz
Die heeren vanden Dom t’Utrecht ix5 mergen lants bruijckt Willem Willemsz tjsaers om x out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Gerritsz
[Bestand 28, fol. 23v]
Noch die heeren van Oudemunster t’Utrecht derthien mergen lants bruijckt Willem voorsz de vjiff mergen out schilt ende die acht mergen twee phs. gl. facit xiiij out schilt xxij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Gerritsz
Noch bruijckt Willem voorsz een mergen lants hem selven toebehoorende bij eede tsjaers om xl st.
Nu eijgenaer de weduwe van Dirck Ghijsen bruijcker Cornelis Dircxsz
Die heeren van Ste Marien t’Utrecht thien mergen lants bruijckt Cornelis Jacobsz tsjaers om xiij out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Thonis Petersz voorn.
Noch Huijch Foeijt t’Utrecht derd’halve mergen lants bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om x k. gl. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer Johan van Resant, bruijcker Thonis Petersz
[Fol. 24]
Noch Henrick van Duvens kijnderen ij5 mergen lants bruijckt Cornelis voorsz t’sjaers om x k. gl. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer Johan van Resant, bruijcker Thonis Petersz
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht vier mergen lants, bruijckt Jan Lauwensz tsjaers om x k. gl. facit iiij out schilt xxxij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Andries Thonisz
t’Convent van Ste. Catherinen t’Utrecht zestien mergen landts bruijckt Jan Jansz Poell tsjaers om xxvij k. gl. j stop botteren xxv st. facit xiij out schilt xxxiij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker van 14 mergen de weduwe van Frederick Cornelisz ende bruijcker van twee mergen Jan Gerritsz
t’Convent vanden Duijtschenhuijs t’Utrecht viij mergen landts bruijckt Govert Willemsz tsjaers om vij out schilt xxxj5 st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jacob Peter Hendricxsz
[Bestand 29, fol. 24v]
Jacob Cruijsincks weduwe elff mergen lants, bruijckt Dirck Jan Mauritsz weduwe t’sjaers om xxij k. gl. facit x oudt schilt xx st.
Nu eijgenaers Jacob Sijbertsz ende joffrou van Lantscroon elcx voorde helfte, bruijcker Herman Cornelisz
Noch die vrouw van den Dael zes’thalve mergen lants bruijckt de weduwe voorsz die mergen tsjaers om iij k. gl. v st. facit viij out schilt xxj5 st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Harmen Cornelisz
Nogh Lubbert Jansz t’Utrecht anderhalve mergen lants bruijckt die weduwe voorsz ‘t sjaers om iiij5 k. gl. facit ij out schilt vj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Dircxsz
Luijt Jansz bruijckt een mergen lants hem selven toebehoorende bij eede tsjaers om j oudt schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Goert Luijten
[Fol. 25]
Noch Goessen van Schaijcks erffgen. een mergen lants bruijckt Luijt Jansz voorn. tsjaers om j oudt schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Goert Luijten
Die heeren van Ste. Catherinen t’Utrecht zes mergen lants bruijckt Jan Dircksz tsjaers den mergen om ij k. gl. facit v out schilt xxx st.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe van Luijt Thijsz
Noch die heer van Cruningen vier mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers den mergen om xxxij st. facit iij out schilt ij st.
Nu eijgenaers de Lombarde t’Utrecht ende Adriaen van Schaijck elcx d’helfte, bruijckersche d’voorsz weduwe van Luijt Thijsz
Noch Sinte Hubrechts gilde in Ste. Niclaes kerck t’Utrecht drie mergen lants bruijct Jan voorsz tsjaers den mergen om ij k. gl. facit ij oudt schilt xxxvj st.
Nu eijgenaersche ende bruijckersche de weduwe van Luijt Thijsz
[Bestand 30, fol. 25v]
Noch bruijckt Jan twee mergen lants hem selver toebehoorende bij eede den hoop tsjaers om iiij k. gl. facit j oudt schilt xxxviij st.
Nu eijgenaersche ende bruijckt de voorsz weduwe van Luijt Thijsz
t’Convent van Ste. Catherinen t’Utrecht vijff mergen lands bruijckt Wijer Willemsz tsjaers om x phs. gul. j stop botteren xxxv st. facit vj out schilt xxxiij st.
Den eijgendom blijft bruijcker Thijs Gerritsz
Noch t’Convent voorn. zes mergen lants bruijckt Dirck Wernaertsz tsjaers om xij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Jan Cornelisz Houffelaer zevend’halve mergen lants hem selver toebehoorende bij eede tsjaers om xiij k. gul. facit vj out schilt viij st.
Nu eijgenaers van anderhalve mergen Claes Hendricxsz, ende van derd’halve mergen eijgaer ende bruijcker Philips Jansz, ende twee mergen competeert ende bruijckt Jan Mathijsz Bosch
[Fol. 26]
Noch t’convent van Sinte Catherinen voorn. zeven mergen landts bruijckt Jan Ghijsbert Jansz tsjaers die mergen om j gouden Wilhelmus schilt facit iiij out schilt xxxv st.
Den eijgendom blijft, bruijckt Gerrit Jansz
Noch t’convent voorsz vier mergen lants bruijckt Marten Willemsz tsjaers die mergen om ij k. gl. facit iij out schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Gerrit Jan Roelen
[Bestand 31, fol. 27]
Reijerscop Meerloo
Jan van Eden erffgenamen acht mergen lants bruijckt Cornelis Poell tsjaers om xij oudt schilt
Nu eijgenaers de heeren van Ste. Peters ende bruijcker Cornelis Jansz
Noch acht mergen lants bruijckt Jan Aertsz tsjaers om xv out schilt
Nu eijgenaers de voorn. heeren van Ste. Peters, ende bruijcker Jacob van Cleeff
Noch acht mergen lants bruijckt Wouter Huijgensz tsjaers om xv out schilt
Nu eijgenaers de voorn. heeren van Ste. Peters, ende bruijckers Aert Coorn ende Zweer Matheusz elcx de helft
Noch acht mergen lants bruijckt Henrick Jansz tsjaers om xij out schilt
Nu eijgenaers de voorn. heeren van Ste. Peters, ende bruijcker Peter Cornelisz
[Bestand 32, fol. 27v]
Noch acht mergen lants bruijckt Herman Cock tsjaers om xj out schilt
Nu eijgenaers de voorn. heeren van Ste. Peters, ende bruijcker Zweer Matheusz
Noch v5 mergen lant bruijckt Willem Jan Henricxsz tsjaers om ix out schilt
Nu eijgenaers de voorn. heeren van Sinte Peters ende bruijcker Cornelis Jansz Gansman
De heeren van Ste. Pauwels t’Utrecht drie mergen lants bruijckt Jan Henricxsz ‘t sjaers om vj k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Cornelis Jansz Gansman
Jacob van Wena woenende inde Dortsche Weerde xix mergen lants bruijckt Wijer Willemsz tsjaers om xlix k. gl. vj st. facit xxiij out schilt xx st.
Nu eijgenaer mr. Anthonis van Cuijck ende bruijckers Gerrit Jansz van x mergen ende Jan Lauwen van ix mergen
[Bestand 33, fol. 28v]
Hermelerweerdt der heren gerecht van Oudemunster t'Utrecht
Sinte Margrieten gasthuijs t’Utrecht vier mergen lants, bruijckt Dionijs Jacobsz t’sjaers den hoop om viij5 k. gul. facit iiij oudt schilt ij st.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Aelbert Thonisz
Noch Gossens weduwe van Voord t’Utrecht drie mergen lants, bruijckt Dionijs voorsz tsjaers om iij5 k. gl. facit iiij out schilt ij st.
Nu eijgenaer mr. Daniel van den Berch, ende bruijckers Aelbert Thonisz
Noch Dirck van Zuijlen van Hermelen xxj mergen lants bruijckt Dionijs voorn. den mergen om iiij k. gul. facit xl out schilt
Nu eijgenaersche d’weduwe van mr. Jaspar van den Bergh, ende bruijcker Dirck Cornelisz
Aeffgen Henrick de Jongen weduwe
[Fol. 29]
een mergen lants bruijckt Elbert Willemsz Bijll tsjaers om j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Steven van Helsdingen ende Margriet Vermeer, ende bruijcker Goert Jansz
Noch Koert de Gruijters weduwe t’Utrecht drie mergen lants bruijckt Elbert voorn. tsjaers om iij Wilhelmus schilt facit ij oudt schilt iij st.
Nu eijgenaer Bastiaen de Wijs ende bruijcker Goert Jansz
Noch Frederick Evertsz t’Utrecht een mergen lants bruijckt Elbert voorn. tsjaers om ij k. gl. facit xl st.
Nu eijgenaer ende bruijcker in erffpacht d’voorsz Goert Jansz
Noch t’convent van Bethlehem buijten, Aeffgen Henrick de Jongen, ende Henrick Knoops weduwen binnen Utrecht ‘t samen vijfftien mergen lants bruijckt Elbert voorn.
[Bestand 34, fol. 29v]
tsjaers om xxxiiij5 phs. gl. facit xx out schilt xxij5 st.
Den eijgendom van vij5 mergen blijft aent convent voorn., ende van de andere vij5 mergen zijn nu eijgenaers Margriet van Leuwen ende d’erffgen. van Steven van Helsdingen, bruijckers Maerten Jansz van xij mergen, ende Goert Jansz van iij mergen
Heer Gerrit vanden Wael vicarius t’Oudemunster t’Utrecht xx mergen lants bruijckt Jan Jacobsz Spruijtsz tsjaers om xx gouden gul. facit xiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer Jan Claesz Focker ende bruijcker Cornelis Thijsz Hartoch
De weduwe van Gruenevelt t’Utrecht acht mergen lants bruijckt Aert Henricxsz van Zijll tsjaers om xvj k. gul. facit vij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Govert Joostensz
Dirck van Zuijlen opte Haer zes mergen lants bruijckt Dirck Eelgisz tot
[Fol. 30]
Hermelen ‘t sjaers om vj phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Thijs Gijsbertsz
Die calander bruederschap te Buerkerck t’Utrecht zes mergen lants bruijckt Joost Jansz tot Hermelen tsjaers om vj out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Govert Joostensz
Die gemeen choorgesellen t’Oudemunster t’Utrecht elff mergen landts, bruijckt Huijch Willemsz tsjaers den mergen om j Wilhelmus schilt facit vij out schilt xxv st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Govert Joostensz
Die vicarien te Buerkerck t’Utrecht zeven mergen lants bruijckt Aelbert Willemsz Duercant tsjaers om vij phs. gl. facit iiij out schilt vij st.
Nu possesseur Thonis van Zijll ende bruijcker Jan Joostensz
[Bestand 35, fol. 30v]
Noch die gemeen vicarien t’Oudemunster t’Utrecht drie mergen lants bruijckt Aelbert voorsz den mergen tsjaers j Wilhelmus schilt facit ij out schilt iij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Joostensz
Aeffgen die weduwe van Leuwen t’Utrecht ij5 mergen lants bruijckt Aelbert voorsz tsjaers den mergen iij k. gl. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer Aert Bruijnensz ende bruijcker Henrick Jansz Goeman
Noch Aelbert Beijndop t’Utrecht derd’halve mergen lants, bruijckt Aelbert voorsz tsjaers een mergen iij k. gl. facit iij out schilt xxiiij st.
Noch Roeloff Grauwerts t’Utrecht zes mergen lants bruijckt Aelbert voorsz ‘t sjaers om vij phs. gul. facit iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaer Aert Bruijensz ende bruijcker Cornelis Jansz den Ouden
[Fol. 31]
Noch bruijckt Aelbert voorsz iiij5 mergen lants hem selven toebehoorende bij eede ‘t sjaers om iiij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer Aelbert Jacobsz van Keveren ende bruijcker Dirck Petersz
Noch die commendeur tot Hermelen een halff mergen lants bruijckt Aelbert voorsz tsjaers om x st.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Cornelis Dircxsz den Grooten
Noch die heeren vanden Dom t’Utrecht een mergen lants bruijckt Aelbert voorsz tsjaers om xxj st.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Cornelis voorsz
Noch die heeren van Ste. Marien t’Utrecht twee mergen lants bruijckt Aelbrecht voorsz den mergen om xvj5 st. facit xxxiij st.
Den eijgendom blijft ende bruijcker Henrick Jansz Goeman
[Bestand 36, fol. 31v]
t’Convent van de Dael buijten Utrecht drie mergen lants bruijckt Jan Louffsz schout tot Linschoten tsjaers den mergen om xxvj st. facit xxxvj st.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Govert Joostensz
Noch ‘t Bagijnhoff t’Utrecht ix mergen lants bruijckt Jan voorsz den mergen tsjaers om een gouden gul. facit vj out schilt
Den eijgendom blijft ende bruijcker Govert Joostensz
Noch die heeren van Oudemunter t’Utrecht xij mergen lants, bruijckt Jan voorsz tsjaers om xv k. gul. facit vij out schilt vj st.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Cornelis Nijsz
Noch die heeren voorsz een mergen bruijckt Frederick Evertsz t’Utrecht tsjaers om j k. gl.
Den eijgendom blijft, bruijcker Goert Jansz
[Fol. 32]
Noch bruijckt Frederick voorsz drie mergen lants hem selver toebehoorende den mergen t’sjaers om xxvj st. facit j out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Steven van Helsdingen ende Margriet Vermeer, bruijcker Goert Jansz
Die gemeen vicarien t’Oudemunster t’Utrecht xvj mergen lants bruijckt Marten Jansz Poell tot Hermelen tsjaers den mergen om een Wilhelmus schilt facit xj out schilt ij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Adriaen Jansz
Dirck van der Horst tot Overmeer vij mergen lants bruijckt Willem Jansz aen de Breudijck tsjaers den mergen om v k. gl. facit xvj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer den deken van St. Jan mit zijn medewerckers, ende bruijcker Meus Dionijsz
Die heeren van Ste. Marien t’Utrecht ij5 mergen lants bruijckt Jan Cornelisz Hotteman aen de Bruedijck in erffpacht bij eede tsjaers den mergen j out schilt facit ij out schilt xxj st.
Is eijgenaer ende bruijcker Cornelis Nijsz Hertogh in erffpacht
[Bestand 37, fol. 32v]
Dirck van Zuijlen van Hermelen bruijckt xix mergen lants hem selven toebehoorende die mergen geestimeert op iiij k. gl. [facit] xxxvj out schilt viij st.
Nu eijgenaer jonckher Maximiliaen van Baexen, ende bruijcker Jan Mathijsz Bosch
Willem Gijsbertsz bruijckt ij5 mergen hem selven toebehoorende bij eede tsjaers den mergen j phs. schilt [facit] j out schilt xx5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Francois van Sneeck
[Fol. 33]
Hermelen ende Haenwijck
Dirck van Zuijlen van Hermelen xxj5 mergen lants hem selven toebehoorende bij provisie geestimeert elcke mergen op vijff carolus gul. facit lj out schilt viij st.
Nu eijgenaer joncher Frederick van Baexen ende bruijckers Dirck Henricxsz ende Cornelis Andriesz
Dat Wthoff van Ste. Katrijnen tot Hermelen xxviij5 mergen lants den mergen tsjaers om iij k. gul. iiij stoppe botteren elcke stop xxxv st. facit xliiij out schilt ij st.
Nu eijgenaer als vooren, ende bruijckers Evert Woutersz van ij5 mergen ende Dirck Mertensz van xxvj mergen
Willem Foeijt als besitter eenre vicarie inde Buerkerck ‘t Utrecht negen mergen lants bruijckt Gerrit Dircxsz t’sjaers om xiiij5 k. gl. j stoppe botters xxxv st. facit vij out schilt xxxj st.
Nu eijgenaersche joffr. van Cuijck, ende bruijcker Bruijn Jacobsz
Noch een vicarie inden Dom daer heer Henrick
[Bestand 38, fol. 33v]
inde Clock die pachten off ontfanckt drie mergen lants bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om iij out schilt
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Bruijn Jacobsz
t’Convent ven Zoest ses mergen lants bruijckt Wijer Willemsz bij eede tsjaers den mergen j gouden gul. facit iiij out schilt
Nu eijgenaer Anthonis van Haesten ende bruijcker Balssen Aertsz
t’Convent van St. Catherinen t’Utrecht vier mergen lands bruijckt Dirck Wernartsz tsjaers om xij k. gl. facit v out schilt xxx st.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Gerrit Ghijsen
Die joffrouwe van Doijenborch acht mergen landts bruijckt Elbert Willemsz tsjaers om xix k. gul. j stop botteren xxxv st. facit ix out schilt xxxvij st.
Den eijgendom blijft ende bruijcker Govert Joostensz
[Fol. 34]
Gijsbert Baexen negen mergen lants bruijcken Jan Gijsbertsz ende Jan Cornelisz tsjaers om xxxv k. gl. facit xvj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Baers
Die commendeur tot Hermelen xij mergen lants hem selven toebehoorende ende hij bruijckt bij eede tsjaers den mergen om iij k. gul. facit xvij out schilt vj st.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Elbert Elbertsz
Anna Peter Evertsz weduwe acht mergen lants bruijckt Dirck Berntsz tsjaers om x out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker van d’een helft Jan Jansz van Veen, ende d’ander helfte eijgenaersche Fijgen wedue inde Weerdt bruijcker Adriaen Adriaensz
Die commendeur tot Hermelen x mergen lants bruijckt Peter Jansz tsjaers om liij k. gl. x st. facit xxv oudt schilt xx st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Aert Mauritsz van vij mergen ende Willem Wolphertsz van iij mergen
[Bestand 39, fol. 34v]
Noch Ghijsbert Hermansz een huijs mit … roeden lants bruijckt Peter Jansz om v gl. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaersche de weduwe van joncher Dirck van Wanroe
t’Convent van Ste. Catherinen t’Utrecht xix mergen landts bruijckt Aert Petersz tsjaers om vijftigh k. gl. facit xxiij out schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijft ende bruijcker van xiij mergen Joachim Cornelisz ende van vj mergen Balssen Aertsz
Noch die commendeur tot Hermelen ende bruijckt Aert voorsz negen mergen lants ‘t sjaers den mergen v k. gl. facit xxj oudt schilt xviij st.
Noch d’selve acht mergen lants bruijckt Willem Jansz t’sjaers den mergen v k. gl. facit xix out schilt ij st.
d’Eijgendommen blijven ende bruijckers voor d’een helfte van de ix ende viij mergen Adriaen Jansz ende voor d’ander helft Abraham Henricxsz
[Fol. 35]
Joffrou van Gruenevelt elff mergen lants bruijckt Simon Woutersz tsjaers om xij gouden gulden facit viij out schilt
Nu eijgenaersche de weduwe van joncher van Brakel, bruijcker Otto Jansz
Noch d’selve elff mergen lants bruijckt Jan Zijbertsz tsjaers om viij out schilt
Nu eijgenaer Willem van Rijnevelt, bruijcker Dirck Jansz
t’Bagijnhoff t’Utrecht xxiiij mergen lants bruijckt Ghijsbert Jansz tsjaers om xxx k. gul. j mud haveren x st. facit xiiij out schilt xxij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Claes Cornelisz Bom
Noch Frederick van Rodenborch ij5 mergen lants bruijckt Ghijsbert voorsz tsjaers om j5 stop botteren facit j out schilt x5 st.
Nu eijgenaer Henrick Botter van Snellenberch ofte zijn dochter, bruijcker Claes Cornelisz Bom
[Bestand 40, fol. 35v]
Mijn vrou vanden Dael xvj mergen lants bruijckt Gerrit Peter Florisz den mergen tsjaers om ij k. gl. j stop botteren xxxv st. facit xvj out schilt iij st.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe van Thonis Jansz
Mijn vrouw van den convente van St. Servaes t’Utrecht xv mergen lants bruijckt Bernt Jansz tsjaers om xxiiij k. gl. facit xj out schilt xviij st.
Den eijgendom blijft bruijcker Frederick Cornelisz Honselaer
t’Convent van Ste. Catherinen t’Utrecht vj5 mergen lands bruijckt Bernt voorsz tsjaers om xvj k. gl. facit vij out schilt xxvj st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Philips Jansz van Rijn
Dirck van Zuijlen van Hermelen xvij mergen lants bruijckt Gerrit Petersz tsjaers om xxxiiij phs. gl. facit xx out schilt viij st.
Nu eijgenaer joncher Frederick van Baexen bruijcker Jacob Woutersz
[Fol. 36]
Noch die commendeur tot Hermelen twee mergen lants bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om xl st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jacob Woutersz
Noch t’convent van Ste. Catherinen t’Utrecht ses mergen lants bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om v out schilt x st.
Den eijgendom blijft bruijckersche de weduwe van joncher Dirck van Wanroe
Noch bruijckt Gerrit voorsz ses mergen lants hem selven toebehoorende t’sjaers om ix k. gl. vj st. facit iiij out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker voor d’een helft Jacob Woutersz ende voor d’ander helft eijgenaer een weeskijnt tot Leijden ende bruijcker Adriaen Jansz
t’Convent van Ste. Catherinen t’Utrecht x mergen lants bruijckt Marten Willemsz den mergen tsjaers om ij k. gl. j stoppe botteren xxxv st. facit x out schilt xv st.
Den eijgendom blijft bruijcker Gerrit Jan Roelen
[Bestand 41, fol. 36v]
t’Convent voorsz xij mergen lants bruijckt Jan Cornelisz tsjaers om xviij k. gl. facit viij out schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Philips Jansz
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht zes mergen lants bruijckt Jan Cornelisz tsjaers om v out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Philips Jansz van Rijn
Die Balijer ende convent van Ste. Catherinen t’Utrecht xvj mergen landts bruijckt ‘t convent voorsz selver bij eede tsjaers een mergen om iij k. gl. facit [xxij] out schilt xxxvj st.
Die commendeur tot Hermelen twaelff mergen lants bruijckt Claes Willem Jansz tsjaers om xxx out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Adriaen Jansz
[Fol. 37]
De heeren van den Dom t’Utrecht thien mergen lants bruijckt Aelbert Willemsz tsjaers om xij out schilt
Nu possesseur Jan van Cuijck ende bruijcker de weduwe van Jacob Petersz
Noch mr. Jan van den Dam iiij mergen landts bruijckt Aelbert voorsz tsjaers om viij k. gul. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eigjenaer … Lauwerman, bruijcker Jan Joostensz
Noch Adriaen van Lantscroon ses mergen lants bruijckt Aelbert voorsz tsjaers om xv k. gl. [facit] vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer … van Renesse bruijcker Jan Joostensz
t’Convent van de Wittevrouwen t’Utrecht negen mergen lants bruijckt Aelbert voorsz tsjaers om xxvij k. gl. facit xij out schilt xxxvj st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Joostensz
[Bestand 42, fol. 37v]
Frederick Ghijsbertsz acht mergen lants bruijckt Ghijsbert zijn zoon bij eede tsjaers den mergen iiij k. gul. facit xv out schilt x st.
Nu eijgenaersche Margriet van Leuwen bruijcker Henrick Jansz
Noch joffrouw van Lievendael ses mergen landts bruijckt Ghijsbert voorsz tsjaers om xvj gouden gul. facit x out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer joncher Vincent tot Lockhorst, ende bruijcker Aelbert Thonisz
Frederick Evertsz bruijckt eenen mergen lants hem selver toebehoorende bij eede tsjaers om j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaersche Fijgen weduwe inde Weert, bruijcker Adriaen Adriaensz
Heer Jacob van Oudewater vicarius ten Dom t’Utrecht xx mergen lants bruijckt Gijsbrecht Hermansz den mergen tsjaers om iij k. gl. facit xxviij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer heer Ghijsbert van Schaijck bruijcker Dirck Petersz van ix mergen ende Cornelis van xj mergen
[Fol. 38]
Ghijsbert Hermansz een hoffstede groet omtrent een halff hondt lants bruijckt Adriaen Geerloffsz j5 out schilt
Nu eijgenaer, ende bruijcker Gerrit Joosten
Noch een hoffstede groot omtrent een hont lants bruijckt hij selffs ij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Peter Smit ende Adriaen Govertsz
Noch Peter Luijtgensz ses mergen lands bruijckt Ghijsbert voorsz den mergen tsjaers om v k. gl. facit xiiij out schilt xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker van d’een helfte Jan Dircxsz Holts, ende van d’ander helfte d’erffgen. van Thonis Jansz op de Heemstede ende bruijcker Jacob Thonisz
Noch t’convent van Ste. Catherinen t’Utrecht ij5 mergen lants bruijckt Ghijsbert voorsz tsjaers den mergen om iij5 k. gl. facit iiij out schilt vij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Evert Woutersz
[Bestand 43, fol. 38v]
Gerrit Dirckxsz ix mergen lants bruijckt Cornelis Gerritsz tsjaers om xxxv k. gul. facit xvj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaersche de weduwe van mr. Jaspar van den Bergh, bruijcker Dirck Cornelisz
Willem de Bastart tot Montfoort vier mergen lants bruijckt Aert van Zijll tsjaers om x k. gl. ij mud haveren ‘t mud x st. facit v out schilt
Nu eijgenaers de heeren van Oudemunster bruijcken Dirck Petersz
Jan Ghijsbertsz bruijckt x mergen landts hem selver toebehorende bij eede den mergen tsjaers om ij k. gl. facit ix out schilt xxij st.
Nu eijgenaersche de weduwe van Johan Robbertsz van Dreumen, bruijcker Jan Mathijsz
IJtgen Zanders twee mergen lants bruijct Jan Gijsbertsz tsjaers om j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaersche ende bruijcker als vooren
[Fol. 39]
t’Convent van ‘t Bethelem ses mergen lants bruijckt Jan Jacobsz tsjaers om vj out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Henrick Jansz Goeman
Goessen van Voords wedue ses mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers om xviij k. gl. facit viij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Jansz Goeman
Adriaen van Leeuwe, tot Oudewater xij mergen lants, bruijckt Adriaen Petersz tsjaers den mergen om iiij k. gl. facit xxij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Pedro Armea taeffelhouder t’Utrecht, bruijcker Cornelis Jansz den Ouden
Noch Heijl van der Endt ses mergen lants bruijckt Adriaen voorsz ‘t sjaers om xvj k. gl. facit vij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers als vooren
[Bestand 44, fol. 39v]
Noch Geertruijt Verendts Cornelis weduwe ses mergen lants bruijckt Adriaen voorsz tsjaers om xvj k. gl. facit vij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers als voren
Noch t’convent van Ste. Catherinen t’Utrecht zeven mergen landts bruijckt Adriaen voorsz tsjaers om xviij k. gul. facit vj out schilt xxviij st.
Noch ‘t convent voorsz xiij mergen landts bruijckt Joost Woutersz tsjaers den mergen xxxij st. facit ix out schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Evert Woutersz
Noch Jan van Voird iiij5 mergen lants bruijckt Joost voorsz tsjaers om vj k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaers den Heijligen geest t’Utrecht bruijckers Evert Woutersz en d’weduwe van Thonis Jansz elcx d’helfte
[Fol. 40]
Noch ses mergen lants bruijckt Joost voorsz hem selver toebehoorende geestimeert bij eede tsjaers om vj out schilt
Nu competeert t recht van de erffpacht den erffgen. van Neeltgen Wouters ende zijn selver bruijckers
Die commendeur tot Hermelen ij mergen lants bruijckt Petertgen Claes Henricxsz weduwe tsjaers om ix5 k. gl. facit iiij out schilt xxij st.
Den eijgendom blijft, bruijckt Abraham Henricxsz
Sinte Niclaes clooster t’Utrecht ses mergen lants bruijckt Gerborch Cornelis Honsselaers weduwe t’sjaers den mergen om xviij st. facit ij out schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Frederick Cornelisz Honselaer
Noch St. Jobs gasthuijs iiij mergen lants bruijckt Gerborch voorsz tsjaers den mergen j phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Frederick Cornelisz Honselaer
[Bestand 45, fol. 40v]
Noch twee mergen lants Gerborch voorsz selver toebehoorende geestimeert bij eede tsjaers den mergen ij k. gl. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker als vooren
Heer Jacob Kuijff vicarius tot Oudemunster t’Utrecht acht mergen lants bruijckt Dirck Eelgisz tsjaers om xix phs. gul. facit xj out schilt xiij st.
Nu eijgenaer heer Henrick vicarius tot Oudemunster, bruijcker Thijs Gijsbertsz
Noch t’convent van Outwijck buijten Utrecht iiij5 mergen lants bruijckt Dirck voorsz ‘t sjaers om xij5 k. gl. facit v out schilt xl st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Gerrit Willemsz
Heer Jan van Huchtenbroeck iiij mergen lants bruijckt Adriaen Hubertsz tsjaers om xvj k. gul. facit vij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Adriaensz
[Fol. 41]
Mr. Joost te Buerkerck acht mergen lants bruijckt Herman Woutersz tsjaers om xx k. gul. facit ix oudt schilt xxij st.
Nu eijgenaers Ste. Bartholomeus gasthuijs t’Utrecht, bruijcker Jan Balssensz
Noch Jan van Ass vijff mergen lants bruijct Herman voorsz tsjaers om v out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Frederick Cornelisz Honsselaer
t’Bagijnhoff t’Utrecht drie mergen lants bruijckt Herman voorsz den mergen tsjaers om 23 st. facit j out schilt xxvij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Balssensz
Noch vijff mergen lants Herman voorsz selfs toebehoorende tsjaers den mergen om j out schilt [facit] v oudt schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Frederick Cornelisz Honsselaer
[Bestand 46, fol. 41v]
Die heeren van den Dom t’Utrecht ses mergen lants bruijckt Jan Zweersz tsjaers om vj out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Jansz snijder
Noch ‘t convent van Ste. Catherinen t’Utrecht acht mergen lants bruijckt Jan voorsz ‘t sjaers om xvj k. gl. facit vij out schilt xxvj st.
Den eijgendom blijft, bruijckers van ses mergen, Jan Jansz kuijper, ende van twee mergen Cornelis Jansz Grotenhuijs
Die heeren van Ste. Peters t’Utrecht vijff mergen lants, bruijckt Cornelis Evertsz tsjaers om xv phs. gl. facit viij out schilt xxxix st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Cornelis Dircxsz den Groten
Noch Aert Sem vier mergen lants bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om xij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Dircxsz den Grooten
[Fol. 42]
Die comendeur tot Hermelen vijff hondt lants bruijckt Cornelis voorsz ‘t sjaers om xl st.
Den eijgendom blijft bruijcker Cornelisz voorsz
Noch vijff hondt lants Cornelis voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers om j out schilt xx5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis voorsz
Docq Jansz borger t’Utrecht vij mergen lants bruijckt Willem Gijsbertsz tsjaers om xiiij5 gouden gulden facit ix out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers de heeren van Oudemunster, bruijcker Cornelis Nijsz Hertogh
Joffrou van Rutenborch vier mergen lants bruijckt Marten Jansz tsjaers om vj phs. gul. j stop botteren xxxv st. facit iiij out schilt xxvij st.
Nu eijgenaersche de weduwe van mr. Jaspar vanden Bergh, bruijcker Henrick Jansz vleijshouder
[Bestand 47, fol. 42v]
Noch Henrick van Ravezwaije twee mergen lants bruijckt Marten voorsz tsjaers om vij k. gul. facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer joncher Maximiliaen van Baexen, bruijcker Henrick Jansz voorsz
Adriaen van Hijndersteijn negen mergen lants bruijckt Denijs Jacobsz tsjaers om xxxvj k. gul. facit xvij out schilt vj st.
Nu eijgenaer mr. Willem van Radelant bruijcker Govert Joostensz
Noch joffrou van Voorn elff mergen lants bruijckt Denijs voorsz tsjaers om xxij phs. gul. facit xiij out schilt iiij st.
Nu eijgenaer Daniel vanden Berch bruijcker Govert Joosten
Jaspar Aertsz bruijckt twee mergen lants hem selver toebehoorende bij eede tsjaers om ix k. gul. facit iiij out schilt xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Nijsz Hertogh
[Fol. 43]
Margriet Henrick Daniels weduwe bruijct vier mergen lants haerselfs toebehoorende ‘t sjaers bij eede den mergen ij k. gl. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Balssen Aertsz
Die commendeur tot Hermelen xij mergen lants bruijckt die rentmrn. t’Ste. Catherinen t’Utrecht ende Goert des Baliers dinaer tsjaers den mergen om iij k. gl. facit xvij out schilt vj st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Aert Hellinck
Die scholaster van Oudemunster t’Utrecht zes mergen lants bruijckt Gerrit van Rewijck tsjaers om xxix k. gl. facit xiij out schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe van Dirck Gerritsz Preijt
Anna Jacob Enerts ende haer suster vier mergen lants bruijckt Jan Louffsz ‘t sjaers om xvj5 k. gl. facit vij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaersche ende bruijcker de weduwe van Claes Henricxsz
[Bestand 48, fol. 43v]
t’Convent van Ste. Catherinen t’Utrecht drie mergen landts bruijckt Pauwels tot Woerden tsjaers om v k. gul. facit ij out schilt xvj st.
Den eijgendom blijft, ende bruijckers t’voorsz convent
Herman van Zuijlens goet omtrent j5 mergen lants metten boomgaert bruijckt joffrou Barbara zijn wijff tsjaers om vj k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijckers d’erffgen. van Pedro Armea tafelhouder t’Utrecht
Die Balier t Ste. Catherinen t’Utrecht xviij mergen lants bruijckt Wouter Hermansz tsjaers om xxxvj phs. gul. j stop botteren xxxv st. facit xxij out schilt xij st.
Den eijgendom blijft, bruijckers Evert Woutersz van vijf mergen ende Joris Melisz van derthien mergen
Aelbert Danielsz een huijs ende een
[Fol. 44]
hoffstede omtrent een halff hont groot bruijckt hij selve geestimeert op j out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Luijten voor twee deelen ende Jan Gijsen bruijcker voor het derdendeel
Willem Ghijsbertsz een huijs ende een hoffstede omtrent een hont groot bruijckt hij selver geestimeert op ij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Romer Cornelisz voor twee deelen, ende Cornelis Nijsz Hertogh voor het derdendeel ende bruijcker
Jaspar Aertsz een huijs omtrent een hont groot bruijckt hij selver geestimeert op j out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Elbert Elbertsz
Wijn Gerritsz een huijs ende een hoffstede omtrent vijff off ses roeden groot bruijckt hij selve geestimeert op 3 out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Peter Jacobsz ende sijn schoondochter
[Bestand 49, fol. 44v]
Balthazar Dircxsz een huijs ende erffgen bruijckt hij selve j out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jacobsz secr.
Claes Hermansz een huijs ende hoffstede omtrent een halff hont xxxj5 st.
Nu eijgenaers ende bruijcker Henrick Pelgrumsz Ramaker
Jan Dircxsz een huijs ende een erffgen bruijckt Claes Rijcoutsz j out schilt
Nu eijgenaersche ende bruijckt de weduwe van Daniel Aelbertsz
Noch Jan Dircksz voorsz een hoffstede bruijckt Cornelis Willemsz ij out schilt
Nu eijgenaersche ende bruijckt de weduwe van Daniel Aelbertsz
[Fol. 45]
Die coster een erff bruijckt hij selve j out schilt
Nu eijgenaer als vooren ende voor d’helfte bruijcker Dirck Cornelisz, voor d’ander helft Jan Willemsz cum socio
Claes Ghijsbertsz een huijs ende een erffgen omtrent een halff hont lants groot bruijckt 3 out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Elbert Elbertsz
Die Kerckwech toebehoorende die gemeen bueren bruijckt Peter Costers weduwe j out schilt
Den eijgendom blijft bruijcker Abraham Henricxsz
Die coster een huijsinge ende hooffgen bruijckt Jan Louffsz om xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Jansz snijder
[Bestand 50, fol. 46]
Gerwerscop ende Bruedijck Naeltwijcx gerecht
Joffrou van Doijenborch ses mergen landts bruijckt Jan Cornelisz ‘t sjaers om xviij k. gul. facit viij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaerts Aert van Santen met zijn medewerckers, bruijcker Roeloff Jansz
Noch Ste. Agnieten clooster t’Utrecht iij mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om xij k. gl. facit v out schilt xxx st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Roeloff Jansz
Die heeren van Ste. Peters t’Utrecht ij mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers om viij k. gl. facit iij out schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Roeloff Jansz
Noch iiij5 mergen landts Jan voorsz selver toebehorende bij eede geestimeert die mergen om iij phs. gl. facit viij out schilt j5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Simonsz, Herman Jacobsz ende Joost Henricxsz elcx j5 mergen
[Bestand 51, fol. 46v]
Joffrou van Naeltwijck acht mergen lants bruijck Henrick Fredericksz tsjaers om xxv k. gl. facit xj out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Henricxsz
Noch ses mergen landts Henrick voorsz selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om iij5 k. gul. facit x out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Roeloff Jansz
Mijn vrouw vanden Dael t’Utrecht twaelff mergen lants bruijckt Jan Gijsbertsz t’sjaers om xxv k. gl. facit xj out schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Henrick Jansz Hammert
Noch een vicarie Ste. Peters t’Utrecht vijff mergen ende twee hont lants bruijckt Jan voorsz om xij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Willem Mertensz
[Fol. 47]
Noch die heeren van Ste. Peters t’Utrecht derd’halve mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om vj goude gl. facit iiij oudt schilt
Den eijgendom blijft ende bruijcker Willem Mertensz
Noch twee mergen een hondt lants Jan voorsz selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om iij phs. gl. facit iij oudt schilt xxxvj5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Mertensz
Noch die kerck van St. Jacob ‘t Utrecht of die potbroeders inder selver kercken drije mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om viij k. gl. facit iij out schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Willem Mertensz
Den Dom t’Utrecht acht mergen lants bruijckt Ghijsbert Wernersz tsjaers om xvj out schilt
Den eijgendom blijft ende bruijcker Cornelis Gijsbertsz
[Bestand 52, fol. 47v]
Die heeren tot Wijck xxviij mergen lants bruijckt Jan Adriaensz tsjaers om xxxiiij out schilt
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Jan Cornelisz Honselaer
Noch twee mergen lants bruijckt Mathijs Jacobsz tsjaers om ij oudt schilt
Den eijgendom blijft aen de voorsz heeren tot Wijck, bruijcker Bos Mathijsz
Die heeren van Wijck acht mergen lants bruijckt Jan Oem Jansz tsjaers om viij out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Willem Thonisz
Noch Lijsbeth Simons weduwe acht mergen landts bruijckt Jan Oem voorsz tsjaers om xxij5 k. gul. facit x out schilt xxx st.
Nu eijgenaer Claes Hendricxen ende bruijcker Cornelis Jan Oom Jansz
[Fol. 48]
Noch Gijsbert Bennensz vierd’halve mergen ende een hondt lants bruijckt Jan voorsz tsjaers om xiiij k. gl. facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Claes Henricxsz ende bruijcker Cornelis Jan Oom Jansz
Noch joffrou Crusincks vier mergen lants bruijckt van voorsz tsjaers om x k. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer Ste. Barbaren gasthuijs t’Utrecht bruijcker Cornelis Jan Oom Jansz
Noch Dirck Gelisz vierd’halve mergen lants bruijct van voorsz tsjaers om xij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaer Claes Henricxe, ende bruijcker Cornelis Jan Oom Jansz
Noch bruijckt Jan voorsz vijff mergen twee hont lants hem selver toebehorende bij eede den mergen tsjaers om iij k. gl. facit vij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaer Claes Hendricxsz ende bruijcker Cornelis Jan Oom Jansz
[Bestand 53, fol. 48v]
Joffrou van Zuijlen Stevens weduwe xxiiij mergen landts bruijckt Gerrit Cornelisz Pruijt tsjaers om jC phs. gul. facit lix out schilt xxij st.
Nu eijgenaer joncher Gijsbert van Zuijlen ende bruijcker Joris Thonisz
Gerrit Petersz in Haenwijck bruijckt ij5 mergen lands hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen ij phs. gul. facit ij out schilt xlj st.
Nu eijgenaer Dirck Henricxsz ende bruijcker Dionijs Cornelis Nijsz
Herman Messemaker vier mergen landts bruijckt Herman Wernaerts tsjaers den mergen om j oudt schilt facit iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Herman van Ravenzwaeij
Claes Jansz aenden Hijnderdam bruijckt negen mergen lants hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om iij k. gl. v st. facit xiij out schilt xlj st.
Nu eijgenaers voor d’helft den armen pot St. Jacobs t’Utrecht bruijcker Henrick Jansz Hamert ende eijgenaer voor d’ander helft Wouter van Cordenoort bruijcker de weduwe van Wernaert Cornelisz
[Fol. 49]
Jan van Doornick tot Amersfoort zeven mergen lants bruijckt Warnaer Willemsz Driecant tsjaers om xiiij out schilt
Nu eijgenaer Willem van Doorn ende bruijcker Diert Jansz
Mijn vrouw van Vrouwenclooster buijten Utrecht veertien mergen lants, bruijckt Gerrit Petersz tsjaers om xxj k. gl. j stop botteren xxxv st. facit x out schilt xxxv st.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Isaacq Dircxsz ende zijn suster
Noch ‘t cappittel t Oudemunster t’Utrecht twaelff mergen lands bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om xviij k. gl. j stop botteren xxxv st. facit ix out schilt xvij st.
Nu eijgenaers van thien mergen den armen int Heijlige cruijs cappel, ende vande twee mergen eijgenaers de gemeen vicarien tot Oudemunster, ende bruijcker d’voorsz Isaack Dircxsz ende zijn suster
Die heeren van St. Jans ‘t Utrecht
[Bestand 54, fol. 49v]
twintigh mergenlants bruijckt Marigen Dirck Claesz weduwe tsjaers om xxj out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Willem Petersz
Noch Hillegont van Veens weduwe drie mergen ende zeven hont lants bruijckt Marigen voorsz de mergen j out schilt facit iiij out schilt vij st.
Noch twee mergen min een hont lants Merigen voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers om ij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Jansz ende Jan Petersz
Adriaen Simonsz ij5 mergen landts bruijckt Cornelis Jansz tsjaers om ix5 gl. facit iiij out schilt ij st.
Nu eijgenaers d’heeren van Oudemunster bruijcker Cornelis Cornelisz
Noch Anthonis Gerritsz derd’halve
[Fol. 50]
mergen landts, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om vj phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer Schoordijck ende bruijcker Jan Thonisz
Noch Lijsbeth Jan Simonsz weduwe vijff mergen lants bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om xiiij k. gl. facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Peter Cornelisz onder den Ham
Die heeren van Ste. Peters t’Utrecht twee ende twintigh mergen lants, bruijckt Margriet Jan van Veens weduwe tsjaers om xl k. gl. facit xix out schilt ij st.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Claes Jansz Gansvanger
Eelgis Jacobsz vj5 mergen lants bruijckt Wouter Simonsz ‘t sjaers om xij k. gul. vij5 facit v out schilt xxxvij st.
Nu eijgenaer mr. Merten Seepperius bruijcker Gijsbert Petersz
[Bestand 55, fol. 50v]
Noch Matheus Block sestien mergen lants bruijckt Wouter Sijmonsz ‘t sjaers om xxxij k. gul. vier stoppen botteren elcke stop xxxv st. [facit] xviij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers de kerckmrs. inder tijd te Buerkerck, bruijcker Aert Pietersz
Noch Huijch Poth vijff mergen lants bruijckt Wouter voorsz de mergen tsjaers om iiij k. gul. xv st. facit xj out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaers Volcken Both ende Evert Ram, bruijcker Gijsbert Mertensz
Noch iiij5 mergen landts Wouter voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om ij k. gul. facit iiij out schilt xij st.
Nu eijgenaer mr. Merten Schepperius bruijcker Gijsbert Petersz
t’Convent van de Dael buijten Utrecht twaelff mergen lants bruijckt Cornelis Jansz tsjaers om xxvj k. gl. facit xij oudt schilt xvj st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Henrick Jansz Hammert
[Fol. 51]
Heer Adriaen van Renes mit zijn medewerckers xiiij mergen lants, bruijckt Aert Willemsz ‘t sjaers den mergen om vier k. gl. facit xxvj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer capiteijn Berck met zijn medewerckers bruijcker Gijsbert Mertensz
Noch Huijch Pot twaelff mergen landts bruijckt Aert Willemsz den mergen tsjaers om iiij k. gl. xv st. facit xxvij out schilt vj st.
Nu eijgenaer Volcken Both en Evert Ram bruijcker Gijsbert Mertensz
Heer Jan van Huchtenbroeck ende Lubbert van Alendorp vijff mergen lants bruijckt Willem Aertsz tsjaers om xx k. gl. facit ix out schilt xxij st.
Nu eijgenaer Francois van Sneeck bruijcker Ghijsbert Mertensz
t’Convent van de Brigitten t’Utrecht acht mergen lants bruijckt Thonis Gerritsz bij eede tsjaers om xxiiij k. gl. facit xj out schilt xviij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Thonis Gerritsz
[Bestand 56, fol. 51v]
t’Convent van Ste. Catherinen t’Utrecht negend’halve mergen lants bruijckt Tonis Gerritsz om 25 k. gul. facit xj out schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Peter Cornelisz onder den Ham
Noch Henrick Valckenaer ses mergen lants bruijckt Thonis voorsz tsjaers om xv phs. gul. facit viij out schilt xxxix st.
Nu eijgenaer Evert Ram mit zijn medewerckers bruijcker Cornelis Petersz
Noch Jacob ende Willem van Dorsschen zeven mergen lants bruijckt Herman Henricxsz tsjaers den hoop om xxx k. gl. facit xiiij out schilt xij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Cors Lubbertsz van Pallaes ende bruijcker Gelis Daemsz
Joffrou van Zuijlen Stevens weduwe sestien mergen landts bruijckt Cornelis Jansz die mergen tsjaers om vj k. gulden facit xlv out schilt xxx st.
Nu eijgenaer de heere van Noortwijck ende bruijckers de weduwe van Thonis Jansz van vij5 mergen ende Dionijs Cornelisz van viij5 mergen
[Fol. 52]
t’Convent vanden Dael buijten Utrecht elff mergen lants bruijckt Jan Henricxsz tsjaers om xj out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Adriaen Aertsz
Noch t’convent van Ste. Catherinen t’Utrecht zeven mergen lants bruijckt Jan voorsz ‘t sjaers om xxiij k. gl. facit x out schilt xl st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Dirck Jansz Vien
Noch heer Claes van Abcoude een mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers om xl st.
Nu Simon Claesz van Blanckendael als rentmr. .., ende bruijcker Adriaen Aertsz
Noch negen mergen lants Jan voorsz selver toebehoorende bij eede de mergen een oudt schilt facit ix out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Aertsz
[Bestand 57, fol. 52v]
t’Convent van Ste. Catherinen ‘t Utrecht veertien mergen lants, bruijckt Willem Jansz tsjaers om xxv k. gl. xij st. facit xij out schilt viij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Meus Dionijsz
Noch ‘t convent van Wittevrouwen vier mergen lants bruijckt Willem voorsz ‘t sjaers om xij phs. gul. een stop botteren xxxv st. facit vij out schilt xlj st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Meus Dionijsz
Noch Ste. Bartholomeus gasthuijs t’Utrecht tien mergen lants bruijckt Willem voorsz t’sjaers om xiiij out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Meus Dionijsz
Noch die heeren van Ste. Peters ‘t Utrecht anderhalve mergen lants bruijckt Willem voorsz ‘t sjaers om vj k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Meus Dionijsz
[Fol. 53]
Noch Claes Gijsbertsz ende zijn swager vijff mergen lants, bruijckt Willem voorsz den mergen tsjaers iij phs. gul. een stop botteren xxxv st. facit ix out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer Francois van Sneeck ende bruijcker Roeloff Jansz
Noch ‘t convent van St. Servaes t’Utrecht drie mergen lants bruijct Willem voorsz ‘t sjaers om vij k. gul. j stop botteren xxxv st. facit iiij out schilt vij st.
Den eijgendom blijft bruijcker Dirck Pietersz
Noch vier mergen lants Willem voorsz selfs toebehoorende bij eede tsjaers die mergen om iij phs. gl. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Meus Nijsz
Sint Servaes t’Utrecht thien mergen landts bruijckt Willem Hugensz tsjaers om thien stoppe botteren die stop xxxv st. facit viij out schilt xiiij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Aert Willemsz
[Bestand 58, fol. 53v]
Noch de poth brueders ‘t St. Jacobs kerck ‘t Utrecht vijff mergen landts bruijckt Willem Huijgensz voorsz ‘t sjaers die mergen een goude gul. facit iij out schilt xiiij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Henrick Gossensz
Noch bruijckt Willem voorsz zeven mergen lants hem selver toebehoorende geestimeert bij eede tsjaers den mergen om ij k. gl. facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers de pothbrueders in St. Jacobs kerck t’Utrecht, bruijcker Henrick Gossensz
Die heeren van Ste. Peters t’Utrecht ses mergen landts, bruijckt Hillegont Cornelis Gijsbertsz van Viens weduwe tsjaers den mergen v k. gul. facit xiiij out schilt xij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Simonsz
Die heeren van Ste. Peters t’Utrecht ses mergen landts bruijckt Adriaen Simonsz tsjaers om xxx k. gl. facit xiiij out schilt xij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Peter Cornelisz onder den Ham
[Fol. 54]
Dirck van der Horst vijftien mergen lants bruijckt Willem Dirckxsz tsjaers om lvj k. gul. facit xxvj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers jonchers Gijsbrecht van Zuijlen ende Johan vuijten Ham, bruijcker Dirck Jansz Vien
t’Convent van Ste. Catherinen t’Utrecht viij5 mergen lants bruijckt Willem voorsz tsjaers om xxv5 k. gul. facit xij out schilt vj st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Dircxsz
Noch een mergen landts Willem voorsz selfs toebehoorende bij eede tsjaers om vj k. gul. facit ij oudt schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Jansz Vien
Joffrou Lijsbeth Gijsbert van Zuijlens dochter sestien mergen lants bruijckt tsjaers den mergen om v k. gulden ende l gouden
[Bestand 59, fol. 54v]
gulden te raisoen facit tsjaers v gouden gulden facit t’sjaers xlj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Cors Lubbertsz van Pallaes bruijckers van thien mergen, Cornelis Gijsbertsz van drie mergen Crijn Petersz ende van drije mergen Jan Dircxsz
[Fol. 55]
Toosteijnde van Gerwerscoop
t’Convent van Vrouwenclooster aende Bilt twaelff mergen lants bruijck Diloff Jansz den mergen tsjaers om xxviij st. twee stoppen botteren die stop xxxv st. facit ix out schilt xxviij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Crijn Petersz
Noch joffr. van Snellenbergh mit haeren kijnderen vj5 mergen landts bruijckt Diloff voorsz tsjaers om iiij5 stop botteren die stop xxxv st. facit iij out schilt xxxj5 st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Crijn Petersz
Noch jouffr. Snoeijen tot Calcker vier mergen lants bruijckt Diloff voorsz t’sjaers om iij5 stoppe botteren die stoppe xxxv st. facit ij out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Crijn Petersz
Noch xv mergen lants Diloff voorsz
[Bestand 60, fol. 55v]
selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen een gouden gul. facit x out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker van elff mergen Cornelis Jan Dircxsz, ende vande resterende vier mergen eijgenaer ende bruijcker Crijn Pietersz voorsz
Die heeren van Ste. Pauwels ‘t Utrecht xij mergen landts bruijckt Cornelis Roeloffsz tsjaers den mergen j phs. gl. facit vij out schilt vj st.
t’Convent van Vrouwenclooster aende Bilt, dertigh mergen landts, bruijckt Hendrick Frederickse tsjaers den mergen xxxij st. ende halff vat botteren tot viij k. gul. facit xxvj out schilt xxviij st.
Den eijgendom blijft, bruijckers Frederik Henricxsz ende Jan Sijmonsz
Noch drie mergen lants Hendrick voorsz selver toebehoorende tsjaers den mergen om xxxv st. facit 2 out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Frederick Hendricksz
[Fol. 56]
Die heeren van Ste. Peters t’Utrecht xv5 mergen landts bruijckt Henrick Wernersz tsjaers om xxxij gouden gl. facit xxj out schilt xiiij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Gijsbert Simonsz
Frederick Evertsz ‘t Utrecht iiij mergen landts ende j5 hondt, bruijckt Henrick voorsz ‘t sjaers om viij gouden gul. facit v out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer Dirck Henricxen Leeuw bruijcker Gijsbert Simonsz
Noch bruijckt Henrick voorsz iij5 mergen landts ende j5 hondt hem selven ende zijn kijnderen toebehoorende bij eede tsjaers den hoop om v out schilt xiiij st.
Gijsbert Cornelisz bruijckt ses mergen lants hem selven toebehoorende bij eede den mergen tsjaers om xxxv st. facit 3 out schilt
Nu eijgenaers d’erffgen. van Cors Lubbertsz van Pallaes, bruijcker Aert Jansz
[Bestand 61, fol. 56v]
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht thien mergen landts, bruijckt Hillegen Cornelis Gijsbertsz weduwe in erffpacht bij eede tsjaers den mergen ij gouden gul. facit xiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers alsboven
Noch die heeren vande Reguliers t’Utrecht twee mergen landts bruijckt Hillegen voorsz tsjaers om iij k. gl. facit j out schilt xviij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Aert Jansz voorsz
Noch bruijckt Hillegen voorsz ses mergen lants haer selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen ij gouden gul. facit viij oudt schilt
Nu eijgenaer Johan van Resant, bruijcker Jan Pietersz
Noch t’convent van Vrouwenclooster aende Bilt vier mergen landts bruijckt Hillegen voorsz tsjaers den mergen xxxij st. j stop botteren xxxv st. facit iij out schilt xxxv st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Aert Jansz
[Fol. 57]
Noch ‘t gemeen landt twee mergen lants bruijckt Hillegen voorsz bij eede tsjaers den mergen j gouden gul. facit j out schilt xiiij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Petersz
Noch de Waterschap van Bijlevelt drie mergen landts, tusschen, Bijleveltsche weteringe ende die ca, bruijckt Hillegen voorsz ‘t sjaers den hoop om v k. gul. facit ij out schilt xvj st.
Den eijgendom blijft, ende de bruijckersche Marrichgen Wernarts
[Bestand 62, fol. 57v]
Gerwerscoop Fredericx gerecht vuijten Ham
Lijsbeth Jan Sijmonsz tot Woerden viij mergen landts bruijckt Cornelis Jansz tsjaers om xvj k. gul. facit vij out schilt xxvj st.
Noch Bertgen Gerrit Francksz dochter ter Aa viij mergen lants bruijckt Cornelis Jansz tsjaers om viij phs. gl. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu bruijckt Dirck Petersz d’eene helft behoort hem selfs toe, ende d’ander helft die weeskinderen van Aert Pietersz
Noch die heeren van Ste. Catherinen t’Utrecht ses mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om x5 k. gul. facit v out schilt
Den eijgendom blijft, bruijckt Merrichgen Overnarts
[Fol. 58]
Cockengen Montfoort
Die costerie tot Cockengen vier mergen lants bruijckt Marten Jansz tsjaers om iiij5 k. gul. facit ij out schilt vj st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Aelbert Goloffsz
Noch Jan Jansz iij5 mergen lands bruijckt Merten voorsz tsjaers den mergen om xxvj st. facit ij out schilt vij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Aelbert Goloffsz voorsz
Noch bruijckt Marten voorsz xj5 mergen landts hem selver toebehoorende tsjaers bij eede die mergen j phs. gul. facit vj out schilt xxxv5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Aelbert voorsz
Noch heer Aert Venroeij priester t St. Marien t’Utrecht twee mergen ende vierendeel van een mergen lants bruijckt Marten
[Bestand 63, fol. 58v]
voorsz ‘t sjaers in twee phs. gul. facit j out schilt viij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Aelbert voorsz
Noch heer Cornelis Franck ende die kerck tot Cockengen twee mergen ende drie vierendeel van een mergen landts bruijckt Marten voorsz tsjaers om iij k. gul. vj st. facit j out schilt xxiiij st.
Den eijgendom wort bij Johan van der Vecht gesustineert hem te competeren, bruijcker Aelbert voorsz
Die papelicke proven tot Cockingen acht mergen landts bruijckt Herman Bertsz tsjaers de mergen om ij k. gulden facit vij out schilt xxvj st.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe van Cors Thomasz
Noch deselve vier mergen lants bruijckt Herman voorsz ‘t sjaers een mergen ij k. gl. facit iij out schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe voorsz
[Fol. 59]
Die papelicke proven tot Cockingen acht mergen lants bruijckt Cornelis Jansz tsjaers den mergen ij k. gl. facit vij oudt schilt xxvj st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Peter Louffsz
Onse lieff vrouwen gilde opte Vaert twee mergen landts bruijckt Marten Clauwen weduwe die mergen t sjaers om xxx st. facit j out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Thomas Cornelisz
Noch Willem Crom drie mergen drie hont lants bruijckt Margriet voorsz tsjaers om drie stoppen botteren die stop xxxv st. facit ij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Thomas voorsz
Noch onse lieve vrouwen bruederschap tot Cockingen een mergen lants bruijckt Margriet voorsz tsjaers om xxv st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Thomas voorsz
[Bestand 64, fol. 59v]
Noch Ste. Agnieten clooster t’Utrecht vijff hondt landts, bruijckt Margriet voorsz tsjaers om xx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Thomas Cornelisz
Noch xvij mergen landts Margriet voorsz selver toebehoorende, bij eede tsjaers den mergen om j phs. gul. facit x out schilt v st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Thomas voorsz van ix mergen, Claes Claesz Toll van vier mergen, ende Gerrit Dircxsz insgelijcx vier mergen
Die heeren van St. Jans t’Utrecht xxiiij mergen landts bruijckt Gijsbert Aertsz tsjaers om xlv k. gl. ij stoppe botteren die stop xxxv st. facit xxiij out schilt iiij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Henrick Willemsz Prins
Mijn vrouw vanden Dael buijten Utrecht sestien
[Fol. 60]
mergen landts bruijckt Claes Claesz tsjaers om xix5 gouden gul. facit xiij out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Henrick Dircxsz
Noch den abt van Ste. Pauwels t’Utrecht acht mergen lands bruijckt Claes Claesz voorsz tsjaers om x phls. gul. facit v out schilt xl st.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe van Claes Jansz
Noch de kerckmrs. van St. Jacobs kerck t’Utrecht iiij5 mergen landts bruijckt Claes Claesz tsjaers voorsz om ij out schilt
Nu eijgenaers d’kijnderen ende erffgen. van Jacob Jan Eelgisz, bruijcker Henrick Dircxsz
Noch iij5 mergen lants Claes voorsz selver toebehoorende tsjaers een mergen xxx st. facit ij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers als vooren
[Bestand 65, fol. 60v]
Die Carthuijsers buijten Utrecht ses mergen landts bruijckt Eerst Dircxsz tsjaers den mergen xxiij st. facit iij out schilt xij st.
Nu bruijcker Cornelis Dircxsz Veen
Noch ‘t convent van Ste. Agnieten t’Utrecht ses mergen ende twee hont lants bruijckt Eerst voorsz tsjaers om vij5 k. gl. facit iij out schilt xxiiij st.
Noch heer Pieter t Sinte Marien t’Utrecht twee mergen landts bruijckt Eerst voorsz ‘t sjaers den mergen xx st. facit xl st.
Nu eijgenaer de zoen van Bernt van Coesfelt bruijcker Cornelis Dircxsz Veen
Noch die choergesellen te Buerkerck vier mergen landts bruijckt Eerst voorsz den mergen ‘t sjaers om xxij5 st. facit ij out schilt vj st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Cornelis voorsz
[Fol. 61]
Noch Dirck van Zuijlen van der Haer drie mergen landts bruijckt Eerst voorsz tsjaers den mergen om xxxviij st. facit ij out schilt xxx st.
Noch onse lieve vrouwe bruederschap tot Cockingen ij5 mergen landts bruijckt Eerst voorsz tsjaers om ij phs. gulden den hoop facit j oudt schilt viij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Cornelis voorsz
Noch Cornelis Dircxsz een mergen landts bruijckt Eerst voorsz tsjaers om xx st.
Noch x5 mergen landts Eerst voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen j phs. gl. facit vj out schilt x5 st.
[Bestand 66, fol. 61v]
Noch Jan Mertensz erffgen. vier hont lants bruijckt Eerst voorsz tsjaers om xij st.
t’Convent vanden Dael buijten Utrecht sestien mergen lants bruijckt Marigen Thijs Jansz tsjaers om xix gouden gul. facit xij out schilt xxviij st.
Den eijgendom blijft, ende wort twee deelen van drie deelen gebruijckt bij Willem Pietersz ende het derden deel bij Jacob Petersz Slecht
Noch heer Adriaen van Renes acht mergen lants bruijckt Marigen voorsz tsjaers den mergen xxxviij st. facit vij out schilt x st.
Nu eijgenaer heer Johan van Renes, bruijckers Willem ende Slecht in voegen voorsz
Noch vier mergen lands bruijct hij van
[Fol. 62]
vier persoonen woonende tot Abcoude ende Nichtevecht sjaers om ij out schilt xxx st.
Nu eijgenaers ende oock bruijckers Willem ende Slecht in voegen voorsz
Noch die choergesellen te Buerkerck twee mergen landts bruijct Marichgen voorsz tsjaers om xlv st. den hoop facit j out schilt iij st.
Den eijgendom blijft, bruijckers Willem ende Slecht in voegen voorsz
Noch die kerck ende pastorie tot Camerick een halff mergen landts bruijckt Marigen voorsz tsjaers om xij5 st.
Den eijgendom blijft, bruijckers Willem ende Slecht in voegen voorsz
Noch de pastorie tot Cockengen een halff mergen landts bruijckt Merigen voorsz ‘t sjaers om xij5 st.
Den eijgendom blijft, bruijckers in voegen voorsz
[Bestand 67, fol. 62v]
Noch een mergen lands Merigen voorsz selver toebehoorende t’sjaers om xxv st.
Nu eijgenaer Willem Petersz, ende wort bij hem ende Slecht gebruijckt in voegen voorsz
Lockhorst gerecht
Anthonis van Schoenenborch twaelff’thalve mergen landts, bruijckt Cornelis Gerritsz ‘t sjaers om xv5 k. gl. vier stoppen botteren elcke stop xxxv st. facit x out schilt xxx st.
Den vrijdom blijft aen de erffgen. bruijcker Jan Dircxsz
Noch t’convent ten Dael zeven mergen lants bruijckt Cornelis Gerritsz voorsz ‘t sjaers om xiiij k. gul. facit vj out schilt xxviij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Henrick Gerritsz
[Fol. 63]
Noch die landt commandeur t’Utrecht ij5 mergen lands bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om j out schilt x5 st.
Noch twee mergen lants Cornelis voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om xxxv st. facit j oudt schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer ende bruijckersche Marigen Dirck Aelbertsz weduwe
Steven van Zuijlens weduwe negen mergen lants bruijckt Claes Willemsz ‘t sjaers den merge twee k. gul. facit viij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer joncher Ghijsbrecht van Zuijllen bruijcker Marten Henricxsz
Noch Herman van Ravezwaeij vier mergen lands bruijckt Claes Willemsz tsjaers den hoopen vj5 k. gl. facit iij out schilt iiij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Marten voorsz
[Bestand 68, fol. 63v]
Noch Anthonis van Schoenenborch vier d’halve mergen lands bruijckt Claes voorsz tsjaers den mergen xxxv st. j stop botteren xxxv st. facit iij out schilt xxxj5 st.
Den eijgendom blijft aen de erffgen., bruijcker Marten voorsz
Noch een halff mergen lants Claes voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers om xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Marten voorsz
Jan Jansz Crusinck xxxij mergen lants Jan voorsz selver toebehoorende bij eede ‘t sjaers den mergen j phs. gul. facit xix out schilt ij st.
Nu eijgenaer van xvj mergen Johan van Resant, bruijcker Jan Peter Dircxsz, ende vande andere sestien mergen eijgenaer ende bruijcker Egbert Cornelisz alias Schoudt Egbert
Die heeren van St. Jans t’Utrecht
[Fol. 64]
acht mergen landts, bruijckt Jan Jacobsz tsjaers om ix k. gl. xij st. facit iiij out schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijft, bruijckers Marten Hermansz ende Gerrit Willemsz
Noch bruijckt Jan voorsz xvj mergen lants hem selver toebehoorende bij eede die mergen tsjaers om j phs. gl. facit ix out schilt xxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Petersz van vier mergen
Die schout tot Leijden twee mergen lants bruijckt Margriet Marten Clauwen weduwe den mergen tsjaers om j phs. gul. facit j out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Aelbert Goloffsz
Noch ij mergen lants haer selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen j phs. gl. facit j oudt schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Aelbert voorsz
[Bestand 69, fol. 64v]
Claes Gijsbertsz te Hermelen vier mergen landts bruijckt Cornelis Jansz tsjaers den mergen om ij k. gul. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Aelbert voorsz
Die pastorie tot Cockingen vier mergen lants bruijckt Herman Bartsz ende Margriet zijn moeder den mergen tsjaers om ij k. gl. facit iij out schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Eerst Jacobsz
Noch joffr. Verhaer iiij mergen lands bruijckt Herman voorsz tsjaers den mergen j phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Den eijgendom behoort aenden huijsen van Beverweert, bruijcker Eerst voorsz
Noch Willem Lobe(?) t’Utrecht vier mergen lands bruijckt Herman voorsz tsjaers den mergen om xxij st. facit ij out schilt iiij st.
[Fol. 65]
Noch onse lieve vrouwe bruederschap tot Cockengen twee mergen lants bruijckt Herman voorsz ‘t sjaers den mergen j phs. gul. facit j out schilt viij st.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Eerst voorsz
Noch Alidt van Hoeij t’Utrecht twee mergen landts, bruijckt Herman voorsz tsjaers den mergen om xxiij st. facit j out schilt iiij st.
t’Convent vande preeckaers t’Utrecht acht mergen lants, bruijckt Marten Jansz den mergen ‘t sjaers om j gouden gulden facit v out schilt xiiij st.
Es erffpacht ende wordt nu gebruijckt bij Marten Dircxsz
Noch bruijckt Marten voorsz acht mergen lants heerlicx goets ende hij te leen
[Bestand 70, fol. 65v]
hout van joncker Turck Marten voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om j gouden gul. facit v out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Marten voorsz
Joffrou Cornelia weduwe van Lockhorst t’Utrecht zes ende dertigh mergen lants bruijckt Govert Jansz tsjaers om xliiij phs. gul. iiij stoppen botteren die stop xxxv st. facit xxix out schilt xxij st.
Nu eijgenaers van dertiend’halve mergen d’erffgen. van Johan Coppier, van twaelff d’halve mergen Herbert van Haesten, van derd’halve mergen Bruijn Elbertsz goutsmit, ende van sest’halve mergen d’heeren van Ste. Marien, t’Utrecht bruijcker Claes Govertsz, ende vande resterende vier mergen es eijgenaer Cornelis Jansz Zegerman, bruijcker Peter Henricxsz Poth
Noch die schout tot Leijden vier mergen lants bruijckt Govert voorsz tsjaers den mergen aght ende
[Fol. 66]
twintigh st. facit ij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer voor d’een helfte d’voorsz Zegerman, bruijcker Peter voorsz, ende van d’ander helfte eijgenaersche ende bruijckt d’weduwe van Cors Thomasz
[Bestand 71, fol. 66v]
Spengen
Die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht sestien mergen lants, bruijckt Jan Gijsbertsz tsjaers die mergen j oudt schilt facit xvj out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Dirck Aelbertsz
Noch die kerck, ende ‘t memoire priesters t’St. Jacobs t’Utrecht een mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers om xij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Dirck voorsz
Spengermeent grootomtrent anderhalve mergen, bruijckt Gerrit Simonsz tsjaers om iiij k. gul. facit j out schilt xxxviij st.
Dit blijft als ‘t is, ende wordt gebruijckt bij Jan Gerritsz Botterman
Noch ons lieff vrouwen autaer tot Cockingen
[Fol. 67]
een mergen landts bruijckt Jan Gijsbertsz voorsz tsjaers om xx st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Dirck Aelbertsz voorsz
Noch t’Heijligh sacraments bruederschap t’St. Jacobs t’Utrecht, negen mergen lants bruijckt Jan Gijsbertsz voorsz tsjaers om ix k. gul. x st. facit iiij out schilt xxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Gerritsz Botterman
Noch Henrick Valckenaer acht mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers om ix k. gul. x st. facit iiij out schilt xxij st.
Den eijgendom blijft aende erffgen. van Henrick Valckenaer, bruijcker Dirck Aelbertsz
Noch Joost Dirckxsz erffgen. ende Claes Willemsz een mergen landts bruijckt Jan Gijsbertsz tsjaers om xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck voorsz
[Bestand 72, fol. 67v]
Noch Claes Gijsbertsz tot Harmelen drie mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers om ij phs. gul. facit j out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck voorsz
Noch achtien mergen lants Jan voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om xx st. [facit] viij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers van negen mergen Dirck Aelbertsz voorsz, ende van vijffd’halve mergen, Hubert Gerritsz, ende vande resterende vijfd’halve mergen Marten Hermansz Pack
Noch Gerrit Gerritsz drie mergen lants bruijckt Jan Gijsbertsz voorsz tsjaers den mergen xvj st. facit j out schilt vj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Gerritsz Botterman
Ste. Margrieten gasthuijs t’Utrecht acht mergen lants bruijckt Gerrit Gerritsz tsjaers den mergen xx st. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Marten Hermansz
[Fol. 68]
Noch heer Adriaen van Renes acht mergen min twee hont lants bruijct Gerrit voorsz ‘t sjaers den mergen xxxviij st. facit vij out schilt x st.
Nu eijgenaer Johan van Raes, ende bruijcker Marten voorsz
Noch Gijsbert Sijs ende zijn moeder vj5 mergen landts bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om vij out schilt viij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Marten Harmansz voorsz
Noch Joost Dircxsz erffgen. ende Claes Willemsz een mergen lants bruijckt Gerrit voorsz ‘t sjaers om xxiiij st.
Nu eijgenaers die pastorie ende vicarie tot Cockingen, bruijcker Merten voorsz
Noch viij5 mergen ende ij hont lants Gerrit voorsz selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om j phs. gl. facit v out schilt ij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Marten voorsz
[Bestand 73, fol. 68v]
t’Convent vanden Daell xiij mergen lants bruijckt Gerrit Henricxsz tsjaers om xiij phs. gul. facit vij out schilt xxxj st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Cornelis Gerritsz Bruijnen
Noch Joost Dircxsz erffgen. ende Claes Willemsz drie mergen lants bruijckt Gerrit voorsz den mergen tsjaers om xxiiij st. facit j out schilt xxx st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Aert Ram ende Peter van Zanthen, bruijcker Cors Henricxsz Hoeck
Noch Henrickgen Willem Henricxsz vij mergen ij hondt landts bruijckt Gerrit voorsz tsjaers den mergen xxv st. facit iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Claesz
Noch de papelicke proven tot Cockengen een halff mergen lants bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om xij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Cors Henricxsz
[Fol. 69]
Noch onse lieve vrouwen bruederschap tot Cockengen een halff mergen lants, bruijckt Gerrit voorsz t’sjaers om xij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Cors Henricxsz
Noch de pastoor t’St. Jacobs t’Utrecht vijff mergen landts bruijckt Gerrit voorsz tsjaers den mergen om xx st. facit ij out schilt xvj st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Claesz
Noch Nijes Jan Jansz weduwe mit hoer kijnderen een halff mergen lants bruijct Gerrit voorsz tsjaers om x st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Aert Ram ende Peter van Zanthen, bruijcker Cors Henricxsz
Noch xvij5 mergen ende een hont lants Gerrit voorsz selver toebehoorende tsjaers om xxj st. de mergen facit viij out schilt xxxv st.
Nu eijgenaers ende bruijckers van acht mergen
[Bestand 74, fol. 69v]
Cornelis Gerritsz Bruijnen, ende van nogh acht mergen eijgenaers ende bruijckers Aelbert Goloffsz ende Gerrit Willemsz, ende van de resterende anderhalff mergen zijn eijgenaers Aert Ram met Peter van Zanthen bruijcker Cors Henricxsz
Die heeren van St. Jans t’Utrecht zeventien mergen ende een hoffsteechgen groot een halff mergen lands bruijck Henrick Willemsz tsjaers om xij oudt schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Cornelis Cornelisz
Noch Jan Borren weduwe vierd’halve mergen landts bruijckt Henrick voorsz tsjaers om iiij k. gul. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Cornelisz
Noch xv5 mergen lants Henrick voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers den hoopen x out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis voorsz
[Fol. 70]
Cornelis Otten t’Utrecht vier mergen landts bruijckt Gerrit Gerritsz van Gelre tsjaers den mergen om xiiij st. facit j out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Joost Petersz
Die memorie priesters St. Jacobs t’Utrecht vier mergen lants bruijckt Gerrit voorsz tsjaers den mergen om xx st. facit j oudt schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Joost voorsz
Noch die poth St. Jacob t’Utrecht twee mergen lants bruijckt Gerrit voorsz die mergen xx st. facit xl st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Jacobsz
Noch die kerck van Cockengen twee mergen landts bruijckt Gerrit voorsz tsjaers den hoop om j oudt schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem voorsz
[Bestand 75, fol. 70v]
Noch die pastoer tot Cockingen een halff mergen lands bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om xij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Dirck Aelbertsz
Noch xj5 mergen landts Gerrit voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen xx st. facit v out schilt xx st.
Nu eijgenaers ende bruijckers te weten Dirck Aelbertsz van acht’halff mergen, ende Willem Jacobsz van vier d’halve mergen
Cornelis Dircxsz Sichtemaecker derthien mergen lants bruijckt Thomas Zegerumsz een mergen j gouden gul. ende ij stop botteren de stop xxxv st. facit x out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers van acht mergen Cornelis Cornelisz ende vande vijff mergen Joost Petersz
Noch die kerck tot Cockengen een
[Fol. 71]
mergen landts bruijckt Thomas voorsz tsjaers om xix st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Joost voorsz
Noch onse vrouwen bruederschap tot Cockengen een halff mergen landts, bruijckt Thomas voorsz tsjaers om x st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Joost voorsz
Noch die pastoer tot Brueckelen ende heer Gerrit van de Wall een halff mergen lands bruijckt Thomas voorsz tsjaers om xj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Joost voorsz
Noch een mergen lands Thomas voorsz selver toebehoorende tsjaers om xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Joost voorsz
[Bestand 76, fol. 71v]
Peter Jan Boutensz tot Vrelant xvj mergen landts min een hont bruijckt Peter Dircxsz den mergen tsjaers om xxxiiij st. facit xij out schilt xl st.
Nu eijgenaers d’erffgenamen van Johan Bruijnisz t’Utrecht, bruijckersche Lijsgen Jacob Cornelisz Boelhouders weduwe
Noch zes mergen ende een hont landts Peter Dircxsz voorsz selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om j phs. gul. facit iij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijcker alsboven
Noch Herman van Hemelen drie mergen landts bruijckt Peter voorsz tsjaers den mergen xxj st. facit j out schilt xxj st.
Nu verhuurt bij mr. Dirck Verkerck aen de weduwe van Jacob Cornelisz Boelhouwer
Noch onse lieff vrouwen broederschap ter noot Goodts Sint Jacobs t’Utrecht
[Fol. 72]
twee mergen lands bruijckt Peter voorsz den mergen xxj st. facit j oudt schilt
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe voorsz
Noch Gerrit Henricxsz anderhalff mergen landts bruijckt Peter voorsz ‘t sjaers den hoop xxxj5 st.
Nu verhuijt bij mr. Dirck Verkerck aen Gerrit Dircxsz
Noch die kerck tot Cockengen een mergen landts, bruijckt Peter voorsz tsjaers om xxij st.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de wedue voorsz van de Boelhouder
Noch de pastorie tot Cockengen een halff mergen landts bruijckt Peter voorsz tsjaers om xij st.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe voorsz
[Bestand 77, fol. 72v]
Noch die bruederschap tot Cockengen een mergen halff landts bruijckt Peter voorsz tsjaers om xj5 st.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe voorsz
Die kerck van Cockengen vij mergen lants, bruijckt Cornelis Gerritsz tsjaers den mergen om xx st. facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Gerrit Cornelisz aller, bruijcker Jan Zwaeincksz
Noch Aert Rollen weduwe vijff mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers den mergen om xxij st. facit ij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaers ende bruijcker alsboven
Noch Alidt van Hoeij anderhalff mergen lants bruijckt Cornelis Gerritsz den mergen xxij st. facit xxxiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers voorsz
[Fol. 73]
Noch viij5 mergen landts Cornelis voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om xviij st. facit iij oudt schilt xxvij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers voorsz
t’Clooster Ste. Cecilien t’Utrecht twee mergen landts bruijckt Dirck Willemsz tsjaers de mergen xviij st. facit xxxvj st.
Nu eijgenaers d’erffgenamen van Aert Ram met Peter van Zanthen, bruijcker Cors Henricxsz
Noch heer Gerrit van der Wall een mergen landts bruijckt Dirck voorsz tsjaers om xvj st.
Nu eijgenaers ende bruijcker voorsz
Noch bruijckt Dirck voorsz xxxv mergen landts hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen xx st. facit xvj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Lenard Schouten als getrouwt hebbende de weduwe van
[Bestand 78, fol. 73v]
Adriaen Thonisz de Rijck van twintich mergen, bruijcker Cornelis Gerritsz Deun, ende de resterende vijftien mergen competeren d’erffgen. van Aert Ram ende Peter van Zanthen, bruijcker Cors Henricxsz
Noch t’clooster Ste. Secilien t’Utrecht vier mergen lants bruijckt Jan Heinrickxsz tsjaers den mergen xx st. facit j oudt schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Thonis Thonisz
Noch Gerrit Gerritsz zijn wijffs broeder acht hondt lants bruijckt Jan voorsz tsjaers den hoop om xxiiij st.
Nu eijgenaer de weduwe van Jan Cornelisz Helmont, bruijcker Willem Gijsbertsz
Noch bruijckt Jan voorsz xv mergen min twee hondt landts hem met zijn wijffs broeder ende susters toebehorende tsjaers den mergen xxij st. facit vij out schilt xiij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker als voorsz
[Fol. 74]
Runbout Ruijsch xxxv mergen landts hem selven toebehoorende, geestimeert tsjaers om xxij st. den mergen xviij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Henricxsz van acht ende twintigh mergen, ende die resterende zeven mergen competeren die erffgen. van Aert Ram met Peter van Zanthen bruijcker Cors Hendricxsz
t’Convent van Ste. Cecilien t’Utrecht iij5 mergen landts bruijckt Jonge Gerrit Gerritsz tsjaers den mergen xx st. facit j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Lenard Schouten als getrouwt hebbende de weduwe van Adriaen Thonisz de Rijck, bruijcker Cornelis Gerritsz Deun
Noch de pothbrueders St. Jacobs t’Utrecht een mergen ende iiij5 hondt landts bruijckt Jonge Gerrit voorsz tsjaers om xl st.
Noch die kerck tot Cockengen een mergen
[Bestand 79, fol. 74v]
landts bruijckt Jonge Gerrit voorsz tsjaers om xxiiij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Gerrit Willemsz
Die pastoer tot Cockengen een halff mergen landts, bruijckt Jonge Gerrit voorsz tsjaers om x st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Gerrit versz
Noch onse lieff vrouwen broederschap te Cockengen een halff mergen landts bruijckt Jonge Gerrit voorsz ‘t sjaers om x st.
Den eijgen blijft, bruijcker Gerrit voorsz
Noch bruijckt Jonge Gerrit voorsz een mergen lands die verstorven zijn daer hij den eijgaer niet off en weet ‘t sjaers om xx st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Aert Ram met Peter van Zanthen bruijcker Cors Henricxsz
[Fol. 75]
Noch derthien mergen ende anderhalff hondt lants hem selver met zijn moeder ende susters toebehoorende bij eede tsjaers den merge om xx st. facit vj out schilt xiij st.
Nu eijgenaers van vijff mergen d’erffgen. van Aert Ram met Peter van Zanthen, bruijcker Cors Henricxsz, ende van vijft’halve mergen Leonard Schouten als getrouwt hebbende de weduwe van Adriaen Thonisz de Rijck bruijcker Cornelis Gerritsz Deun, ende de resterende vierd’halve mergen ende anderhalff hondt worden verhuijt bij mr. Dirck Verkerck ende is bruijcker Gerrit Willemsz
Dat Lazarus huijs buijten die Wittevrouwenpoort t’Utrecht drie mergen landts bruijckt Dirck Roeloffsz om xx st. facit j out schilt xviij st.
Wordt verhuijrt bij Aelbert Preijs, bruijcker Gerrit Willemsz
Noch bruijckt Dirck voorsz zeven mergen lants hem selver toebehorende tsjaers den mergen om xxv st. facit iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaer Aelbert Proeijs bruijcker Gerrit voorsz
[Bestand 80, fol. 75v]
Noch vier mergen landts Dirck voorsz toebehoorende, ende hij bruijckt bij eede tsjaers den mergen om xxv st. facit ij out schilt xvj st.
Peter Rijers ende joffrou Lijsbeth zijn huijsvrouw iiij5 mergen landts bruijckt Herman Bartsz tjsaers om xiiij phs. gul. j stop botteren xxxv st. facit ix out schilt vij st.
Nu eijgenaers Jan d’Gruijter ende Willem Soppier, bruijckers Marten Dircxsz ende Thomas Cornelisz
In de marge (bij bovenstaande inschrijving): Appointement staende opde reqte. van jon. Johan van Zuijlen van de Haer heere van de Haer, Cockengen, Spengen, etc. welcke reqte. ende appointement met het extract uijt desen registe van dese aen getogen 2 notulen geliackeert aen de liaere van de commissien instructien etc.
In de marge (bij onderstaande inschrijving): Die gedeputeerden vande staten ‘s lands van Utrecht verstaende uijt het voorsz rapport ende behoorlijck ondersoeck dienvolgens gedaen, dat men uijt de leggers ofte registers van de outschilt gelden, niet anders heeft cunnen bevinden dan dat de vijffthalve mergen lants eertijts gebruijckt geweest zijnde bij Herman Bartse ende den heere remonstrant alhier nu toebehorende twee mael int outschilt geset zijn te weeten eens alleen op negen outschilt ende seven stuijvers, ende boven dien noch onder zes mergen waer van den aenbrenger Peter Reijersz anderhalve mergen (wesende hoffstedekens, aan hem behielt op xij outschilt j st. overmits kijfen tijde derselver aenbrenginge onder Spengen thamen aldaer niet meer was possiderende dan zes mergen waer van Herman Bartsz voornt. de voorsz vijft’halve mergen gebruijckt, ende den voorsz Peter Reijerse anderhalven mergen aen hem behielde, ordonneren den ontf. van de outschilt gelden Jacob van Wijck de voorsz vijff t’halve mergen landts van de 9 outschilt vij st. daer voor deselve apart ofte alleen aengebracht sijn vrij ende onbelast te houden, ende d’ouditeurs van sijne reeck. de notule dienaergaende in reecken. ende outschilt boecke gebracht te roijeren, mitsgaders den remonstrant den abusiven aenbrengen voorsz off de schrijven naer behooren innegaende martij naestcomende gedaen ‘t Utrecht den iij novemb. 1624. Onderstont ter ordonnantie vande voorn. gedeputeerden ondert. Ant. van Hilten
Noch hout Peter Verlaen hem anderhalf mergen landts dat hoffsteden zijn, daer zijn huijs op staet, ende Cors Jansz snijder, comen Henrick, Jan Simonsz, Henrick Dirck Corsz weduwe, Margriet Aert Sijssen weduwe, ende Herman Jacobsz, hebbende elcx een huijs opstaende, ende dat ander is hout ende hennip landt beloopende ‘t samen zes mergen lants, geestimeert tsjaers op xij out schilt j st.
Nu eijgenaers Jan d’Gruijter ende Willem Coppier wtgesondert d’erffgens. bij heul. in erffpacht vuijtgeslagen, bruijckers
[Fol. 76]
van het hout ende henniplandt Marten ende Thomas voorsz, ende d’andere erffgens. Abraham van Berckhout, Thomas Cornelisz, Cornelis Pietersz Backer, Jan Jacobsz, Merten Henricxsz, de weduwe van Peter Cornelisz ende Jan Martensz
Mr. Jan Philipsz procureur iij5 mergen lants geheten die gheren bruijckt Cornelis Gerritsz tsjaers om ix5 k. gl. ij stoppen botteren die stop xxxv st. facit vj out schilt viij st.
Nu eijgenaer Lubbert Thomasz vande Well, bruijcker Michiel Jacobsz
Noch mr. Jan Philipsz voorsz iij5 mergen lants oick geheten die gheren, wesende die wederhelft vande iij5 mergen voorsz bruijckt Jan Jacobsz tsjaers om x k. gul. ij stoppen botteren de stop xxxv st. facit vj out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker als voorsz
Jan Huijsch heeft een erffgen. gelegen aen
[Bestand 81, fol. 76v]
Cockengen kerckhoff, geheten Liesvelt groot wesende omtrent vijff hondt landts, daer den selven Jan Huijser, huijs getimmert ende brouwerije opstaet, mit noch een kleijn huijsgen hem toebehoorende mit onse vrouwen bruederschap huijs, des schouten huijs ende Peter Claesz huijsgen tsjaers om viij k. gul. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer van twee deelen van drie deelen Claes Claesz Toll, ende van ‘t ander derden deel eijgenaer ende bruijcker Lambert Jansz Poth
Cornelis Jansz bruijckt ij mergen landts van Claes Gijsbertsz tot Hamelen geheeten het kleijne geertgen, daer mede in is een henpwerff, daer een huijs op staet den voorsz Claes toebehoorende, daer Willem Gerritsz nu ter tijd in woont mit noch een of twee kleijne henp ofte warmoes hooffkens beloopende t’samen twee mergen landts, die twee mergen landts, die twee mergen tsjaers den mergen ij k. gul. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Henricxsz brouwer
Die kerck van Cockengen tsjaers een
[Fol. 77]
hooffgen bruijckt Jacob Thijmansz facit xxx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Michiel Jacobsz
Willem Gerritsz een hennipwerff omtrent groot ij hondt lands mit een huijs, behoort Claes Gijsbertsz tot Hermelen tsjaers ij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Henricxsz brouwer tot Cockengen
[Bestand 82, fol. 77v]
Zuijteijnde van Portengen
Bleeswijck acht mergen lants, bruijckt Peter Bouwensz tsjaers den mergen om j phs. gl. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Hendrick Pietersz
Noch heer Willem Pauwelsz in St. Jacobs kerck t’Utrecht vij mergen landts bruijckt Peter voorsz tsjaers den mergen om xiij5 st. facit ij out schilt x5 st.
Nu eijgenaer Jacob van der Maeth, bruijcker Henrick Petersz
Noch x mergen lants Peter voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen j phs. gul. facit vj oudt schilt xiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker van zeven mergen Henrick Petersz, ende vande drie mergen eijgenaer Gijsbert Cornelisz bruijcker Cornelis Jansz Tricht
Noch Claes Dircxsz twee mergen lants
[Fol. 78]
bruijckt Peter voorsz den mergen tsjaers om xx st. facit xl st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Petersz voorsz
Noch Lambert Snoeijen erffgen. ende haer medewerckers twee mergen landts bruijct Peter voorsz tsjaers den mergen om xiiij st. facit xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick voorsz
Noch Peter Ruijschen erffgen. vier mergen landts bruijckt Peter voorsz tsjaers om iiij5 k. gul. facit ij out schilt vj st.
Nu wort verhuijrt bij Jan van Noortwijck ende bruijcker Adriaen Cornelisz
Noch de pastoer tot Vloeten ij hondt lants bruijckt Peter voorsz tsjaers om viij st.
Den eijgendom blijft, bruijckt Henrick Petersz
[Bestand 83, fol. 78v]
Sijmon Martensz in Cockengen zevend’halve mergen lants bruijckt Henrick Willemsz tsjaers bij eede den mergen om xxx st. facit iiij out schilt xxvij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers d’erffgen. van Aeltgen Dirck Ermbouts weduwe
Noch ses mergen lants bruijckt Henrick voorsz ende behoort hem selver toe, bij eede tsjaers den mergen xxx st. facit iiij out schilt xij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers d’erffgen. voorsz
Noch die pastorie tot Cockengen ses mergen landts bruijckt Herman Bartsz tsjaers den mergen om ij k. gl. facit v out schilt xxx st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Jansz
Noch joffrouw Verhaer eenen mergen lants bruijckt Herman voorsz tsjaers om xxv st.
Nu eijgenaer ende bruijckersche de weduwe van Cors Thomasz
[Fol. 79]
Noch die kerck ende pastorie tot Cockengen ‘t samen een mergen lants bruijckt Herman voorsz tsjaers om xxv st.
Nu eijgenaersche van d’een helft d’weduwe voorsz ende d’ander helft blijft aende pastorie
Die pastorie tot Cockengen eene mergen landts bruijckt Jacob Andriesz tsjaers om xxv st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jacob Cornelisz
Noch die kerck tot Cockengen j5 mergen lants bruijct Jacob Andriesz voorsz tsjaers om xxxvij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Hermansz
Noch bruijckt Jacob voorsz vierd’halve mergen lants, hem selver toebehoorende ‘t jaers den mergen xxv st. facit ij out schilt v5 st.
Nu eijgenaersche ende bruijckt die weduwe van Cornelis Jacob Arrisz
[Bestand 84, fol. 79v]
Corsgen Claes weduwe negen mergen lants haer selfs mit haer kijnderen toebehorende bij eede die mergen j phs. gul. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Joost Woutersz
Noch Alidt van Hoeij t’Utrecht drie mergen lants bruijckt Corsgen voorsz tsjaers die mergen j phs. gul. facit j oudt schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Joost Woutersz
Noch joffr. van Voorn ten Dael Zweers weduwe van Zuijlen drie mergen lants bruijckt Corsgen voorsz tsjaers den hoop om v k. gul. j stop botteren xxxv st. facit iij out schilt xix st.
Nu eijgenaersche joffrouw van Amerongen, bruijcker Jacob Hermansz
Noch onse vrouwen outaer tot Cockengen twee mergen landts bruijckt Corsgen voorsz tsjaers om j phs. gul. die helft facit j out schilt viij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jacob Hermansz
[Fol. 80]
Noch die pastorie tot Cockengen eenen mergen landts bruijckt Corsgen voorsz tsjaers om xxv st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jacob voorsz
Mijn heer van Huchtenbroeck mit zijn mede werckers zes mergen lants bruijckt Jan Gijsbertsz den mergen j phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Jansz
Noch die cappel opte Haer twee mergen lants bruijckt Jan voorsz den mergen xx st. facit xl st.
Nu eijgenaers de heer van Gendt van anderhalff mergen, ende Adriaen Jansz van de halve mergen ende es mede bruijcker
Noch mr. Jacob van Lichtenbergh negen mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers om ix k. gul. facit iiij out schilt xij st.
Nu eijgenaers den armen ende wort verhuijrt bij de heeren van Ste. Peters, bruijcker Adriaen Jansz voorsz
[Bestand 85, fol. 80v]
Noch drie mergen lants Jan voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers om iij phs. gul. facit j oudt schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Jansz voorsz
Die erffgen. van Gijsbert van Zuijlen acht mergen landts bruijckt Weijntgen Gerrit Dircxsz weduwe tsjaers om xvj k. gul. facit vij out schilt xxvj st.
Nu bruijcker Reijer Dircxsz
Noch Willem Lobe t’Utrecht negen mergen lants bruijckt Weijntgen voorsz tsjaers den mergen om j phs. gul. j stop botteren xxxv st. facit vj out schilt viij st.
Nu wort verhuijrt acht mergen bij Jan van de Bongart tot Brueckelen, bruijcker Reijer Dircxsz ende de resterende eene mergen competeert ende bruijckt Reijer voorsz
Noch bruijckt Weijntgen voorsz xiij mergen lants
[Fol. 81]
haer mit haeren kijnderen toebhoorende, bij eede sjaers den mergen om j out schilt facit xiij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis Jansz van thien mergen, ende Reijer Dircxsz van de drie mergen
t’Convent van den Daell acht mergen lants bruijckt Wouter Claesz den mergen tsjaers om ij k. gul. facit vij out schilt xxvj st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Adriaensz
Noch die heeren van St. Jans ‘t Utrecht acht mergen lants bruijckt Wouter voorsz tsjaers den mergen xxviij st. facit v out schilt xiiij st.
Den eijgendom blijft, bruijckt Jan Adriaensz voorsz
Noch heer Willem Pauwelsz t’Utrecht vijff mergen lants bruijckt Wouter voorsz den mergen j phs. gul. facit ij out schilt xlj st.
Nu eijgenaer Jacob van der Malth bruijcker Jan voorsz
[Bestand 86, fol. 81v]
Noch die pastorie tot Maersen een mergen lants bruijckt Wouter voorsz tsjaers om xxviij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan voorsz
Noch Alidt van Hoeij t’Utrecht een halff mergen lants bruijckt Wouter voorsz tsjaers om xvij5 st.
Nu verhuijrt bij Jacob van der Malth aen Jan voorsz
Noch de kerck tot Cockengen anderhalve mergen landts bruijckt Wouter voorsz tsjaers den hoop xl st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Adriaensz voorsz
Noch bruijckt Wouter voorsz vier mergen lants hem selver toebehoorende tsjaers bij eede om iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan voorsz
[Fol. 82]
Wouter Smit inde Weerde acht mergen lants bruijckt Brant Jansz tsjaers die mergen j phs. gl. facit iiij out schilt xxxij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Adriaen Cornelisz
Gijsbert Danielsz erffgen. acht mergen landts bruijckt Claes Dircxsz tsjaers om xviij k. gl. facit viij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Jansz van Alphen
Die kerck Ste. Niclaes t’Utrecht twee mergen lants bruijckt Metgen Dirck Henricxsz weduwe tsjaers den hoop xl st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Reijer Dircxsz
Noch Ste. Maria Magdalenen outaer tot Cockengen twee mergen landts bruijckt Metgen voorsz tsjaers om j out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Reijer voorsz
[Bestand 87, fol. 82v]
Noch bruijckt Metgen voorsz zes ende dertich mergen lants, haer met haere kijnderen toebehorende bij eede tsjaers den mergen om j gouden gul. facit xxiiij oudt schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Willemsz van xxiiij mergen, Cornelis Gerritsz van viij mergen, ende Reijer Dircxsz van iiij mergen
Die procuratoers van ‘t Heijligh cruijs t’Sint Jacobs t’Utrecht vij mergen landts bruijckt Cors Dircxsz tsjaers den hoop om viij k. gul. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaersche de weduwe van Cornelis Jacob Arisz, bruijcker Jacob Cornelisz
Die heeren van Ste. Marien t’Utrecht acht mergen lants bruijckt Peter Ermboutsz tsjaers om iiij out schilt xxxij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Joost Woutersz
Noch Peters voorsz wijffs moeder Aeff Jan Bouwen vijff mergen landts
[Fol. 83]
bruijckt Peter voorsz tsjaers bij eede om vj oudt schilt
Nu eijgenaer, ende bruijcker Joost Woutersz
Noch die pastorie tot Cockengen een halff mergen landts bruijckt Peter voorsz tsjaers om xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Joost voorsz
Noch Wouter Claesz in Cockengen vijff hont landts ende een halff hont bruijckt Peter voorsz tsjaers om xxv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Joost voorsz
Noch Dirck Gerritsz ter A zest’halve hont landts bruijckt Peter voorsz tsjaers om xxv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Joost voorsz
[Bestand 88, fol. 83v]
Nogh Willem Gerritsz vijff hont lants ende een halff bruijckt Peter voorsz tsjaers om xxv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker voorsz
Noch Peter Jansz vijff ende een halff hont lants bruijct Peter Ermboutsz voorsz tsjaers om xxv st.
Nu eijgenaer van vier ende een halff hont lants Joost voorsz, ende van het eene hont eijgenaer Wouter Joostensz bruijcker Joost voorsz
Noch negen hont lants Peter voorsz selver toebehoorende om xxxvij5 st.
Nu eijgenaer Wouter Joosten, bruijcker Joost voorsz
Noch deselve twee mergen lants bruijckt Peter voorsz ende behoort hem toe om j out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Joost voorsz
[Fol. 84]
Noch die kerck tot Broeckelen drie mergen ende twee hondt lants bruijckt Peter voorsz tsjaers om v k. gl. facit ij out schilt xvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Joost voorsz
(240 m. 4½ h.)
Loeffsgerecht van Ruweel nu Wrenham
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht acht mergen lants bruijckt Gerrit Dircxsz tsjaers om xxij5 gouden gul. facit xv out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Cornelis Cornelisz op de Well
Noch die heeren voorsz zes mergen landts
[Bestand 89, fol. 84v]
bruijckt Adriaen Sijmonsz tsjaers om xij5 gouden gul. facit viij out schilt xiiij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Cornelis voorsz
Alidt van Hoeij t’Utrecht vier mergen landts bruijckt Gijsbert Wernersz tsjaers om xx5 gl. facit ix out schilt xxxij st.
Nu eijgenaersche Lijsbeth van Loon, bruijcker Jan Cornelisz
Dirck van Zuijlen opte Haer veerthien mergen lants bruijckt Jan Jansz ende Cors Jansz om l k. gul. facit xxiij out schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Dirck Aertsz ende Aert Jasparsz
Noch Dirck van Zuijlen voorsz twee mergen landts bruijckt Gerrit Simonsz tsjaers den mergen om ij gouden gul. facit ij oudt schilt xxviij st.
Den eijgendom blijft, ende wordt bij den eijgenaer gebruijckt
[Fol. 85]
Die gemeente van Breudijcxbrugge tot Cockengen toebehoort Frederick vuijten Ham bruijckt Henrick Reijersz tsjaers om vijff k. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer Johan van Resant, bruijckers Loeff Petersz ende Wernar Henricxsz
Geeltgensdorp der e. heeren staten gerechte
Die heeren van Ste. Pouwels t’Utrecht vier mergen lants, bruijckt Henrick Henricxsz den mergen tsjaers xxxv st. facit iij out schilt xiiij st.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe van Henrick Henricxsz
[Bestand 90, fol. 85v]
Noch bruijckt Henrick voorsz drie mergen lants hem selven toebehoorende bij eede die mergen ij phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaersche ende bruijckt de weduwe voorsz
Noch Gerrit van Lichtenbergh twee mergen lants bruijckt Henrick voorsz die mergen xxxv st. facit j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaersche ende bruijckt de weduwe van Henrick voorsz
Jan Jansz van der Meeren erffgenamen t’Utrecht negen mergen landts bruijckt Anthonis Gerritsz den mergen ij k. gul. tsjaers facit viij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer Taco van Moutzma bailliu tot Mijdrecht, bruijcker Adriaen Gijsbertsz
Noch Jan Keuijtinck t’Utrecht acht’thalve
[Fol. 86]
mergen lants bruijckt Anthonis voorsz tsjaers om xxj k. gul. facit x out schilt
Nu eijgenaer Aelbert Barentsz t’Utrecht bruijcker Adriaen voorsz
Noch ons lieff vrouw tot Brueckelen een halff mergen lants, bruijckt Anthonis voorsz tsjaers om xx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen voorsz
Noch Joost van Schroeijensteijn t’Utrecht drie mergen lants bruijckt Anthonis voorsz tsjaers om vj phs. gl. facit iij oudt schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Hendrick Petersz
Noch Barbara van Bemmel t’Utrecht vier mergen landts bruijckt Anthonis voorsz tsjaers om vj k. gl. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer Johan van Doeijenborch tot Vianen bruijcker Adriaen Gijsbertsz voorsz
[Bestand 91, fol. 86v]
Noch vier mergen landts Anthonis voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer Adriaen Arisz t’Utrecht bruijcker Adriaen voorsz
Peter Petersz acht mergen lants hem selffs toebehoorende bij eede tsjaers een mergen ij phs. gul. facit ix out schilt xxij st.
Nu eijgenaer Jacob Snoeck, bruijcker Willem Jansz
Noch twee weeskijnderen tot Zuijlen twee mergen lants, bruijckt Peter voorsz tsjaers om v k. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Joostensz
Geertruijt van Lingen t’Utrecht thien mergen landts bruijckt Floris Henricxsz tsiaers om xvj gouden
[Fol. 87]
gulden een stop botteren xxxv st. facit xj out schilt xxj st.
Nu eijgenaer Cornelis van Merenborgh Gerritsz bruijckers van acht mergen Willem Jansz ende van twee mergen Ghijs Gerreden
Noch Henrick Petersz thien mergen landts bruijckt Floris voorsz tsjaers om xvj gouden gul. facit x out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Merenborch voorsz bruijcker Ghijs Gerreden
Die heeren van St. Pouwels t’Utrecht vier mergen lants, bruijckt Adriaen Gijsbertsz tsjaers om v Andries gul. facit iij out schilt xix st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Ement Gijsbertsz
Noch die heeren van Oudemunster t’Utrecht drie mergen lants, bruijckt
[Bestand 92, fol. 87v]
Adriaen voorsz den mergen ij phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer joncher Dirck Bucult t’Utrecht bruijcker Ement Gijsbertsz
Noch Ste. Barbaren gasthuijs t’Utrecht drie mergen lants bruijckt Adriaen voorsz den mergen tsjaers een gouden gulden facit ij out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Ement voorsz
Noch Cornelis Otten t’Utrecht drije mergen landts bruijckt Adriaen voorsz den mergen tsjaers een phs. gl. facit j out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Ement Gijsbertsz voorsz
Noch Gerrit van Lichtenbergh drij mergen lants bruijckt Adriaen voorsz tsjaers den mergen ij k. gl. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer joncher Dirck Bucult, bruijcker Ement Gijsbertsz
[Fol. 88]
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht vj5 mergen lants bruijckt Willem Eersten schout tsjaers den mergen ij k. gl. facit vj out schilt viij st.
Den eijgendom blijft bruijcker Willem Joosten
Noch Sinte Niclaes autaer in Sint Jacobs kerck t’Utrecht, vijff mergen lants bruijckt Willem voorsz den mergen tsjaers om ij phs. gul. facit v out schilt xl st.
Nu bruijcker Willem Joostensz
Noch Joost Arisz Glaesmaecker ij5 mergen lants bruijckt Willem voorsz tsjaers den mergen ij k. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Joostensz
Noch Lambert die Wever t’Utrecht
[Bestand 93, fol. 88v]
een mergen ende anderhalff hondt lants bruijckt Willem voorsz den mergen tsjaers ij k. gul. facit j out schilt viij5 st.
Noch eenen mergen ende anderhalff hondt lants Willem voorsz selver toebehoorende
Noch d’selve vierd’halve mergen lants Willem voorsz selver toebehoorende tsjaers den mergen ij phs. gul. facit v out schilt xxvij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem voorsz
Noch Jacobgen Jan Pauwelsz weduwe mit haeren kinderen veerthien mergen landts bruijckt Willem voorsz tsjaers den mergen xlv st. facit xv out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker van acht mergen Willem Joosten, ende vande zes mergen nu eijgenaer den deken van Oudemunster t’Utrecht ende bruijcker den voorsz Willem Joostensz
[Fol. 89]
Noch Jan Wijnter t’Utrecht drie mergen lants bruijckt Willem voorsz tsjaers den mergen ij phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Joosten voorsz
Noch Jan Jansz Cremer t’Utrecht eenen mergen lants bruijckt Willem voorsz tsjaers om xl st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem voorsz
Gerrit van Lichtenbergh drie mergen lants bruijckt Pons Henricxsz tsjaers den mergen iiij k. gl. xv st. facit vj out schilt xxxiij st.
Nu eijgenersche ende bruijckt de weduwe van Henrick Henricxsz Moen
Noch d’selve vier mergen lants bruijckt Pons voorschreven ‘t siaers
[Bestand 94, fol. 89v]
den mergen vier karolus gul. 15 st. facit ix out schilt ij st.
Den eijgendom competeert nu joncher Dirck Bouchult, bruijcker Ement Gijsbertsz
[Fol. 90]
Vlueten der heren gerecht van Oudemunster t'Utrecht
Die heeren van Ste. Catrijnen ‘t Utrecht bruijcken vuijt dat Hoff ter Weij hem eijgen toebehoorende cxlviij mergen landts bij eede tsjaers die mergen om j oudt schilt facit cxlviij oudt schilt
Den eijgendom blijft, ende bruijcken die heeren van Ste. Catherinen cxxvij mergen, Jan van Cothen ix mergen, Frans Willemsz xij mergen
Frederick de Coninck een bruijckweer genaemt Bottensteijn groot xlij mergen lants bruijckt Cornelis Gerritsz van Rewijck tsjaers om jCxx k. gl. facit lvij out schilt vj st.
Nu eijgenaer Gerbrant Verduijn, bruijcker Jan Cornelisz op Bottesteijn
Noch den Heijligen geest ‘t Utrecht ses mergen lants bruijct Cornelis voorsz tsjaers om vj oudt schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Cornelisz voorsz
[Bestand 95, fol. 90v]
Noch t’Convent van Jherusalem ‘t Utrecht ij mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om ij oudt schilt
De vrijdom blijft, nu bruijcker Jan Cornelisz voorsz
Noch Evert de Saelmaecker t’Utrecht ij mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om ij oudt schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Cornelisz voorsz
Die heer van Rennenborch vier ende twintigh mergen lants, bruijckt Jan Gerritsz van Rewijck tsjaers om liij k. gul. facit xxv out schilt x st.
Nu eijgenaer Wessel Loijen heer van Dussen ende bruijcker Frans Willemsz
# Joff. van der Mij opte Haer zes mergen landts bruijckt Aert
Na. uijt crachte van den appointe. verleent op de reqte. van jo. Johan van Zuijlen van de Haer heere van Zevender van date den 5e meij 1625 soo zijn dese ende naervolgende drie parcelen van landerijen geteijckent met dusdanigen # notule, ende beneffens dien geroijeert uijt den gerechte van Vleuten geeximeert ende de heerlijckh. van de Haer aengeschreven, als te sien is in stede van het jC k bladt van desen regre.
[Fol. 91]
Willemsz tsjaers bij eede den mergen j gouden gulden facit iiij out schilt
Nu eijgenaers joncher Johan van Duvenvoorden, heer van Warmont ende Herman Valckenaer, bruijcker Joris Willemsz
# Noch Willem Lobe t’Utrecht ses mergen landts bruijckt Aert voorsz bij eede tsjaers den mergen om xxviij st. facit iiij out schilt
Nu eijgenaers joncher Johan van Duvenvoorde heer van Warmont ende Herman Valckenaer, bruijcker Joris Willemsz
Noch Herman van Ravenzwaeij t’Utrecht ij5 mergen landts bruijckt Aert voorsz tsjaers vij5 k. gl. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer Folckart van Schoerdijk van een mergen ende bruijck selfs, Westrenen eijgenaer van j5 mergen, bruijcker Wouter Jansz
Noch onser liever vrouwen bruederschap
[Bestand 96, fol. 91v]
te prekers een mergen lant bruijckt Aert voorsz tsjaers om xl st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Gijsbertsz schoudt op Themaet
# Die heeren van St. Jans t’Utrecht acht mergen landts, bruijckt Cornelis Dircxsz opten Eijck tsjaers om x oudt schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Jacob Thomasz
[vide folio xc verso in pede]
Noch Herman van Ravezwaeij t’Utrecht vier mergen landts, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om iiij oudt schilt
Nu bruijcker Willem Adriaensz
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht xl mergen lants bruijckt Gerrit Dircxsz tot Vlueten op Zeldenrijck tsjaers om xx out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Aert Jasparsz op Zeldenrijck
[Fol. 92]
Noch die heeren van Sinte Marien t’Utrecht xv mergen lants bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om vij oudt schilt
Den eijgendom blijft bruijcker Aert Jasparsz op Seldenrijck
Noch Wouter wten Ham, een camp van drije mergen landts, bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om xv k. gl. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer joncher Johan van Wanroij wten Ham, bruijcker Aert Jasparsz voorsz
Die heeren van Ste. Catherinen t’Utrecht iiij5 mergen landts bruijckt Jan Cornelisz Hotteman aenden Bruedijck
Den eijgendom blijft, bruijcker Roloff de man inde Bruedijck
Noch die selve heeren derd’halve mergen lants bruijckt Jan Gijsbertsz
[Bestand 97, fol. 92v]
Verwoerdt aenden Bruedijck tsjaers om xv k. gul. facit vij out schilt vj st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Willem Adriaensz tot Vlueten
Jonge Bernt Grauwert in Neder Langbroeck xiiij mergen lants, bruijckt Anthonis Splinters tot Vlueten tsjaers om xviij oudt schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Johan van Mierlo
Melis vuijten Eng xvj mergen lants bruijckt Anthonis Herbertsz tot Vlueten tsjaers om xiij out schilt xvj st.
Nu eijgenaersche joffrou van Aemstel van Mijnden, bruijcker Wier Dircxsz
Noch de heeren van Ste. Marien t’Utrecht vijff mergen lants bruijckt Anthonis voorsz tsjaers om vj out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Wier Dircxsz voorsz
[Fol. 93]
Noch die heeren van Ste. Catrijnen t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Anthonis voorsz tsjaers om iiij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Wier Dircxsz voorsz
Noch IJsbrant Zassen weduwe tot Utrecht iiij5 mergen landts bruijckt Anthonis voorsz tsjaers om xij5 k. gul. facit v out schilt xl st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Wier Dircxsz voorsz
Noch Gerrit Dircxsz tot Vlueten iiij5 mergen lants bruijckt Anthonis voorn. tsjaers om xv k. gul. facit vij out schilt vj st.
Noch joncfre. van Lievendael t’Utrecht
[Bestand 98, fol. 93v]
ses mergen landts bruijckt Anthonis voorn. tsjaers om vj out schilt
Nu eijgenaer de heer van Nijenrode bruijcker Wier Dircxsz voorsz
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht iiij mergen lants, bruijckt Jacob Dircxsz aende Meern tsjaers om vj out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Claes Dircxsz
Noch die heeren van Ste. Marien t’Utrecht iiij mergen landts, bruijckt Jacob voorsz tsjaers om vj out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Claes Dircxsz
Noch Hillegont Wouter Jansz weduwe t’Utrecht vijff mergen lants bruijct Jacob voorsz tsjaers om viij out schilt
Nu eijgenaer Bernt wten Engh, bruijcker Adriaen Adriaensz
[Fol. 94]
Heer Claes Mathijsz pastoer t’Sint Jacobs t’Utrecht xij mergen lants bruijct Jan Mertensz tot Vlueten tsjaers om xx mud weijts elcke mud weijt xxxv st. ij mud haveren t’mud x st. facit xvij out schilt vj st.
Nu eijgenaers ofte gifters van seeckere vicarie d’erffgen. van Jacob Knijff bruijcker ijsbert Cosijnsz
Noch ‘t clooster van Ste. Cecilien t’Utrecht ix mergen landts, bruijckt Jan voorsz tsjaers om xiiij5 out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Gijsbert Cosijnsz
Noch de heeren van Sint Jansz t’Utrecht viij mergen landts, bruijckt Jan voorsz tsjaers om x out schilt
Den eijgendom blijft bruijcker Gijsbert voorsz
Noch heer Aert de Jonge vicarius
[Bestand 99, fol. 94v]
‘t Oudemunster ‘t Utrecht iiij5 mergen lants, bruijckt Jan voorsz tsjaers om x k. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu Hoochlandt vicarius t’Oudemunster possesseur, bruijcker Gijsbert Cosijnsz voorsz
Noch Bruijn van Cuijck ij mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om j out schilt die mergen ij out schilt
Nu de weduwe van Dirck de Gouda eijgenaersche Gijsbert Cousijnsz bruijcker
Noch Dirck Jan Egbertsz bij Utrecht iij mergen lands bruijckt Jan voorsz bij eede tsjaers den mergen om iij k. gul. facit iiij out schilt xij st.
Nu eijgenaersche Marigen Dirck Jansz dochter, bruijckers Gijsbert Cosijnsz van twee mergen, ende Jan Gijsbertsz schout op Themaet een mergen
Die heeren van Ste. Marien t’Utrecht
[Fol. 95]
xvj mergen landts bruijckt Lenard Adriaensz tot Vlueten tsjaers om xiiij out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Jansz van Veen
Lambert Snoeijen wedue woonende inden lande van Cleeff xiij mergen landts bruijckt Jan Adriaensz tot Vlueten tsjaers om xxv k. gl. facit xj out schilt xxxviij st.
Nu joncher Johan vuijten Ham eijgenaer, bruijckers Henrick Petersz Stoeck ende Dirck Phillips ijeder van zes mergen, ende Peter Bernts een mergen
Die heeren van Ste. Catrijnen t’Utrecht xl mergen lants bruijckt Henrick Gerritsz Proeijt tsjaers om lxiiij k. gul. facit xxx out schilt xx st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Jansz van Cothen
Frederick Wtenham lv mergen landts
[Bestand 100, fol. 95v]
bruijckt Thonis Gerritsz tot Vlueten tsjaers om jC gouden gulden ende xl ende een halff vat botteren om viij k. gul. facit xC vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer van liiij mergen, Francois van Sneeck, bruijcker Peter Cornelisz ende vande eene mergen eijgenaer ende bruijcker joncher Johan van Wanroij vuijten Ham
Noch Cornelis Jansz tot Vlueten vijff mergen lants, bruijckt Thonis voorsz tsjaers om xvj5 k gul. facit vij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer Floris Floeijt, bruijckersche de weduwe van Gerrit van Spijck
Noch bruijckt Thonis voorsz j5 mergen landts welcke zijn huijsvrouwe in lijfftochte besit tsjaer som iij out schilt
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht
[Fol. 96]
xv mergen lants, bruijckt Jan Willem Aelbertsz op Themaet tsjaers den hoop om xiij out schilt
Den eijgendom blijft, bruijckers Jan Jansz op Themaet van thien mergen, ende Cornelis Adriaensz vijff mergen
Noch die pastoer tot Vlueten iiij mergen bruijckt Jan voorsz tsjaers om xij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Nu bruijcker Jan Jansz op Themaet
Noch die weduwe van Teijlingen t’Utrecht vier mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers om xij k. gul. j mud haveren x st. facit v out schilt xl st.
Nu eijgenaer joncher Willem van Winsen, bruijckers van drie mergen Jan Jansz op Themaet ende van d’een mergen Gerrit Gerritsz
Noch bruijckt Jan voorsz ij mergen landts
[Bestand 101, fol. 96v]
hem selver toebehoorende bij eede tsjaers om iij out schilt
Nu eijgenaer Cornelis Roloffsz in Vrieslandt, bruijcker Jan Jansz op Themaet
Noch die heeren van Oudemunster t’Utrecht een mergen landts bruijckt Jan voorsz in erffpacht bij eede tsjaers den mergen om j out schilt xxj st.
Nu eijgenaer in erffpacht Cornelis Roloffsz voorsz bruijcker Jan Jansz voorsz
Splinters weduwe vuijten Ham j5 mergen lants bruijckt Jacob Evertsz tsjaers om viij5 gouden gulden facit v out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer den boedel van Wtenham, bruijcker Willem Adriaensz
Noch die selve weduwe een hondt lants bruijckt Cornelis Meijnertsz
[Fol. 97]
tsjaers om vj k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu joncher Johan van Wanroij vuijten Ham eijgenaer, ende den gemeen boedel bruijckersche de weduwe van Aert Cornelisz
Heer Cornelis van Bemmel vicarius ten Dom t’Utrecht iij mergen landts bruijckt Jacob voorsz tsjaers om vj k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer Proeijs, bruijcker Willem Adriaensz
Die heeren van St. Katrijnen t’Utrecht xxij5 mergen landts, bruijckt Jan Gerritsz van Rijn tsjaers om ij k. gul. facit xxj out schilt xviij st.
Den eijgendom blijft, nu bruijcker Jan Baers
t’Convent van Betheleem ses mergen
[Bestand 102, fol. 97v]
landts bruijckt Jan voorsz ‘t sjaers om vj oudt schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Baers voorsz
Noch die vicarien inde Buerkerk t’Utrecht ses mergen lants, bruijckt Jan voorsz ‘t jaers om xij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Baers voorsz
Noch heer Jacob van Gheer vicarius t’Ste. Marien t’Utrecht een mergen landts, bruijckt Jan voorsz tsjaers om xx st.
Nu possessoer heer Peter Vereem, bruijcker Jan Baers voorsz
Noch t’convent van Oestbroeck twee mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om xxxv st.
Den eijgendom blijft, nu bruijcker Jan Baers
[Fol. 98]
Noch Lubbert Jansz t’Utrecht ij mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om ij oudt schilt
Nu eijgenaers d’erffgen. van Cornelis van Rijn, bruijcker Jan Baers voorsz
Noch Cornelis Proeijt tot Vlueten twee mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om ij oudt schilt
Nu eijgenaers d’erffgen. van Cornelis van Rijn, bruijcker Jan Baers voorsz
Dirck van Zuijlen Gijsbertsz vijff mergen lants, bruijckt Jan Claesz inde Kreeck tsjaers om xvj k. gl. facit vij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaer joncher Niclaes van Zuijlen van Drakenborgh etc. bruijckers Jan Aertsz op Ockhuijsen van iij5 mergen, ende Cornelis Gijsbert Jansz anderhalve merge
Noch Cornelis van Merenborch t’Utrecht
[Bestand 103, fol. 98v]
vier mergen lants bruijckt Jan Claesz voorsz tsjaers om iiij oudt schilt
Nu eijgenaer Gerrit van Merenborgh bruijcker Cornelis den Boiv Jansz
De vicarien van Ste. Niclaes autaer tot Vlueten ij hondt landts bruijckt Herman Gerritsz van Oss tsjaers om j out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer joncher Johan van Wanroij wten Ham, bruijcker Claes Henricxsz
Meijster Jan van Amerongen vicarius Sinte Marien t’Utrecht ses mergen lants bruijckt Cornelis Petersz tsjaers om viij out schilt
Nu eijgenaers St. Bartholomeus gasthuijs bruijcker Goert Jansz
Noch Peter Hermansz Brouwer t’Utrecht vijff mergen lants bruijckt Cornelis voorsz den mergen om ij k. gl. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Michielsz
[Fol. 99]
Wouter wten Ham vj5 mergen landts bruijckt Gijsbert Berntsz tot Vlueten tsjaers om xxxvj k. gl. facit xvij out schilt vj st.
Nu eijgenaer joncher Johan vuijten Ham ende bruijckt vier mergen, ende Gerrit van Rewijck derd’halve mergen
t’Convent van Ste. Cecilien t’Utrecht thien mergen lants bruijckt Jan Hermansz aen den Ouden Rijn tsjaers om xvj out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Jan Jansz Sas inden Ouden Rijn
Joncker Gerrit van Renesse tot Leijden xvj mergen landts bruijckt Henrick Egbertsz an die Hair tsjaers om lj k. gl. facit xxiiij out schilt xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker van zes mergen joncher Renesse van der Aa, ende joncher Johan van Wanroij compt negend’halve mergen, Jan van Heusden anderhalve merge bruijckersche de weduwe van Peter Cornelisz
Mr. Jan Goch ende heer Herman Verwer
[Bestand 104, fol. 99v]
vicarien t’Oudemunster t’Utrecht vijff mergen lants bruijckt Engel Willem Cornelisz tsjaers om vj gouden gulden facit iiij out schilt
Nu heer Pieter Vereem cum socio als possesseurs, ende bruijcker Gerrit van Rewijck
Lambert Snoeijen weduwe inden lande van Cleeff xij mergen landts bruijct Engel voorn. tsjaers om xvj phs. gulden facit ix out schilt xxij st.
Nu eijgenaer joncher Johan Wtenham van ses mergen, ende bruijckt daer van selffs vijfft’halve mergen, Gerrit van Reewijck bruijckt de anderhalve merge, noch comt Rewijck eijgen ende bruijckt drie mergen, Herman van Ravenswaij comt anderhalve mergen bruijcker Gosen Jansen ende de resterende anderhalve mergen competeert Cornelis Adriaensz ende bruijckt die selffs
Heer Jacob van Gheer vicarius t’Ste. Marien t’Utrecht drie mergen landts bruijckt Loeff
[Fol. 100]
Pelgrumsz tot Vlueten tsjaers om v out schilt xxj st.
Nu heer Peter Vereem vicarius als possesseur, bruijcker Gijsbert Cornelisz van Schoonrewoerdt
Noch bruijckt Loeff voorsz vier mergen landts hem selven toebehorende tsjaers om vj out schilt xxj st.
Nu eijgenaer Gijsbert Willemsz ende bruijcker Goert Jansz
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht xviij mergen landts bruijckt Gijsbert Cornelisz tot Vlueten tsjaers om xx out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Steven Baers
Noch die heeren voorsz veerthien mergen lants, bruijckt Gijsbert voorsz tsjaers om xiiij phs. gulden facit viij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, ende bruijcker Steven Baers voorsz
[Bestand 105, fol. 100v]
Noch St. Jans clooster t’Amersfoort acht mergen landts, bruijckt Gijsbert voorsz tsjaers om xviij mud weijts t’mud xxxv st. facit xv out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Steven Baers voorsz
Noch een vicarie in St. Jacob kerck t’Utrecht iij mergen lants, bruijckt Gijbsert voorsz tsjaers om vj k. gulden facit ij out schilt xxxvj st.
Nu Gerrit van Merenborgh gifter, bruijcker Steven Baers voorsz
Katrijn Henrick Hubertsz weduwe iiij mergen landts, bruijckt Claesken Jacob Ponsz weduwe tsjaers om xiij k. gl. facit vj out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Jansz op Themaet
Noch ‘t convent van St. Servaes
[Fol. 101]
t’Utrecht vier mergen landts bruijckt Claesgen voorsz tsjaers om vij k. gulden facit iij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckersche Peter Cornelis weduwe
Die heeren van St. Peters t’Utrecht iij5 mergen landts, bruijckt Marten Henricxsz tot Vlueten tsjaers om iiij out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Adriaen Cornelisz Montfoort
Noch die kerckmrs. van St. Jacob t’Utrecht twee mergen landts bruijckt Marten voorsz tsjaers om iiij k. gl. facit j out schilt xxxviij st.
Den eijgen blijft, bruijcker Adriaen Cornelisz voorsz
Die pastoir tot Vlueten een mergen lants hem selver toebehoorende ende hij bruijckt tsjaers om j out schilt xxj st.
Den eijgen blijft, bruijcker Jan Cornelisz op Bottesteijn
[Bestand 106, fol. 101v]
Gerrit van Lichtenbergh t’Utrecht xv mergen lants bruijckt Jan Gerritsz op Alenderp tsjaers den mergen ij oudt schilt facit xxx out schilt
Nu eijgenaers d’erffgenamen van Egbert tho Boecop, te weten Philibert de Wolff ende Ruerick van Harderwijck, bruijcker Hubert Jansz op Alenderp
Noch t’convent van de Regulieren binnen Utrecht iij5 mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers den mergen om iiij phs. gul. facit ij out schilt xxviij5 st.
Den eijgen blijft, bruijcker Hubert Jansz versz
Den Heijligen geest binnen Utrecht vier mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers den mergen j gouden gul. facit ij out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft bruijcker Jan Jansz op Alenderp
Noch Anthonis Boll t’Utrecht iiij mergen
[Fol. 102]
ij hont lants bruijckt Jan voorsz ten halven tsjaers bij eede den mergen iij k. gul. facit vj out schilt viij st.
Nu eijgenaersche juffr. Roecken, bruijcker Jan Jansz op Alenderp
Noch die heeren van Oudemunster t’Utrecht een mergen lants bruijckt Jan voorsz in erffpacht bij eede tsjaers den mergen om ij out schilt xxj st.
Noch bruijckt Jan Gerritsz voor een mergen lants hem selven toebehoorende t’sjaers om iij k. gul. facit j out schilt xviij st.
Nu eijgenaer Jan Berntsz, bruijcker Hubert Jansz
Noch t’convent van Zoest bij Amersfoort xj5 mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers om xviij out schilt
Nu eijgenaers d’kijnderen van Jonge Jacob van Asch, bruijcker Jan Jansz op Alenderp
[Bestand 107, fol. 102v]
Noch Wouter van Wede mit zijn medewerckers vj5 mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers om xx phs. gl. facit xj out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer Jan Jansz van Buijtendijk bruijcker Jan Jansz voorsz
Noch Cornelis Woutersz t’Utrecht zes mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om xix phs. gl. x st. facit xj out schilt xxiij st.
Nu eijgenaer Lucas van de Poll, bruijckers Jan Jansz voorsz van vier mergen ende Hubert Jansz twee mergen
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht xxvj mergen lant bruijct Gerrit Willemsz van Masch tsjaers om xxvj out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, bruijcker Gerrit van Rewijck
Noch die heeren van Ste. Marien t’Utrecht xv mergen lants bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om xxiiij out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Gerrit van Rewijck
[Fol. 103]
Noch die heeren van Sint Jans t’Utrecht acht mergen lants, bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om xij out schilt
Noch bruijckt Gerrit voorsz een mergen landts hem ende die coster tot Vlueten toebehoorende bij eede tsjaers om xxx st.
Nu bruijcker Goert Jansz
Noch heer Baldewijn vicarius tot Vlueten ij hondt landts bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om xx st.
Nu eijgenaer joncher Johan van Wanroij bruijcker Gerrit van Rewijck
Noch heeft Henrick van Eemskerck vijff mergen lants bruijckt
[Bestand 108, fol. 103v]
Ghijsberen tsjaers om xxvij k. gl. facit xij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer joncher Maximiliaen van Balxen bruijcker Jacob Sandersz
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht xvij mergen landts, bruijckt Henrick Claesz op ALendorp tsjaers om xxv out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Henrick Anthonisz op Alenderp
Noch die heeren voorn. xiiij mergen lants bruijckt Henrick voorsz tsjaers om ix out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Henrick Anthonisz op Alenderp
Noch Jan de Wit burger t’Utrecht xiij mergen lants bruijckt Henrick voorsz tsjaers om xxiij st.
Nu eijgenaers mr. Johan van den Berch cum socijs, bruijcker Henrick Anthonisz
[Fol. 104]
Nogh die Zijel bruederschap te Buerkerk vijff mergen lants bruijckt Henrick voorsz tsjaers om viij oudt schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Henrick Anthonisz voorsz
Noch bruijckt Henrick voorsz iiij mergen lants hem selven toebehoorende, de mergen tsjaers om j5 oudt schilt facit vj oudt schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Anthonisz voorsz
Noch bruijckt Henrick voorsz een mergen lants hem ende die kerck tot Vlueten toebehoorende tsjaers om xx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Sander Cornelisz aen de Meern
Noch Gerrit van Lichtenbergh t’Utrecht iiij mergen lants bruijckt Henrick voorsz tsjaers om vij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer Dirck to Boecop bruijcker Henrick Anthonisz
[Bestand 109, fol. 104v]
t’Convent van vrouwen clooster buijten Utrecht acht mergen lants bruijckt Goijert Jacobsz aende Meern tsjaers om xxiiij k. gul. facit xj out schilt xviij st.
Den eijgen blijft nu bruijcker Steven Baers
Noch ‘t convent van Wittevrouwen t’Utrecht acht mergen lants bruijckt Goijert voorsz ‘t sjaers om viij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijckers joncher Arent Berck ende Claes Jacobsz
Noch Hubert Hendricxsz ‘t Utrecht vier mergen lants bruijckt Goijert voorsz tsjaers om xij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Jacobsz
Noch de proost van Leijden ses mergen lants bruijckt Goijert voorsz ende daer staet noch een huijs ende boomgart op bruijckt Claes Coenensz tsjaers om xj out schilt xxxvij st.
Nu heer Willem Acrijsz possesseur
[Fol. 105]
van de pastorie aen de Meern ende bruijckt v5 mergen ende Sander Cornelisz een halve mergen
Noch die heeren van Oudemunster t’Utrecht een mergen landts, bruijckt Goijert voorsz tsjaers om xxxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Claes Jacobsz
Jacob Anssemsz t’Utrecht vier mergen lants bruijckt Aert Hugensz aende Haer ‘t sjaers om iiij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Folcard van Schoordijck
Meijns van Isselt xiiij mergen landts bruijckt Cornelis Gijsbertsz tsjaers om xiiij st.
Nu eijgenaers van dertien mergen Herbert van Haesten ende Splinter van Hamersfelt, ende vand’eene mergen eijgenaer Adriaen Cornelisz op Themaet, bruijcker vande xiiij mergen
[Bestand 110, fol. 105v]
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht vijff mergen lants bruijckt Jan Willemsz den Brunen tsjaers om vij out schilt xxj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Gijsbert Cornelisz op Themaet
Noch Peter Hermansz Brouwer t’Utrecht een mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om iij k. gl. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Willemsz in de Weerdt
t’Convent van Jerusalem ‘t Utrecht vier mergen landts, bruijckt Jan Mathijsz Bosch tot Vlueten tsjaers om viij phs. gul. xx st. facit v out schilt xx st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Goijert Jansz
Noch ‘t Heijligh sacraments bruederschap te Buerkerck t’Utrecht ses mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om ix out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Goert Jansz versz
[Fol. 106]
Noch die heeren van St. Jans t’Utrecht vij mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers om x oudt schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Goert Jansz van v mergen ende Cornelis de Boer ij mergen
Noch die gemeen vicarien te Buerkerck ‘t Utrecht j5 mergen landts, bruijckt Jan voorsz bij eede tsjaers om xxiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Goert Jansz voorsz
Die heeren van Ste. Marien ‘t Utrecht iij mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om iij out schilt xxj st.
Den eijgen blijft, bruijcker Goert Jansz voorsz
Joncker Jan van Rossum tot Bommel acht mergen landts bruijckt Gijsbert Jan Lubbertsz
[Bestand 111, fol. 106v]
aen die Meern tsjaers om x oudt schilt
Nu eijgenaer Francois van Sneeck, bruijcker Dirck Thonisz op Velthuijsen
Ste. Barbaren gasthuijs ‘t Utrecht vij mergen lants bruijckt Jacob Aelbertsz tsjaers om xvj k. gul. facit vij out schilt xxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Andries Thonisz van Sijll
Die gemeen vicarien te Buerkerck t’Utrecht vijff mergen lands bruijckt Jacob voorsz ‘s jaers om x k. gulden facit iiij out schilt xxxij st.
Den eijgen blijft, bruijcker ANdries Thonisz van Sijll
Noch die heeren van Oudemunster t’Utrecht ij mergen landts bruijckt Jacob voorsz tsjaers om ij out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Andries Thonisz van Sijll
[Fol. 107]
Noch heer Cornelis van Bemmel vicarius ten Dom t’Utrecht ij5 mergen landts bruijckt Jacob voorsz tsjaers om v k. gul. facit ij oudt schilt xvj st.
Nu bruijcker Andries Thonisz van Sijll
Noch Herman van Cuijcks weduwe tot Culenborgh twijntigh mergen landts bruijckt Jacob voorsz tsjaers om xxxvj oudt schilt
Nu eijgenaers de heeren van Oudemunster bruijcker Andries Thonisz van Sijll
Noch die Melaten buijten Utrecht viij mergen landts bruijckt Jacob voorsz tsjaers om xxxv k. gul. facit xvj out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Andries van Sijll voorsz
Noch Joost van Giessen int landt van Gelre zeven mergen
[Bestand 112, fol. 107v]
landts bruijckt Jacob voorsz om xxviij k. gl. facit xiij oudt schilt xiiij st.
Nu eijgenaer Gerbrant Verduijn, ende bruijcker Andries Thonisz van Sijll
Noch Willem van Amerongen tot Wijck een mergen landts, bruijckt Jacob voorsz tsjaers om j out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Andries Thonesz van Sijll voorsz
Noch Koert de Gruijters weduwe t’Utrecht vijff mergen lants bruijckt Elbert Willemsz Bijll tot Hermelen tsjaers om vj phs. schilt facit iiij out schilt vj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Jansz van Veen
Noch Frederick Evertsz t’Utrecht vij mergen lants bruijckt Elbert voorsz tsjaers den mergen om ij k. gl. facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Jansz van Veen voorsz
[Fol. 108]
Noch den Heijligen geest t’Utrecht vier mergen landts, bruijckt Elbert voorsz ‘s jaers den mergen om x st. facit xl st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Wier Dircxsz
Noch ‘t Bagijnhoff t’Utrecht drie mergen landts bruijckt Elbert voorsz den mergen tsjaers om viij st. j oert facit xxiiij st. ix witt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Jansz van Veen
Noch Jan van Doijenborchs weduwe t’Utrecht vijff mergen landt bruijckt Cornelis Janse Poel tot Vleuten tsjaers om v out schilt
Nu eijgenaer Cornelis Jansz Vernoij smit bruijcker Claes Dircxsz
Noch de weduwe van Rijnevelt t’Utrecht vier mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om ix phs. gul. facit v oudt schilt xv st.
Nu eijgenaersche de weduwe van Brakel ende bruijcker Merten Jan Willemsz
[Bestand 113, fol. 108v]
Noch ‘t convent van St. Servaes t’Utrecht vier mergen landts, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om vij gouden gulden facit iiij out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Merten Jansz voorsz
Noch heer Peter van Haerlem vicarius ‘t Sint Jans t’Utrecht twee mergen lants bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om j out schilt xxviij st.
Nu bruijcker Cornelis Henricxsz
Noch heer Jacob Cappellaen vicarius t’Ste. Peters t’Utrecht ij mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om iiij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu bruijcker Cornelis Henricxsz
Noch t’convent vande Witt vrouwen
[Fol. 109]
t’Utrecht iij mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers den mergen ij k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Henricxsz voorsz
Noch Ste. Barbaren gasthuijs t’Utrecht iiij mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om vj mud weits facit v out schilt
Noch die vrouw van Rensborch bij Leijden ses mergen landts, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om xij phs. gl. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaers Sinte Barbaren gasthuijs bruijckers Jan Cornelisz op Bottesteijn van vijff mergen ende Andries Thonisz van Zijll gelijcke v mergen
Noch joncher Jan van Rossum tot Bemmel xxv mergen lands, bruijckt Gerrit Gijsbertsz op Nijevelt tsjaers om xxv out schilt
Nu eijgenaer Francois van Sneeck ende bruijcker Cornelis Jorisz
[Bestand 114, fol. 109v]
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht vijff mergen landts bruijckt Merten Willemsz van Masch tsjaers om xj k. gul. facit v out schilt x st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Gerrit Adriaen Gerritsz
Noch Aert Verhorst tot Amersfoort vijf mergen landts bruijckt Marten voorsz ‘t sjaers om xiiij k. gul. facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer joncher Dirck Canther bruijcker Gerrit Adriaensz voorsz
Die heeren van St. Jans ‘t Utrecht xiiij mergen landts, bruijckt Cornelis Claesz ‘t sjaers om xviij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijckersche die weduwe van Gerrit Anthonisz op Spijck
Die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht xviij mergen j5 hondt
[Fol. 110]
lants bruijckt Dirck Berntsz tot Vlueten om lvij k. gul. facit xxvij out schilt vj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Claes Dircxsz
Noch die weduwe van Snellenbergh een mergen landts bruijckt Dirck voorsz tsjaers om j oudt schilt
Nu eijgenaer Francois van Sneeck, bruijcker Cornelis Jacobsz
Henrick van Ravezwaeij vier mergen landts hem selver toebehoorende ende hij gebruijckt tsjaers om vj out schilt
Nu eijgenaer het onmundige kijndt van Gerrit Gerritsz, ende bruijcker Jan Gerritsz in Galecop momboer over ‘t selve kijndt
Hendrick Dircxsz aende Haer negen
[Bestand 115, fol. 110v]
mergen hem selver toebehoorende bij eede tsjaers om ix oudt schilt
Nu eijgenaers Dirck de Goijer van vier mergen, bruijcker Gijsbrecht Cornelisz op Themaet, ende van drie mergen eijgenaer Dirck Crijnen, bruijcker Joris Willemsz, ende vande twee mergen eijgenaer ende bruijcker Jan Willemsz op Ockhuijsen
Noch bruijckt Henrick voorsz v mergen lants hem met zijn voorkijnderen toebehoorende bij eede tsjaers om v oudt schilt
Nu eijgenaer Dirck de Goijer, ende bruijcker Dirck Vereem
Noch die heeren van Ste. Catherinen t’Utrecht viij mergen lands bruijckt Henrick versz tsjaers den mergen om xvj st. facit iij out schilt ij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Nijs Cornelisz inde Bruedijck
Noch Herman van Ravezwaeij
[Fol. 111]
t’Utrecht twee mergen lants bruijckt Henrick voorsz tsjaers om vij k. gl. facit iij out schilt xiiij st.
Nu bruijcker Willem Adriaensz
Noch Dirck van Zuijlen van der Haer drie mergen landts bruijckt Henrick voorsz tsjaers om iij out schilt
Nu eijgenaer joncher Niclaes van Zuijlen van Drakenborch .. ende bruijcker Henrick Petersz Stroeck
Noch die heeren van den Dom t’Utrecht twee mergen erffpachts bruijckt Henrick voorsz bij eede den mergen j out schilt facit ij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jorisz
t’Convent vande Brigitten binnen Utrecht ij hondt lants bruijckt Huijch Cornelisz
[Bestand 116, fol. 111v]
‘t sjaers om j phs. gul. facit j oudt schilt viij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Aert Willemsz aende Haer
Noch t’convent voorsz vij mergen landts bruijckt Cornelis Bartsz aende Haer in erffpacht bij eede tsjaers om vij out schilt xxj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Aert Willemsz aende Haer
Noch joffr. van der Haer omtrent een hondt landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om xxx st.
Herman van Ravezwaeij bruijckt x5 mergen landts hem selver toebehoorende bij eede tsjaers die mergen j oudt schilt facit x out schilt xxj st.
Nu bruijcker Willem van Coten
[Fol. 112]
Dirck Jan Egbertsz t’Utrecht, bruijckt vij hondt landts hem selven toebehoorende bij eede tsjaers om vij k. gul. facit iij out schilt xiiij st.
Noch Dirck voorsz xj hondt landts bruijckt Jan Huijgensz Smit tot Vlueten tsjaers om x k. gl. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers voor ij mergen Gijsbert Cosijnsz, ende Jan Gijsbertsz schout op Themaet van eene mergen
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht x mergen landts bruijckt Cornelis Gijsbertsz Knijff tsjaers om x out schilt
Den eijgen blijft nu bruijckers Adriaen Adriaensz ende Anthonis Dircxsz inden Ouden Rijn ijeder voor v mergen
Noch Jan van Wijck ‘t Utrecht v mergen lants, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om vj out schilt xxj st.
Nu eijgenaer joncher Dirck Canter, bruijcker Anthonis Dircxsz
Noch heer Dirck Taets canoinck tot
[Bestand 117, fol. 112v]
Dom t’Utrecht ses mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om x oudt schilt
Nu eijgenaer Vecht ende Bor van Amerongen, bruijcker Anthonis Dircxsz
Noch Jan Cornelisz ij5 mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om xij k. gl. facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker bij erffpacht Claes Gerritsz aende Hoochweijde
Jan Keijtinck ende Bruijninck Foeck t’Utrecht vijff mergen landts bruijckt Joost Woutersz aenden Ouden Rijn tsjaers om xxiiij5 k. gul. facit xj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers Ste. Barbaren gasthuijs, bruijcker Gerrit Adriaensz van Roijen
Noch die weduwe Foeijten t’Utrecht vijff mergen lands bruijckt Joost voorsz tsjaers om xx k. gl. facit ix out schilt xxij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Gijsbert Jansz ende Gerrit Henrickxsz aenden Ouden Rijn ieder d’helft
[Fol. 113]
Noch Ste. Barbaren gasthuijs t’Utrecht ij5 mergen landts, bruijckt Joost voorsz tsjaers om iiij gouden gulden xxxj5 st. facit iij out schilt x5 st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Gijsbert Jansz ende Gerrit Henricxsz
Noch Jacob van Mijnden acht mergen landts bruijckt Joost voorsz tsjaers om xxiiij mud weijts t’mud xxxv st. facit xx out schilt
Nu eijgenaer joncher Johan van Huchtenbroeck bruijcker Adriaen Aelbertsz
Noch t’convent vande Carthuijsers bij den Bosch ses mergen lands bruijckt Joost voorsz tsjaers ten halven bij eede den hoop om xxiiij k. gul. facit xj out schilt xviij st.
Nu eijgenaer Lubbert van Parijs van Zuijdoort, bruijcker Gerrit Adriaensz van Roijen
Noch Dirck van Zuijlen van der Haer
[Bestand 118, fol. 113v]
vijff mergen landts bruijckt Joost voorsz t’sjaers om xxiiij k. gul. facit xj out schilt xviij st.
Nu eijgenaer joncher Johan van Huchtenbroeck, bruijcker Adriaen Aelbertsz
Die proost tot Leijden ‘t Utrecht iij mergen lands bruijckt Anthonis Gijbsertsz aen de Meern tsjaers om ix phs. gul. facit v out schilt xv st.
Nu heer Willem Acrijnsz als possesseur vande vicarie aende Meern, ende bruijcker Frans Willemsz
Noch die heeren van Ste. Marien t’Utrecht ij5 mergen landts bruijckt Thonis voorsz tsjaers om ij out schilt xxj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jacob Claesz aen de Meern
Noch t’convent vande Reguliers ij mergen landts bruijckt Thonis voorsz tsjaers om ij out schilt xxj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jacob Claesz voorsz
[Fol. 114]
Noch Catrijn Henrick Huijbertsz weduwe vijff mergen landts, bruijckt Thonis voorsz tsjaers om xxxij k. gl. facit xv out schilt x st.
Nu eijgenaers ijeder voor de helft Jan de Man ende Jacob Claesz, bruijcker Jacob Claesz voorsz
Noch Jan van Weelden t’Utrecht twee mergen lants bruijckt Thonis voorsz tsjaers den mergen om ij phs. gulden facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Gerritsz
Die kerckmrs. tot Vlueten ij mergen landts bruijckt Engbert van Well tot Vlueten tsjaers den mergen om xxxv st. facit j out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Cornelisz op Bottesteijn
Noch heer Baldewijn vicarius tot Vlueten een mergen lants bruijckt Engbert voorsz tsjaers om xxxv st.
Nu eijgenaer joncher Johan van Wanroij ende bruijcker Jan Cornelisz voorsz
[Bestand 119, fol. 114v]
Noch die heeren van Oudemunster t’Utrecht ij mergen landts bruijckt Engbert voorsz ende is erffpacht bij eede tsjaers om v out schilt
Nu Jacob Sandersz eijgenaer ende bruijcker
Melis vuijten Eng met zijn medewerkers negen mergen landts bruijckt Jan Loeff Pelgrumsz tot Vlueten tsjaers om ix out schilt
Nu eijgenaers t’weeshuijs, d’heere van Nijenrode, de weduwe van Willem de Wael, ende joncher Willem van Rijnevelt, ende nu bruijcker Gerrit Cornelis Gerritsz
Noch Jan van Nijhoff ‘t Utrecht ende een joncfr. t’Oudtwijck ij5 mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om vj k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaers Jan van der Meer voor ij mergen, ende Herman van Ravezwaeij voor een halff mergen, bruijcker Gerrit Cornelis Gerritsz
Noch Herman van Ravezwaeij ‘t Utrecht
[Fol. 115]
vijff mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om v oudt schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Ravezwaeij
Noch bruijckt Jan voorsz ses mergen landts hem selven toebehoorende bij eede ‘t sjaers den mergen j gouden gul. facit iiij out schilt
Nu eijgenaer Herman de Wilt, bruijcker Gerrit Cornelis Gerritsz
t’Convent van Sint Hieronimus t’Utrecht ij5 mergen landts bruijckt Gijsbert Jansz op Themaet ‘t sjaers om ix5 k. gul. facit iiij oudt schilt xxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Joris Willemsz
Noch die Heijlige geest ‘t Utrecht een halff mergen landts bruijckt Gijsbert voorsz tsjaers om xxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Joris Willemsz voorsz
[Bestand 120, fol. 115v]
De heeren van Ste. Marien ‘t Utrecht ix mergen landts bruijckt Luijt Jansz aende Meern tsjaers om x oudt schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Sander Cornelisz aende Meern
Noch t’convent vande Wittevrouwen ‘t Utrecht ij5 mergen landts bruijckt Luijt voorsz tsjaers om iij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Andries Thonisz van Sijll
Melis vuijten Eng ‘t Utrecht ende Gerrit van Renesse xxiiij mergen landts bruijckt Jan Willemsz van Cothen tsjaers om xxviij out schilt
Nu eijgenaer joncher wten Eng, ende bruijcker Willem Thonisz op den Eng
Noch bruijckt Jan voorsz twee mergen landts hem selven toebehorende
[Fol. 116]
bij eede tsjaers den mergen om vj k. gl. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Phillipsz
Anthonis Beefflandt ende Goessen van Schaeijck t’Utrecht ix mergen lants bruijckt Evert Dircxsz op Alenderp tsjaers om xiij oudt schilt twee mut weits t’mud xxxv st. twee mud haveren t’mud x st. facit tsamen xv out schilt vj st.
Nu eijgenaer t’onmundige kijnt van Gerrit Gerritsz, bruijcker van vj mergen Jan Gerritsz op Galencop ende momber over tselve kijndt, ende Hubert Jansz bruijckt iij mergen
Die heeren van Ste. Catherijnen ‘t Utrecht acht mergen lands bruijckt Evert voorsz tsjaers om ix out schilt xxj st.
Den eijgen blijft, bruijcker Hubert Jansz
Noch Cornelis de Ridder ‘t Utrecht
[Bestand 121, fol. 116v]
xij mergen landts, bruijckt Evert voorsz tsjaers om xv oudt schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers voor acht mergen Goort Luijten, ende Henrick Thonisz voor vier mergen
Noch Frederick van Rijnevelt t’Utrecht xj mergen landts, bruijct Evert voorsz tsjaers om xliiij k. gul. j stop botteren xxxv st. facit xxj out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer joncher Willem van Rijnevelt, bruijcker Joost Woutersz
Noch de Aelmissen proeven t’Oudemunster t’Utrecht iiij mergen landts bruijckt Evert voorsz tsjaers om iiij gouden gulden facit ij out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Groot Luijten
Noch Catrijn Henrick Hubertsz weduwe
[Fol. 117]
t’Utrecht j5 mergen landts, bruijckt Evert voorsz den mergen tsjaers om j5 oudt schilt facit ij oudt schilt x5 st.
Nu eijgenaer Jan Berntsz op Alenderp bruijcker Hubert Jansz
Gijsbert Pieck tot Tiell acht mergen lants, bruijckt Peter Holl aen de Ouden Rijn om x5 gouden beijers gulden facit v out schilt v st. j oirt
Nu eijgenaer Evert Ram, bruijcker Frans Willemsz
Noch Jan van Wijck ‘t Utrecht ij5 mergen landts bruijckt Peter voorsz tsjaers om vj k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer joncher Dirck Canther, bruijcker Jan Henricksz in Jutphaes
Noch Pons Joostensz t’Utrecht acht mergen landts bruijcker Peter voorsz mit
[Bestand 122, fol. 117v]
Gijsbert zijn zoon, ‘t sjaers om xix k. gl. een halff mud weijts tot xvij5 st. facit ix out schilt xix5 st.
Nu eijgenaers Ste. Barbaren gasthuijs bruijcker Reijer Goorts in den Ouden Rijn
Gerrit Huijgensz Westbroeck vier mergen lants, bruijckt Gijsbert Petersz Hollander aen den Ouden Rijn tsjaers om ix5 k. gul. facit iiij out schilt xxij st.
Nu eijgenaer Dirck .. Boecop, bruijcker Frans Willemsz aen de Meern
Heer Jan van Huchtenbroeck tot IJsselsteijn thien mergen lands bruijckt Gerrit Engbertsz op Themaet tsjaers om xiiij gouden gul. facit ix out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer Folkardt van Schoordijck bruijcker Wouter Jansz
Noch Jan Goeijerts weduwe ‘t Utrecht twee
[Fol. 118]
mergen landts bruijckt Gerrit voorsz tsjaers den hoop om iij5 k. gl. facit j oudt schilt xxviij st.
Nu eijgenaersche Herman van Westrenens weduwe bruijcker Wouter Jansz
Noch bruijckt Gerrit voorsz iij mergen landts hem selven toebehoorende tsjaers bij eede die mergen eenen gouden gul. facit ij oudt schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Wouter Jansz
Dirckgen Cornelis Goijertsz weduwe elff mergen landts bruijckt Cornelis Gerrit Engbertsz tot Vlueten tsjaers om xxij k. gl. j stop botteren xxxv st. facit xj out schilt xiij st.
Nu eijgenaer Aert Henricxsz van Meerlo bruijckersche Peter Cornelisz weduwe
Catrijn Henrick Hubertsz weduwe drie mergen
[Bestand 123, fol. 118v]
landts bruijckt Willem Cornelisz aen de Ouden Rijn tsjaers om ix k. gul. facit iiij out schilt xij st.
Nu eijgenaer Volcken Both, ende bruijcker Sebastiaen Ewoutsz
Ariaen van Lantscroon t’Utrecht sestien mergen lants, bruijckt Cornelis Dircxsz op te Hoeff tsjaers om xviij out schilt
Nu eijgenaers joffrou van Lantscroon ende Folcardt van Schoordijck ijeder viij mergen, bruijcker Dirck Vereem
Die procuratoers van onser liever vrouwen bruederschap tot Vlueten drie mergen lants, bruijckt Anna Willem Jansz weduwe tsjaers om iiij k. gl. xv st. facit ij out schilt xj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Joris Willemsz aen de Haer
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht
[Fol. 119]
xxvij5 mergen lants, bruijckt Adriaen Sijmonsz opte Well tsjaers om xl oudt schilt
Noch jonckfrouw van Lievendael t’Utrecht x mergen landts, bruijckt Adriaen voorsz tsjaers om xvij out schilt x st.
Nu eijgenaer d’heer van Nijenrode, bruijckersche d’weduwe van Gerrit Anthonisz op Spijck
Noch t’convent van Ste. Catrijnen t’Utrecht vier mergen lants, bruijckt Adriaen voorsz ‘t sjaers om ix k. gl. x st. facit iiij out schilt xxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Cornelisz op de Well
In de marge: vide folio xc verso in pede
Die weduwe van Lambert Snolij inden lande van Cleeff elff mergen lands, bruijckt Cornelis Gijsbertsz van Cothen tsjaers om x out schilt
Nu eijgenaer joncher Johan Wtenham ende
[Bestand 124, fol. 119v]
bruijckers van vj mergen Willem Cornelisz van Cothen, ende van vijff mergen Jan Aertsz
Noch ‘t convent van Ste. Katrijnen t’Utrecht drie mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om iij k. gul. x st. facit j out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Willem Cornelisz van Cothen
Heere Peter Henrickse vicarius t’Oudemunster t’Utrecht xvj mergen landts bruijckt Huijgh Willemsz ‘t sjaers om xxiij goude gul. facit xv out schilt xiiij st.
Nu heer Jan Santvoort possesseur bruijckersche weduwe van Gerrit Thonisz op Spijck
De weduwe Bollen t’Utrecht derthien mergen landts bruijckt Dirck Jansz op ten Hoet ‘t siaers om xx out schilt xxxv st.
Noch de weduwe voorsz ende Goert
[Fol. 120]
Boll Lambertsz mit huijs boemgaert ende hoffstede xvij mergen landts, bruijck Dirck voorsz tsjaers om xlj oudt schilt
Nu eijgenaers Dirck van Westrenen van xxv mergen ende Goert Boll van v mergen bruijcker Jan Dircxsz op den Hoet
Noch Jan van Waal t’Utrecht vier mergen lants bruijckt Dirck voorsz ‘t sjaers om v out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Hoet voorsz
Noch Ste. Barbaren gasthuijs ‘t Utrecht twee mergen landts bruijckt Dirck voorsz sjaers om ij oudt schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Hoet voorsz
Jan van Zuijlen tot Vleuten bruijckt een halff mergen lants hem selven toebehorende
Noch Jan voorsz ses mergen landts behoorende tot eenre vicarie in die
[Bestand 125, fol. 120v]
Buerkerck, bruijckt Pons Henricxsz tot Vlueten
Noch Jan van Zuijlen voorgenoemt viij mergen lants bruijckt Pons voorsz
Noch ‘t convent vanden Duijtschen huijs t’Utrecht xxiij5 mergen lants, bruijckt Pons voorsz van Jan van Zuijlen
Noch Jan van Zuijlen voorsz ij5 mergen landts bruijckt Pons voorsz tsjaers om x phs. gul. facit liij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer Gerbrant Verduijn, ende bruijcker Cornelis Adriaensz
Die heeren van Ste. Catrijnen ‘t Utrecht vij mergen landts bruijckt Peter Joostensz aenden Ouden Rijn tsjaers om vj oudt schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Gijsbert Pietersz aenden Ouden Rijn
Noch Jan Zael ‘t Utrecht vijff mergen landts bruijckt Peter voorsz tsjaers om xxij k. gl. facit x out schilt xx st.
Nu eijgenaer Cornelis van Merenborgh bruijcker Gijsbert Petersz voorsz
[Fol. 121]
Heer Dirck Taets canonick ten Dom t’Utrecht vier mergen landts, bruijckt Jacob Oloffsz aende Meern tsjaers om viij k. gl. x st. facit iiij oudt schilt ij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Adriaensz aenden Ouden Rijn
t’Convent vanden Duijtschen huijs t’Utrecht ses mergen landts, bruijckt Dirck Crijnsz aenden Ouden Rijn tsjaers om vj oudt schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Anthonis Dircxsz aenden Ouden Rijn
t’Convent van de Wittevrouwen t’Utrecht ij5 mergen landts, bruijckt Henrick Egbertsz Tockhuijsen tsjaers den mergen j wilhelmus schilt facit j oudt schilt xxx5 st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Aertsz op Ockhuijsen
Noch Michiel Ram t’Utrecht j5 mergen
[Bestand 126, fol. 121v]
landts, bruijck Hendrick voorsz tsjaers om iij phs. gul. facit j out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer Evert Ram, bruijcker Jan Aertsz voorsz
Die weduwe van Hijndersteijn, mit Willem ende Adriaen haer soenen xl mergen landts bruijckt, Adriaen Gerritsz van Roijen tsjaers om xl oudt schilt
Nu eijgenaer mr. Willem van Radelant cum socijs, bruijcker Claes Petersz
Die pastoer tot Vlueten een mergen landts bruijckt Willem van Hijndersteijn voorsz tsjaers om j out schilt
Nu bruijcker Claes Petersz voorsz
Noch die heeren van Sinte Catrijnen t’Utrecht vijff mergen landts bruijckt Willem voorsz tsjaers om viij out schilt
Den eijgen blijft bruijcker Claes Petersz
[Fol. 122]
Noch die kerckmrs. ende procuratoers van onser liever vrouwen bruederschap tot Vlueten iiij5 mergen landts bruijckt Willem voorsz tsjaers om xj phs. gulden facit vj oudt schilt xxiij st.
Den eijgen blijft nu bruijcker Claes Petersz
Noch Peter Hermansz Borger t’Utrecht iij5 mergen landts bruijckt Willem voorsz tsjaers om vj k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Cornelisz op Themaet
Noch bruijckt Willem voorsz ses mergen landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers om xij k. gl. facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaer mr. Willem van Radelandt cum socijs, bruijcker Claes Petersz
Sweer van Zuijlens weduwe xiiij mergen landts, bruijckt Thijman van Roijen
[Bestand 127, fol. 122v]
aenden Ouden Rijn tsjaers om xxxij out schilt xxj st.
Nu joncher Lubbert van Parijs van Zuijdoort eijgenaer, bruijckers joncheer Johan van Zuijdoort van ij5 mergen, ende Jan Petersz van xj5 mergen
Frederick Wtenham bruijckt vijff ende twintigh mergen lants, mit nogh die hoffstede vanden Ham mit boemgaert cingelen ende dat poortlandt hem toebehoorende groot zijnde vij mergen landts
Nu eijgenaer joncher Johan Utenham ende bruijckt hiervan xviij5 mergen, Willem Adriaensz bruijckt vij5 mergen, Jan Cornelisz, Goert Jansz bruijcken v mergen, ende de weduwe van Gerrit op Spijck j mergen
Noch joffrou Snoeij Fredericks voorsz moeder drie mergen landts bruijckt Fredrick voorsz tjsaers bij eede tsamen l oudt schilt
Nu eijgenaer joncheer Johan Utenham bruijckt Willem Adriaensz
Geertruijt Anthonis Jansz van Weesps
[Fol. 123]
weduwe v mergen landts bruijckt Ernst Gijsbertsz Knijff aen den Ouden Rijn tsjaers den mergen een oudt schilt facit v oudt schilt
Nu eijgenaers d’erffgen. van Gevert van Amerongen, bruijcker Dirck Cornelisz inden Ouden Rijn
Cornelis Jan Fredericxsz aen die Meern bruijckt vier mergen lands hem selven toebehoorende bij eede tsjaers den mergen een phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer voor iij mergen Jacob Jacobsz bruijcker Cornelis Jacobsz, ende van eene mergen eijgenaer ende bruijcker Goert Luijten
Jan van Wijck t’Utrecht elff mergen landts bruijckt Goert Aertsz aenden Ouden Rijn tsjaers om xxx k. gl. xvj st. facit xiiij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer joncher Dirck Canter bruijcker Goert Luijten
[Bestand 128, fol. 123v]
Gerrit van Lichtenbergh t’Utrecht bruijckt vijff mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om vij oudt schilt
Nu eijgenaer van twee mergen Jan Berntsz, bruijcker Jan Jansz zijn soen, van anderhalff mergen eijgenaersche ende gebruijckt de weduwe van Cornelis Goertsz, ende vande resterende anderhalve mergen eijgenaer Boecop, bruijcker Willem Jansz
Henrick Reijersz bruijckt twee mergen behoorende Gerrit van Renes tsjaers om vj k. gl. facit ij oudt schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Bernt Henricxsz
Die heeren van Ste. Catrijnen t’Utrecht een boomgartgen groot ontrent een halff mergen landts bruijckt Othe Baricxsz in erffpacht bij eede tsjaers om xxx st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Cornelisz ende Frans Willemsz
[Fol. 124]
Die joffrou van Zuijlen een hoffstede huijs ende boomgaert omtrent een hondt landts groot, bruijckt Jan Gerritsz geestimeert op iij oudt schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker joncher Johan Utenham
Cornelis Petersz een hoffstede omtrent een hondt landts geestimeert op iij k. gl. facit j out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Mathijs Jacobsz
Wouter Utenham een hoffstede omtrent een hondt landts geestimeert op iij k. gl. facit j oudt schilt xviij st.
Nu eijgenaer joncher Johan Vuijtenham bruijcker Cornelis Roeloffsz
Jan Hugensz een huijs ende hoffstede
[Bestand 129, fol. 124v]
omtrent een hondt lants geestimeert alsboven j out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jansz Vernoij smit
De gemeente van Themaet een laen geheten die Groenlaen bruijckt Cornelis Dircxsz om twee k. gulden [facit] xl st.
Bruijcker nu Dirck Vereem
Reijer de Brouwer een huijs ende hoffstede groot omtrent xxvj roeden geestimeert op j out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Ernst Adriaensz
Mr. Willem Barbier een hoffstede omtrent viij roeden geestimeert op xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Vernoij smit
[Fol. 125]
Die bueren van Themaet een laen groot omtrent een mergen bruijckt Henrick Egbertsz ende Cornelis Dircxsz om xiiij st.
De bueren alsnogh eijgenaers
De pastoers huijs ende hoffstede groot omtrent xxv roeden geestimeert op xxj st.
Die kerck van Vlueten een hoffstede van twee off drie huijsen geestimeert op
Nu eijgenaer d’procuratoers vande broederschap tot Vlueten ende die kerck
[Bestand 130, fol. 126]
Themaet
Heer Baldewijn Cappelaen op den Ham thien mergen landts, bruijckt Willem Gerritsz tsjaers om xxxj5 k. gl. facit xv out schilt
Noch die heeren van Ste. Peters t’Utrecht vijff mergen landts bruijckt Willem voorsz tsjaers om v out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Henrick voorsz
Noch Jan van der Haer vij5 mergen ij hondt landts bruijckt Willem voorsz tsjaers om xxj k. gul. ij stoppe botteren t’stuck xxxv st. facit xj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Balthazar van Buijren, bruijcker Henrick voorsz
Noch Jan Aertsz van Buesnichem vijf mergen
[Bestand 131, fol. 126v]
lants bruijckt Willem voorsz tsiaers om xij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaers de Bagijnen van Sint Agneten t’Utrecht, bruijcker Henrick voorsz
Herman van Ravezwaeij bruijckt twintigh mergen lants hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen j oudt schilt facit xx out schilt
Nu eijgenaer Herman van Ravezwaeij ende bruijckers Dirck Philipsz ende Gossen Jansz
Jacob van Buesinchem bruijckt ses mergen landts hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om iiij k. gl. facit xj out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Francois van Sneeck
Die heeren van Ste. Catrijnen t’Utrecht
[Fol. 127]
bruijcken een hoeff landts haer selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om ij phs. gulden facit xix out schilt ij st.
Den eijgen blijft, ende selver bruijckers
Dirckgen wedue van Cleeff acht mergen lants bruijckt Cornelis Gerritsz tsjaers om xxv k. gul. facit xj out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer Aert Henricxsz, bruijckersche de weduwe van Peter Cornelisz
Steven van Zuijlen ij5 mergen landts bruijct Dirck Thijmansz tsjaers om vj out schilt xxj st.
Nu eijgenaer Gijsbert van Zuijlen bruijcker Jan Hubertsz
Die heeren van Ste. Catrijnen ‘t Utrecht vier mergen landts bruijct Egbert Gerritsz tsjaers om iiij oudt schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Gijsbert Cornelisz
[Bestand 132, fol. 127v]
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht zeven mergen lants bruijckt Jan Willemsz die mergen tsjaers om j5 oudt schilt facit x out schilt xxj st.
Den eijgen blijft, bruijcker Gijsbert voorsz
Noch Aelbert Beijndop ses mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om xxiiij k. gl. x st. facit xj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers die heer van Lockhorst ende die vicarie te Buerkerck, bruijckers Cornelis Jansz ende Dirck Aertsz
Joffrou van Driebergen xvj mergen lants bruijckt Gijsbert Jansz tsjaers om xl gouden gul. facit xxvj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer den jongen heer van Nijenrode bruijcker Bart Jansz
Noch t’convent vande Reguliers t’Utrecht
[Fol. 128]
vier mergen landts, bruijckt Gijsbert voorsz tsiaers om xiij5 k. gl. facit vj out schilt xviij st.
Den eijgen blijft bruijcker Bart Jansz
Noch heer Jan van Huchtenbroeck, Lubbert van Alendorp, ende die joffrou van der Maet acht mergen landts, bruijckt Gijsbert voorsz ‘t sjaers om xx k. gul. facit ix out schilt xxij st.
Nu eijgenaers de weduwe Vermaet ende Jan Aertsz Vereem, bruijcker Jan Aertsz voorsz
Jan van Zuijlen iiij5 mergen landts bruijckt Henrickxsz Pons tsjaers om x phs. gl. facit v out schilt xl st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gijsbert Cornelisz
Willen van Nijevelt ende die Reguliers
[Bestand 133, fol. 128v]
‘t Utrecht tien mergen lants bruijckt Pons voorsz tsjaers om xxviij gouden gul. facit xviij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers die Poth Sint Jacob ende het weeshuijs t’Utrecht, bruijcker Gerrit Cornelisz
t’Convent van St. Cecilien t’Utrecht vij mergen lants bruijckt Jan Adriaensz tsjaers om xiiij gouden gul. facit ix out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, bruijckerse de weduwe van Claes Jansz
Noch Jacob van Mijnden ses mergen lands behoorende tot eenre vicarie bruijckt Jan voorsz tsjaers om xvj gouden gul. facit x out schilt xxviij st.
Nu joncher Willem van Renesse bruijcker Gossen Jansz
Noch Egbert Croeck v5 mergen lants
[Fol. 129]
bruijckt Jan voorsz tsjaers om xxiij k. gul. facit x out schilt xl st.
Nu eijgenaer Jan Aertsz Vereem, bruijcker Willem Arisz
De heer van Rennenborch vier mergen lants bruijckt Gijsbert Bartsz tjsaers om xvj k. gl. j mud haveren x st. facit vij out schilt xxxvj st.
Nu de kijnderen van Egmont bruijcker Jan Aertsz Vereem
Noch Jacob van Mijnden vier mergen lants bruijckt Gijsbert voorsz tsjaers om xv gouden gul. facit x out schilt
Nu eijgen Joost van Amstel, bruijcker Jan voorsz
Adam van Diemens weduwe x mergen
[Bestand 134, fol. 129v]
landts bruijckt Gerrit Egbertsz tsjaers om xv out schilt j stop botteren xxxv st. facit xv out schilt xxxv st.
Nu eijgenaersche de weduwe van Westrenen, bruijcker Wouter Jansz
Noch heer Hendrick Zegersz besitter eenre vicarie in St. Laurens gasthuijs t’Utrecht thien mergen lants bruijckt Gerrit voorsz tsjaers die mergen ij k. gul. j stop botteren xxxv st. facit x out schilt xv st.
Nu possessoer heer Peter bruijcker Wouter voorsz
Noch die heeren van Oostbroeck ses mergen lands bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om vij5 wilhelmus schilt facit v out schilt vij5 st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Wouter voorsz
Noch die weduwe van Rijnevelt acht mergen
[Fol. 130]
landts bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om xxiiij k. gl. facit xj out schilt xviij st.
Nu eijgenaer joncher Willem de Voecht van Rijnevelt, kuijper Adriaen Gijsbertsz
Noch die weduwe van Driebergen anderhalff mergen lants bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om j out schilt xxj st.
Nu eijgenaers d’erffgenamen van de weduwe van Driebergen, bruijcker Jan Cornelisz op Bottesteijn
Noch Laurens van Beesdts kijnderen j5 mergen lants bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om ij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Cornelisz op Bottesteijn
Noch bruijckt Gerrit voorsz ij5 mergen
[Bestand 135, fol. 130v]
landts hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen ij phs. [gul.] facit ij out schilt xlj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Wouter Jansz
Die heer van Renneborch vijf mergen lants, bruijckt Michiel Claesz die mergen tsjaers om iij k. gl. facit vij out schilt vj st.
Nu die kijnderen van Egmont ende bruijcker Claes Michielsz
Noch Jacob van Mijnden vijff mergen lants bruijckt Michiel voorsz tsjaers den mergen om iij5 k. gl. facit viij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer Joost van Aemstell bruijcker Claes voorsz
Cornelis de Ridder t’Utrecht drie mergen lants bruijckt Evert Dircxsz tjsaers om ix k. gl. facit iiij out schilt xij st.
Nu eijgenaer Balthasar van Buren bruijcker Henrick Peters Stoeck
[Fol. 131]
t’Convent van Bethleem ij5 mergen lands bruijckt Jan Gerritsz tsjaers om viij k. gl. facit iij out schilt xxxiiij st.
Noch t’convent van Ste. Catrijnen t’Utrecht x mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers die mergen om ij k. gl. facit ix out schilt xxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Baers
Henrick Valckenaer ij5 mergen lands bruijckt Jacob Gijsbertsz buijten Ste. Catherijnen poort tsjaers den hoop om viij k. gul. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaers Johan van Merenborch ende Jan van Bijler, bruijcker Cornelis Jansz den Boer
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht
[Bestand 136, fol. 131v]
vijffd’halve mergen landts bruijckt Loeff Pelgrumsz tsjaers om viij oudt schilt
Den eijgen blijft, nu bruijckersche de weduwe van Peter Cornelisz
Egbert Croeck een halff mergen lants bruijckt Marten Henricxsz tsjaers om iij k. gul. v st. facit j oudt schilt xxiij st.
Nu eijgenaers Jan Aertsz Vereem, bruijcker Willem Aertsz
Die Viscopers gilde t’Utrecht drie mergen landts bruijckt Jan Mathijsz tsjaers om x k. gl. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jansz den Boer
Noch die heeren van St. Jans t’Utrecht iiij mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers om iiij out schilt
Den eijgen blijft nu bruijcker Cornelis voorsz
[Fol. 132]
Die kerckmrs. van de Buerkerck t’Utrecht viij mergen landts bruijckt Laurens Gijsbertsz tsjaers om xxvj k. gl. facit xij out schilt xvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Dirck Dircxsz Taets
Noch Peter Hermansz twee mergen landts bruijckt Laurens Gijsbertsz tsjaers om x k. gl. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gijsbert Cornelisz
t’Convent van St. Agneten t’Utrecht vijff mergen landts, bruijckt Evert Vermast tsjaers om xiij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Gijsbert voorsz
Noch Huijgh Ruijsch tot Amerongen vijff mergen lands bruijckt Evert voorsz om x out schilt
Nu eijgenaers d’erffgen. van Ruijsch, bruijcker Adriaen Cornelisz
[Bestand 137, fol. 132v]
Die heeren van den Dom t’Utrecht elff mergen landts bruijckt Jonge Jan Jansz tsjaers om xij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker d’weduwe van Claes Janse
Egbert Croeck xiij mergen landts bruijckt COrnelis Jacobse tsjaers om xliiij k. gul. facit xx out schilt xl st.
Nu eijgenaersche die weduwe van Croeck, bruijcker Jan Willemsz op Ockhuijsen
Noch Herbert Sem xiij mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om xlij k. gl. facit xx out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan voorsz
Noch meijster Willem Croeck thien
[Fol. 133]
mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om x oudt schilt
Nu eijgenaersche die weduwe van Croeck bruijcker Jan voorsz
Noch die weduwe van Rijnevelt vij mergen lants bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om xvj k. gl. ix st. facit vij out schilt xxxv st.
Nu eijgenaer joncher WIllem de Voecht van Rijnevelt, bruijcker Jan voorsz
Noch St. Jacobs gasthuijs ‘t Utrecht vijff mergen landts, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers op v out schilt xx st.
Den eijgen blijft, bruijcker Jan voorsz
Herman Jansz xv mergen landts, bruijckt Henrick Egbertsz tsjaers om xxvj out schilt xxj st.
Nu eijgenaer Henrick Hueluech bruijcker Jan Aertsz op Ockhuijsen
[Bestand 138, fol. 133v]
Noch die weduwe van Rijnevelt v5 mergen lands bruijckt Henrick voorsz tsjaers om xj out schilt
Nu eijgenaer Joost van Braeckel bruijcker Jan voorsz
Noch t’convent vanden Dael buijten Utrecht v5 mergen lands bruijckt Henrick voorsz tsjaers om viij out schilt xxxj5 st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan voorsz
Noch Ste. Barbaren gasthuijs t’Utrecht ses mergen landts, bruijckt Henrick voorsz tsjaers om vj out schilt j stoppe botteren xxxv st. facit vj out schilt xxxv st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker voorsz
Noch die heeren van St. Jans t’Utrecht
[Fol. 134]
een mergen ende een hondt landts bruijckt Henrick voorsz tsjaers om xxxvj st.
Nu eijgenaer Henrick Haelvech, bruijcker Jan voorsz
Noch meijster Willem Croeck vier mergen twee hondt landts, bruijckt Henrick voorsz tsjaers om xvj k. gul. facit vij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaersche de weduwe van Croeck bruijcker Jan voorsz
Noch ‘t convent vande Wittevrouwen t’Utrecht een mergen landts bruijckt Henrick voorsz tsjaers om xxix st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan voorsz
Cornelis van Merenborch xiiij mergen landts bruijckt Jan Claesz tsjaers om xix out schilt
Nu eijgenaer Johan van Merenborch, ende bruijcker Cornelis Jansz den Boer
[Bestand 139, fol. 134v]
Noch Cornelis Proeijt viij hond lants bruijckt Jan voorsz tsjaers om v k. gl. x st. facit ij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Michielsz
Meijns van IJsselt xv5 mergen landts bruijckt Cornelis Gijsbertsz tsjaers van xxxiiij5 oudt schilt iij mud haveren t’mud x st. facit xxxv out schilt ix st.
Nu eijgenaers Herbert van Haesten ende d’erffgen. van Aert Ram, bruijcker Adriaen Cornelisz
Meijster Willem Croeck ij mergen lands bruijckt Henrick Dircxsz tsjaers om vij k. gul. facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaersche de weduwe Croeck, bruijcker Adriaen Gijsbertsz
Henrick van Ravezwaeij xx mergen
[Fol. 135]
landts, bruijckt Jan Willemsz tsjaers om xx oudt schilt j stop botteren xxxv st. facit xx out schilt xxxv st.
Nu eijgenaer Herman van Ravezwaeij bruijcker Jan Jansz
Noch die weduwe van Teijlingen ij5 mergen landts, bruijckt Jan voorsz om viij k. gul. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer joncher Willem van Winsen, bruijcker Jan voorsz
Adriaen van Lantscroon xiiij mergen lants, bruijckt Cornelis Dircxsz tsjaers om xvj oudt schilt
Nu eijgenaer den jongen heer van Nijenrode, bruijcker Dirck Aertsz Vereem
Jan Ruijsch weduwe zestien mergen landts, bruijckt Cornelis Gijsbertsz
[Bestand 140, fol. 135v]
tsjaers om xx oudt schilt j stop botteren xxxv st. facit xxij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaers Schoordijck ende die heer van Gent, bruijcker Willem Cornelisz van Cothen
Noch Willem van Nijevelt vij hond lants bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om ij5 phs. gl. facit j out schilt xx5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Cornelisz voorsz
Noch ‘t confent vande Regulieren t’Utrecht vij hondt landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om ij5 phs. gul. facit j out schilt xx5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem voorsz
Noch Anthonis Reijer vier mergen lands
[Fol. 136]
bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om v out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer joncher Willem de Voocht van Rijnevelt
Noch Jan de Snijder inde Sael straet acht mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om ix out schilt
Nu eijgenaer Bernt Preijs, bruijcker Willem Cornelisz van Cothen
Noch ‘t convent ten Daell v5 mergen lants bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om viij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Willem voorsz
Noch mr. Lambert ten Dunen canonick ten Dom t’Utrecht v5 mergen lands bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om xj phs. gl. facit vj out schilt xxiij st.
Nu eijgenaers die heeren vanden Dom t’Utrecht, bruijcker Willem voorsz
[Bestand 141, fol. 136v]
Noch heer Johan van Huchtenbroeck ende Lubbert van Alenderp vijff mergen ende twee hondt lants bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om x phs. gul. facit v out schilt xl st.
Nu eijgenaers de heere van Gendt ende Schoordijck bruijcker Willem voorsz
Noch Herman van Ravezwaeij een mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om j out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem versz
Noch Jacobs weduwe Vermaet elff mergen landts, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers den mergen om vj k. gul. facit xxxj out schilt xviij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Vermaet bruijcker Willem voorsz
Noch heer Peter van Haerlem een mergen lants bruijckt Cornelis versz tsjaers om xxix st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem voorsz
[Fol. 137]
Amelis wten Eng, Frederick de Voecht, die weduwe van Driebergen, Egbert van Groenenbergh, Roetaert van Lantscroon, Jan van Nijhoff, ende een joffrou t’Outwijck genaemt Beest xxiiij mergen lands bruijckt Jan Roeloffsz tsjaers om xxxj oudt schilt iij stoppen botteren de stop xxxv st. vj schepel haveren xv st. t’samen xxxij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaers joncher Willem de Waell van Vroenesteijn, den jongen heer van Nijenrode, t’weeshuijs, ende joncher Willem van Rijnevelt, bruijcker Gerrit Cornelisz
Noch Anthonis Beijer vier mergen lants bruijckt Jan voorsz den mergen tsjaers om ij gouden gulden facit v out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer joncher Willem de Voocht van Rijnevelt bruijcker Henrick Petersz Stoeck
Die kerck tot Vlueten, eenen mergen lants
[Bestand 142, fol. 137v]
bruijckt Jan op den Eng tsjaers om iiij k. gl. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Michielsz
Jan Ruijsch anderhalve mergen landts bruijckt Henrick Dircxsz den mergen tsjaers om iij5 k. gul. facit ij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer Alphert Ruijsch, bruijckers Wouter Jansz ende Aert Gerritsz de Licht
Die Reguliers t’Utrecht acht mergen landts bruijckt Willem van Hijndersteijn tsjaers den mergen om vj k. gl. facit xxij out schilt xxxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Wouter Jansz
Die heere van Rennenborch vijff mergen lants bruijckt Cornelis Petersz den mergen tsjaers om iij k. gl. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaers de kijnderen van Egmont bruijcker Dirck Philipsz
[Fol. 138]
Noch Jacob van Mijnden vijff mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers den mergen iij5 k. gl. facit viij oudt schilt xiiij st.
Nu eijgenaer joncher Joost van Aemstell bruijcker Dirck voorsz
Die gemeen buren vant Themaet een laen geheeten Ockhuser laen bruijckt Henrick Egbertsz tsjaers om xl st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Aertsz Vereem
[Bestand 143, fol. 138v]
t'Hemaet Melis wten Engs gerecht
Melis vuijten Engs, ende Gerrit van Renesse xv mergen landts bruijckt Jan van Coeten om xxij oudt schilt
Nu eijgenaer Bernt vuijten Engh, bruijckers Willem Tonisz Scholtis vanden Engh van negen mergen drie hont, Jan Baers vier mergen ende Willem Cornelisz anderhalve mergen
Die Balier van Ste. Catrijnen t’Utrecht elff mergen landts bruijcken sij selve bij eede tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit xiij out schilt iiij st.
Den eijgen ende gebruijck blijft
Peter Gerritsz van Merenborgh off zijn soon ses mergen bruijckt Gijsbert Louffsz tsjaers om xxxj phs. gl. facit xviij out schilt xix st.
Nu eijgenaer Gerrit van Merenborgh, bruijcker Steven Baars
[Fol. 139]
Adriaen van Nijevelts nu Herman van Ravezwaeijs gerecht
Adriaen van Nijevelt drie mergen bruijckt Hendrick Dircxsz ‘t sjaers om v out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Herman van Ravezwaeij
[Bestand 144, fol. 139v]
Nijecoop
Heer Frans Verhaer vijff mergen lands bruijckt Claes Willemsz tsjaers om v out schilt
Nu eijgenaer Jacob van Leuten, bruijcker Dirck Mertensz
Noch heer Rutger iiij5 mergen landts bruijckt Claes voorsz tsjaers om iiij out schilt xxj st.
Den eijgen competeert, ofte wordt verhuijrt bij de schoemakers gilde broeders t’Utrecht, nu bruijcker Dirck voorsz
Noch ij5 mergen landts Claes voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen xliij st. facit ij out schilt xxiij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Mertensz
Pieter Petersz bruijct ix5 mergen lants
[Fol. 140]
daer off Jacob van Leuwen d’een helft ende Cornelis van Bemmel d’ander helft off toebehoort tsjaers om xx5 k. gul. facit ix out schilt xxxij st.
Wort verhuijrt bij Joost Verhaer nu bruijcker Gerrit Jansz
Gijsbert Fredericxsz vijff mergen lants bruijckt Adriaen Gijsbertsz den mergen tsjaers xlv st. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Gijsbert Adriaensz, bruijcker Adriaen Gijsbertsz
Noch Aelbert van Leuwenberch eenen mergen landts, bruijckt Adriaen voorsz ende noch Cornelis van Bemmel een mergen tsjaers die mergen xxxvj st. facit j out schilt xxx st.
Nu eijgenaer Bernt Berntsz tot Culemborch, bruijcker Adriaen voorsz
Die heeren van den Duijtschen huijs t’Utrecht
[Bestand 145, fol. 140v]
ses mergen lands bruijck Hendrick Henricksz tsjaers om x oudt schilt
Den eijgen blijft, nu bruijckersche de weduwe van Henrick Henricxsz
Noch die weeskijnderen t’Utrecht anderhalve mergen landts, bruijckt Henrick voorsz tsjaers om iij5 k. gl. facit j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker de weduwe voorsz
Noch een halff mergen landts Henrick voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers om xxv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker d’weduwe voorsz
Noch heer Pauwels een mergen landts bruijckt Henrick voorsz tsjaers om ij phs. gul. facit j out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker als voorsz
[Fol. 141]
Noch mr. Jacob van Bemmel t’Utrecht drie mergen landts, bruijckt Henrick voorsz den mergen tsjaers om iij k. gl. facit iiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker voorsz
t’Clooster te Brandolij t’Utrecht vier mergen lants bruijckt Claesgen Jacob Ponsz weduwe ‘t sjaers om iiij out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Jan Jansz
Willem de Bastert tot Montfort iij5 mergen lants, bruijckt Willem Eerstensz tsjaers om x k. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Joostensz
Cornelis Bartsz twee mergen landts hem selver toebehoorende ende hij bruijckt den mergen tsjaers om ij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jansz Boer
[Bestand 146, fol. 141v]
Joncher Gerrit van Renes vier mergen landts, bruijckt Henrick Dircxsz Haes tsjaers om xiiij k. gul. facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Sebastiaen de Wijs, bruijcker Adriaen Ernstensz
t’Clooster van Reijnsborch iiij5 mergen lants bruijckt Hillegen Cornelis Gijsbertsz weduwe tsjaers om viij5 k. gl. facit iiij out schilt ij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jansz den Boer
Noch die pastorij tot Cockengen j5 mergen lants, bruijckt Hillegen voorsz tsjaers om iij k. gl. facit j out schilt xviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Jansz Boer
Jan Sondenbalch t’Utrecht xvj mergen landts, bruijckt Marij Reijers weduwe tsjaers een mergen om xliiij [st.] facit xvj out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer de heer van Urck, bruijcker Cornelis Gerritsz
[Fol. 142]
Noch mr. Jacob van Bemmel ij5 mergen landt, bruijckt Marij voorsz om vj k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer joncher Bernt Proeijs bruijcker Cornelis Gerritsz voorsz
Noch negen mergen landts Marij voorsz mit hoeren kijnderen toebehoorende bij eede tsjaers de mergen iij k. gl. facit xij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijckster de weduwe van Henrick Henricxsz Moen
Die heeren vanden Duijtschen huijs t’Utrecht seven mergen lants bruijckt Cornelis Sijmonsz tsjaers om vij out schilt ij stoppen botteren elcke stop xxxv st. facit viij out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, bruijcker Gijsbert Willemsz
Noch ons lieff vrouwen outaer tot Cockengen v5 mergen landts
[Bestand 147, fol. 142v]
bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om xj k. gul. facit v out schilt x st.
Den eijgen blijft, bruijcker Gijsbert voorsz
Noch die heeren van St. Jans t’Utrecht twee mergen landts bruijckt Cornelis voorsz den mergen tsjaers om xxxv st. facit j out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, bruijcker Gijsbert voorsz
Noch Cornelis Sijmonsz voor 10 mergen landts hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen iij k. gl. facit xiiij out schilt xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gijsbert Willemsz voorsz
t’Convent vanden Daell xi5 mergen landts bruijckt Aelbert Sijmonsz tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit xiij out schilt xxix st.
Den eijgen blijft, bruijcker Jacob Jaspersz
[Fol. 143]
Noch Lijsbeth in Luttekenhuijs acht mergen landts bruijckt Aelbert voorsz tsjaers den mergen iij k. gul. facit xj out schilt xviij st.
Eijgenaer ende bruijcker Jacob Jaspartsz voorsz
Noch Claes Claesz tot Cockengen twee mergen landts, bruijckt Aelbert voorsz den mergen tsjaers om ij phs. gl. facit ij out schilt xvj st.
Eijgenaer ende bruijcker Jacob Jasparsz voorsz
Noch Claes Sijmonsz twee mergen landts bruijckt Aelbert voorsz den mergen tsjaers om xlv st. facit ij out schilt vj st.
Den eijgen hanght voor den Hove van Utrecht in questie
Bruijcker nu Jacob Jasparsz
Noch heer Aelbert van Leuwenberch ende heer Cornelis van Bemmel iiij5 mergen
[Bestand 148, fol. 143v]
lands, bruijckt Aelbert voorsz tsjaers den hoop om x k. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer Bernt Proeijs tot Culemborch, bruijcker Jacob Jasperse voorsz
Noch Ste. Bartholomeus gasthuijs t’Utrecht iij mergen landts bruijckt Aelbert voorsz tsjaers om iij out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Jacob Petersz
Noch elff mergen lands Aelbert voorsz selver toebehoorende, bij eede tsjaers den mergen om iij k. gl. facit xv out schilt xxx st.
Nu eijgenaers Grietgen Willems weduwe, ende de weduwe van Cornelis Aertsz tsamen van ix mergen, bruijckers Cornelis Willemsz ende Jacob Cornelisz ende de resterende twee mergen hangen in questie voor den Hove van Utrecht, bruijcker Jacob Jaspersz
Anthonis Petersz iij mergen landts
[Fol. 144]
landts bruijckt hij ende behoort hem toe bij eede tsjaers den mergen om iij k. gul. facit iiij out schilt xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker van twee deelen van drie deelen Willem Petersz ende vant resterende derden deel eijgenaer ende bruijcker Jacob Petersz Slecht
Joffrou Vermij opte Haer xiiij mergen landts bruijckt Claes Sijmonsz
Eijngenaer de heer van Warmont van vijff mergen, bruijcker Willem Hugensz, ende d’andere resterende negen mergen van Frederick vuijten Ham worden verhuijrt bij de Staten van Utrecht bruijcker Willem Hugensz voorsz
Noch Willem Lobe t’Utrecht xij mergen lands bruijckt Claes voorsz tsjaers den mergen xlv st. iij stoppen botters die stop xxxv st. facit xxx out schilt xv st.
Eijgenaer Willem Lobij van ix5 mergen
[Bestand 149, fol. 144v]
Noch bruijckt Claes voorsz x mergen lands hem ende Henrick Willemsz toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit xj out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaers d’erffgenamen van Cors Lubbertsz van Pallaes, bruijcker Aert Eelgisz
Noch die heeren van den Duijtschen huijs t’Utrecht ij mergen landt bruijckt Claes voorsz den mergen tsjaers om xxviij st. facit j out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, bruijcker Aert voorsz
t’Convent vanden Duijtschen huijs xxxiij mergen lands bruijckt Jan Huijgen tsjaers om xxxvj gouden gul. 3 vat botteren gereeckent voor viij k. gl. facit xxvij out schilt xxxiiij st.
Den eijgen blijft, bruijcker Aert voorsz
Noch ‘t convent van den Daell, acht
[Fol. 145]
mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om viij out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Aert voorsz
Noch Jan Zael t’Utrecht mit zijn medewerckers vij mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om vij out schilt
Nu verhuijrder Jan Gerritsz bruijcker Aert Eelgisz
Noch Gijsbert van Nijenrode maerschalk ter Eem drie mergen lants, bruijckt Jan voorsz tsjaers om iij out schilt
Verhuijrder ende bruijcker als voorsz
Henrick van Ravezwaeij acht mergen lants bruijckt Henrick Gerritsz tsjaers om xix k. gulden j stop botteren xxxv st. facit ix out schilt xxxvij st.
Nu eijgenaer Herman van Ravezwaij bruijcker Henrick Gerritsz
[Bestand 150, fol. 145v]
Noch die heeren van St. Jans t’Utrecht acht mergen landts, bruijckt Hendrick voorsz tsjaers om viij out schilt
Den eijgen blijft bruijcker Henrick Gerritsz voorsz
Noch onse lieff vrouwen outaer tot Cockengen een halff mergen landts bruijckt Henrick voorsz tsjaers om xxj st.
Den eijgen blijft, bruijcker Henrick voorsz
Noch bruijckt Henrick voorsz vij5 mergen landts Henrick voorsz selver toebehoorende tsjaers om vij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Gerritsz Verleer
[Bestand 154, fol. 146]
Die Haer joncker Niclaes van Zuijlen van Drakenborchs gerecht
Dirck van Zuijlen vander Haar veerthien mergen lants bruijckt die secretarius van Woerden tsjaers om lxv k. gl. facit xxx out schilt xl st.
Nu eijgenaer joncher Niclaes van Zuijlen ende bruijckers Dirck Aertsz Vereem ende Aert Jasparsz
Noch Dirck voorsz thien mergen landts bruijckt Cornelis opten Bom tsjaers om xliij k. gl. facit xx out schilt xx st.
Eijgenaer jor. Niclaes van Zuijlen ende bruijckers die vleijshouders t’Utrecht
Noch bruijckt Dirck voorsz acht mergen lands hem selver toebehoorende bij eede tsjaers om xj out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker joncher Niclaes voorsz
Noch een hoffstede daer Gerrit
[Bestand 155, fol. 146v]
Beren op woont tsjaers om iij k. gul. facit j out schilt xxviij st.
Eijgenaer alsboven, bruijcker Gijsbert Dijloffsz tot Woerden
Noch een hoffstede daer Henrick Aelbertsz op woont belopende t’samen omtrent twee hondt landts tsjaers om xxviij st.
Eijgenaer alsboven, bruijcker Adriaen Michielsz
Jan Ruijsch t’Utrecht een hoeve landts geheten die Rode Hoeve bruijckt Henrick Dircxsz tsjaers den mergen om iij5 k. gl. facit xxvj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Alphert Ruijs, bruijckers Wouter Jansz ende Aert Gerritsz de Licht
Noch Gerrit van Renes een halve hoeve lands bruijckt Henrick voorsz die merge tsjaers om iij k. gl. x st. facit xiij oudt schild xiiij st.
Nu eijgenaer Renes heer van Dorp, ende bruijcker Adriaen Ernstensz
[Fol. 147]
Noch Herman van Ravezwaeij ses mergen lands, bruijckt Henrick voorsz tsjaers om xxiiij k. gul. facit xj out schilt xviij st.
Nu eijgenaer Herman van Ravezwaeij bruijcker Cornelis Thomasz
Noch Frans van Nijenrode xij mergen lands, bruijckt Henrick voorsz tsiaers om xl5 gouden gulden ij stoppen botteren de stop xxxv st. facit xxviij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer d’heer van Noortwijck bruijcker Aert Willemsz van Soest
Noch acht mergen lants Henrick voorsz selver toebehoorende bij eede geestimeert die mergen iij k. gul. x st. facit xiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer Willem van Honthorst bruijcker Claes Tonisen
Noch Zweer van Zuijlens weduwe acht
[Bestand 156, fol. 147v]
mergen landts bruijckt Henrick voorsz tsjaers om xv oudt schilt
Nu eijgenaer de heer van Warmont bruijcker Gijsbert Willemsz op den Bom
Die weduwe van Hoij vier mergen lants bruijct Evert Martijnsz tsjaers om xv phs. gulden facit viij out schilt xxxix st.
Nu eijgenaer Lubbert Thomasz bruijcker Jan Gijsbertsz schout van Themaet
Henrick Valckenaer xxxiij mergen lants bruijckt Aert Willemsz, daer is ‘t huijs ende boemgaert mede in gereeckent tsjaers om lxxxiiij Andries gulden iij stoppen botteren die stop xxxv st. facit lx out schilt xxj st.
Nu eijgenaers die heere van Wermont ende joncher Valckenier, bruijcker Joris Willemsz van xx mergen, ende Jan Wilemsz van xiij mergen
Gerrit van Renes xx mergen landts mit
[Fol. 148]
een boomgaert, bruijckt Henrick Egbertsz tsjaers den mergen om iij k. gl. x st. facit xxxiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer jo. Johan van Renes vander Aa heer tot Mijdrecht, bruijcker Jacob Arisz
Noch Henrick Valckenaer drie mergen landts, bruijckt Henrick Egbertsz voorsz tsjaers die mergen ij out schilt facit vj out schilt
Nu eijgenaers die heer van Warmont ende Valckenaer, bruijcker Jan Willemsz
Sweer van Zuijlens weduwe acht mergen landts, bruijckt Huijch Cornelisz tsjaers om xxviij k. gl. facit xiij out schilt xiiij st.
Nu die heer van Wermont, bruijcker Adriaen Ernstensz
Jan Zoudenbalch t’Utrecht vij mergen ij hondt landts, bruijckt Marij Reijer
[Bestand 157, fol. 148v]
Gerritsz wedue tsjaers om xxvij5 phs. gl. j stop botteren xxxv st. facit xvij out schilt viij5 st.
Nu die heer van Urck, bruijcker Cornelis Gerritsz
Pelgrum van Hoeijen wedue een halve hoeve landts, bruijckt Meus Huijgensz tsjaers om xxx5 gouden gulden facit xx out schilt xiiij st.
Nu Francois van Sneeck, bruijcker Jan Cornelisz
Noch Gijsbert Henricxsz t’Utrecht vij mergen lands bruijckt Meus voorsz tsjaers om xxxij phs. gl. facit xix out schilt ij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Herman van Ravezwaeij
Dirck van Zuijlen vier mergen lants bruijckt Aert Huijgensz tsjaers om ix k. gul. xvj st. facit iiij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker joncher Niclaes van Zuijlen van Drakenborgh
[Fol. 149]
Noch mr. Jan van Hoeijen wedue acht mergen lants, bruijckt Aert voorsz tsjaers om xxxvj k. gl. facit xvij out schilt vj st.
Nu Cornelis van Merenborch, bruijcker Anthonis Cornelisz
Noch Jan die wantsnijders wedue t’Utrecht twee mergen landts, bruijckt Aert voorsz tsjaers om vij5 k. gl. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu die erffgen. van wten Engh, bruijckt Gerrit Cornelisz
Bruijn van Cuijck negen mergen lants bruijckt Cornelis Bartsz tsjaers om xxxv k. gul. facit xvj out schilt xxviij st.
Nu Lubbert Thomasz, bruijckers Aert Willemsz van Soest viij mergen, ende Willem Goessensz Trom een mergen
Marten Aelbertsz acht mergen lants
[Bestand 158, fol. 149v]
hem selver toebehoorende ende hij bruijckt tsjaers om xiiij oudt schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Huijch van Cothen ende Anthonis Cornelisz elcx d’helft
Jan van Wijck acht mergen lants, bruijckt Anna Willem Jansz tsjaers om xvj gouden gul. facit x out schilt xxviij st.
Nu d’heer van Gendt, bruijcker Bernt Gerritsz
Noch Jan Willemsz een mergen landts bruijckt Anna voorsz om iiij k. gul. ende nogh van Bruninck Foeck een hoeckgen tsjaers om xxx st. facit ij out schilt xxvj st.
Nu Willem Thomasz, bruijcker Willem Goessensz
Die capelle opte Haer acht mergen
[Fol. 150]
land, bruijckt Henrick Gerritsz tsjaers om xx k. gl. facit ix out schilt xxij st.
Den eijgen blijft, bruijcker joncher Johan van Zuijlen
Claes Sijmonsz anderhalve mergen lants hem selver toebehorende ende hij te leen hout van Dirck van Zuijlen vander Haer tsjaers om vj k. gl. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gijsbert Willemsz op den Bom
Joffr. vander Mij opte Haer ses mergen lants gebruijct Aert Willemsz tsjaers bij eede den mergen een gouden gul. facit iiij out schilt
Nu eijgenaers jor. Johan van Duvenvoorde heer van Warmont, ende Herman Valckenaer bruijcker Joris Willemsz
Noch Willem Lobe t’Utrecht ses mergen lants bruijckt Aert voorsz bij eede tsjaers den mergen om xxviij st. facit iiij out schilt
Nu eijgenaers joncher Johan van Duijvenvoorde heer van Warmont, ende Herman van Valckenaer bruijcker Joris Willemsz
Die heeren van St. Jans t’Utrecht acht mergen lants bruijckt Cornelis Dircxsz opten Eijck tsjaers om x out schilt
Den eijgendom blijft, bruijcker Joris Thonisz
Noch t’convent van St. Catharinen t’Utrecht vier mergen lants bruijckt Adriaen Sijmonsz opt Wel ‘s jaers om ix carolus guldens x st. facit iiij out schilt xxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Cornelisz opte Wel
In de marge: Na. dat dese vier parcelen van landerijen volgens den appel. staende hier voor folio xc verso de gerechte van Vleuten affgeschreven ende dese heerlijckheijt vande Haer weder aengesz. sijn gelijck aldaer breeder te sien is, waer van des voorsz gerechte van Vleuten voortaen ontlast ende d’ongelden vandien tot laste van de heerlijckheijt van de Haer bet[aelt] sullen worden.
[Bestand 159, fol. 150v]
Outhuijsen
Herman Jacobsz schout, bruijckt xij acker hem toebehoorende bij eede tsjaers elcke acker xlij st. facit xij oud schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Willemsz
Noch bruijckt Herman voorsz vier acker hem toebehoorende bij eede tsjaers die vier acker op iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker van twee acker Cornelis Jansz Dobbe, Jan Jansz Schoonanderhalven acker, ende Marten Arisz een halven acker
Aert Gerritsz tot Woerden anderhalff acker, bruijckt Reijer Zegerumsz tsjaers om vij schilt facit ij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Thonisz
Lijsbeth Jacob van Lutkenhuijs weduwe
[Fol. 151]
sesten halven mergen, bruijckt Reijer voorsz tsjaers den mergen om xvij st. facit ij out schilt 19,5 st.
Nu d’erffgen. van Jacob Ram t’Utrecht, bruijcker die weduwe van Willem Berntsz
Noch Gijsbert van der Voort Valentijns zoen vij mergen bruijckt Reijer voorsz den mergen tsjaers om xv st. facit ij out schilt xxj st.
Nu d’erffgen. van Jacob Ram, bruijcker de weduwe voorsz
Noch bruijckt Reijer voorsz anderhalff mergen landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om xvij st. facit xxv5 st.
Nu d’erffgen. van Jacob voorsz bruijcker als voren
Mathijs Cornelisz bruijckt xv mergen lants hem toebehoorende bij eede tsjaers den mergen xx st. facit vij out schilt vj st.
Nu d’executoren vanden testamente
[Bestand 160, fol. 151v]
van joncher Hubrecht Buchel, ende bruijcker Jan Jansz Schoon
Noch heer Jan Vos tot Wilnis pastoir thien mergen, bruijckt Mathijs voorsz tsjaers om vij k. gl. ende trassen van xiij k. gul. facit iiij out schilt
Den eijgen behoort aende pastorie tot Wilnis, bruijcker Jan Jansz voorsz
Adriaen Gijsbertsz bruijckt vier acker hem toebehoorende geestimeert bij eede tsjaers den acker om ij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Anna Gijsberts dochter mit haer mede werckers
Die pastoir tot Wilnis vier acker bruijckt Adriaen voorsz tsjaers den acker om ij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu bruijckersche Anna voorsz
[Fol. 152]
Noch bruijckt Adriaen voorsz twee acker hem selver toebehorende tsjaers den acker bij eede om ij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers, Gijsbert Jacobsz van anderhalff acker, ende de erffgen. van Anthonis Gerritsz een halff acker
Gerrit Jacobsz bruijckt ‘t vierendeel van seven ackers min een vierendeel hem toebehoorende, ende noch die ander drie deelen tsjaers t samen om xij5 k. gul. facit v out schilt xl st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Gerritsz den Jongen
Noch bruijckt Gerrit voorsz iiij5 acker hem toebehoorende ende Jan Jansz een halff acker bij eede tsjaers den acker om ij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaers Hubert Cornelisz van iij5 acker ende Marten Arisz een halff acker min een mergen, ende zij bruijcken een achtendeel leengoet te versoecken aenden huijse van Zulen van
[Bestand 161, fol. 152v]
Marten Arisz halven acker min een mergen, noch brenght Gijsbert Jacobsz een viercante werff aen, leggende in een recht vierendeel van een acker lants, ende is de voorsz werff leengoet van de voorschreven huijse Zuijlen, ende wort bij Gijsbert Jacobsz gebruijckt
Willem Gijsbertsz bruijckt elff acker ende een derdendeel hem toebehorende geestimeert bij eede tsjaers den acker op ij phs. gul. facit xiij out schilt xx5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers voor d’een helft Gijsbert Willemsz, ende vande vijff acker ende een vierendeel Willem Arisz Smit Cornelis Jansz zijn swager
Claes Willemsz bruijckt ses acker hem toebehoorende bij eede tsjaers den acker j out schilt facit vj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Thonis Thonisz
[Fol. 153]
Claes Gelisz bruijckt acht acker hem toebehoorende bij eede tsjaers den acker j out schilt facit viij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Cornelisz
Henrick Jacobsz bruijckt xij acker hem toebehoorende bij eede tsjaers den acker j out schilt facit xij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Gijsbertsz
Wouter van Diemen ‘t Utrecht vij5 acker bruijckt Beer Aertsz tsjaers den acker om xlv st. facit viij out schilt iij5 st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Lantscroon t’Utrecht bruijcker Hubert Evertsz
Noch Weijn Willem Evertsz een acker bruijckt Beer voorsz tsjaers om xlv st. facit j out schilt iij st.
Nu eijgenaerts d’erffgen. van Lantscroon ‘t Utrecht, bruijcker Hubert Evertsz voorsz
[Bestand 162, fol. 153v]
Noch bruijckt Beer voorsz vij5 acker hem toebehoorende bij eede tsjaers den acker xlv st. facit viij out schilt iij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker van vij acker Jan Berntsz, ende van den j5 acker d’erffgenamen van Lantscroon, bruijcker Hubert Evertsz
t’Gasthuijs tot Woerden vier acker een hont, hen toebehoorende bruijckt Jan Gerritsz tsjaers om viij gouden gulden facit v out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers Gerrit Jansz tot Bodegrave ende die erffgen. van Anthonis Gerritsz, bruijckers Gerrit Thonisz, Jan Thonisz, Aelbert Gerritsz, ende Gijsbert Henricxsz
Willem Berntsz kinder tot Woerden iij5 acker ende een achtendeel van de acker bruijckt Jan voorsz tsjaers om xiij k. gl. iiij st. facit vj out schilt xj st.
Nu eijgenaerts Gerrit Jansz met d’erffgenamen voorsz, bruijckers alsvoren
Noch onser liever vrouwen autaer tot Wilnis j5 acker bruijcker Jan voorsz tsjaers iiij k. gl. facit ij out schilt j st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Gerrit Jansz ende d’erffgen. voorsz
[Fol. 154]
Noch die kerck tot Camerick een halff acker twee hondt bruijckt Jan voorsz ‘t sjaers om xl st.
Nu eijgenaers Gerrit Jansz ende d’erffgen. van Anthonis Gerritsz bruijckers als vooren
Nochte Ste. Elisabeths gasthuijs t’Utrecht een halff acker mit een vierendeel bruijckt Jan voorsz tsjaers om xxj st.
Nu eijgenaers Gerrit Jansz mit d’erffgen. voorsz, bruijckers alsvoren
Noch bruijckt Jan voorsz een halff acker hem selver toebehoorende bij eede tsjaers om xxviij st.
Nu eijgenaers Gerrit Jansz met d’erffgen. ende bruijckers voorsz
Noch die pastoer tot Wilnis een acker ende een vierendeel bruijct Jan voorsz tsjaers om iij5 k. gl. facit j out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft aende pastorie tot Wilnis bruijckers als voren
[Bestand 163, fol. 154v]
Henrick Sijmonsz in Loenresloot ende Gerrit Jacobsz te samen een acker min een halff vierendeel bruijckt Willem Heijmesz tsjaers om xl st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gijsbert Hermansz onder den Bos in Dennemarcken
Noch Gijsbert Dircxsz in Loenresloot een acker min een halff vierendeel bruijckt Willem voorsz tsjaers om ij phs. gul. facit j out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gijsbert Hermansz voorsz
Willem Jacobsz bruijckt acht mergen hem toebehoorende ‘t sjaers om xlv st. den acker facit viij out schilt xxiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Thonis Gerritsz
Cornelis Martsz bruijckt drie acker
[Fol. 155]
hem toebehoorende bij eede tsjaers den acker xlv st. facit iij out schilt ix st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis Corsz ende Jan Beers in Dennemarcken elcx van anderhalve acker
Wouter van Diemen t’Utrecht vier acker bruijckt Cornelis Willemsz tsjaers den acker op xlv st. facit iiij out schilt xij st.
Nu eijgenaer Aelbert Foeck, bruijcker Cornelis Corsz
Noch bruijckt Cornelis Willemsz xj5 acker hem toebehoorende bij eede ‘t sjaers den acker om ij phs. gul. facit xiij out schilt xxix st.
Nu eijgenaers Peter Cornelisz tot Wilnis ende Aeltgen Gijsbert Francken dochter tot Dennemarcken, bruijcker Jaspar Henricxsz
Henrick Franckensz bruijckt drie acker
[Bestand 164, fol. 155v]
een vierendeel hem toebehoorende bij eede tsjaers den acker ij phs. gl. facit iij out schilt xxxvj5 st.
Nu eijgenaer Anthonis van Middelcoop t’Utrecht, bruijcker Segerom Meusz
Noch Anthonis van Middelkoop drie mergen landts, bruijckt Segerom Meusz den hoop tsjaers om xxxvij5 st.
Gerrit Franckensz erffgen. twee acker een vierendeel min bruijckt Henrick voorsz tsjaers den acker om xlvij st. facit ij out schilt
Nu eijgenaer Jacob Ram t’Utrecht, ende bruijckersche d’weduwe van Willem Berntsz mit haer kijnderen
Noch Joost Dircxsz erffgen. j5 mergen landts bruijckt Henrick voorsz tsjaers om xv st. den mergen facit xxij5 st.
Nu eijgenaer Jacob Ram ofte zijn erffgen. bruijckersche de weduwe voorsz
[Fol. 156]
Noch bruijckt Henrick voorsz een halff mergen hem toebehoorende bij eede tsjaers om x st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Jacob Ram bruijckersche de weduwe van Willem voorsz
Gerrit Willemsz ‘t Utrecht acht acker hem toebehoorende bij eede tsjaers den acker j out schilt facit viij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers d’weduwe van Gijsbert Berntsz mit haer kijnderen
Jan Berntsz bruijckt vier acker landts hem toebehoorende bij eede tsjaers den acker om j out schilt facit iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Aris Dircxsz
Jacob Cornelisz vier acker bruijckt Willem Jansz tsjaers om viij k. gl. xiiij st. facit iiij out schilt vj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers van vierd’halve acker Aris Dircxsz, Jan Jansz, Cornelis Corsz mit de kijnderen van Jaspar Henricxsz, ende den halven acker behoort ende bruijckt Thonis Gerritsz
[Bestand 165, fol. 156v]
Gerrit Jacobsz ende Franck Gerritsz mit haer mede werckers een acker ende een vierendeel bruijckt Dirck Roeloffsz tsjaers om v k. gl. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Gerritsz den Jongen
Noch bruijckt die weduwe van Willem Berntsz met haer kijnderen vijff mergen lants toebehoorende d’erffgenamen van Jacob Ram t’Utrecht die mergen geestimeert op een halve phls. gl. facit j out schilt xx5 st.
Herman Berntsz een hoffstede tsjaers om xx st.
Nu eijgenaerse ende bruijckt Geertgen Willems dochter
[Fol. 157]
Vijnckeveen
Die schouth van Vinckeveen xiiij acker j vierendeel zijn eijgen geestimeert bij eede den acker om x st. facit iij out schilt xj5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Dirck Govertsz van xij5 acker, ende Jan Jacobsz ij acker landts
Noch die kerck van Vinckeveen twee acker landts bruijckt die schouth voorsz den acker om x st. facit xx st.
Nu eijgenaersche ende bruijckt Meijns Aelberts, weduwe van Sijmon Bouwensz
Dirck Govertsz bruijckt vijff acker landts hem selver toebehoorende bij eede den acker xij st. facit j out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Bruijn Willemsz van vj acker
Pons Jacobsz drie acker min een twaelfste
[Bestand 166, fol. 157v]
deel hem selver toebehoorende den acker op xij st. facit xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cosmas Gerritsz schout
Claes Gerritsz bruijckt xiiij5 acker lants hem selver toebehoorende bij eede den acker xij st. facit iiij out schilt vj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Jacobsz
Adriaen Cossen, bruijckt twee acker lants hem toebehoorende, den acker lants voor xij st. facit xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Steven Cossen
De kerck van Vinckeveen drie acker lants bruijcken Jan Dircxsz ende Claes Henricxsz tsjaers om xx st.
Nu eijgenaersche joffr. Francoise Coenraed van Diepholts dochter, bruijcker Folpert Gerritsz
[Fol. 158]
Jan Jansz bruijckt een acker landts hem selver toebehoorende xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Simon Jansz
Willem Elbertsz Huijs, bruijckt twee acker min een derdendeel hem eijgen toebehorende bij eede tsjaers om xxv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Willemsz Hout
Jacob Bouwensz twee acker landts bruijckt Jan Jacobsz tsjaers om iiij k. gul. facit ij out schilt xj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Aert Cornelisz
Stijn Jan Claesz dochter vij acker lants bruijckt Jan Henricxsz tsjaers den acker om viij st. facit j out schilt xiiij st.
Nu bruijckers ende eijgenaers van iiij5 acker Louw, Jan ende Claes Petersz ende vande ander iij5 acker Bouwen Claesz
[Bestand 167, fol. 158v]
Noch bruijckt Jan Henricxsz voorsz thien acker lants hem selven toebehoorende bij eede den acker tsjaers om x st. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijckers Jacob Aelbertsz van acht ackers ende Jan Jacobsz ij5 acker
Catrijn Geerloff Corsz weduwe vij acker lants bruijckt Thonis Petersz den acker tsjaers om x st. facit j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaersche ende bruijckt Meijns Aelberts weduwe van Sijmon Bouwensz mit haer kinderen
Noch die kerck van Vinckeveen vijff acker lants bruijckt Anthonis voorsz den acker tsjaers om x st. facit j out schilt viij st.
Den eijgen blijft, bruijckt Meijns voorsz mit haer kinderen
Noch Catrijn voorsz ses acker lants haer selver toebehoorende, den acker bij eede tsjaers om x st. facit j out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Egbert Aelbertsz
[Fol. 159]
Die kerck van Vinckeveen vijff acker lants ende een derdendeel bruijckt Bouwen Henricxsz tsjaers den acker om x st. facit j out schilt xj st. viij witt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Jansz Snoeij
Noch bruijckt Bouwen voorsz acht acker lants hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den acker x st. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Bouwensz
Peter Corssen bruijckt thien acker lants hem selver toebehorende, bij eede tsjaers den acker x st. facit ij out schilt xvj st.
Nu bruijcker Jan Willemsz Koel
Folpert Corssen bruijckt ses acker lants hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den acker om x st. facit j out schilt xviij st.
Nu bruijckers Jan Willemsz Koel iij5 acker, ende Dirck Govertsz j5 acker
[Bestand 168, fol. 159v]
Henrick Corssen bruijckt ses acker lants hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den acker om x st. facit j out schilt xviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers d’erffgen. van Claes IJeven van iiij5 acker, ende Claes Petersz ij5 acker
Die kerck van Vinckeveen ende den boedel van Joost Dircxsz twee acker landts min een vierendeel, bruijckt Alidt Jacob Botten wedue tsjaers den acker om x st. facit xvij5 st.
Noch bruijckt Alidt voorsz xv ackers ende een vierendeel haer selver toebehoorende bij eede t’siaers den acker om x st. facit iij out schilt xxvij5 st.
Aelbert Jacobsz bruijckt drie acker ende derdendeel hem toebehoorende tsjaers den acker x st. facit xxxiij st. iiij witt
[Fol. 160]
Dirck Fredericxsz bruijckt negen acker landts hem toebehoorende bij eede tsjaers den acker om xj st. facit ij out schilt xv st.
Nu eijgenaers Jan Goloffs van acht acker, ende die kerck tot Vinckeveen j acker bruijcker Jan voorsz
Elbert Claesz mit zijn moeder bruijcken twintigh acker lants bij eede tsjaers den acker viij st. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Elbert voorsz van negen ackeren, Jacob Gijsberts derdhalven acker, Jan Gijsbertsz derd’halve acker, Cornelis Cornelisz Pijl ses ackeren
Die kerck van Vinckeveen xij5 acker lants bruijckt die coster geset op iij oudt schilt
Den eijgen blijft aende kerck van negen acker bruijckers Cornelis Jansz van ses acker Merten Mertensz Drost iij acker
Ende vande resterende iij5 acker gecomen zijnde vande selve kerck eijgenaer ende bruijcker Bouwen Claesz
[Bestand 169, fol. 160v]
Noch die kerck voorsz ij5 acker landts bruijckt Dirck Jacobsz bij eede tsjaers den acker x st. facit xxv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cors Henricxsz
Noch bruijckt Dirck voorsz iij5 acker lants hem selver toebehorende geset op xxxv st.
Nu eijgenaer Bruijn Willemsz van j5 acker bruijcker Cornelis Cornelisz, ende vande ij acker eijgenaer ende bruijcker Marten Martensz Drost
Gerrit Goloffs mit zijn broeder bruijcken thien acker lants haer selver toebehorende bij eede tsjaers den acker om x st. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Gerrit Folpertsz ende Cornelis Goloffsz elcx de helfte
Die kerck tot Vinckeveen twee acker
[Fol. 161]
een derdendeel landts bruijckt Folpert Bouwensz tsjaers om iiij k. gulden facit j out schilt xxxviij st.
Nu bruijcker Peter Roeloffsz
Noch bruijckt Folpert voorsz thien acker min een derdendeel hem selver toebehorende tsjaers bij eede den acker om x st. facit ij out schilt xij st. viij witt
Nu eijgenaer ende bruijcker Peter Roeloffsz
Claes Jacobsz bruijckt ij acker een vierendeel hem selver toebehorende tsjaers den acker om x st. facit xxij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Stoffel Petersz
Gerrit Meusz bruijckt xiij acker lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den acker om x st. facit iij out schilt iiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Evert Cornelisz
[Bestand 170, fol. 161v]
Melis Hubertsz bruijckt twee acker landts hem selven toebehoorende bij eede tsjaers den acker om v st. facit x st.
Nu eijgenaer ende bruijcker den Jonge Melis Herbertsz
Sint Jobs gasthuijs ‘t Utrecht drie ackers bruijckt Egbert Claesz tsjaers om ix5 k. gul. facit iiij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Gijsbertsz van een acker, Bouwen Dircxsz, Marten Folpertsz ende Aert Willemsz twee acker
Noch Egbert voorsz met zijn adherenten bruijcken drie ackers bij eede tsjaers den acker om x st. facit xxx st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Bouwen Dircxsz, Marten Folpertsz, ende Aert Willemsz
Die kerck van Oudemunster t’Utrecht
[Fol. 162]
thien ackers bruijckt Pons Jacobsz in erffpacht geset op ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaerse de weduwe van Jacob Claesz van ij5 acker ende vierendeel in erffpacht bruijcker Jan Folpertsz, ende Melis Sijmonsz eijgenaer ende bruijcker van vijff acker landts
Novalia
Noch bruijckt Evert Cornelisz derd’halve acker lants hem selven toebehoorende den acker om x st. facit xxv st.
Noch Herman Gijsbertsz anderhalve acker lants hem selven toebehorende facit xv st.
Willem Franck Gijsbertsz bruijckt een halven acker hem selven toebehorende geestimeert alsboven facit v st.
[Bestand 171, fol. 162v]
Noch bruijckt Jan Jansz Hogelandt een halven acker hem selven toebehoorende facit v st.
Noch bruijckt Aelbert Dircxsz een acker hem selven toebehoorende facit x st.
Noch een halven acker toebehorende die coninck, bruijckt Cornelis Roeloffsz facit v st.
[Fol. 163]
Mijdrecht inde Proosdije
van St. Jans t’Utrecht leggen dese naebeschreven ackeren elcke acker groot omtrent drie mergen
Gijsbert Hendricxsz bruijckt xiiij ackeren bij eede tsjaers den acker vj st. facit ij oudt schilt
Nu bruijckers Pieter Willemsz met ij5 acker, Cornelis Arisz Peerboom v acker, Henrick Cornelisz Hooff iij acker, Jan Fransz iij acker, Thijs Jan Beurs ij5 acker
Den Ouden Jan Ghijsen, bruijckt xj acker den acker xij st. facit iij oudt schilt x st.
Nu bruijckers Jan Gijsbertsz viij acker ende Frederick Cornelisz iij acker
Noch bruijckt Jan voorsz in die hoeve twee vierdeel off toebehoort bij eede tsjaers den hoop om xl st.
Eijgenaer ende bruijcker Gerrit Jansz schout van Sevenhoven
Jan Hendricxsz Coster elff acker
[Bestand 172, fol. 163v]
bij eede tsjaers den acker om xiij5 st. facit iij out schilt xxij5 st.
Nu bruijckers Louweris Louwersz mit iij acker, d’erffgen. van Cornelis Claesz iij acker, Jan Dircxsz ij5 acker, Jacob Joris j acker, Jacob Fransz j acker
Willem Willemsz Rulze bruijcker xj5 acker bij eede tsjaers den acker om xiiij st. facit iij out schilt xxxv st.
Nu bruijckers Cornelis Dircxsz Topper met x5 acker, Henrick Jansz Geus j acker
Pouwels Henricxsz bruijckt xxiij acker bij eede tsjaers den acker v st. facit ij out schilt xxxj st.
Nu bruijckers Pouls Dircxsz met viij5 acker, Jan Simonsz iij5 acker, Marten Claesz iij5 acker, de weduwe van Dirck Sijmonsz iij5 acker, Jan Cornelisz j acker ende een halff vierendeel, Loff Gerrit Fredericxsz iij5 acker
[Fol. 164]
Jan Schoelenaer bruijckt ses acker bij eede t’sjaers den acker om xiij5 st. facit j out schilt xxxix st.
Nu possesseurs Dirck Claesz van iij acker, Henrick Jansz Buick ij acker, Pieter Adriaensz j acker
t’Goodshuijs ende die papelicke proven tot Mijdrecht vij acker bruijckt Jan Petersz bij eede tsjaers den acker om v st. facit xxxv st.
d’Erffgen. van Jaspar Claesz bruijckers van iij acker min een vierendeel, Jacob Jacobsz Koij iij acker j vierendeel, d’erffgen. van Huijbert Koes j acker
Dirck Willemsz bruijckt xiiij5 acker bij eede tsjaers den acker v st. facit j out schilt xxx5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Pieter Cornelisz Schouten van v acker, Henrick Joosten van ij acker, Cornelis Jansz Hunst ij5 acker, Aert Gerbrantsz iij vierendeel, Simon Houff j vierendeel, Simon Houfsz j vierendeel, d’erffgen. van Jaspar Stedium j acker, Pieter Willemsz met iij acker
Thijs Dircxsz bruijckt vij acker bij eede tsjaers den acker om iiij5 st. facit xxxj5 st.
Pieter Willemsz Vrient eijgenaer, bruijcker Pieter Thonisz schout
[Bestand 173, fol. 164v]
Claes Henricxsz bruijckt xij acker bij eede tsjaers den acker om iiij5 st. facit j out schilt xij st.
Nu bruijcker ende eijgenaer Cornelis Neleman met iiij acker, Pieter Willemsz Watekier vj acker, Cornelis Pietersz Ruijn buijt 1/2 acker, Joost Neel Joosten 1/2 acker, Cornelis Gisbertsz 1/2 acker, Griet Claesz Schout 1/2 acker
Dirck Fredericxsz bruijckt xvij acker den acker tsjaers om vj st. facit ij out schilt xviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Marij Gerrit Dircxsz van ij acker, Thijs Jan Berntsz iij acker, Jan Cornelisz Schietslip, ij acker j garde westen een derdendeel, Jan Buijr met ij5 acker, Ganglouff Jansz ij acker, Jonge Jacob Jansz ij acker, Jan Dircxsz j garde, Faes Joostensz j garde
Noch bruijckt Dirck voorsz iiij acker bij eede ‘t sjaers den acker om ij st. facit viij st.
Nu eijgenaer Pieter Willemsz bruijcker Pieter Thonisz
Marichgen Gijsberts vij5 acker bij eede tsjaers den acker om vj st. facit j out schilt iij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Pietersz 1/2 acker, Dirck Pietersz j acker, Jan Jansz Kimp 1/2 acker, Pieter Adriaensz ij5 acker, d’erffgen. van Dirck Claes Frericxsz ij5 acker, Claes Meusz 1/2 acker
[Fol. 165]
Joost Jansz bruijckt xvj acker bij eede tsiaers den acker vj st. facit ij out schilt xij st.
Nu eijgenaer [ende] bruijcker Warnar Hermansz van vij5 acker, Jan Pietersz ij acker, Frederick Cornelisz ij acker j vierendeel, Jan Ruijch 1/2 acker, d’erffgen. van Geerloff Smit 1/2 acker, Louff Gerrit Frericksz 1/2 acker, Jan Jansz de Jonge ij acker iij vierendeel
Noch Geerloff de Witt ij5 acker bruijckt Joost voorsz tsjaers den acker om vj st. facit xv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Thonis Thonisz van ij acker, Jan Dircksz 1/2 acker
Cornelis Willemsz bruijckt vj acker bij eede tsjaers om xiiij st. facit ij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Gerritsz van j acker, die weduwe van Jacob Roetensz ij5 acker, Jan Jansz Neel van ij5 acker
Noch bruijckt Cornelis voorsz vij acker tsjaers bij eede den acker vj st. facit j out schilt
Nu bruijcker Allert Gijsbertsz Spel van iiij acker, Emmichgen Floren van iij acker
[Bestand 174, fol. 165v]
Stijntgen Willems wedue bruijckt vijff acker min een derdendeel bij eede tsjaers om xiiij st. facit j out schilt xxiij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Willemsz Reus
Henrick Henricksz Scholenaer bruijckt iij5 acker, den acker bij eede tsjaers om xv st. facit j out schilt x5 st.
d’Erffgen. van Claeske van Moutzijna eijgenaers ende Willem Jansz bruijcker
Jan Mertensz bruijckt xij acker min een derdendeel, die vij om xv st. die v om xij st. facit iij out schilt xxxv st.
Nu eijgenaers ende bruijcker de erffgen. van Jan Cornelisz Boot met vij acker, Simon Cornelisz Boll van ij5 acker, Claes Cornelisz van ij5 acker [inclusief volgend land]
Noch bruijcker Jan voorsz 3 acker verdolven landts tsjaers bij eede om j st.
[Fol. 166]
Noch bruijckt Jan voorsz drie vierdel inde hoeve elcke vierdel tsjaers bij eede xx st. facit j out schilt xviij st.
Eijgenaer ende bruijcker Gerrit Jansz schout van Sevenhoven
Noch bruijckt Jan voorsz vij acker de vijff xij st. tsjaers, die twee xiiij st. facit ij out schilt iiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Dircxsz van iiij acker, Cornelis Harmansz Gortsack van iij acker
Die Proost van Sint Jans ‘t Utrecht iiij vierdeel inde hoeve, bruijckt Nijs Jansz elcke viertel xx st. facit j out schilt xxxviij st.
Die weduwe van Hompeecken eijgenaersse ende Herman Dionisz bruijcker
Noch Dirck Adriaensz j vierdel bruijckt Nijs voorsz tsjaers bij eede om xx st.
d’Erffgen. van joffr. Malssen eijgenaers bruijcker Meus Jorisz
[Bestand 175, fol. 166v]
Noch Marten inde Heeck in Hollandt een vierdel, bruijckt Nijs voorsz tsjaers om xx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Huijch Dionisz
Sijmon Willemsz bruijckt xvij acker den acker tsjaers om xij st. facit iiij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Dircxsz van ij5 acker, Pieter Walichsz van j5 acker, Claes Jansz Backer iiij acker, Jan Claesz 1/2 acker, Willem Meertensz iiij5 acker, Cornelis Henricxsz van iiij acker
Alidt Gijsbertsz weduwe bruijckt xj acker tsjaers den acker bij eede om x st. facit ij out schilt xxj st.
d’Erffgen. van Taco van Montzima eijgenaers bruijcker Jan Willemsz van v acker, Frerick Cornelisz eijgenaer ende bruijcker van vj acker
Gerrit Gijsbertsz bruijckt xviij acker den acker tsjaers om x st. facit iiij out schilt xij st.
Nu bruijckers Marten Gijsbertsz xvj5 acker, Jan Jacobsz van Zevenhoven j5 acker
[Fol. 167]
Segerum Jansz bruijckt vij acker den acker tsjaers om x st. facit j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Cornelisz Back
Aelbert Ghijsen, bruijckt ix acker, den acker tsjaers om xij st. facit ij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Gijssen
Noch bruijckt Aelbert voorsz vij acker den acker tsjaers om xv st. facit ij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Cornelisz Barbier
Marten Outen bruijckt xviij acker den acker tsjaers om xij st. facit v out schilt vj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis Jansz Peer v acker, de weduwe van Out Martens v acker, Claes Backer j acker, Cornelis Claesz vij acker
[Bestand 176, fol. 167v]
Noch die pastoor van Mijdrecht vier acker landts bruijckt Marten voorsz den acker ‘t sjaers om xviij st. facit ij out schilt xxx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Cornelisz
Noch bruijckt Cornelis Gijsbertsz xviij acker lants min een achtendeel die viij min een derdendeel den acker om xiiij st., die x om vj5 st. facit iiij out schilt iiij5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Gijssen viij acker, Ouwe Jacob Jansz j acker, Huijbert Gerritsz ij5 acker, Jan Wolffersz ij5 acker, Jan Willemsz j halff acker, Lenard Croock j half acker, Jan Henricxsz j halff acker, Gijsbert Allertsz Spelt ij acker j garden
Henrick Frederick Claesz bruijckt vijff acker min een derdendeel, den acker om xiiij st. facit j out schilt xxiij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Isbrantsz van iij acker, Gijsbert Allertsz Spelt j ackker min een derdendeel, Cornelis Mertensz j ackker
[Fol. 168]
Jan Hermansz bruijckt viij acker den acker tsjaers om xiiij st. facit ij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Peter Adriaensz j acker, Jan Lenarden ij acker, Jan Crijnen iij acker, Willem Martensz 1/2 acker, Peter Cornelisz j5 acker
Noch bruijckt Jan voorsz vijff acker den acker tsjaers om v5 st. facit xxvij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Cornelisz van ij5 acker, Jan Henricksz ij5 acker
Willem Zegerumsz bruijckt v5 acker verdolve landts den acker tsjaers om v5 st. facit xxx st. j oert
Nu eijgenaers ende bruijckers Henrick Cornelisz iij5 acker, Jan Claesz Jan Maet ij acker
Noch bruijckt Willem voorsz vj acker
[Bestand 177, fol. 168v]
den acker tsjaers om xv st. facit ij out schilt vj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Dirck Gerritsz van ij5 acker j vierendeel, Thomas Willemsz Fijen met ij5 acker met j vierendeel, Jan Claesz Jan Maet met 1/2 acker
Claes Fredericxsz bruijckt ix5 acker den acker tsjaers om xv st. facit iiij out schilt xix5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Claes Cornelisz van Vloswijck met j5 acker een vierendeel, Adriaen Cornelisz j5 acker, Dirck Claesz j acker j vierendeel, Dirck Cornelisz j5 acker, Pieter Thonisz schout iij5 acker
Noch bruijckt Claes voorsz vier acker den acker ‘t sjaers om vj st. facit xxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Dircksz met zijn suster
Die papelicke proven tot Mijdrecht
[Fol. 169]
drije acker bruijckt Claes voorsz den acker tsjaers om x st. facit xxx st.
Nu bruijcker Pieter Walichsz
Frederick Elbertsz bruijckt viij acker den acker tsjaers om x st. facit j out schilt xxxviij st.
Nu possesseur Cornelis Sijmonsz alias Neeleman v acker een vierendeel, Henrick Cornelisz j5 acker, Jan Gerritsz vijff vierendeel
Jan Gerritsz bruijckt x acker toebehoorende zijn suster bij eede tsjaers den acker om xv st. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaersse ende bruijckersse de weduwe van Aelbert Roeten
Jan Gerritsz bruijckt xxj acker die
[Bestand 178, fol. 169v]
xv acker tsjaers om xij st., die ses acker om v st. facit v out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Gijsen van v acker, Meus Willemsz xv5 acker, Cors Willemsz 1/2 acker
Noch ‘t Goodtshuijs ende die papelicke proeven tot Mijdrecht vier vierendeel inde hoeve, bruijckt Jan voorsz t’jaers dat vierendeel om xx st. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaersche joffr. van Malssen ende bruijcker Meus Jorisz
Janneken Joosten ‘t Utrecht x5 acker bruijckt Huijgh Willemsz tsjaers om xiiij schilt facit iiij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Luijtgersz
Noch bruijckt Huijgh voorsz vier acker
[Fol. 170]
bij eede tsjaers den acker om xij st. facit j out schilt vij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Pieter Jansz
Peter Tadicks, bruijckt acht acker bij eede tsjaers den acker om vj st. facit j out schilt vj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Leendert Gerritsz Moll ij acker, Cornelis Cornelisz iiij acker, Cors Willemsz j5 acker, Adriaen Adriaensz j vierendeel, Jan Dirck Claesz j vierendeel
Willem Frederickxsz bruijckt xj acker een derdendeel bij eede tsjaers den acker om xiiij st. facit iij out schilt xxxij5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Adriaensz v acker, Willem Jansz vj acker
Een vicarius St. Jans ‘t Utrecht xj acker bruijckt Cornelis Jacobsz tsjaers om viij k. gl. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Jansz Geus
[Bestand 179, fol. 170v]
Noch bruijckt Cornelis voorsz xiij5 acker ende j derdendeel hem selven toebehorende drie acker een derdendeel den acker om xv st. de x5 acker, den acker xij st. facit iiij out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker van xj acker Willem Jansz ij5 acker
Een vicarius St. Jans t’Utrecht vijff acker bruijckt Jacob Willemsz den acker tsjaers om xv st. facit j out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Luijtgensz
Noch bruijckt Jacob voorsz xj acker lands hem selven toebehorende bij eede den acker ‘t sjaers xv st. facit iij out schilt xxxix st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Gerritsz met j5 acker, Jan Gerritsz van ix5 acker
Reijer Ernstensz bruijcker xv acker
[Fol. 171]
een derdendeel min, den acker tsjaers om xij [st.] facit iiij out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Cornelisz vij acker min een derdendeel die weduwe van Cornelis Gerrit Bouwesz viij acker
Jan Jansz de Jong, bruijckt ix acker bij eede tsjaers den acker om xiij st. facit ij out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Jansz Geus
Noch bruijckt Jan voorsz x acker min een vierendeel, die ses acker, den acker vj st. ende die vier acker den acker j st. facit j out schilt xxij st.
Nu eijgenaer ende bruijckers Dirck Crijnen van j acker, Jan Geussen j acker, Wijnolt Pietersz j acker, Roetert Willemsz ij5 acker, Dirck Cornelisz Backer j5 acker, Lambert Jansz j5 acker, Henrick Willemsz schout van Wilnes j5 acker
Jonge Jan Gijsen bruijckt xiiij5 acker lants die vij5 acker xiiij st. ende die vij acker xv st. den acker facit v out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Jansz alias Jan Mertensz
[Bestand 180, fol. 171v]
Henrick Frederick Willemsz xij5 acker min een derdendeel, die vj acker den acker xiiij st. ende die vj5 acker, den acker vj st. facit ij out schilt xxxiiij5 st.
Nu bruijckers Claes Henricxsz iiij acker min j garde, Dirck Leendertsz iij acker, Jan Jansz v acker, Lenard Gerritsz 1/2 acker
Noch bruijckt Henrick voorsz iiij acker min een derdendeel den acker tsjaers om xiiij st. facit j out schilt ix5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Pieter Jansz van ij acker, Claes Neelen ij acker min een derdendeel
Dirck Joosten bruijckt ses acker min een derden deel den acker tsjaers om xiiij st. facit j out schilt xxxvij5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers d’erffgen. van Cornelis Jansz van Peer
Den Ouden Sijmon IJsbrantsz, bruijckt mit Jan Mollen j5 acker tsjaers om v st. facit vij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Merten Gijsen Koes
[Fol. 172]
Janneken Mollen weduwe bruijckt ij acker verdolven lands den acker tsjaers om iiij st. facit viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jansz Lanste
Gijsbert Martensz bruijct iiij vierdell inde hoeve elcke vierdel j k. gul. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dionijs Henricksz
Jan Govertsz bruijckt thien acker den acker tsjaers om xv st. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Pieter Thomasz van iiij acker, Dirck Jansz iiij acker, Dirck Cornelisz Mouthaen j acker, Ouwe Jan Crijnen j acker
Jacob Vinck, bruijckt vij ackers den acker tsjaers om vj st. facit j out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit jansz Bollebith van iij5 acker, Pieter Adriaensz iij5 acker
[Bestand 181, fol. 172v]
Claes Henricxsz bruijckt vijff acker den acker tsjaers om vj st. facit xxx st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Pieter Jansz van Sevenhoven van j acker, Neeltgen Willemsdr van Amsterdam j5 acker, Jan Dircxsz 1/2 acker, Jan Cornelisz ij acker
Cornelis Willemsz bruijckt iij acker, den acker tsjaers j brasspein. facit iij st. ix witt
Nu eijgenaersse ende bruijckersse Neel Jacobsz weduwe
Willem Willemsz bruijckt xiij5 acker den acker tsjaers om xiiij st. facit iiij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Claes van Vlooswijck van iij acker, Lambert Jansz j acker, Aert Pietersz 1/2 acker, Maria Meus weduwe 1/2 acker, Pieter Dircxe ij acker, Willem Jansz vj acker, Frederick Cornelisz j acker
[Fol. 173]
Segerum Henricxsz bruijckt 6 acker den acker tsjaers om vj st. facit xxxvj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Dircxsz van iiij acker, Jan Dircksz ij acker
Willem Gijsbertsz bruijckt vijff acker den acker tsjaers om xiiij st. facit j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers die weduwe van Dirck Gerrit Dircxsz ij5 acker, Laurens Laurensz ende Cornelis Adriaensz Peerboom ij5 acker
Peter Martensz bruijckt ix5 acker, den acker ‘t sjaers om xiiij st. facit iij out schilt vij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Jansz met vij acker, Pieter Segerum j acker, Claes Willemsz j acker, Henrick Willemsz schout Wilnis 1/2 acker
Noch bruijckt Marten voorsz vier acker den acker tsjaers om xiiij st. facit j out schilt xiiij st.
Nu eijgenaersse ende bruijckersse die weduwe van Cornelis Gerrit Bouwensz
[Bestand 182, fol. 173v]
Noch bruijckt Marten voorsz vier acker huijrlandts den acker tsjaers om xiiij st. facit j out schilt xiiij st.
Eijgenaersse ende bruijckersse als voren
Cornelis Splintersz bruijckt ix acker den acker ‘t sjaers om xiiij st. facit iij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Maerten Jansz Noeteboom van ij5 acker, Pieter Segerum 1/2 acker, Jasper Gerritsz j acker, Belitgen Scheepmakers weduwe ij acker, Cornelis Adriaensz iij acker
Jacob Claesz bruijckt vij acker, den acker ‘t sjaers om xj st. facit j out schilt xxxv st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Alert Aertsz van iij acker min een vierendeel, Jacob Tobiasz j acker j vierendeel, Thijs Dircxsz j5 acker, Aert Alertsz j acker
Willem IJsbrantsz bruijckt ix5 acker den acker tsjaers om vj st. facit j out schilt xv st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Henrick van Coelen van iiij acker, Cornelis Jansz de Jongen iij acker, Cornelis Jacobsz met ij5 acker
[Fol. 174]
Elbert Willemsz bruijckt drie vierdel inde hoeve, dat vierdel tsjaers xx st. facit j out schilt xviij st.
Nu possesseur Jacob Willem IJsbrantsz
Gerrit Martensz, bruijckt vij5 acker, den acker tsjaers om xij st. facit ij out schilt vj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Pieter Segerum
Noch bruijckt Gerrit voorsz ses acker den acker tsjaers om xij st. facit j out schilt xxx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Pieter Segerum van iij5 acker, Claes Gijssen j acker, Thijs Dircxsz j5 acker
Claes Elbertsz bruijckt vj5 acker den acker tsjaers om xij st. facit j out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Willemsz schouth van Wilnis
[Bestand 183, fol. 174v]
Noch Claes voorsz drie vierdel inde hoeve elcke vierdel tsjaers om xx st. facit j out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijckers d’erffgen. van joffr. van Malssing, bruijcker Meus Jorisz
Hendrick Dirckxsz bruijckt een halve acker tsjaers om iiij st.
Nu eijgenaersse ende bruijckersse Marie Gijsen
Meijnert Willemsz vijff acker een sestendeel bruijckt Jan Gerritsz den acker tsjaers j phs. gl. facit iij out schilt iij st.
Eijgenaer ende bruijcker Claes Willemsz Reus
Claes Sijmonsz tot x acker, den hoop ‘t sjaers om xij st.
Eijgenaer ende bruijcker Claes Willemsz Reus
[Fol. 175]
Novalia
Taco van Montzma bailliu vande proostije, heeft vj5 acker landts getauxeert op j oudt schilt
In de marge: Alle dese ende aengetogen parthijen comen eens inden oude aenbrenginge daerom deurslagen
Frederick Neelemannen bruijckt zeven acker min een garde getaxeert op j5 out schilt
De weduwe van Jan Hendricxsz negen acker min een garde getauxeert op ij out schilt
Aelbert Roeterden bruijckt x5 acker lants, daer onder zijn twee ackeren suijlens omtrent ij5 acker verdolven getauxeert op j5 out schilt
Peter Segerumsz bruijckt x5 acker
[Bestand 184, fol. 175v]
lants, twee ackeren verdolven landt getauxeert op j5 out schilt
Jacob Jan bruijckt acht d’halve acker meest verdolven landts getauxeert op j out schilt
Henrick Willemsz schouth opten Vuijthoorn bruijckt negen acker geset op j out schilt
Reus Willemsz x acker ende geset op j5 out schilt
Claes Willemsz bruijckt x5 acker verdolven landt ende geseth op j5 out schilt
[Fol. 176]
Jan Mertensz bruijckt xv acker meest verdolven ende leechlandt geseth op ij out schilt
Gerrit Luijtgerssoen zeventiend’halve ackeren verdolven ende leegh landt getauxeert op ij out schilt
Jan Cornelisz Booth bruijckt negentien ackeren soo verdolven als leech landt getauxeert op j out schilt
Pompeus van Montzima canonick t’Oudemunster ‘t Utrecht bruijckt j5 acker landts geseth op 1/2 out schilt
De kijnderen van Derick Gerrit Dircken
[Bestand 185, fol. 176v]
bruijcken vijff acker geset op 1/2 out schilt
Anthonis Thonisz Kistemaecker twee acker geset op x st.
Meus Willemsz bruijckt xv5 acker meest verdolven landt, daer onder zijn vier acker suijlens geset op j5 out schilt
Peter Willemsz Vriend raedt der stede van Amstelredam twintigh t’halff acker geset op iij out schilt
Jan Gijsbertsz twee acker geset op x st.
[Fol. 177]
Aelbert Gijsbertsz Spelt vier acker gestelt op 1/2 out schilt
Claes Jansz Backer drie acker geset op 1/2 out schilt
Willem Jansz mitte kijnderen van za. Jan Willemsz bruijckt x5 acker meest verdolven landt geseth op iij out schilt
Dirck Cornelisz Backer bruijckt xxij ackeren een garde landts meest verdolven ende leechlant geset op iij5 out schilt
Cornelis Jansz van Peer, bruijckt ses acker ruijch landt geseth op j .. x st.
[Bestand 186, fol. 177v]
Cors Willemsz bruijckt twee ackeren geset op xv st.
Herman Jansz schouth tot Waverveen heeft twee acker geset op 5 st.
Jonge Cornelis Cornelisz alias Cloot bruijckt ses acker geset op j out schilt
Geerloff Hermansz Smit een halff acker geset op v st.
Aert Petersz bruijckt een halff acker geset op v st.
Sijmon Thonisz Kistemaker bruijckt een acker x st.
[Fol. 178]
Marten Jansz alias Cracknoot bruijct vierd’halve acker meest aen water geset op xxx st.
Jan Gerritsz bruijckt elfft’halve acker geset op ij out schilt
Cornelis Adriaensz bruijct .. acker soo turfland als verdolven geset op j out schilt
Willem Adriaensz bruijckt anderhalff acker verdolven landt geseth op x st.
Peter Jansz tot Sevenhoven bruijckt een acker geseth op vj st.
[Bestand 187, fol. 168v]
Peter Adriaensz bruijckt drie acker landts ende geset op xxxvj st.
Maerten Gijsbertsz Coos bruijckt twee ackeren min een vierendeel geset op vj st.
Henrick Cornelisz Neeleman derd’halff acker geset op xj st.
Adriaen Petersz bruijckt een halff acker geset op vij st.
d’Erffgen. van Jan Cornelisz Dob bruijcken een halff acker ende een halve garde geset op vij st.
Claes Cornelisz van Vlooswijck
[Fol. 179]
drie acker ende een vierendeel geset op xv st.
Jan Jansz de Jonge derd’halff acker geset op 1/2 out schilt
Jan Dirck Claesz geset op xij st.
Dirck Claessen vierd’halff acker ende geset op 1/2 out schilt
Adriaen Cornelisz bruijckt twee garden geset op xiiij st.
Anthonis Peter Lubbertsz j5 acker min een halff vierendeel geset op ix st.
[Bestand 188, fol. 179v]
Dirck Cornelisz Mouthaen anderhalff acker min een vierendeel geset op x st.
Jan Neel Huijgen een halff acker geset op iij st.
Jaspar Cornelisz Stoelman j5 acker geset op iiij st.
Jan Petersz alias Knap drie acker geset op xij st.
Jacob Jacobsz Kooij drie ackeren ende een vierendeel geset op xij st.
Jan Dircxe twee garden geset op v st.
[Fol. 180]
Cornelis Huijgen een halff acker geset op iij st.
Sijmon Huberden tot Waverveen twee garden geset op viij st.
Henrick van Coelen tot Amstelredam bruijckt vier acker geset op 1/2 out schilt
Willem Jansz tot Sevenhoven, bruijckt derd’halff acker geset op xv st.
Roetert Willemsz bruijckt drie ackeren geset op 1/2 out schilt
Peter Petersz Fijen woonende in Blocklandt twee ackeren landts geset op x st.
[Bestand 189, fol. 180v]
Dirck Crijnen mede in Blocklandt geset op viij st.
Cornelis Jansz de Jonge tot Woerden bruijckt drie ackeren geset op ix st.
Dionijs Cornelisz bruijckt vijff ackeren ruijchlant ende turfflant geset op xij st.
De weduwe van Gerrit Dircken bruijckt een halff acker lants geset op xiiij st.
De weduwe van Willem Sijmonsz twee acker lants geset op j out schilt
Cornelis Roetersz drie vierendeelen geset op xj st.
Jacob Roeterden twee ackeren geset op 1/2 out schilt
[Fol. 181]
Jan Jansz Eel twee ackeren ende een vierendeel geset op 1/2 out schilt
Cornelis Dircksz bruijckt twee ackeren ende een garde geset op 1/2 out schilt
Adriaen Jansz over de Mijert, bruijct drie ackeren min een halff vierdel geset op xxx st.
Dirck Claesz Backer bruijckt anderhalff acker geset op xv st.
Dirck Peters Sloothaeck een acker geset op xij st.
Cornelis IJsbrantsz drie acker geset op 1/2 out schilt
[Bestand 190, fol. 181v]
Jan Gerritsz vijff vierendeel geset op xiiij st.
Aert Cornelisz bruijckt een vierendeel van een acker geset op vj st.
Hendrick Cornelisz van Palesteijn drie acker geset op 1/2 out schilt
Peter Dirckxsz bruijckt twee acker geset op xj st.
De kijnderen van Weijntgen Claes op Altena vijffd’halff acker geset op j out schilt
Henrick Adriaensz bruijckt een vierendeel van een acker landts geset op ij st.
[Fol. 182]
Dirck Jansz Molenaer een acker geset op x st.
Cornelis Harmansz alias Gortsack derd’halff acker lants geset op 1/2 schilt
Willem Fredericxsz vierd’halff acker geset op xxiiij st.
Jan Jansz Koot vijff acker geset op j5 schilt
Cornelis Adriaensz bruijckt drie ackeren lands ende een vierendeel geset op 1/2 out schilt
Allert Aertsz bruijckt drie ackeren ende een garde geset op ij st.
[Bestand 191, fol. 182v]
Jacob Thonisz bruijckt een acker geset op xij st.
Jan Cornelisz alias Schaerslijper bruijckt vijfd’halve acker ende een garde meest aen water geset op 1/2 out schilt
Jonge Jacob Jansz bruijckt twee ackeren ende een garde geset op viij st.
Cornelis Marten Neeltgis bruijckt twee ackeren landts geset op x st.
Thijs Dircksz bruijckt twee ackeren landts ende een halff vierdel geset op 1/2 out schilt
Pieter Cornelisz Schouten bruijckt vijff ackeren min een vierendeel geset op 1/2 out schilt
[Fol. 183]
Jaspar Claesz bruijckt drie ackeren min een vierendeel landts geset op x st.
Cornelis Louweres, bruijckt drie vierendeel van een acker geset op viij st.
Mathijs Jan Beurs bruijckt vijff acker lants geset op 1/2 out schilt
Pieter Willemsz Watelaer bruijct vijff ackeren landts ende geset op 1/2 out schilt
Jan Henricxsz bruijckt j5 acker lands geset op 1/2 out schilt
Jacob Dircxsz bruijckt vijff ackeren landts geset op j out schilt
[Bestand 192, fol. 183v]
Cornelis Henricxsz bruijckt vierd’halff acker landts geset op 1/2 out schilt
Jan Claesz alias Jan Maet bruijckt twee ackeren lants geset op viij st.
Die Sevenhoven
Huijgh Dionijsz van Albert Martensz houff geset op 1/2 out schilt
Joffrouw Ranes houff geset op ij out schilt
Joffrouw Malsens houff geset op j out schilt
Dionijs Henricxsz geset op j out schilt
[Fol. 184]
Gerrit Jansz schouth tot Sevenhoven gestelt op j out schilt [doorgestreept]
Joost Cornelisz Decker een halff acker aen water geset op j out schilt [doorgestreept]
Novalia
Lenard Claesz een halff acker geset op j out schilt
Alsoo dit water is daer om niet
Willem Nellen een vierendeel aen water geestimeert op nihil [doorgestreept]
Hendrick Joosten Ackel op ix st.
In de marge: ij Ackel comen hier voor fol. ijC lxiiij met noch j5 acker
Hubert Hubertsz een garde aen water daeromme op nihil [doorgestreept]
[Bestand 193, fol. 184v]
Segerum Meusz inde Geer derd’halve acker geset op xiij st.
Willem Willemsz Brouwer tot Leijden, drie acker geset op xiiij st.
Allert Claesz Beselis een acker aen water ergo nihil [doorgestreept]
Gijsbert Arrisz derd’halff acker geset op ij st.
Hubert Reijersz vierd’halve acker geset op vj st.
Jan Fransz een acker geset op iiij out schilt [doorgestreept]
In de marge: comt onder d’eerste hier voor folio 163 facto jo.
[Fol. 185]
De weduwe van Jan Dircxsz comen een acker geset op vj st.
De weduwe van Claes Scheepmaker twee acker geset op xvj out schilt [doorgestreept]
In de marge: comt hier voor fol. Clxxiij verso onder atle. Cornelis Splinters daer om deurslagen
Dirck Leendertsz een halff acker aen water geestimeert op nihil [doorgestreept]
Meus Wolfferden een vierendeel geestimeert op nihil [doorgestreept]
Claes Meusz een halff acker aen water geset op ij out schilt [doorgestreept]
In de marge: comt hier voor fol. 164 onder t’art[ic]le van Maijchen Gijsberts ..
Gerrit Stevensz Haesten een halff acker water ergo nihil
[Bestand 194, fol. 185v]
Cornelis Oliviersz een halff acker aen water daeromme nihil
Faes Joosten een garde geset op xij out schilt [doorgestreept]
In de marge: comt hier voor onder t’arcle. van Dirck Frerickse fo. 164 verso
Jan Buer derd’halff acker geset op x st. [doorgestreept]
In de marge: uts.
[Fol. 186]
Tamen
Item dat Godtshuijs van Tamen xiiij acker verdolven landts, den acker v st. [facit] j out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jansz Mol ij acker, Jan Cornelisz Mol iij acker, Gerrit Janse Bollebidt vj acker, Ewout Dircksz ij acker, Maria Roemers ij acker
Noch dat Godtshuijs voorn. ses acker een derdendeel, de drie acker xv st. ende d’ander drie ackeren ende derdendeel voorsz [facit] j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jan Huijbertsz iij acker, Jonge Jacob Jacobsz ij acker j derdendeel
Claes Jansz Dull bruijckt drie ackeren den acker om iiij st. [facit] xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Thonis Pieter Jansz
Dirck Willemsz in Holland twee ackeren den acker om iiij st. [facit] viij st.
Joost Jansz tot Ouderkerck xxix
[Bestand 195, fol. 186v]
acker die een helft verdolven lands den acker vj st. facit iiij out schilt vj st.
Nu eijgenaers en bruijckers Henrick Jansz Booth ix acker, Pieter Henricxe v acker, Aert Sijmonse iij acker, Huijbert Jacobsz ij5 acker, Jan Bet j5 acker, Jan Mertensz Koot j5 acker, Claes Jacobsz ij acker, Ewout Dircksz j5 acker
Jacob Joosten iiij acker verdolven landt den acker op vj st. facit xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Jansz Knoop iij acker, Jonge Jan Jansz j acker
Aert Cuper bruijckt drie acker verdolven landts den acker t’siaers om iij st. facit ix st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Gijsen
Den Ouden Sijmon, bruijckt twee acker verdolven landts den acker tsjaers om iij st. facit vj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Meheers
[Fol. 187]
Jan Claesz bruijckt x5 acker verdolven landts, den acker tsjaers om vj st. facit j out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Cornelisz ix acker, Cornelis Meheers j5 acker
Jan Goessensz bruijckt twee acker verdolven landts, den acker ‘t sjaers om ij st. facit iiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Petersz
Joncker Willem Turck iiij acker verdolven landts, bruijckt Jan Claesz, den acker tsjaers om x st. facit xl st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Peter Henricxsz Booth, Merten Jan Taemsz
Noch bruijckt Jan voorsz vier acker verdolven landts den acker tsjaers van x st. facit xl st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Marten Jan Thamesz van ij acker, Neelgen Huberts ij acker
[Bestand 196, fol. 187v]
Bruijn Pauwen twee acker verdolven landts den acker om vj st. facit xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Pietersz
Pieter Blanckert ende Peter Adriaensz bruijcken vier acker verdolven landt den acker tsjaers om ij st. facit viij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Marten Jan Tamesz van j5 acker, Huijbert Jansz Kleijenaer iij ackeren, Ariaen Jansz Mugge j acker
Bruijn Pauwen bruijckt vij acker verdolven landts den acker tsjaers om vj st. facit j out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Claes Aertsz v acker, Jan Cornelisz Beth j acker, Jan Mertensz Koot j acker
Henrick Henricxsz ende den Ouden Sijmon bruijcken xviij acker, ende es dat twee deel
[Fol. 188]
verdolven landt bij eede tsjaers den acker om v st. facit ij out schilt vj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Claes Cornelisz Reus iiij acker, Claes Janssen ij5 acker, die weduwe van Pieter Hillebrantsz iij acker, Jan Pieter Jansz v acker, Joachim Henricksz ij5 acker, Jacob Claesz j acker
Peter Willemsz bruijckt vier acker dat twee deel verdolven landt, den acker om 5 st. facit xx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Pietersz
Vrouwe Jan Pauwen xv acker t’meesten deel verdolven landt, den acker bij eede tsjaers om v st. facit j out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Laurens Sijbrantsz iiij acker, Jacob Kae j acker, Henrick Adriaensz iiij acker, Gangeloff Jansz v acker, Huijbert Jansz Kleijenaer 1/2 acker, Brandt Neel Mollen 1/2 acker
Jan Gijsen bruijckt een acker, een vierendeel, een part verdolven landts ‘s jaers bij eede om xvj st.
Nu bruijcker Jacob Peter Fijen
[Bestand 197, fol. 188v]
Janneken Mollen mit haer kijnderen xij acker een derden deel dat meest verdolven landt, den acker ‘t sjaers om iiij st. facit j out schilt vj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Claesz van iij5 acker j garde, Jacob Pietersz iij acker, Aechte Jacobs ij acker j garde, Cors Adriaensz ij5 acker j garde, Jacob Reijerse j garde, Dirck Schepemaecker j acker
Cornelis Aertsz vij acker verdolven landts, den acker tsjaers om vj st. facit j out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Ewout Dircxsz j5 acker, Cornelis Meertensz iij acker, Thijs Jansz j garde, Gangloff Jansz ij acker
Gerrit Pauwen, bruijckt vij acker verdolven lands, den acker tsjaers om v st. facit xxxv st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Hubert Jansz Cleijne ij5 acker, Brant Michielsz j acker, Jan Claesz j5 acker, Simon Jacob Emont j5 acker, Jan Hansz 1/2 acker
Jan Gijsen ende Neel Gijsen bruijcken vier acker verdolven lants den acker tsjaers om ij5 st. facit x st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Dirck Cornelisz ij acker, Jan Mertensz Cleijn 1/2 acker
[Fol. 189]
Aert Adriaensz bruijckt eenen gemeenen wegh van Thamen tsjaers om j out schilt viij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Claesz, Jacob Reijersse, Gerrit Jansz Bollebit
Novalia
In de marge: Alsoo alle dese parthijen begerepen zijn inde oude aenbrenginge, daeromme door last van de mijn heeren die gedeputeerden vande staten geroijeert
Jan Dirckxsz bruijckt vij acker landts geset op 1/2 out schilt
De weduwe van Jacob Hael, bruijckt vijff acker min een vierendeel geset op 1/2 out schilt
Cornelis Gijsbertsz vier acker geset op xv st.
Adriaen Cornelisz bruijckt negen ackeren lants geset op xvj st.
Claes Jansz ij5 acker geset op xv st.
[Bestand 198, fol. 189v]
Cornelis Menheers vier acker min een vierendeel gestelt op ix st.
De weduwe van Pieter Hillebranden drie ackeren geset op xj st.
Claes Cornelisz Reus bruijckt vier ackeren min een vierendeel geset op xv st.
Cornelis Jan Hubertsz bruijckt vier ackeren min een mat geset op xviij st.
Jacob Petersz Fijen twee acker min een vierendeel geset op ij st.
Aert Gerbrantsz drie vierendeel geset op v st.
[Fol. 190]
Sijmon Jacob Emmersz vijff acker geset op xij st.
Brant Michielsz een acker geset op xij st.
Rembrant Gerritsz bruijckt een halff acker geset op vij st.
Bruijn Henricxsz bruijckt een halff acker geset op vij st.
Gerrit Jansz als de Vollebit v5 acker geset op 1/2 out schilt
Cornelis Jansz Mol twee acker ende een garde geset op ix st.
[Bestand 199, fol. 190v]
Jan Jansz Knoop drie acker lants geset op xiiij st.
Lambert Jansz bruijckt een acker ende een vierendeel geset op vj st.
Joachim Henricxe bruijckt ij5 acker geset op 1/2 st.
Anthonis Pieter Jansz iiij5 acker geset op j5 out schilt
Lauwers Sijbrantsz v acker geset op xv st.
Hubert Sijbrantsz weduwe vijff acker ende een vierendeel geset op x st.
[Fol. 191]
Henrick Arisz bruijckt vier acker geset op xij st.
Jan Petersz bruijckt vijff ackeren landts geset op xxx st.
Hubert Jansz Cleijenaer vier acker lants geset op xx st.
Thijs Jansz geset op iiij st.
Adriaen Jansz bruijckt j acker geset op iiij st.
Gangloff Jansz bruijckt vijff acker lants gestelt op xij st.
Cornelis Peter Willemsz een halff acker ende een halff vierdel geset op iiij st.
[Bestand 200, fol. 191v]
Ewout Dircxsz sest’halve acker ende een halff vierdel geset op viij st.
Jonck tot Nieuwveen, bruijckt een halff acker geset op ij st.
Marten Jansz drie acker geset op x st.
Jan Marten Tamesz bruijckt derd’halff acker ende een garde geset op xiiij st.
Cornelis Martensz bruijckt derd’halff acker ende een vierendeel geset op xij st.
Sijmon Aertsz bruijckt anderhalff vierendeel lands geset op vj st.
Jonge Jacob Claesz bruijckt in damgelt derd’halve acker geset op viij st.
[Fol. 192]
Claes Aertsz vijff acker geset op 1/2 out schilt
Jan Cornelisz Moll ende zijn kijnderen vierd’halff acker geset op 1/2 out schilt
Jacob Claesz een acker geset op iiij st.
Jan Claesz twee ackeren ende een garde geset op x st.
Aeghtge Jacobs drie ackeren ende een garde geset op xiiij st.
Cors Adriaensz derd’halff acker geset op ix st.
Dirck Aertsz Scheepmaker bruijckt drie vierendeel lands gelegen in Tamen ende geestimeert op ij out schilt
[Bestand 201, fol. 192v]
Jacob Reijersz bruijckt een garde landts gelegen in Tamen geestimeert op iij out schilt
[Fol. 193]
Wilnis inde Proosdije van St. Jans t'Utrecht
Joost Dircxsz erffgenamen bruijcken xvj acker bij eede den acker tsjaers om xx st. facit vij out schilt xxvj st.
Nu bruijckers Jan Gijsbrechtse met zijn kijnderen van vj ackeren, Cornelis Cornelisz Kneghtgen vuijt Denemarcken ij acker, Ewout Dircxsz j acker j halff derdendeel, Gerrit Peter Thonisz woonende in den gerechte van Boxthol j acker j halff derdendeel, Dirck Dircxsz van Vinckeveen j derdendeel van een acker, Gijsbrecht Gerritsz alias Gijs Oom woonende in Lauwenrecht buijten Utrecht j acker j derdendeel
Noch bruijckt Joost voorsz vijff acker daer eenen acker off behoort aen ‘t huijs tot Loenresloot den acker bij eede t’jaers om xx st. facit ij out schilt xvj st.
Nu bruijckers Cornelis Jacobsz van iiij acker, Ghijsbert Gijsbertsz verckendrijver j acker, van welcke v acker alsnogh eene compt aen de huijse voorsz
[Bestand 202, fol. 193v]
Henrick Aelbertsz bruijckt xiij5 acker bij eede tsjaers den acker om xv st. facit iiij out schilt xxiiij5 st.
Noch die pastoer tot Wilnis vier acker landts bruijckt Henrick voorsz den acker tsjaers om xiiij st. facit j out schilt xiiij st.
Noch een vicarie van St. Anna outaer ter Nijeuwer A j5 acker bruijckt Henrick voorsz om xxiij st.
Nu bruijckers voorsz vande drie percelen van landen, Clara Henrick Albertsz weduwe, ende Albert Henricxsz haer soon
Gelis Jansz bruijckt vier acker den acker tsjaers om xx st. facit j out schilt xxxviij st.
Nu bruijcker Jan Ghijsbrechtsz met zijn kijderen
[Fol. 194]
Jan Claesz bruijckt acht acker een vierendeel, den acker tsjaers om xx st. facit iij out schilt xxxix st.
Egbert Claesz bruijckt veerthien acker, den acker tsjaers om xv st. facit v out schilt
Nu bruijckers Egbert Fredericx van iiij5 acker, Cornelis Fredericxsz iij5 acker, Claes Jacobsz iij5 acker, Albert Egertsz j5 acker, Peter Aelbertsz j acker
Gerrit Jacobsz bruijckt acht acker, den acker tsjaers om xx st. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu bruijcker Gerrit Dircxsz
Jan Gerritsz bruijckt xiiij acker, daer off zijn x acker Zuijlens, ende geeft
[Bestand 203, fol. 194v]
Die heeren van Rennenborgh daer jaerl. van vijff gul. den acker tsjaers bij eede xx st. facit vj out schilt xxviij st.
Nu bruijcker Peter Albertsz van vj acker Zuijlens landt, Cornelis Jacobsz ij acker, Willem Joostensz in Denemarcken ij acker, Peter Anthonisz Schouten iiij acker
Die heer van Rennenborgh acht acker bruijckt Peter Henricxse tsjaers den acker om x st. facit j out schilt xxxviij st.
Noch bruijckt Peter voorsz selver xv5 acker bij eede tsjaers den acker om x st. facit iij out schilt xxix st.
Nu bruijckers Gelis Cornelisz viij acker, Cornelis Jansz vj acker, Dirck Henrick Reijersz tot Mijdrecht j5 acker
Noch die heer van Renneborch
[Fol. 195]
voorsz acht acker lants, bruijckt Henrick Gerritsz den acker tsjaers om xx st. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu bruijckers Marten Adriaensz Schouth vande Zuijlense goederen van iij acker, Goloff Jacobsz tot Vinckeveen iij acker, Gijsbert Jacobsz de Coster wonende in Outhuijsen, Marten Cornelisz woonende aenden Rijn int lant van Woerden j acker
Noch die heer voorsz acht acker lants, bruijckt Gerrit Willemsz t’Outhuijsen den acker tsjaers om xx st. facit iij out schilt xxxiiij st.
Noch bruijckt Gerrit voorsz j5 acker, den acker tsjaers xx st. facit xxx st.
Noch bruijckt Gerrit voorsz een halven acker des proosten leen van St. Jans ‘t Utrecht tsjaers om xx st.
[Bestand 204, fol. 195v]
Cornelis Dircxe bruijckt acht acker tsjaers den acker om xx st. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu possesseurs ende bruijckers, Cornelis Dirckxsz, oomskindt, Evert Merten Adriaensz, Gerrit Petersz van Rijnsaterwoude mit d’erffgen. van Joost Dircxsz Schouth van Wilnis, elcx t’gerechte derdendeel der voorsz acht ackeren
Die heer van Rennenborgh viij akcer bruijckt Neel Meijnsen den acker tsjaers om xx st. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu bruijckers Peter Anthonisz Schouten ij5 acker, Lijsbeth Joostendr in Denemarcken ij5 acker, die naegelaete kijnderen van Peter Joosten iij acker
Cornelis Willemsz ende Gerrit Willemsz bruijcken ‘t samen twee acker een derden deel geset den acker op xx st. [facit] j oudt schilt v st.
Thomas Willemsz bruijckt omtrent
[Fol. 196]
j5 acker, den acker ‘t jaers om xx st. facit xxx st.
Nu bruijckers van de bovengen. vijff
Die heere van Rennenborgh twee acker lants bruijckt Willem Jansz, den acker ‘t sjaers om xx st. facit xl st.
Noch bruijckt Willem voorsz x acker lants, daer aff is een halff acker leengoets behoorende totten huijse van Loenresloot den acker tsjaers om xx st. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu bruijckers vande voorn. twee percelen Albert Jacobsz Bestebroer iij acker een vierdel hier onder begrepen een acker Zuijlens lant mit een halff acker leens, Jacob Jacobsz iiij acker j vierdel, daer onder een acker Zuijlens, Willem Jansz onder Abcoude ij5 acker, Jan Cornelisz Botterman ij acker
Adriaen Ghijsbertsz bruijckt vier
[Bestand 205, fol. 196v]
acker, den acker ‘t sjaers om xx st. facit j out schilt xxxviij st.
Nu bruijcker Marten Adriaensz Schoudt van de Zuijlense goederen, daer onder begrepen een halff acker vande voorsz vier acker Zuijlens leen
Jan Willemsz bruijckt omtrent ij5 acker den acker tsjaers om xx st. facit j out schilt viij st.
Claes Cornelisz bruijckt negen acker daer off is iij acker leengoet den acker t’sjaers om xx st. facit iiij out schilt xij st.
Nu bruijckers Gijsbert Jacobsz Goter van ij acker daer af een acker leen goet te versoecken aen ‘t huijs Suijlen, Cornelis Cornelisz Kock wonende ind’Oude Aa j5 acker, Jan Schoon ij acker j derdendeel, Segerum Meusz iij5 acker, daer off die pastorije van Wilnis competerende is een acker ende een derdendeel
[Fol. 197]
Noch bruijckt Claes voorsz acht acker bij eede tsjaers elcke acker x st. facit j out schilt xxxviij st.
Nu bruijcker Jacob Gijsen tot Mijdrecht
Cornelis Claesz bruijckt xiij5 acker ende nogh een halff acker lants aen ‘t huijs tot Loenresloot, den acker tsjaers om xv st. facit v out schilt
Nu bruijckers Jan Henricxe van Spangen van vij5 acker, Cornelis Dircxsz iij5 acker, Cornelis Henricxsz omtrent ij5 acker
Lijsgen Gerrit Huibertsz weduwe bruijckt ses acker een vierendeel bij eede tsjaers den acker xv st. facit ij out schilt vj st.
Nu possesseur ende bruijcker Peter Albertsz
Claes Fredericxsz tot Nijert
[Bestand 206, fol. 197v]
twee acker landts, bruijckt Lijsgen voorsz den acker xv st. facit xxx st.
Nogh Willem Jacobsz tot Wilnis een acker bruijckt Lijsgen voorsz tsjaers om xv st.
Nu bruijcker der voorn. twee perceelen Gerrit Gerritsz Lijsgis
Jan Huijbertsz bruijckt elff acker min een derdendeel hem selver toebehorende den acker op xx st. geset [facit] v out schilt x st.
Nu bruijckers Jan Willem Segerumsz van vij acker min een derdendeel, Gerrit Gerritsz Lijsge ij acker, de kijnderen van Jan Peter Joostens een halven acker, de weduwe van Willem Ewoutsz Bodegraven een halven acker, Lijsbeth Jansz 1 acker
Gijsbert Willemsz van Hofflandt
[Fol. 198]
bruijckt thien acker hem selver toebehoorende, bij eede tsjaers den acker xx st. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu bruijckers Anna wedeuwe van Peter Willem Veenen van vj acker, Belichgen Jan Joosten weduwe iiij acker
Adriaen Willemsz bruijckt vijff acker hem toebehorende, den acker om x st. facit j out schilt viij st.
Nu bruijckers Willem Petersz Veen iij5 acker, Cornelis Dircxsz j5 acker
Willem Jacobsz Veen bruijckt xxj5 acker bij eede t’sjaers den acker om xv st. facit vij out schilt xxxviij5 st.
Nu bruijckers Willem Petersz Veen voor v5 acker, Jan Aelbertsz vj acker, Pieter Cornelisz vj acker, Aelbert Jacobsz iiij acker
[Bestand 207, fol. 198v]
Mijn heer van Rennenborgh twee acker lands bruijckt Gerrit Henricxe tsjaers om xix st. den acker facit xxxviij st.
Nu bruijcker Henrick Gerritsz
Noch bruijckt Gerrit voorsz een acker lands, ende hij te leen hout van ‘t hoff van Ruweel tsjaers om xv st.
Nu bruijcker Henrick Gerritsz
Noch bruijct Gerrit voorsz xvij acker landts hem selven toebehorende bij eede tsjaers den acker om xv st. facit vj out schilt iij st.
Nu bruijckers Jan Albertsz vij acker, Cornelis Albertsz vij acker, Henrick Gerritsz iij acker
Jan Mertensz tot Mijdrecht, bruijckt ses acker lants den acker bij eede tsjaers om x st. facit j out schilt xviij st.
Nu bruijckers d’kijnderen van Dirk Gerrit Dircxsz ende Louweres Gerritsz tot Mijdrecht
[Fol. 199]
Jan Hermansz bruijckt vier acker tsjaers den acker om x st. facit xl st.
Nu bruijckers Jan Zegerum ende Coman Jan
Die heere van Rennenborgh ses acker landts, bruijckt Cornelis Henricxsz den acker tsjaers om xv st. facit ij out schilt vj st.
Nu bruijckers Peter Albertsz iiij5 acker, Henrick Gerritsz j5 acker
Noch bruijckt Cornelis voorsz acht acker landts, daer die erffgen. van Joost Dircxsz tot Wilnis een halven acker ende dat gilt drie vierendeel off toebehooren bij eede tsjaers den acker om xv st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu bruijckers Aelbert Jacobsz Bestelroer van iiij acker min een vierdel, Cornelis Goloffsz van Vinckeveen iiij acker ende een vierdel
Noch bruijckt Cornelis voorsz iij5
[Bestand 208, fol. 199v]
acker tsjaers den acker xv st. facit j out schilt x5 st.
In de marge: bij appointemt. van den 19en november 1604 geroijeert alsoo dit perceel niet te vinden en is
Reijer Eerstensz bruijckt vij acker hem selven toebehoorende den acker tsjaers om xij st. facit ij out schilt
Nu bruijckers Gijsbert Jansz ij acker ende anderhalff vierendeel, Dirck Hendrick Reijers tot Mijdrecht ij acker anderhalff vierdel, Jonge Cornelis Sijmonsz alias Neleman ende Willem Ariaens cum socijs ij acker j vierdel
Sijmon Willemsz bruijckt een acker tsjaers om xij st.
Nu possesseur d’erffgen. van Bucho van Montzima
Segerum Jansz bruijckt vijff acker tsjaers om x st. facit j out schilt viij st.
Nu bruijcker Jan Zegerumsz
[Fol. 200]
Marten Outen bruijckt vijff acker tsjaers den acker om x st. facit j out schilt viij st.
Nu bruijcker Gijsbert Jansz
Gerrit Ghijsen bruijckt xiij acker lands hem selven toebehoorende, den acker op x st. [facit] j out schilt xxiiij st. viij dr.
Nu bruijckers Segerum Meusz iij acker j derdendeel, daer onder een halff mergen leengoet van ‘t huijs te Loenresloot, Dirck Jansz ende Elbert Claesz van Camerick iij acker j derdendeel
In de marge: Alsoo van dit perceel niet meer gevonden werd dan vj acker ende ij derdendelen van een acker daerom bij appointemt. van de ix novemb. 1604 gemodereert pop j out schilt xxiiij st. viij dr.
Bernt Gijsbertsz vij acker bij eede tsjaers den acker om x st. facit j out schilt xxviij st.
Nu bruijckers Gijsbert Jansz vj acker Marten Gijsbertsz Gerritsz in Mijdrecht j acker
Novalia
Item nogh een perceeltgenlants responderen aende Hollandtse meent competerende die vier ambachten geset op j out schilt
[Bestand 209, fol. 200v]
Lijsbeth Jans bruijckt twee acker geset op 1/2 out schilt
In de marge: Bij appointemt. van xxxen septemb. gemodereert op een half out schilt
Westveen
Jan Jansz Schouth, bruijckt ses acker landts, hem selven toebehoorende bij eede ‘t sjaers den acker om x st. facit j out schilt xviij st.
Nu bruijcker Jan Henricxsz alias Coman Jaep van Woerden
[Fol. 201]
Joost Dircxsz erffgenamen sevend’halff acker lands, bruijckt Jan voorsz den acker t’sjaers om x st. facit j out schilt xxiij st.
Nu bruijckers Tamis Jacobsz iij5 acker, Jacob Willemsz j acker j derdendeel, Jan Cornelisz Botterman j acker j derdendeel
Frans Gijsbertsz bruijckt ij5 acker hem selven toebehorende tsjaers om x st. facit xxv st.
Geel Jansz bruijckt vijff acker lants hem selven toebehoorende den acker om x st. facit j out schilt viij st.
Willem Jacobsz Veen ij5 acker tsjaers om x st. den acker facit xxv st.
Nu bruijcker Aelbert Jacobsz in Wilnis
[Bestand 210, fol. 201v]
Jan Jansz Coll bruijckt ij5 acker hem toebehorende tsjaers om xxv st.
Herman Jansz bruijckt xiiij acker eijgen lands, tsjaers den acker om x st. facit iij out schilt xiiij st.
Nu bruijckers Jan Claesz x acker, d’erffgen. van Jan Peter Joostensz iiij acker
Gijsbert Dircxsz bruijckt ses acker eijgen lants tsjaers om x st. facit j out schilt xviij st.
Nu bruijckers Damis Jansz iiij acker, Egbert Fredericxsz j5 acker, Gerrit Dircxsz een halve acker
Willem Albertsz bruijckt xiij acker ende is Zuijlens landt tsjaers den acker om x st. facit iij out schilt iiij st.
Nu bruijckers Jan Michielsz cum socijs van vj5 acker Zuijlens landt
[Fol. 202]
Bouwen Thonisz iij acker Anna Peter Willem Veenen ij ackeren ende een derdendeel, Gijsbert Gijsbertsz verckendrijver j acker ende een sestendeel
Noch Cornelis Dircxsz j5 acker lants bruijckt Willem voorsz tsjaers om xv st.
Nu bruijckers d’erffgenamen van Willem Barensz woonende inde Geer
Noch bruijckt Willem voorsz ij acker ij derdendeel eijgen landts tsjaers den acker om x st. facit xxvj5 st.
Nu bruijckers Jan Michielsz j5 acker, Gijsbrecht Dircxsz een halve acker twee derdendeelen
Willem Jansz bruijckt iiij acker geset den hoop op j out schilt
Nu bruijckers Damis Jansz iij acker, Jacob Willemsz j acker
[Bestand 211, fol. 202v]
Gijsbert Sijmonsz bruijckt x5 acker landts, hem eijgen toebehoorende bij eede tsjaers om x st. den acker facit ij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer mr. Ghijsbert Willemsz van der Nes, bruijcker Damis Mertensz, ende is ij5 acker eijgen ende viij acker Suijlens
Jan Egbertsz bruijckt iiij acker daer Wouter van Diemen vij5 mergen ende Joost Dircxsz erffgen. iij mergen min ij5 hondt off toebehooren, Wouter van Diemen geeft hij jaerlijcx viij gul. v st. Joost Dircxsz xxx st. ende hij selff is schuldigh vj gl. vj5 st. facit vij out schilt xxvij5 st.
Nu eijgenaer d’erffgen. van mr. Dirck Verkerck iij acker, bruijcker Gerrit Willemsz in Spengen, ende Henrick Willemsz in Camerick j acker
Joost Dircxsz erffgen. bruijcken vij acker den acker tsjaers om xiiij st. facit ij out schilt xiiij st.
Nu bruijcker Gijsbert Gijsbertsz verckendrijver
[Fol. 203]
Dirck Gerritsz bruijckt negen acker min een derden deel hem toebehoorende bij eede ‘t sjaers om x st. den acker facit ij out schilt iij st.
Nu bruijckers Gerrit Jansz Costerman iiij acker j derdendeel, Willem Gijsen in Spengen iiij5 acker toebehoorende de weduwe van Jan van Selmont
Claes Petersz tot Amsterdam xij acker landts, bruijckt Dirck voorsz den acker tsjaers om x st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu bruijckers Damis Jansz v acker j derdendeel, Gerrit Jansz Kos j5 acker, d’erffgen. van Jan Petersz Proost van Amsterdam competeren j5 acker, bruijcker Jan Petersz Waterlander, d’erffgenamen van Claes Boelensz van Amsterdam j acker j derdendeel, nu bruijcker Damis Jansz, Elisabeth Dircx j halff acker j derdendeel, Bouwen Thonis j halff acker
Noch ‘t Goidshuijs van Woerden drie acker
[Bestand 212, fol. 203v]
ende een derdendeel landts bruijckt Dirck voorsz den acker x st. facit xxxiij5 st.
Nu bruijcker Gerrit Jansz Kos tijmerman
Gerrit Adriaensz bruijckt drie acker landts hem selven toebehoorende tsjaers den acker om x st. facit xxx st.
Nu bruijcker Gerrit Jansz Kos voorn.
Goidtshuis tot Wilnis twee acker lants bruijckt Henrick Aelbertsz den acker x st. facit xx st.
Nu bruijckers Clara Henrick Albertsz weduwe ende Dirck Adriaens in de Noortse buert elcx van een acker
Cornelis Dircxsz bruijckt v5 acker min een vierendeel hem toebehoorende bij eede ‘t sjaers den acker om x st. facit j out schilt xiij st.
Nu bruijckers d’nagelaten kijnderen van Jan Pieter Joosten iiij acker, Gijsbert Dircxsz j5 acker
[Fol. 204]
Drie pastooren van Mijert ende Wilnis t’samen twee acker bruijckt Jan Willem Petersz geset op xx st.
Nu bruijckers Dammis Jansz ende d’erffgen. van Willem Barentsz
Noch ‘t Goodtshuijs tot Wilnis vier acker bruijckt Jan voorsz geset op j out schilt
Nu bruijckers alsvooren
Gerrit Willems ende Cornelis Willemsz twee acker ende derdendeel tsjaers den acker om x st. facit xxiij st.
Nu bruijckers Peter Willemsz ende Gerrit Henricxsz van Sevenhoven
t’Convent van Outwijck drie acker ende een derdendeel bruijckt Catrijn Gerrit Romersz tsjaers den acker om ix st. facit xxviij st.
Nu bruijcker Jan Roemertsz aen den ouden Dam
[Bestand 213, fol. 205]
Wthoorn
Dit nabeschreven landt is gelegen in Blocklandt onder dat schout ampt van den Wthoorn toebehoorende die bueren van Mijdrecht, elcke acker groot sijnde ij5 mergen
Marie Elberts wijff, bruijckt vier acker bij eede tsiaers den acker xxv st. facit ij out schilt xvj st.
Nu bruijckers Dirck Crijnen ende Marten Ouwe Jannen
Pieter Martensz bruijckt viij acker een derdendeel min, iij acker een derdendeel min bij eede tsjaers den acker om xx st. facit j out schilt xj5 st.
Ende die v acker tsjaers den acker j phs. gul. facit tzamen iiij out schilt x5 st.
Nu bruijckers Willem Petersz Fijen ende Dionijs Henricxsz, Willem Martensz ende Cornelis Cornelisz
[Bestand 214, fol. 205v]
Noch bruijckt Marie Elberts wijff van Bernt van Rumelaers dochter een derdendeel van een acker, bruijckt Peter Willemsz tsjaers om viij5 st.
Nu bruijckers Gerrit Rembrantsz, Hubert Cornelisz Kant, Jan Cornelisz Kant ende Jacob Claesz Vaendel
Neel Gheesen bruijckt vijff acker min een derden deel den acker tsjaers om j phs. gl. facit ij out schilt xxxiij st.
Nu bruijckers Jonge Neel Proost, Jan Ghijssen, Cornelis Jan Wevers ende Aelbert Roetersz
Die proost van Sint Jans t’Utrecht xiiij acker bruijckt Thijs Gerritsz tsjaers om xxxiiij k. gul. facit xvj out schilt viij st.
Nu bruijcker Hubert Jansz Cleijenaer
t’Goodshuijs tot Mijdrecht twee acker
[Fol. 206]
min een derdendeel bruijckt die kerckmr. den acker tsjaers om j phs. gl. facit j out schilt
Nu bruijcker Aelbert Gijsbertsz Spelt
Jacob Volpertsz xij acker een derdendeel den acker ‘t siaers om j phs. gul. facit vij out schilt xiiij st.
Nu bruijckers Jan Gerrit Jan Claesz, Cornelis Jan Pietersz, ende Jan Jacob Gerridden
Henrick Fredericxsz, bruijckt twee acker een derdendeel den acker xxv st. facit j out schilt xvj st.
Nu bruijckers Willem Martensz Schouten, Pieter Dircxsz, IJsbrant Gerritsz ende Jan Gielisz
Willem Fredericxsz bruijckt twee acker
[Bestand 215, fol. 206v]
een derdendeel min, den acker tsiaers om xxv stuijvers facit j out schilt
Nu bruijckers Jan Gerrit Jacobsz ende Jan Henrickse
Den Ouden Jan Gijsen, bruijckt iij acker min een derdendeel, den acker tsjaers om j phs. gl. facit j oudt schilt xxv st.
Nu bruijckers Hubert Marten Cornelisz ende Pieter Cornelis Pieter Jaepgens
Willem Gijsbertsz bruijckt elff acker den acker tsjaers om xxv st. facit vj out schilt xxiij st.
Nu bruijckers Thomas Jansz, Adriana Dircx dochter, Trijn Gerrit Jacobs, Henrick Willem Bouwens, ende Marten Jansz Croock
Gijsbert Martensz bruijckt drie acker
[Fol. 207]
een derdendeel min, den acker tsiaers om xxv st. facit ij oudt schilt
Nu bruijckers Gerrit Vreeck Doven, ende Merritgen Leen Bouwens
Dirck Frederickxsz, bruijckt eenen acker den acker tsiaers om xxv st.
Nu bruijcker Jan Leen Bouwensz
Marten Outen, bruijckt acht acker ende twee derdendeelen tsjaers den acker xxv st. facit v out schilt vj5 st.
Nu bruijckers Gerrit Vreeck Doven, Jan Crijnensz, Henrick Willemsz schout opten Uijthoorn, ende Jan Hubertsz
Gerrit Henricx weduwe bruijckt ij5 acker tsiaers, den acker xxv st. facit j out schilt xx5 st.
Nu bruijcker Henrick Jan Guessen
[Bestand 216, fol. 207v]
Geert Martens wijff, bruijckt drie acker landts tsjaers den acker xxv st. facit j out schilt xxxiij st.
Nu bruijckers Jonge Cornelis Martensz ende Trijn Gerrit Beselisz
Lobborch Gerrits weduwe, bruijckt drie acker min een derdendeel tsjaers den acker xxv st. facit j out schilt xxv st.
Nu bruijckers den boedel van Gangloff Cornelisz Buijsgen, Allert Claesz ende Arijs Jansz
Jan Gerritsz drie acker tsjaers den acker j phs. gul. facit j out schilt xxxiij st.
Nu bruijckers Dirck Claesz Backer ende Jacob Fransz
Jan Jansz de Jong bruijckt vier ackeren een derdendeel min
[Fol. 208]
tsiaers den acker xxv st. facit ij out schilt viij st.
Nu bruijckersche Aeltgen Sijmons dochter weduwe van Jan Dircxsz Coomen
Cornelis Jansz bruijckt twee acker ‘s jaers den acker xxv st. facit j out schilt viij st.
Nu bruijcker Jacob Fransz
Gerrit Martensz bruijckt een acker tsjaers den acker xxv st. facit xxv st.
Nu bruijckers Cornelis Roetersz ende Pieter Huijgensz
Pieter Henricxsz bruijckt ses acker tsjaers den acker xxv st. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu bruijckers Jacob Roetersz, Henrick Cornelisz ende Jacob Thomasz Brouwer tot Leijden
[Bestand 217, fol. 208v]
Marie Vrericx wijff bruijckt een acker min een derden deel ‘t siaers den acker om xxv st. facit xvij st.
Nu bruijcker Jan Gielisz
Cornelis Willemsz bruijckt vij5 acker min een derdendeel tsiaers den acker om xij st. facit ij out schilt ij st.
Nu bruijcker Henrick Willemsz schout opten Vuijthoorn
Cornelis Splintersz bruijckt twee acker, den acker t’siaers om j phs. gul. facit j out schilt viij st.
Nu bruijckers Claes Arentsz Besuijen, Ouwe Cornelis Claesz ende Jan Jacobsz van Amsterdam
Willem Bael bruijckt twee acker tsjaers den acker om xxv st. facit j out schilt viij st.
Nu bruijckers Pieter Walichsz ende Frederick Allertsz
[Fol. 209]
Dirck Joosten, bruijckt drie acker ‘t sjaers den acker om xxv st. facit j out schilt xxxiij st.
Nu bruijckers Jan Gerritsz ende Robbrecht Lambertsz
Dit nabeschreven landt, is gelegen onder dat schout ambocht van Blocklandt inde proostije van Sint Jans t'Utrecht
Sinte Claes prochie ‘t Utrecht drie acker min een derdendeel, bruijckt Huijch Sijmon IJsbrantsz ‘t siaers den acker om xxv st. facit j out schilt xxv st.
Nu bruijckers Dirck Cornelisz ende Merritgen Cornelis dochter
Nogh bruijckt Sijmon voorsz
[Bestand 218, fol. 209v]
een acker ende een derdendeel tsjaers om xxviij st.
Nu bruijckers Jan Sijmonsz Gorter ende Jan Claes Meus Ghijsen
Noch t’Capittel van Sint Jans t’Utrecht drie acker min een derden deel bruijckt Sijmon voorsz tsjaers den acker om xxx st. facit j out schilt xxxviij st.
Nu bruijckersche Belij Thonisdr
Sijmon Fredricxsz bruijckt ses acker een derdendeel, den acker tsjaers om v st. facit xxxj5 st.
Nu bruijckers Aeltgen Claes dochter, Huijgh Jan Huijgen, ende Jan Jansz Besuijen
Noch bruijckt Sijmon voorsz drie acker een derdendeel in
[Fol. 210]
Hollandt behoorende, den acker tsjaers om x st. facit xxxiij st.
Nu bruijckers Jan Aertsz Besuijen, Dirck Jan Martsz, ende Huijch Pieter Huijgen
Dat Goodtshuijs van Cuijdelstert twee acker bruijckt Aelbert Henricxsz tsjaers om ij k. gul. facit xl st.
Nu bruijcker Gerrit Claesz
Noch bruijckt Aelbert voorsz xxiij acker verdolven landt, den acker tsjaers getauxeert op xxv st. facit xiij out schilt xxix st.
Nu bruijckers Robrecht Lambertsz, Jacob Thomasz Brouwer tot Leijden, Henrick Ariensz, Cors Dircksz, Claes Arien Heijnen ende Claes Jacobsz
Cornelis Michielsz bruijckt x5 acker
[Bestand 219, fol. 210v]
een derdendeel tsjaers den acker xxv st. facit vj out schilt viij5 st.
Nu bruijcker Sijmon Jacob Emen
Jacob Jansz Meijnt, bruijckt thien acker t’sjaers, den acker xxx st. facit vij out schilt vj st.
Nu bruijcker, Claes Jacob Emen
Noch bruijckt Jacob voorsz, drie acker ende een derdendeel twelck hij huijrt tsjaers den acker om xxx st. facit ij out schilt xvj st.
Nu bruijckers Jan Aertsz Besuijen, Huijgh Pieter Hugen, Frans Jansz ende den boedel van IJsbrant Sijmonsz
Cornelis Pietersz bruijckt in huerweer Rumelaers Camp, groot twee acker tsjaers den acker xxv st. facit j oudt schilt viij st.
Nu bruijcker Claes Arntsz Besuijen
[Fol. 211]
Die heeren van St. Jans t’Utrecht vij acker landts, bruijckt Coppen Volpertsz tsjaers den acker j phs. gul. facit iiij out schilt vij st.
Nu bruijckers, Jacob Ghijssen, ende Lauris Gerritsz van Mijdrecht
Noch bruijckt Coppen voorsz negen acker lants hem selver toebehorende tsjaers den acker vj st. facit j out schilt xij st.
Nu bruijckers Jan Gerritsz Roothals, Frederick Cornelisz ende Jacob Dircxe
Aert Jansz Besuijen, bruijckt acht acker ende een derden deel tsjaers den acker xxv st. facit iiij out schilt xl st.
Nu bruijckers Jan Jansz Besuijen, Gabriel Cornelisz, Jan Gerritsz, Evert Hugensz, Claes Dircxsz Zwart, Claes Coertsz
Noch bruijckt Aert voorsz vier acker
[Bestand 220, fol. 211v]
verdolven landts tsjaers den acker xxv st. facit ij out schilt xvj st.
Nu bruijckers Willem Jansz Speelman ende Pieter Jan Pieter Costersz
Niclaes Jansz bruijckt vier acker tsjaers den acker x st. facit xl st.
Nu bruijcker Cornelis Gerrit Bouwensz
Gerrit Jansz bruijckt vier acker een sesten deel min, den acker tsjaers vj st. facit xxx st.
Nu bruijckt Jan Fransz van de Gheer, Crijn Gerrit Belisz, Marten Cornelisz Slijpwer ende Janneken Florisdr
Claes Aertsz, bruijckt vier acker verdolven lants, den acker tsjaers om xvij st. facit j out schilt xxvj st.
Nu bruijckers Cornelis Gerrit Beselisz ende Frederick Dircxsz
[Fol. 212]
Gerrit Claesz bruijckt twee acker twee derdendeel den acker tsjaers om x st. facit xxiij5 st.
Nu bruijcker Claes Coertsz
Willem Dircxsz ende zijn moeder, bruijcken twee acker, den acker tsjaers om xxv st. facit j out schilt viij st.
Nu bruijcker Dirck Willem Lanen, Jan Neel Pouwelsz ende Cornelis Jacobsz Lammetgen
Noch bruijckt Willem voorsz xviij acker min een derden deel verdolven landts tsjaers den acker om vj st. facit ij out schilt ij st.
Nu bruijckers Pietertgen Dircx weduwe, Thiman Claesz, Dirck Cornelisz Smit, Merritgen Allertsz dr., Gerrit Vreeck Doven, Dieuwer Buijensdr, Henrick Claesz ende Lenard Claesz
Jan Jansz Besuijen bruijckt vijff acker
[Bestand 221, fol. 212v]
een sestendeel min, tsiaers den acker xxv st. facit ij out schilt xxxvij st.
Nu bruijckers Gerrit Gerrit Neeltges, Jan Saersz ende Jan Leen Bouwensz
Noch bruijckt Jan voorsz twee acker verdolven lants tsjaers den acker xxv st. facit j out schilt viij st.
Nu bruijcker Peter Gerrit Vrericken
Jan Gerritsz bruijckt iij5 acker tsjaers den acker xxv st. facit ij out schilt iij5 st.
Nu bruijckers Merritgen Leen Bouwens, ende Gerrit Fransse van der Aer
Noch bruijckt Jan voorsz ij5 acker den acker tsjaers om xvij st. facit j out schilt vj dr.
Nu bruijckers Frederick Gerritsz ende Marten Dircxsz
[Fol. 213]
Neel Jacob Pietersz weduwe ses acker min een vierendeel verdolven landts, den acker tsjaers om v st. facit xxix st.
Nu bruijcker Marten Claesz ter Aer, ende Claes Dircxsz
Frans Aertsz, bruijckt een acker een derdendeel den acker tsjaers om xxv st. facit xxxiij st.
Nu bruijckers, Cornelis Meusz, Jan Jansz Boot, ende Frans Jansz
Noch bruijckt Frans voorsz drie acker den acker tsjaers om xxv st. facit j out schilt xxxiij st.
Nu bruijckers Anneken Cornelisdr, Emmetgen Clemensdr ende Frans Jansz
Noch bruijckt Frans voorsz ij5 acker verdolven lants den acker tsjaers om xij st. facit xxx st.
Nu bruijckers Claes Willem Bouwensz, Pieter Clemensz ende Claes Meusz
[Bestand 222, fol. 213v]
Aert Adriaensz Cuper bruijckt elff acker den acker tsjaers om xxv st. facit vj out schilt xxiij st.
Nu bruijckers Laures Reijersz, Rembrant Gerritsz, IJsbrant Michielsz, Claes Jansz, Jan Neel Pauwelsz, den boedel van Dirck Michielsz
Noch mr. Steven van Ruwelaer twee acker een derdendeel bruijckt Aert voorsz den acker tsjaers om j phs. gl. facit j out schilt xvj st.
Nu bruijckers Jacob Cornelisz Borst ende Thonis Hargen
Peter Jacobsz bruijckt negen acker verdolven landts tsjaers den acker vj st. facit j out schilt xij st.
Nu bruijckers Aert Cornelisz Domp, Claes Harmen Alewijns, Claesgen Alberts, Jan Jansz, Jonge Cornelis Aertsz Domp ende Claes Saersz
Noch bruijckt Peter voorsz een acker
[Fol. 214]
maetlants ‘t siaers den acker om xxv st.
Nu bruijckers Pieter Pietersz Fijen, Gielis Pietersz, ende Geert Cornelisz
Aelbert Henricxsz, bruijckt x5 acker den acker tsjaers om xx st. facit v out schilt
Nu bruijckers Pieter Pietersz Fijen, Hubert Gerritsz, Sijburch Jansdr, Dirck Aertsz, Neeltgen Arijs Peerboom
Noch bruijckt Aelbert voorsz ses acker den acker tsjaers om vj st. facit xxxvj st.
Nu bruijckers Jan Claes Jansz, Dirckman Dircksz, Arijs Jansz, Cornelis Jan Hugensz
Gijsbert Henricxsz, bruijckt iij acker den acker tsjaers om xxv st. facit j out schilt xxxiij st.
Nu bruijckers Pieter Heeren, Trijn Sentendr, Dirck Pieter Jansz, Maerten Cornelisz van Nijeveen
[Bestand 223, fol. 214v]
Henrick Henricxsz bruijckt iij acker ‘t sjaers den acker om xxv st. facit j out schilt xxxiij st.
Nu bruijckers Eleman Ghijssen ende Jonge Cornelis Claesse
Claes Fransz ses acker den acker tsjaers j phs. gul., facit iij out schilt xxiiij st.
Nu bruijckers Arien Huberden, Jan Saersz kijnderen, Cornelis Claes Marten Outen, Merritgen Willems van Aelsmeer ende Gerrit Rembrantsz
Willem Florisz ij5 acker, den acker t’sjaers om vj st. facit xv st.
Nu bruijckers Cornelis Ghijssen van Thamen, Pieter Fransz Robbe, ende Jan Cornelisz Borst
Gerrit Willemsz drie acker den acker vj st. facit xviij st.
Nu bruijcker Gerrit Bouwensz
[Fol. 215]
Joachim Cornelisz twee acker t’sjaers den acker om vj st. facit xij st.
Nu bruijckers Cornelis Ghijs Meus Ghijssen ende Cornelis Hergensz
Jonge Claes van Sevenhoven j5 acker tsjaers om xxxvij5 st.
Nu bruijckers Aeltgen Sijmonsdr weduwe van Dircxsz Coomen, ende Dirck Willemsz van Aelsmeer
Marten Hugensz drie acker tsjaers den acker j phs. gul. facit j out schilt xxxiij st.
Nu bruijckers, Thonis Jan Fransz ende Jan Martsz van Mijdrecht
Noch Marten vier acker een derdendeel den acker tsjaers om x st. facit xl st.
Nu bruijckers Reijer Herchsz, IJsbrant Michielsz, Baert Dirck Baerts, ende Pieter Jan Sijmonsz
[Bestand 224, fol. 215v]
Die kerck tot Calslagen j5 acker, den acker xv st. facit xxij5 st.
Nu bruijckers Jan Claes Jacobsz ende Jan Aertse Besuen
Cuijdelsteert
Dit zijn die mergentalen van de besworen kerff van Cuijdelsteert, gelt ende geeft in Hollandt in den Haege
Cornelis IJsbrantsz bruijckt xiiij mergen
Pauwels Jansz bruijckt xv mergen
Thijman Willemsz bruijckt viij mergen
Peter Jacobsz bruijckt iij mergen
[Fol. 216]
Jacob Cornelisz bruijckt vij mergen
Willem Roeloffsz schout bruijct v mergen
Sandries Claesz bruijckt xx mergen
Cornelis Florisz bruijckt xx mergen
Gijsbert Gijsbertsz bruijckt iij mergen
Reijer Gerritsz bruijckt vij mergen
Jan Gijsbertsz bruijckt iiij mergen
IJsbrant Ernstensz bruijckt xix mergen
[Bestand 225, fol. 216v]
Peter Jansz erven bruijcken iiij mergen
Catrijn Gijsberts weduwe bruijct v mergen
Gijsbert Pouwelsz bruijckt xx mergen
Floris Cornelisz bruijckt x mergen
Sijmon Petersz bruijckt x mergen
Claes Aerntsz bruijckt ix mergen
Frans Jacobsz den edelen bischop bruijckt v mergen
Jan IJsbrantsz iij mergen
[Fol. 217]
Dirck Fransz bruijckt vj mergen
Laurens IJsbrantsz bruijckt iij mergen
Frans Aerntsz bruijckt xv mergen
Aelbert Adriaensz bruijckt vj mergen
Jan Petersz bruijckt xiiij mergen
Jan Jansz Snijder bruijckt xiiij mergen
Aelbert Martensz bruijckt j mergen
Jonge Jan Jansz Besuen bruijckt xv mergen
[Bestand 226, fol. 217v]
Cornelis Sijmonsz bruijckt xj mergen
Sijmon Gerritsz bruijckt xv mergen
Pauwels Aerntsz bruijckt vj mergen
Cornelis Bruijnstael, bruijckt iiij mergen
Claes Fransz bruijckt ij mergen
Hubert Jacobsz bruijckt ij mergen
Frans Henricxsz bruijckt ij mergen
[Fol. 218]
Dese naebeschreven ackertalen leggen in Steenwijck ende sijn mede Gelders, ende consorten van die van versworen kerff van Cudelsteert
Dat Goidthuijs van Cuijdelsteert
Dat Goidthuijs voorsz mette pastoer aldaer t’samen ij acker
Dirck Fransz heeft iij acker
Noch Dirck voorsz een acker verdolven landts
Frans Jacobsz de Bischop een acker
Meus Gijsbertsz iij5 acker
Noch Meus voorsz viij acker verdolven lants
[Bestand 227, fol. 218v]
Hubrecht Jacobsz iij5 acker daer j5 acker off verdolven is
Peter Claesz heeft iij acker verdolven lands
Claes Petersz heeft iij acker verdolven landts
Jacob Jansz 1/2 acker verdolven lands
Dat Goidtshuijs van Aelsmeer heeft ses acker
Dat Goidtshuijs van Calslagen heeft j5 acker behoorende in Hollandt
IJsbrant Jacobsz heeft j acker j sestendeel
Henrick Henricksz heeft iij acker
[Fol. 219]
Jan IJsbrants heeft een acker een derden deel verdolven landts
Floris Geerloffs j acker
Cornelis Dircxsz heeft j acker verdolven landts
Catrijn Dircx heeft ij acker
Claes Jansz heeft j5 acker verdolven landts
Rijmburgh Jans vijff acker verdolven lants
Merrichgen Clemens iiij5 acker verdolven landts
[Bestand 228, fol. 220]
Camerick der ed. heeren staten gerecht
Henrick Mathijsz bruijckt ses mergen landts hem selver toebehoorende bij eede tsiaers den mergen j out schilt facit vj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Hugensz
Noch die Reguliers ‘t Utrecht drie mergen landts erffpachts, bruijct Henrick voorsz bij eede tsjaers om iij oudt schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Luijt Cornelisz van ij5 mergen, ende Claes Hugensz van een halff mergen
Die heeren vanden Dom t’Utrecht vier ende dertigh mergen ende een halff mergen landts, bruijckt Jacob Jan Hendricxsz tsjaers om lxix k. gl. facit xxxij out schilt xxxviij st.
Den eijgenaer blijft bruijcker Splinter Jacobsz
Noch die Gerwerscopers een halff
[Bestand 229, fol. 220v]
mergen landts, bruijckt Jacob voorsz tsjaers om xxj st.
Den eijgen blijft, bruijcker Splinter voorsz
Noch een mergen lands Jacob voorsz selver toebehoorende tsjaers om j out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Splinter voorsz
De heeren van Ste. Peters t’Utrecht thien mergen landts bruijckt Gerrit van Winssen tsjaers die mergen om iij gl. xvij st. facit xviij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, bruijcker Egbert Thonisz
t’Convent van Outwijck vier ende twintighst’halve mergen lants, bruijckt Herman Henrick Coel t’siaers om xx k. gulden xiiij stoppen botteren elcke stop xxxv st. facit t’samen xxj out schilt viij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Reijer Gijsbertsz ende Jan Claesz Koel
[Fol. 221]
Noch ‘t convent van Sint Servaes t’Utrecht twee mergen lands, bruijckt Herman voorsz tsjaers om ij out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Reijer ende Jan voorsz
Noch die kerck tot Camerick een halff mergen landts, bruijckt Herman voorsz t’sjaers om xij5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Reijer ende Jan voorsz
t’Convent van St. Servaes t’Utrecht vier en veertigh mergen landts bruijckt Claes Jansz tsjaers om xliiij out schilt
Den eijgen blijft, bruijckers Claes Stoffelsz ende Luijt Cornelisz
Die heeren van St. Peters t’Utrecht x mergen lants bruijckt Dirck Zegersz tsjaers om x out schilt
Den eijgenaer blijft bruijcker Cornelis Jansz
[Bestand 230, fol. 221v]
Noch ‘t convent van St. Servaes xxvj mergen landts, bruijckt Dirck voorsz t’sjaers om xxij out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Cornelis Jansz
Noch ‘t convent voorsz achtien mergen lants bruijckt Herman Dircxsz tsjaers den mergen om ij phs. gl. facit xxj out schilt xviij st.
Den eijgen blijft, bruijcker Claes Stoffelsz
t’Convent van Outwijck drie mergen landts bruijckt Herman Dircxsz voorsz ‘t sjaers den mergen ij phs. gl. facit iij out schilt xxiiij st.
Den eijgen blijft, bruijcker Claes voorsz
Noch bruijckt Herman voorsz twee mergen landts die hij te leen houdt van de heeren staten tsjaers om ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Stoffelsz
[Fol. 222]
Noch die kerck tot Camerick een mergen landts, bruijckt Herman voorsz ‘t sjaers om j out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes voorsz
Sinte Margrieten gasthuijs tot Utrecht xiiij mergen landts, bruijckt Jan Sijmonsz tsjaers om xxxv k. gl. facit xvj out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, bruijcker Jan Jansz
Noch die abdisse tot Oudtwijck vijff mergen lants bruijckt Jan voorsz t’siaers om xij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Den eijgen blijft, bruijcker Peter Jansz
Noch die kerck tot Camerick twee mergen lants, bruijckt Jan voorsz tsjaers den mergen om ij phs. gl. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Peter voorsz
[Bestand 231, fol. 222v]
Noch elff mergen landts Jan voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen ij phs. gl. facit xiij out schilt iiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Peter voorsz
t’Convent van Outwijck, ses mergen lands, bruijckt Huijgh Zegersz tsjaers de mergen ij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Den eijgen blijft, bruijcker Segerum Segerum Gerritsz
t’Convent van St. Servaes xiij mergen landts, bruijckt Jan Egbertsz tsjaers den mergen ij k. gl. facit xij out schilt xvj st.
Den eijgen blijft, bruijcker Gerrit Jansz
Noch Floris Foeijt negen mergen twee hont lants, bruijckt Jan voorsz den mergen tsjaers om ij phs. gl. facit xj out schilt iiij5 st.
Nu eijgenaers Gerrit Jansz, ende de kijnder Cors Fransz, bruijcker Gerrit Jansz
[Fol. 223]
Noch ‘t convent van Outwijck thien mergen lands, bruijckt Jan voorsz tsjaers om xvij k. gl. facit viij out schilt iiij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Segerum Cornelisz
Noch die kerck tot Camerick ij5 mergen landts, bruijckt Jan voorsz tsjaers den mergen om xxviij st. facit j out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, bruijcker Segerum voorsz
Noch die vicarie een halff mergen landts, bruijckt Jan voorsz tsjaers om xvj st.
Den eijgen blijft, bruijcker Segerum voorsz
Noch acht mergen ende vier hond lants Jan voorsz selver toebehorende tsjaers den mergen om ij phs. gl. facit x out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer Gerrit Jansz ende de kijderen Cors Jansz van iiij mergen iiij hont, bruijcker Gerrit Jansz, ende Segerum Cornelisz eijgenaer ende bruijcker van iiij mergen
[Bestand 232, fol. 223v]
Jacob Jacobsz in Luttekenhuijs weduwe van iij5 mergen lants, bruijckt Dionijs Huijgensz tsjaers om viij k. gl. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Thonis Jansz ende d’weduwe Jacob Jansz
t’Convent van Outwijck xix mergen lands bruijckt Gosen Jansz tsjaers den mergen ij phs. gl. facit xxij out schilt xxvj st.
Den eijgen blijft, bruijcker Claes Jansz
Noch Gerrit Pruet iij5 mergen lants bruijckt Gossen voorsz ‘tsjaers om x k. gl. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Jansz ende Henrick Thijsz Bors
Noch Gerrit Spijcker anderhalve mergen lants, bruijckt Gosen voorsz die mergen om ij phs. gl. facit j out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan ende Henrick voorsz
[Fol. 224]
Nogh twee mergen lants Goessen voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaers om ij phs. gl. den mergen facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan ende Henrick voorsz
Noch die dienaers t St. Jacobs t’Utrecht een mergen landts, bruijckt Goessen voorsz tsjaers om xxij st.
Den eijgen blijft, bruijckers Jan ende Henrick voorsz
t’Convent van St. Servaes t’Utrecht een mergen landts, bruijckt Jacob Bartholomeusz tsjaers om j out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jansz Grotenhuijsen
Noch een mergen lands Jacob voorsz selver toebehorende bij eede tsjaers om j out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Cornelisz Bom
[Bestand 233, fol. 224v]
Hendrick Dircxsz aende Haer, twee mergen lants, bruijckt Jan Henricxsz den mergen tjsaers om iij k. gl. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Stoffelsz
t’Convent van Oudtwijck negen ende dertigh mergen landts, bruijckt Willem Jansz van Meerlogen, den mergen sjaers om iij k. gul. ix stoppen botteren, die stop xxxv st. facit lxiij out schilt ix st.
Den eijgen blijft, bruijcker Joosgen Willem Jansz weduwe
Neeltgen Reijer Dircxsz weduwe negen mergen lants haer selver toebehorende, bij eede tsjaers den mergen om iij5 k. gul. facit xv out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Stoffelsz
Cornelis Gerritsz ende Gerrit Willemsz
[Fol. 225]
van wegen die gemeen bueren van Teckoop, twee mergen min een derdendeel, t’welk gelegen is in Hollandt, blijft ergo met een mergen twee hondt, bruijckt Cornelis Willemsz tsjaers om iiij k. gl. facit j out schilt xxxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Ariensz Molenaer
[Bestand 234, fol. 225v]
Camerick op de mijzijde
Gerrit Boeckeltsz tot Leijden xvij mergen landts, bruijckt Jan Gijsbertsz op Schulenborgh, ende is keijsers taeffel goet tsjaers den mergen ij k. gul. xiiij st. facit xxj out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer Jan Gerritsz Buijtenwech tot Leijden, bruijckers Claes Gerritsz van xv mergen, ende Dirck Jansz Schulenborgh van ij mergen
Die klij. maj. ix mergen lants, heeft gehuurt, Cornelis Fransz tsjaers den hoop om xxxviij k. gul. facit xviij out schilt iiij st.
Nu eijgenaer d’graefflijckheijt van Hollandt, bruijcker Pieter Pietersz
Stijn Frans Gijsbertsz weduwe v5 mergen bruijckt Joost tsjaers om xv k. gul. facit vij oudt schilt vj st.
Nu eijgenaer Jan Gerritsz Buijtenwegh ende bruijcker Dirck Jansz Schulenborgh
[Fol. 226]
Noch Stijn Fransz weduwe tot Leijden twee mergen landts, bruijckt Jan voorsz die mergen om iij k. gl. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer Jan Gerritsz, ende bruijcker Dirck voorsz
Noch Crijstijn voorsz xj5 mergen ende nogh iij mergen, heeft gehuijrt Cornelis Fransz tsjaers om xxx k. gl. facit xiiij out schilt xij st.
Nu eijgenaer Jan Gerritsz bruijcker Dirck voorsz
Item Joost Pieter Gijsbertsz weduwe ende Amel Dirck Meusz weduwe t’samen xj mergen ende nogh iiij mergen erffpachts bruijcken sij selver bij eede die mergen iij k. gl. facit xxj out schilt xviij st.
Nu eijgenaer Claes Cornelisz Vloswijck vande helft, bruijcker Thomas Verlaen schout, ende Gerrit Jansz eijgenaer ende bruijcker van d’ander helft
Mijn vrouw van Oudtwijck xj5 mergen
[Bestand 235, fol. 226v]
landts bruijckt Jan voorsz den mergen tsjaers om iij5 k. gul. facit xix out schilt vij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Dircxsz Schulenborgh
Nogh mijn vrouw, voorsz vj5 hont landts, bruijckt Jan voorsz tsjaers om xviij st.
Den eijgendom blijft, bruijcker Henrick Segerumsz
Noch bruijckt Jan voorsz viij mergen min een halff hondt landts hem selven toebehorende bij eede v mergen die mergen xvj st., die iij mergen om iij phs. gul. facit tsamen iij out schilt xxix st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis
[Fol. 227]
Willemsz van iij mergen ende vande vijff mergen eijgenaer d’erffgen. van Jan Jansz Heijnensz, bruijcker Henrick Segerumsz
Neeltgen Dirck Rijckensz wedue bruijct xiij mergen min een hondt wesende keijsers taeffelgoet die mergen bij eede tsjaers om ij k. gl. facit xij out schilt ix5 st.
Nu eijgenaer Rutger Bruijnensz, ende bruijcker Gerrit Buijensz
Noch die kerck van Camerick j5 mergen lants taeffel goets, bruijckt Neelgen voorsz tsjaers den hoop om j out schilt ij st.
Nu eijgenaer Rutger, ende bruijcker Gerrit voorsz
Die vrou van Oudtwijck acht hondert taeffel goets, bruijckt Neeltgen voorsz tsjaers om j out schilt viij st.
Nu eijgenaer Rutger ende bruijcker Gerrit voorsz
[Bestand 236, fol. 227v]
Noch die vrouw voorsz xxiiij mergen lants taeffelgoets, bruijckt Mathijs Dirck Rijckensz tsjaers om xlv k. gl. v stoppen botteren de stop xxxv st. facit xxv out schilt xxv st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Mathijs Hermansz
Die kerck ende pastorie tot Camerick j5 mergen landts, bruijckt Peter Engbertsz tsjaers om ij phs. gul. facit j out schilt viij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Dircxsz van eende mergen, ende die pastorie voorsz van een halff mergen bruijckt Jan voorsz
Die heeren van St. Jans ‘t Utrecht vijff mergen landts, bruijckt Henrick Dircxsz ‘t sjaers den mergen om xxx st. facit iij out schilt xxiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Margriet Hermans weduwe ende Adriaen Jansz Roelen
Noch de vrouw van Oudtwijck iiij mergen
[Fol. 228]
twee hondt landts, bruijckt Henrick voorsz die mergen ‘t sjaers om xxxv st. facit iij out schilt xxxviij st.
Den eijgen blijft, bruijckers Margriet ende Adriaen voorsz
Noch Peter van Dalen t Utrecht twee mergen landts, bruijckt Henrick voorsz tsjaers die mergen j phs. gl. facit j out schilt viij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Margriet ende Adriaen voorsz
Sint Ewouts autaer in Woerden een mergen landts bruijckt Henrick voorsz tsjaers om xxxiiij st.
Den eijgen blijft, bruijckers Margriet ende Adriaen voorsz
Noch Sinte Niclaes gilde tot
[Bestand 237, fol. 228v]
Woerden een mergen landts, bruijckt Henrick voorsz om xxxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Margriet ende Adriaen voorsz
Noch bruijckt Henrick voorsz iij mergen min ij hondt lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers die mergen om ij k. gul. facit iij out schilt xx st.
Nu eijgenaers ende bruijckers, Margriet ende Adriaen voorsz
Die vrouw van Outwijck xxvj mergen lants keijsers taeffelgoet, bruijckt Claes Willem Jansz tsjaers om xlv k. gl. vij stoppen botteren elcke stop xxxv st. facit xxvij out schilt xxj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Claesz Focker
Nu die kerck van Camerick j5 mergen
[Fol. 229]
min een halff hondt taeffelgoets bruijct Claes voorsz tsiaers om xxv st.
Nu eijgenaer Joost Verhaer, bruijcker Willem Claesz Focker
Noch bruijckt Claes voorsz viij5 mergen taeffelgoets, hem toebehorende, die mergen bij eede tsjaers om xxv st. facit v out schilt ij5 st.
Nu eijgenaer Joost, bruijcker Willem voorsz
Noch Claes voorsz ij5 mergen leengoets t’welck van Merten van Rossum te leen gehouden wert, bij eede die mergen j phs. gul. facit j out schilt xx5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Mathijsz
Noch bruijckt Claes voorn. v5 mergen eijgen lands, hem toebehorende bij eede tsjaers den mergen j phs. gl. facit iij out schilt xj5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Thijs Willemsz ende Cornelis Mathijsz
[Bestand 238, fol. 229v]
Gerrit Cornelisz bruijckt sestien mergen ‘s keijsers tafelgoets, bij eede die mergen tsjaers om xvj st. facit vj out schilt iiij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Cors Lubbertsz van Pallaes, bruijcker Cornelis Dircxsz
Cornelis Claes Douwensz bruijckt zeven mergen taeffelgoets, bij eede tsjaers den mergen om xvj st. facit ij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. voorn., bruijcker Claes Cornelisz voorsz
Die kerck van Camerick iij5 mergen lants tafelgoets, bruijcken Jan ende Claes Cornelisz tsjaers den hoop om j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaersche ende bruijckt de weduwe van Henrick Claesz
Noch die pastorie van Camerick een halff mergen lants, tafelgoets, bruijcken Jan ende Claes voorsz bij eede tsjaers om viij st.
Den eijgen blijft, bruijckt d’weduwe voorsz
[Fol. 230]
Noch bruijcken Jan ende Claes voorsz drie mergen taeffelgoets, henluijden toebehoorende die mergen bij eede xvj st. facit j out schilt vj st.
Die kerck van Camerick vijff mergen lants bruijckt Jacob Dircxsz Verhuell bij eede die mergen om j phs. gul. facit ij out schilt xlj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Peter Gerritsz van Dobben
Noch Jan van Renesse t’Utrecht vij mergen min een hondt lants, bruijckt Jacob voorsz die mergen tsjaers om xxx st. facit v out schilt
Nu eijgenaers d’erffgen. van Renes bruijcker Peter voorsz
Noch die Buerkerck t’Utrecht vijff mergen een hont lants bruijckt Jacob voorsz die mergen tsjaers om xxiiij st. facit iij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Peter voorsz
[Bestand 239, fol. 230v]
Noch die vrouw van Oudtwijck een mergen landts, bruijckt Jacob voorsz tsjaers om xxx st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Jacobsz
Noch Gijsbert Aertsz tot Cockengen xij5 mergen landts, bruijckt Jacob voorsz tsjaers om xxix k. gul., een stop botteren gereeckent op xxxv st. facit xiiij [out] schilt xxvij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jacobsz voorsz
Die vrouw van Schagen xiiij mergen landts, bruijckt Claes Jansz die mergen bij eede tsjaers om xvj st. facit xv out schilt x st.
Nu eijgenaer die heer van Noortwijck, Jan Thomasz bruijcker
t’Convent van de Wittevrouwen t’Utrecht thien mergen lands, bruijckt Govert Dircxsz die mergen tsjaers om xviij st. facit iiij out schilt xij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Cornelis Jansz t’kijnt Jan Thomasz ende Mathijs Hermansz cum socio
[Fol. 231]
Noch Jacob Evertsz erffgenamen iij5 mergen lands, bruijckt Govert voorsz ‘t sjaers om iij k. gul. facit j out schilt xviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis Jansz, Jan Thomasz, ende Mathijs voorsz cum socio
Noch die heeren van St. Marien t’Utrecht ij5 mergen landts, bruijckt Govert voorsz tsjaers den hoop om j out schilt iij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers als voorsz
Noch Alit Claesz Woutersz ij5 mergen j5 hont lants, bruijckt Govert voorsz tsjaers den mergen om xx st. facit j out schilt xiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers voorsz
Noch die kerck van Camerick ij5 mergen landts, bruijckt Govert voorsz ‘t sjaers den hoop om j oudt schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers voorsz
[Bestand 240, fol. 231v]
Noch den armen tot Camerick eenen mergen landts bruijckt Govert voorsz tsjaers om xx st.
Nu eijgenaers ende bruijckers voorsz
Noch bruijckt Govert voorsz ij5 mergen j5 hondt landts, hem selver toebehorende die mergen j k. gl. facit j out schilt xiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers voorsz
Die kerck van Camerick vier mergen tafelgoets bruijckt Elsken Gerrit Aertsz mit hoer kijnderen bij eede die mergen om xvij st. facit j out schilt xxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Claes Hugensz
Noch die vicarie inde kerck tot Camerick van St. Jans autaer vier mergen lants tafel goets, bruijckt Elsgen voorsz bij eede die mergen om xix st. facit j out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer heer Jan van Os, bruijcker Claes voorsz
[Fol. 232]
Noch bruijckt Elsgen voorsz mit haer kijnder xxij mergen landts taeffelgoets henluijden toebehoorende bij eede die mergen xix st. facit ix out schilt xl st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes voorsz
Noch Agniet Jans dochter in Gerwerscop eenen mergen lands, bruijckt Elsgen voorsz tsjaers om xxv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes voorsz
Noch bruijckt Elsgen voorsz vijff mergen landts haer toebehorende bij eede die mergen om xxv st. facit ij out schilt xlj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes voorsz
Die heeren van Ste. Marien t’Utrecht xxviij mergen landts bruijckt Gijsbert Willemsz tsjaers den mergen om xxxv st. facit xxiij out schilt xiiij st.
Den eijgenaer blijft, nu bruijcker Cornelis Mertensz
[Bestand 241, fol. 232v]
Die graefflijckheijt van Hollandt xviij mergen lants, bruijckt Herman Jan Franckensz den hoop tsjaers om xv k. gl. facit vij oudt schilt vj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Gerrit Sijmonsz
Noch die kerck van Camerick vj5 mergen j5 hont lants, bruijckt Herman voorsz tsjaers den hoop om vij schilt facit ij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan voorsz
Noch bruijckt Herman voorsz ij mergen j5 hont lants, taeffelgoets hem selven toebehoorende bij eede die mergen om xvj st. facit xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan voorsz
Die kerck tot Camerick elff mergen lants taeffel goets, bruijckt Jan
[Fol. 233]
Willemsz den mergen om xxv st. facit vj out schilt xxiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Dirck Jan Dircxsz
Item nogh twee mergen lands, bruijct Jacob Dircxsz tsjaers om xxxv st.
Den eijgen competeert de kerck voorsz nu bruijckers Jacob Franckensz ende Crijn sijn soon
Noch die vicarius van St. Jans autaer inder kercke tot Camerick drie mergen landts taeffel goets, bruijckt Jan voorsz die mergen om j phs. gl. facit j out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer heer Jan van Os, bruijcker Dirck Jan Dircxsz
Noch mr. Oth tot Wijck een mergen landts taeffel goets, bruijckt Jan voorsz tsjaers om xx st.
Nu eijgenaer heer Jan Caspar canonick tot Oudemunster, bruijcker Dirck voorsz
[Bestand 242, fol. 233v]
Noch bruijckt Jan voorsz sestien mergen lants taeffelgoets, hem selver toebehorende geestimeert bij eede tsjaers den mergen om xxiij st. facit viij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck voorsz
Die vrouw van Outwijck elff mergen landts taeffelgoets, bruijckt Mathijs Dirck Reijersz die mergen tsjaers om xvj st. facit iiij out schilt viij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Willemsz
Noch die heeren van Ste. Marien t’Utrecht ses mergen landts erffpacht, taeffel goets, bruijckt Mathijs voorsz die mergen om xvj st. bij zijnen eede facit ij out schilt xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan voorsz
Noch bruijckt Matthijs voorsz vijff
[Fol. 234]
mergen landts taeffelgoets hem selven toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om xvj st. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan voorsz
Noch bruijckt Mathijs voorsz ses mergen tafel goets hem toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om xvj st. facit ij out schilt xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan voorsz
Gerrit Gerritsz Dobben, bruijckt xxij mergen landts tafel goets, bij eede die mergen tsjaers om xvj st. facit viij out schilt xviij st.
Nu eijgenaer Claes Jeroensz, bruijckers Dirck Willemsz ende Willem zijn zwager
Egbert van Schonenburgh t’Utrecht xxvij mergen landt, bruijckt Diloff Gerrit Rorijs, die mergen tsjaers om xxxvj st. facit xxiij out schilt vj st.
Nu eijgenaers Egbert van Schonenburch van xxv mergen, ende die gemeente van mijzijde van ij mergen landts, bruijcker Franck Jansz
[Bestand 243, fol. 234v]
Die heeren van Sinte Catherijnen t’Utrecht xxvij mergen lands tafelgoets, bruijckt Jan Dircxsz die mergen tsjaers om xxiij st. facit xiiij out schilt xxxiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Henrick Segerumsz
Noch bruijckt Jan voorsz negen mergen lants tafel goets bij eede die mergen tsjaers om xvj st. facit iij out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jansz t kijndt
Die heeren van Sint Jans ‘t Utrecht twaelff mergen lants tafelgoets, bruijckt Steven Henricxsz tsjaers den mergen om xxv st. facit vij out schilt vj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Aert Stevensz
Noch bruijckt Steven voorsz negen mergen landts taeffelgoets hem
[Fol. 235]
selven toebehoorende, drie mergen xxv st. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Aert Stevensz voorsz
Noch Jacob Jacobsz wedue t’Utrecht negen mergen landts tafelgoets, bruijckt Steven voorsz tsjaers die mergen om xxv st. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaer d’erffgenamen van de voorsz weduwe, bruijcker Aert voorsz
Noch die costerije tot Oudtwijck een mergen landts taeffel goets, bruijckt Steven voorsz tsjaers om xvj st.
Den eijgen blijft, bruijcker Aert voorsz
Die vrouw van Outwijck xlviij mergen landts bruijckt Meijnart Jan Franckensz ende is taeffelgoet tsjaers om lxxx k. gl. x stoppen botteren de stoppe xxxv st. facit xlvj out schilt xviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Crijn Jansz
[Bestand 244, fol. 235v]
Die potbrueders St. Jacobs t Utrecht acht mergen landts, bruijckt Henrick Henricxsz tsjaers den mergen om xviij st. facit iij out schilt xviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Jansz Appel
Noch die pastorije tot Camerick een halff mergen lants, bruijckt Henrick voorsz tsjaers om viij st.
Den eijgen blijft, bruijcker Cornelis voorsz
Noch die vicarie van Sint Anna Outaer tot Camerick een mergen lands bruijckt Henrick voorsz tsjaers om xvj st.
Nu eijgenaer heer Jan van Os, bruijcker Cornelis voorsz
Noch Clara Gijsberts zijns wijff dochter anderhalff mergen landts bruijct Henrick voorn. tsjaers den hoop om xxv5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis voorsz
[Fol. 236]
Nogh bruijckt Henrick voorsz ix mergen landts hem selven toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om xvij st. facit iij out schilt xxvij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis voorsz
Die vrou van Oudtwijck lviij mergen landts tafelgoets, bruijckt Cornelis Claesz Bos tsjaers om jCxv k. gl. xij stoppe botteren, die stop xxxv st. facit lxiiij out schilt xxxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Balthasar Thonisz ende Elbert Claesz
Noch die vrouw van Oudtwijck xl mergen landts tafelgoets, bruijckt Gijsbert Gerritsz Ruijsch tsjaers om xlv k. gul. vj stoppen botteren, elcke stop xxxv st. facit xxvj out schilt xviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Elbert Claesz van xx5 mergen, Cornelis Henricxsz snijder van iij5 mergen
Nogh die vrouw voorsz xl mergen lants
[Bestand 245, fol. 236v]
bruijckt Franck Jacob Franckensz ende is taeffelgoet tsjaers om lxv k. gulden ix stoppen botters, elck xxxv st. facit xxxviij out schilt xix st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Jacob Franckensz ende Crijn zijn zoon
Claes Dircxsz tot Woerden ses mergen lands, bruijckt Gerrit Aertsz Verlaen die mergen om xx st. facit ij out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaers die graefflijckheijt van Hollandt, bruijcker Gerrit Thonisz
Die heeren van Sint Jans t Utrecht xix mergen landts tafelgoets, bruijckt Gerrit Jansz die mergen tsjaers om xvj st. ende d’keijsers pacht lj st. facit vij out schilt x st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Jansz Bosch
Elisabeth Jan Sijmonsz weduwe tot Woerden ix5 mergen lants tafelgoets
[Fol. 237]
bruijckt Henrick Willem Petersz die mergen tsjaers om xxxij st. facit vij out schilt xxx st.
Willem Petersz … mergen tsiaers om xxxij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers voorsz
Nogh Lijsbeth voorsz ses mergen erffpachts taeffelgoets, bruijckt Henrick voorsz bij eede tsjaers den mergen om xxxij st. facit iiij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers als vooren
Noch die kerck tot Camerick anderhalff mergen taeffelgoets, bruijct Henrick voorsz die mergen xxxij st. facit j out schilt vj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers als voren
[Bestand 246, fol. 237v]
Noch bruijckt Henrick voorsz drie mergen tafelgoets, hem selven toebehorende bij eede die mergen xxxij st. facit ij out schilt xij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers als vooren
Die kerck tot Camerick anderhalff mergen landts, bruijckt Joost Lubbrantsz die mergen j gouden gl. facit j out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Mathijsz
Noch die Heijlige geest, tot Camerick een mergen lants, bruijckt Joost voorsz tsjaers om xxviij st.
Den eijgen competeert d’voorsz kerck, ende bruijcker Cornelis voorsz
Noch Lubbrant Diloffsz vij mergen j5 hont lants, bruijckt Joost voorsz tsjaers den mergen xxv st. facit iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis voorsz
[Fol. 238]
Noch thien mergen landts toebehorende Cornelis Hesselts, bruijckt Joost voorsz die mergen tsjaers j gouden gul. facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis voorsz
Die vrouw van Outwijck vier mergen landts, bruijckt Cornelis Gijsbertsz ‘t sjaers om viij k. gul. facit iij out schilt xxxiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckerse Aeltgen Cornelis Thijsz weduwe
Herman Woutersz tot Hermelen negen mergen landts taeffelgoets hem selven toebehoorende, die mergen bij eede om xvj st. facit iij out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jansz t’kijnt
Alijdt Claes Woutersz xvij5 mergen landts, bruijckt Dirck Claes Woutersz
[Bestand 247, fol. 238v]
Die mergen tsjaers om twee phs. gul. facit xx out schilt xxxv st.
Nu eijgenaer ‘t Apostel gasthuijs t Utrecht bruijcker Jan Gerritsz
Noch bruijckt Dirck voorsz drie mergen landts, hem selven toebehoorende, bij eede die mergen ij phs. gl. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ‘t Apostel gasthuijs voorsz, ende bruijcker Jan voorsz
Die vrouw van Outwijck xxxviij mergen lants, tafelgoets, bruijckt Geertruijt Diloffs wedue tsjaers om lxvj k. gul. negen stoppen botteren, elcke stop xxxv st. facit xxxviij out schilt xxxix st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan IJpolitusz
Lubbrant Diloffsz bruijckt ix mergen lants hem selver toebehoorende bij eede die mergen xxviij st. facit vj out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Cornelisz Jacob Franckensz, Cornelis Thijsz ende Elbert Claesz
[Fol. 239]
Obrecht Jan Claesz weduwe wonende in Teckop vier mergen anderhalff hont lants hoer selfs toebehoorende bij eede die mergen tsjaers om j phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis Jansz Boel ende Marijgen Claes weduwe
Wouter Claesz wonende in Cockengender kerspel bruijckt iiij mergen j5 hondt landts hem toebehorende bij eede ‘t sjaers om j phs. gl. facit ij out schilt xxij st. j oirt
Nu eijgenaer t’Apostel gasthuijs van iij5 mergen, bruijcker Jan Gerritsz
Die kerck tot Camerick j5 mergen lants bruijckt Neel Luijten, die mergen xxviij st. facit j out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jacobsz
Meijnert Gerritsz bruijckt negen
[Bestand 248, fol. 239v]
mergen taeffelgoets bij eede die mergen ij k. gl. facit viij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Matgen Crijsmans ende Wilburgh Jacobs dochter van vij5 mergen, Joost Verhaer van j5 mergen, bruijcker Willem Claesz
Die heeren van Ste. Marien ‘t Utrecht xlvj mergen landts, bruijckt Claes Willem Gerritsz tsjaers om xxviij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijckers Gerrit ende Jan Jansz Ramp gebroeders
Philips Gijsbertsz bruijckt drije mergen lands hem selver toebehoorende bij eede tsjaers om iij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker heer Roeloff Saell
Die vrou van Oudtwijck xxiiij mergen
[Fol. 240]
landts, bruijckt Willem Elbertsz tsjaers om xxv k. gul. ij stoppe botteren t stuck xxxv st. facit xiij out schilt xxiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Willemsz
[Bestand 249, fol. 240v]
Oude Camerick der ed. heeren staten gerecht
Cornelis Gerritsz bruijckt vij5 mergen lants ende j5 hont, hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om xxviij st. facit v out schilt vij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Adriaen Jansz Roelen, Meus Jansz, Cornelis Jansz ende Aeltgen Cornelis Jansz weduwe
Die heeren van Sinte Marien t Utrecht vijff mergen landts, bruijckt Jan Cornelisz tsjaers den mergen j k. gl. facit ij out schilt xvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Hagen Diloffsz
Nogh bruijckt Jan voorsz vijff mergen landts hem selven toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om xx st. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Hagen voorsz
[Fol. 241]
Jonge Frederick Wtenham xj mergen lants bruijckt Willem Claesz tsjaers om viij k. gul. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Egbert van Schonenburgh van x mergen, bruijcker Merten Jansz
Noch bruijckt Willem voorsz vij mergen landts, bij eede tsjaers den mergen xx st. facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Henricxsz
Noch Jan van Renes van Moermonts erffgen. vij mergen ij hondt landts, bruijckt Willem voorsz tsjaers den mergen om j k. gul. facit iij out schilt xx5 st.
Nu eijgenaerse de weduwe van Renes voorsz bruijcker Cornelis voorsz
Nogh die rentmr. ‘t Utrecht vijff mergen
[Bestand 250, fol. 241v]
lants, bruijckt Willem Claesz voorsz tsjaers den mergen om xx st. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis voorsz
Marige Marte Willems kijnt xxij5 mergen landts, bruijckt Cornelis Dammesz bij eede den mergen tsjaers om xxv st. facit xiij out schilt xvj5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers, Peter Cornelisz, Dirck Jansz, ende Crijn Jacobsz
Nogh Maritgen voorsz twee mergen heerl. goedts, bruijckt Cornelis voorsz bij eede die mergen tsjaers om xxv st. facit j out schilt viij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Dirck ende Crijn voorsz
Nogh Hillegont Joost Claesz weduwe viij mergen landts bruijckt Cornelis
[Fol. 242]
Dammesz voorsz ende is erffpacht bij eede tsjaers den mergen om xxv st. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Peter Cornelisz
Noch die kerck van Camerick vj5 mergen lants, bruijckt Cornelis voorsz den mergen xiiij st. [facit] ij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Peter voorsz
Nogh eenen mergen landts zijn eijgen bruijckt selver geestimeert tsjaers op xxv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Peter voorsz
Nogh den Heijligen geest tot … een mergen lants bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om xx st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Peter voorsz
[Bestand 251, fol. 242v]
Sinte Lijsbetten gasthuijs thien mergen landts bruijckt Henrick Jansz tsjaers den mergen om xvj st. facit iij out schilt xxxiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Philips Henricxsz ende Cors Cornelisz
Nogh Hillegen Neel van Venen, negen mergen lants, bruijckt Henrick voorsz tsjaers den mergen om xxvij st. facit v out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer, ende bruijcker Philips Henricxsz voorsz
Nogh heer Jacob een mergen landts, bruijckt Henrick voorsz tsjaers om xvj st.
Nu eijgenaer heer Jan van Os, ende bruijcker Philips voorsz
Nogh die pastorije tot Camerick een mergen ende twee hondt landts, bruijckt Henrick voorsz tsjaers om xvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Philips voorsz
[Fol. 243]
Nogh die kerck tot Camerick twee mergen lants, bruijckt Henrick voorsz den hoop om xl st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Philips voorsz
Nogh bruijckt Henrick voorsz acht mergen min twee hondt lants hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om xxij st. facit iiij out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Philips voorsz
Die kerck tot Camerick ses mergen lants bruijckt Willem Elbertsz den mergen tsjaers om x st. facit j out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gijsbert Henricxsz
Nogh die pastoir tot Camerick een halff mergen landts, bruijckt Willem voorsz tsjaers om v st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gijsbert voorsz
[Bestand 252, fol. 243v]
Nogh die vicarius van Sint Jans autaer een halff mergen landts, bruijckt Willem voorsz tsjaers om v st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gijsbert voorsz
Nogh die vicarie tot Abcoude twee mergen lands, bruijckt Willem voorsz tsjaers den mergen vj st. facit xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gijsbert voorsz
Nogh xxvj mergen ende ij hont landts, hem selver toebehoorende tsjaers den mergen om xij st. facit vij out schilt xxij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Petersz, Aert Verlaet ende Gijsbert voorsz
Die kerck van Camerick vier mergen lants, bruijckt Gerrit
[Fol. 244]
Adriaensz ‘t sjaers die mergen om xv st. facit j out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Willemsz
Noch die pastorie tot Camerick een halff mergen lants, bruijct Gerrit voorsz tsjaers om vij st.
Den eijgen blijft, bruijcker Dirck voorsz
Noch bruijckt Gerrit voorsz xxxvij5 mergen landts, hem selver toebehorende tsjaers om xxxvij5 k. gl. facit xvij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck voorsz
Mijn vrouw van Oudtwijck xiij mergen lants, bruijckt Jan Dircxsz tsjaers den mergen om xij st. facit iij out schilt xxx st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Willem Gerritsz ende Adriaen Willemsz
[Bestand 253, fol. 244v]
Noch ‘t Hoff in Hollandt xij mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers om v k. gul. facit ij out schilt xvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Willem ende Adriaen voorsz
Nogh die kerck van Camerick viij5 mergen landts, bruijckt Jan Dircxsz tsjaers om viij k. gl. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers, Dirck Elbertsz, Willem Gerritsz ende Adriaen Willemsz
Noch bruijckt Jan voorsz viij5 mergen landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om xx st. facit iiij out schilt ij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Willem Gerritsz ende Adriaen Willemsz
[Fol. 245]
Cornelis Luijten vijff mergen landts hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om xiiij st. facit j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Luijt Jacobsz ende Cornelis Wiggersz
Belijtgen Gijsbert Jansz wedue vijff mergen lants heur selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen xiiij st. facit j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Wiggersz
Hillegont Dirck Jansz weduwe xij5 mergen lants, bruijckt Cornelis Jan Hugensz tsjaers den mergen om xviij st. facit v out schilt xv st.
Die kerck tot Camerick ij mergen lants bruijckt Cornelis voorsz ende is erfpacht
Den eijgen blijft, nu bruijckers Gerrit Dircxsz ende Cornelis Jansz
[Bestand 254, fol. 245v]
Nogh die kerck voorsz een mergen huer lants, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om xxxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Gerrit ende Cornelis voorsz
Nogh die kerck voorsz een mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers bij eede om xviij st.
Den eijgen blijft, bruijckers als vooren
Nogh die pastorie van der Wilst een mergen landts, bruijckt Cornelis voorsz tjsaers om xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jansz voorsz
Nogh bruijckt Cornelis voorsz xix5 mergen landts, hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om xviij st. facit viij out schilt xv st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Gerrit ende Claes Jansz voorsz
[Fol. 246]
Mr. Oth tot Wijck xx mergen lants, bruijct Jan Jonge Gerritsz ende Claes Gerritsz tsjaers om xiiij k. gul. een stop botteren xxxv st. facit vij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer heer Jan Caspar canonick ‘t Oudemunster, ende bruijckers Luijt Jacobsz ende Cornelis Wiggersz
Nogh die kerck tot Camerick vijff mergen landts, bruijckt Jan Jonge voorsz tsjaers om ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Luijt ende Cornelis voorsz
Noch bruijcken Jan ende Claes voorsz vijftien mergen landts, hemluijden selver toebehoorende bij eede de mergen ij k. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers alsvoren
Henrick Fredericxsz ij mergen lands
[Bestand 255, fol. 246v]
bruijckt Diloff Gerritsz ‘t siaers den mergen xxij5 [st.] facit j out schilt iij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Gerritsz
Noch die kerck, tot Camerick een halff mergen landts, bruijckt Diloff voorsz tsjaers om x st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Claes Gerritsz
Noch die kerck van Cockengen een mergen landts, bruijckt Diloff voorsz tsjaers om xx st.
Den eijgen blijft, bruijcker Claes voorsz
Noch mr. Oth van Wijck twee hondt lants, bruijckt Diloff voorsz tsjaers om iiij st.
Nijgenaer heer Jan Caspar, ende bruijcker Claes voorsz
[Fol. 247]
Nogh die pastoir derd’halff hondt lants, bruijckt Diloff voorsz tsjaers om xj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes voorsz
Nogh bruijckt Diloff voorsz ses mergen min anderhalff hondt lants, hem selver toebehoorende bij eede die mergen j k. gul. facit ij out schilt xlj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes voorsz
Jan Eijmersz bruijckt iij mergen lands zijn eijgen den hoop om xx st., nogh bruijckt hij die meent van Spengen groot omtrent ij mergen om j phs. gul. facit t samen j out schilt iij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Dircxsz van de drije mergen, ende hij bruijckt die twee mergen van de gemeente voorsz
Die kerck tot Camerick ses mergen
[Bestand 256, fol. 247v]
landts, bruijckt Gijsbert Gerritsz den mergen tsjaers om xvj st. facit ij out schilt xij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Claes Claesz
Nogh vier mergen lants Gijsbert voorsz selver toebehoorende, bij eede die mergen tsjaers om xviij st. facit j out schilt xxx st.
Nu eijgenaers den Heijligen geest ende Claes Claesz, bruijcker Claes voorsz
Die rentmr. van Utrecht x mergen lants bruijckt Philips Gijsbertsz tsjaers om xv k. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Henricxsz ende Aechgen Cornelis Henricxsz weduwe
Nogh Willem Elbertsz vijff mergen landts, bruijckt Philips
[Fol. 248]
voorsz tsjaers om xxxv st. den mergen facit iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan ende Aechgen voorsz
Noch die scholaster t’Oudemunster ‘t Utrecht acht mergen lands, bruijckt Philips voorsz tsjaers den mergen om j k. gul. facit iij out schilt xxxiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Henricxsz
Noch die pastorie tot … een mergen lands bruijckt Philips voorsz tsjaers om xvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Jan ende Aechgen voorsz
Noch heer Jacob een mergen landts bruijct Philips voorsz tsjaers om xvj st.
Nu eijgenaer heer Jan van Os, bruijckers Jan ende Aechgen voorsz
[Bestand 257, fol. 248v]
Nogh bruijckt Philips voorsz xxv mergen landts hem selver toebehorende bij eede die mergen ‘t sjaers om xx st. facit xj out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan ende Aechgen van … mergen ende Cornelis Henricxsz van … mergen
Die heeren van Sinte Marien t Utrecht vijff mergen lants bruijcken Henrick Philipsz, ende Willem Elbertsz tsjaers den mergen om xxj st. facit ij out schilt xxj st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Huijgh Cornelisz ende Henrick IJpolitusz
Noch die pastorie tot … een mergen landts bruijckt Henrick ende Willem voorsz tsjaers om xx st.
Den eijgen blijft aende pastorie tot Camerick, nu bruijckers Huijgh ende Henrick voorsz
Nogh bruijcken Henrick ende Willem
[Fol. 249]
voorsz xxx5 mergen landts henluijden selver toebehoorende bij eede ‘t sjaers die mergen om xx st. facit xiiij out schilt xxij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Huijgh Cornelisz ende Jan Henricxsz
Die vrou van Sint Servaes t Utrecht xij mergen landts, bruijckt Catrijn Gerrit Roemers wedue die mergen tsjaers om xiiij st. facit iiij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijckers Lubbrecht Aerts wedue ende Aert Jansz
Noch die kerck tot Camerick drie mergen landts, bruijckt Catrijn voorsz tsjaers den mergen xij st. facit xxxvj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan ende Marten Roemersz gebroeders
Noch ‘t Heijligh cruijs ende St. Anna drie mergen landts, bruijckt Catrijn
[Bestand 258, fol. 249v]
voorsz den mergen tsjaers om xij st. facit xxxvj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers alsvoren
Nogh Alidt Cornelis iij5 mergen lands bruijckt Catrijn voorsz den mergen tsjaers om xij st. facit j out schilt
Nu eijgenaers Jan ende Marten voorsz
Noch Sinte Elisabeths gasthuijs een mergen landts, bruijckt Catrijn voorsz tsjaers om xij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Jan ende Marten voorsz
Noch die pastorie tot Wilnist een halff mergen landts bruijckt Catrijn voorsz tsjaers om v st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan ende Marten voorsz
[Fol. 250]
Nogh bruijckt Catrijn voorsz elff mergen landts, haer mit haer kijnder toebehorende bij eede tsjaers den mergen xiiij st. facit iij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers alsvoren
Die heeren van Sinte Marien t’Utrecht vijff mergen landts, bruijckt Cornelis Willemsz den mergen tsjaers om xiij st. facit j out schilt xxiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Balthasar ende Claes Willemsz
Noch die kerck tot Camerick anderhalff mergen lants, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om xxx st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Balthazar ende Claes voorsz
Nogh die pastorie tot Camerick een mergen lants, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Balthasar ende Claes voorsz
[Bestand 259, fol. 250v]
Nogh Sint Jobs gasthuijs een halff mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om vij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Balthasar ende Claes voorsz
Nogh bruijckt Cornelis voorsz xxxv mergen lants, hem selver toebehorende den mergen tsjaers om xvj st. facit xiij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Balthasar ende Claes voorsz van xxv mergen Luijt Jacobsz ende Jan Claesz van x mergen
Luijt Rijcxsz ende Neeltgen Dirck Rijcxsz weduwe, bruijckende t samen vijff mergen landts, daer Luijt voorsz die twee deel ende Neeltgen voorsz t’derdendeel off behoort bij eede die mergen xx st. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Luijt Jacobsz
Joffrou van Snellenbergh t’Utrecht
[Fol. 251]
xxj mergen lants bruijckt Lubbrant Sijmonsz tsjaers die mergen xx st. ij stoppen botteren die stop xxxv st. facit xj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van joncher Johan van de Vecht, bruijcker Marten Cornelisz
Noch Willem Elbertsz ses mergen lants bruijckt Lubbrant voorsz tsjaers die mergen xx st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Marten Cornelisz
Noch bruijckt Lubbrant voorsz ende Willem Hugensz ix mergen landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen xiiij st. facit iij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Huijch Cornelisz, Marten Cornelisz ende Jan Henricxsz
Hillegont Neel van Veen vij5 mergen
[Bestand 260, fol. 251v]
landts bruijckt Willem Petersz die mergen tsjaers om xx st. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick IJpolitusz
Nogh Willem voorsz v5 mergen lants hem selver toebehorende die mergen j k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaers ende bruijcker alsvoren
Noch die kerck van Camerick twee mergen lants, bruijckt Willem voorsz ‘t sjaers om xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruicker alsvooren
Jan Willem Petersz bruijckt thien mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen tsjaers om xvj st. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Ermbout ende Cors Cornelisz gebroeders
[Fol. 252]
Noch die kerck tot Camerick vijff mergen landts, bruijckt Jan voorsz die mergen xvj st. facit j out schilt xxxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers alsvoren
Noch die kerck tot Camerick iiij5 mergen min een halff hont erffpachts, bruijckt Jan voorsz den mergen tsjaers bij eede om xx st. facit ij out schilt v st.
Eijgenaers ende bruijckers alsvoren
Noch die vrou van Sint Servaes t’Utrecht thien mergen lants, bruijckt Jan voorsz den mergen tsjaers om xiiij st. facit iij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers alsvoren
Hillegont Cornelis Gijsbertsz weduwe
[Bestand 261, fol. 252v]
xv5 mergen landts ende j5 hont, bruijckt Jan Sijmonsz den mergen tsjaers om xxj st. facit vij out schilt xxxj5 st.
Nu eijgenaer Willem van Bencom, bruijcker Thomas Gerritsz Verlaen schouth
Noch Henrick Fredericxsz vijfft’halff mergen landts, bruijckt Jan voorsz den mergen ‘t sjaers xxj st. facit ij out schilt x5 st.
Eijgenaer Willem voorsz, bruijcker alsvooren
Nu Henrick Fredericxsz anderhalff mergen anderhalff hondt lants, bruijct Jan voorsz tsjaers om j out schilt
Eijgenaer Willem voorsz, ende bruijcker alsvooren
Noch die kerck tot Camerick twee mergen landts, bruijckt Jan voorsz tsjaers den hoop om xl st.
Den eijgen blijft, bruijcker alsvoren
[Fol. 253]
Noch die pastoir tot Camerick een mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers om xvj st.
Den eijgen blijft, bruijcker alsvoren
Noch Hillegont Cornelis Gijsbertsz weduwe een halff mergen landts, bruijckt Jan voorsz tsjaers om viij5 st.
Nu eijgenaer Willem van Bencom, bruijcker alsvoren
Noch Willem Gerritsz erffgenamen een halff mergen lands bruijckt Jan voorsz tsjaers om viij5 st.
Nu eijgenaer Willem van Bencom voorsz bruijcker alsvooren
Nogh bruijckt Jan Sijmonsz voorsz negentiend’halve mergen landts hem selver toebehorende bij eede
[Bestand 262, fol. 253v]
tsjaers den mergen een ende twintigh stuijvers facit ix out schilt x5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers, Gerrit Jansz, ende Wilburgh Jacobsdr van x mergen, ende Willem van Bencom van viij5 mergen, bruijcker alsvooren
Jan Jansz Ruijsch ‘t Utrecht xvij5 mergen lants, bruijckt Joost Woutersz tsjaers om xvij5 gl. den hoop facit viij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Cornelisz Bom
Noch bruijckt Joost voorsz twintigh mergen lants, hem selver toebehorende ‘t sjaers den mergen bij eede xiiij st. facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Cornelisz voorsz
Die kerck van Camerick vier mergen lants, bruijckt Marigen Peter Thonisz
[Fol. 254]
tsiaers den mergen om iij5 k. gl. ende noch drie mergen hoir selfs bij eede die mergen iiij k. gul. facit ‘t samen xij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker voorsz
Cornelis Claesz bruijckt x mergen meetvelts, hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen xij st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Henricxsz ende Cornelis Henricxsz
Die vrouw van Outwijck vier mergen landts, bruijct Jan Jansz poirter tot Woerden, den mergen tsjaers om iiij k. gul. facit vij out schilt xxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Harman Jansz cum socio
Jan van Zuijlen twaelff mergen landts, bruijckt Pouwels Lambertsz
[Bestand 263, fol. 254v]
poirter tot Woerden tsjaers om xliiij phs. j oert facit xxvj out schilt xiiij st. j oert
Nu eijgenaers d’Cathuijsers t’Utrecht ende bruijckers Jan Jansz Plomp ende Wilburgh Jacobsdr
Jan Aertsz ende Dirck Aerts tot Woerden, bruijcken vier mergen landts haer selffs toebehorende, bij eede die mergen om iiij k. gl. facit vij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers die erffgen. van Willem Petersz
Die secretarius tot Woerden mit zijn broeders vier mergen landts henluijden selver toebehorende bij eede die mergen tsjaers om iiij k. gl. facit vij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Philipsz cum socio
Jan Willem Petersz ij5 mergen ende
[Fol. 255]
ij hondt lants hem selver toebehorende bij eede die mergen xvj st. facit j out schilt iij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Ermbout ende Cors Cornelisz
[Bestand 264, fol. 255v]
tNieuwe Camerick der ed. heeren staten gerecht
Die heeren tot Ste. Marien t’Utrecht, thien mergen landts, bruijckt Jan Ghijsen tsjaers om vj5 out schilt j stop xxxv st. facit vij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckersche Marigen Jan de Roons weduwe
Elbert Arisz thien mergen landts, bruijcken Zegerum Gijsbertsz ende Hijpolitus Zegerumsz tsjaers den mergen j phs. gul. facit v out schilt xl st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Claesz
Noch die pastorie tot Camerick off mr. Jacob iiij5 mergen lants, bruijcken Zegerum ende Hijpolitus voorsz den mergen tsjaers om j k. gl. facit ij out schilt vj st.
Den eijgen blijft, bruijcker Claes voorsz
Noch de vrou van Outwijck anderhalff
[Fol. 256]
mergen lants, bruijcken Zegerum ende Hijpolitus voorsz tsjaers om xxx st.
Den eijgen blijft, bruijcker Claes voorsz
Noch mr. Oth van Wijck acht mergen lants bruijcken Zegerum ende Hijpolitus voorsz tsjaers om viij k. gl. v st. facit iij out schilt xxxix st.
Nu eijgenaer heer Jan Caspar, ende bruijcker Claes voorsz
Gerrit Willem Willemsz weduwe een ende dertigh mergen landts, bruijckt Claes Cornelisz tsjaers om xxxiiij phs. gl. ende l gul. te ransoen facit xxij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaer heer Henrick van Willigen cum socio van xxiiij5 mergen ende Claes Henricxsz eijgenaer cum socio vj5 mergen ende bruijcker
Noch die kerck tot Camerick ij5 mergen lants, bruijckt Claes voorsz tsjaers den mergen om xxix st. facit j out schilt xxx5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Claes Henricxsz cum socio
[Bestand 265, fol. 256v]
Noch bruijckt Claes voorsz vier mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen j k. gul. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Claes cum socio voorsz
Joffrou Ruijschen thien mergen landts bruijcken Hijpolitus Zegerumsz ende Gerrit Sijmonsz sjaers om xvj out schilt
Nu eijgenaers de possesseurs vanden vicarius van Ste. Marien t’Utrecht, ende bruijckers Matgen Crijsmans ende Jan Cornelisz Plomp cum socio
Jan Willem Claesz, bruijckt ses mergen landts erffpachts ende hij te leen houdt van Gerrit van Winsen bij eede die mergen tsjaers om xxx st. facit iij out schilt xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Henricxsz
Die kerck tot Camerick ses mergen
[Fol. 257]
landts bruijckt Willem Dircxsz tsjaers den mergen xiiij st. facit ij out schilt
Nu eijgenaer Cornelis Jansz ende bruijcker Henrick Corsz
t’Convent van Outwijck iij mergen lants bruijckt Willem Dircxsz tsjaers den mergen xiiij st. facit j out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Henrick voorsz
Noch xvj mergen lants toebehorende bij eede bruijckt Willem Dircxsz tsjaers den mergen xiiij st. facit v out schilt
Nu eijgenaer Cornelis Jansz bruijcker Henrick voorsz
Die griffier viij mergen lants bruijckt Jan Willemsz Coster tsjaers om xv k. gl. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer die pastorie tot Camerick ende bruijcker Jacob van Dam
[Bestand 266, fol. 257v]
Noch die kerck tot Camerick iiij mergen landts, bruijckt Jan voorsz den hoop om xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jasparsz
Noch heer Otto van Wijck vijff mergen landts, bruijckt Jan voorsz tsjaers den hoop om iij k. gl. facit j out schilt xviij st.
Nu eijgenaer heer Jan Caspar, ende bruijcker Cornelis voorsz
Noch mr. Jacob die griffier een mergen landts, bruijckt Jan voorsz tsjaers om vij st.
Nu eijgenaer die pastorije tot Camerick bruijcker Cornelis voorsz
Aert Jansz bruijckt acht’halff mergen landts eijgen, ende vijfft’halff mergen landts leengoets tsjaers den
[Fol. 258]
mergen om xxiiij st. facit vj out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer Gerrit de Ridder ende bruijckersche Lubbrecht Aerts weduwe
Joost Willemsz, bruijckt viij mergen lants hem selver toebehoorende tsjaers den mergen om xxiiij st. facit iiij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Poel Joostensz
Die vrouw van Outwijck v mergen lands bruijckt Gerrit Aertsz tsjaers den hoop om vj k gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Gerrit Thonisz
Noch bruijckt Gerrit Aertsz voorsz vijff mergen lants, hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om xxiiij st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit voorsz
[Bestand 267, fol. 258v]
Cornelis Gijsbertsz bruijckt negen mergen lands mit sijn kijnder hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om xxviij st. facit vj out schilt
Nu eijgenaersche de weduwe van mr. Dominicus, ende bruijcker Poel Joostensz
Noch Maritgen Gelis Martsz een mergen landts bruijckt Cornelis Gijsbertsz ‘t sjaers om xxiiij st.
Nu eijgenaersche d’voorsz wedue, bruijker alsvooren
Luijt Rijckensz mit zijn kijnderen twaelff mergen lants, hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit xv out schilt xx st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Gerrit Jansz, Evert Diloffsz ende Marigen Jans weduwe
Noch die pastoer tot Camerick een
[Fol. 259]
halff mergen landts, bruijckt Luijt voorsz om xij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers alsvoren
Lubbrant Diloffsz vij mergen landts, bruijckt Joost Witten tsjaers den mergen om xv st. facit ij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers joncher Niclaes van Zuijlen ende Cornelis Dircxsz, bruijckers Gerrit Dircxsz ende Cornelis Dircxsz
Noch onse lieffvrouwen gilde te Cockengen seven mergen landts, bruijckt Joost voorsz den mergen tsjaers om xx st. facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers joncher Niclaes van Zuijlen ende de wedue van Cors Thomasz, ende bruijckt de voorsz weduwe
Noch die costerije tot Cockengen den mergen lands bruijckt Joost voorsz tsjaers om xx st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Cornelis Dircxsz, Gerrit Dircxsz, ende d’wedue voorsz
[Bestand 268, fol. 259v]
Mijn vrouw van Outwijck thien mergen landts, bruijckt Gerrit Arisz tsjaers den mergen om xv st. ij stoppen botteren die stop xxxv st. facit v out schilt x st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Thomas Verlaen schout
Jan Gerritsz van Dobben, bruijckt ses mergen lants, zijn eijgen toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om xxx st. facit iiij out schilt xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jansz van Dobben
Die kerck van Camerick anderhalff mergen lants, ‘t sjaers den mergen om xxix st. facit j out schilt j5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis voorsz
Noch die pastorie tot Camerick een halff mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers om xv st.
Den eijgen blijft, bruijcker Cornelis voorsz
[Fol. 260]
Gerrit Gerritsz van Dobben vij mergen lants hem toebehoorende tsjaers bij eede die mergen om xxiiij st. facit iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Cornelisz
Die heeren van Ste. Marien ‘t Utrecht xxvj mergen landts, bruijckt Jan Claesz Salisz tsjaers om xvj out schilt iij stoppen botteren elcke stop xxxv st. facit t samen xviij out schilt xxj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Claes Claesz
FrederickVuijtenham xx mergen lants, bruijckt Jan Jansz den mergen tsjaers om xxviij st. j stoppe botteren xxxv st. facit xiiij out schilt vij st.
den 17e novemb. 1621 heeft den schout van Camerick aengebracht, dat van de bovengem. xx mergen lants nu eijgenaers zijn Merten Cornelisz eijgenaer ende bruijcker van vijf mergen, ende vande resterende vijftien mergen sijn eijgenaers ‘t caple. van Ste. Marien, d’heeren van Rijsenburgh, Tonis Jansz, de weduwe van Meerten Thonisz Verlaen ende Jan Cornelisz den Bruijnen, ende worden gebruijckt bij Thonis Jansz voorsz vijf mergen, de weduwe van Meerten Thonisz voorsz vijf mergen ende Jan Cornelisse den Bruijnen de resterende vijf mergen
Noch die kerck tot Camerick xiij5 mergen ende j5 hondt landts, bruijckt Jan
[Bestand 269, fol. 260v]
voorsz den mergen tsjaers om xxx st. facit ix out schilt xxxiiij5 st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Jacob Meijnartsz, Marigen Jans wedue ende Cornelis Jansz Dobben
Noch Ste. Nicolaes gilde te Woerden vijff mergen lants, bruijckt Jan voorsz den mergen tsjaers om xxxv st. facit iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Meijnartsz, Marigen Jans wedue ende Cornelis voorsz
Noch bruijckt Jan voorsz twaelfft’halve mergen landts, hem selver toebehorende bij eede die mergen om xxx st. facit viij out schilt ix st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis Jansz ende Marijgen voorsz
Marigen Gerrit Willemsz wedue
[Fol. 261]
vier mergen lants, bruijckt Belij Gijsbert Jansz weduwe tsjaers den mergen xxxv st. facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer Gerrit Thijmensz van Vijffhuijsen, bruijcker Dirck Meijnertsz
Noch die kerck tot Camerick een mergen lants, bruijckt Belij voorsz tsjaers den mergen om xxx st.
Nu eijgenaer Gerrit voorsz, bruijcker Dirck voorsz
Noch die erffgen. van Geertruijt Heijn Verwers wedue een mergen landts j5 hondt min, bruijckt Belij voorsz tsjaers den mergen xj st. facit xiiij st.
Nu eijgenaer Gerrit voorsz, bruijcker Dirck voorsz
Noch bruijckt Belij voorsz xiiij mergen ende j5 hont lants haer selver toebehorende bij eede tsjaers om xxx st. facit x oudt schilt viij st.
Nu eijgenaer Gerrit voorsz van iiij mergen, bruijcker Dirk voorsz ende Willem Henricxsz eijgenaer ende bruijcker van x mergen
[Bestand 270, fol. 261v]
Cornelis Jacobsz ij mergen landts, bruijckt Reijer Sijmonsz tsjaers den mergen om lv st. facit ij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem voorsz
Noch bruijckt Reijer voorsz iiij mergen lants hem selver toebehoorende den mergen tsjaers om iij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem voorsz
Joffrouw Catrijn Jans dochter van Naeltwijck xviij mergen landts, bruijckt Cornelis Gerritsz tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit xxj out schilt xviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Peter Jansz, Aert Jansz ende Meus Jansz
Noch mijn vrouw van Outwijck xj mergen lants, bruijckt Cornelis Gerritsz voorsz den mergen tsjaers om xxxv st. ende j stop botteren xxxv st. facit x out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijckerse Aeltgen Cornelis Thijsz weduwe
[Fol. 262]
Die heeren van Sinte Catrijnen t Utrecht xxv mergen landts, bruijckt Gerrit Willemsz tsjaers om l k. gul. facit xxiij out schilt xxxiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Cornelisz cum socio
Joffrou Catrijn Jansdr van Naeltwijck xij mergen lants, bruijckt Jan Gerritsz tsjaers elcke mergen ij phs. gl. facit xiiij out schilt xij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Jansz Plomp, ende Adriaen Jansz Roelen
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht xij mergen lants, bruijckt Cornelis Claesz tsjaers om xxviij k. gul. facit xiij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Gerrit Jan Claesz
Mijn vrouw van Outwijck xv mergen lants bruijckt Henrick Jacobsz tsjaers om xviij k. gul. iiij stoppen botteren elcke stop xxxv st. facit xj out schilt xxxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Willem Henricxsz
[Bestand 271, fol. 262v]
Cornelis Gijsbertsz xxxij mergen lants tsjaers om lij k. gl. ix stoppen botteren die stop xxxv st. facit xxxij out schilt xj st.
Nu eijgenaers den convente van Outwijck bruijckerse Aeltgen Cornelis Tijsz weduwe
Mijn vrouw van Outwijck xxxv mergen landts, bruijckt Eijmert Aertsz tsjaers om lx k. gl. vj stoppen botteren die stop xxxv st. facit xxxiij out schilt xxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jacob Martensz
Noch mijn vrouw voorsz xx mergen lants bruijckt Franck Cornelisz tsjaers om xxv k. gul. v stoppen botteren die stop xxxv st. facit xvj out schilt iij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckerse Aeltgen Thonis Henricxsz weduwe
Noch mijn vrouw voorsz acht ende twintigh mergen lants, bruijckt Aechtgen Jan Gerritsz tsiaers om
[Fol. 263]
l k. gul. vij stoppen botteren t stuck xxxv st. facit xxix out schilt xxvij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Henricxsz Schoon
Jan Robbertsz t Oudewater vij mergen landts, bruijckt Jan Jacobsz ende Jan Petersz tsjaers om lxv st. facit xxj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Henrick Cornelisz Nes ende Jan Philipsz cum socio
[Bestand 272, fol. 264]
Segvelt
Marigen Jan Henricxsz weduwe tot Woerden bruijckt ix5 mergen eijgen lants haer selver toebehorende bij eede die mergen tsjaers om xiij out schilt xxiiij st.
Catrijn Gerrit Roemers wonende in Camerick iiij5 hont landts bruijckt Marigen voorsz den mergen tjsaers om xxxv st. facit xxv st. ix witt
Noch Elbert Korstensz in Segvelderbroeck iiij5 hondt lants, bruijckt Marigen voorsz tsjaers om xxj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers van dese drie percelen Henrick Gijsbertsz van viij mergen, ende Gerrit Dircxsz iij mergen
Jan Aelbertsz twee mergen anderhalff hondt landts hem selven toe-
[Bestand 273, fol. 264v]
behoorende, bij eede die mergen xlij st. facit ij out schilt x5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Gijsbertsz Sael
Gerrit Hugensz mit zijn kijnderen tot Woerden, bruijcken vijff mergen keijsers landt, den mergen ij phs. gul. facit v out schilt xl st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Gerrit Dircxsz van iij mergen v hont, ende Jan Henricxsz vij hondt
Marten Lambertsz tot Woerden, bruijckt thien mergens lants hem toebehorende bij eede den mergen iiij schilt facit xiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer Jacob Dircxsz de Graeff, bruijcker Henrick Pietersz
Jan Aertsz ende Dirck Aertsz tot Woerden gebroeders bruijcken ses mergen ende iiij5 hont lants haer selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen iiij schilt facit ix out schilt
Nu eijgenaer Jan Claesz van Vlooswijck ende bruijcker Jan Claesz Boriff
[Fol. 265]
Marten Lambertsz bruijckt iij5 mergen keijsers landt hem toebehoorende bij eede die mergen iiij schilt facit iiij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Gijsbertsz
Amel Dirck Dircxsz huijsfr. tot Woerden, bruijckt acht mergen keijsers landt haer toebehorende bij eede tsjaers den mergen iiij schilt facit x out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Corsz
Noch Amel voorsz xiiij mergen keijsers landt, bruijckt Aert Claesz geset den mergen op iiij schilt [facit] xviij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Jan Jansz, bruijcker Jacob Dircxsz
Clemens Dircxsz bruijckt xxxj mergen ende j5 hont lants keijsers pacht tsjaers om xx oudt schilt xxxv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Malsz
[Bestand 274, fol. 265v]
Henrick Hugensz bruijckt xx5 mergen lants bij eede tsjaers den mergen j goude gul. facit xiij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers IJsaack Hermansz van xj5 mergen, Jan Jacobsz ende Dirck Jacobsz Verhorn van ix mergen, bruijcker Claes Henricxsz
Jan Claesz bruijckt xiiij5 mergen landts keijsers pacht tsjaers den mergen om j gouden gl. bij eede facit ix out schilt xxviij st.
nu eijgenaers Gerrit Jansz van iiij5 mergen, bruijcker Philips Philipsz ende van x mergen Gerrit Dircxsz, bruijcker Cornelis Gerritsz
Marten Lambertsz tot Woerden xj mergen lants, bruijckt Gijsbert Jansz tsjaers om liij5 schilt facit xvij out schilt xxxv st.
Nu eijgenaers Bernt Ansemsz van viij5 mergen, bruijcker Gerrit Wernersz, ende de ij5 mergen compereren Wilburch Jacobs, Gijsbert Gerritsz weduwe, bruijcker Claes Henricxsz
Jan Gijsbertsz Tibbe, bruijckt een ende
[Fol. 266]
twijntigh mergen landts daer hij op woent tsjaers bij eede om xxj out schilt
Nu eijgenaer Bernt Ansemsz, ende bruijcker Gerrit Wernersz
Noch bruijckt Jan voorsz acht mergen lants bij eede tsjaers om viij out schilt
Nu eijgenaer Gerrit Jansz ende bruijcker Philips Philipsz
Dat Goodshuijs tot Segvelt een mergen landts, bruijckt Jan voorsz tsjaers om j out schilt
Nu eijgenaer Bernt Ansemsz, ende bruijcker Gerrit Wernersz
Noch bruijckt Jan voorsz ij5 mergen lants hem toebehorende tsiaers om ij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer Bernt Ansemsz ende bruijcker Gerrit Wernersz voorsz
[Bestand 275, fol. 266v]
Noch bruijckt Jan voorsz iij5 mergen lants daer St. Anna autaer tot Segvelt die helft off toebehoort iiij out schilt
Nu eijgenaer die kerck tot Segvelt
Noch bruijckt Jan voorsz x mergen j5 hont tsjaers om x gouden gul. facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis Jonge Jan, van vij mergen iiij5 hondt, ende Jan Thijsz Woerden van ij5 mergen
Marten Henricxsz bruijckt acht mergen bij eede ‘t sjaers den hoop om viij out schilt
Nu eijgenaer Brant Adriaensz ende bruijckt selffs
Noch Amel Dirck Meeusz tot Woerden thien mergen lants bruijckt Marten voorsz tsjaers om xxxiiij schilt facit xj out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Corsz van iij mergen, ende Brandt Adriaensz van vij mergen
[Fol. 267]
Claes Jansz bruijckt v5 mergen ij hont keijsers pacht, bij eede tsjaers den mergen xlij st. facit v out schilt xxj st.
Nu eijgenaer Jacob Jasparsz ende bruijcker Warnar Claesz
Jan Gijsbert Willemsz bruijckt een ende twijntigh mergen ende een hondt keijsers pacht daer die kerck tot Segfelt iij hont in heeft, tsjaers bij eede die mergen j out schilt facit xxj out schilt vij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Gerritsz van xiiij mergen, ende Neeltgen Corsz comt vij mergen j hont, bruijckers Pieter Meeusz ende Henrick Jansz
Die kerck tot Camerick ij mergen landts, bruijckt Gerrit Hermansz tjsaers den hoop om xxx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Ermboutsz
[Bestand 276, fol. 267v]
Noch die pastorie tot Segvelt j5 mergen lants, bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om xxvij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Ermboutsz
Noch bruijckt Gerrit voorsz vijff mergen erffpachts tot Utrecht bij eede tsjaers den mergen xlij st. facit v out schilt
Nu bruijcker Claes Gijsbertsz Tibbe
Gerrit Saliensz drie mergen min een halff hondt, bruijckt Gerrit voorsz den mergen bij eede om xxij st. facit j out schilt xxij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Ermboutsz
Noch die kerck tot Segvelt iij mergen
[Fol. 268]
min een halff hont lants, bruijckt Gerrit voorsz tsjaers den mergen om xxij st. facit j out schilt xxij5 st.
Nu eijgenaers Jan Ermboutsz van j5 mergen, ende die kerck voorsz van j5 mergen min een halff hont, bruijcker Jan voorsz
Noch bruijckt Gerrit voorsz iij5 mergen keijser pachts, bij eede tsjaers den mergen om xlij st. facit iij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Ermboutsz
Henrick Gerritsz bruijckt xx mergen keijser pachts tsjaers bij eede den hoop om xx out schilt
Nu eijgenaers Claes Meusz, ende Franck Anthonisz elcx van x mergen, bruijcker Adriaen Henricxsz
Die kerck tot Segvelt een mergen
[Bestand 277, fol. 268v]
landts, bruijckt Hendrick Joostensz tsjaers om j out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Cornelisz
Noch bruijckt Henrick Joostensz voorsz xvj5 mergen lants, keijser pachts tsjaers bij eede om xvj out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Simon Henricxsz van xij mergen, ende Ermbout Aertsz eijgenaer van iiij5 mergen, bruijcker Jan Cornelisz
Aert Ermboutsz, bruijckt vj5 mergen lants keijser pachts, bij eede tsjaers den mergen om iij k. gl. facit ix out schilt xij st.
Nu eijgenaer Ermbout Aertsz ende bruijcker Jan Cornelisz
Noch bruijckt Aert voorsz derthien
[Fol. 269]
mergen keijser pachts van zijn moeder bij eede die mergen tsjaers om iij k. gul. facit xviij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer Jan Wijtensz, ende bruijcker Thonis Thonisz
Die kerck tot Seghvelt ij mergen landts bruijckt Gijsbert Dircxsz die mergen tsjaers om xx st. facit xl st.
Noch bruijckt Ghijsbert voorsz xiij mergen lants keijser pachts bij eede tsjaers den mergen xlij st. facit xiij out schilt
Nu eijgenaer van dese twee voorgaende percelen Jan Jansz tot Delft, ende bruijcker Jacob Dircxsz
Noch bruijckt Gijsbert voorsz xj5 mergen ende j5 hondt landts daer die pastoer tot Segvelt een halff mergen in heeft, die
[Bestand 278, fol. 269v]
halff mergen om x st., die reste die mergen tsjaers xlij st. facit xj out schilt xx5 st.
Nu eijgenaer van twee mergen Jan Jansz ende bruijckt Jacob Dircxsz, ende Henrick Henricksz eijgenaer ende bruijcker van ix mergen j5 hondt, waer van die pastorie tot Segvelt compt een halff mergen landts
Noch bruijckt Aert voorsz iiij mergen keijsers pacht bij eede die mergen tsjaers iij schilt facit iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Gerritsz Stehouwer
Jan Claesz bruijckt xviij mergen keijser pachts bij eede die mergen tsjaers iij schilt facit xviij out schilt
Nu eijgenaers Jan Dircxsz ende Cors Dircxsz van viij mergen, ende bruijcker Geerloff Jansz, ende van de x mergen eijgenaers ende bruijckers Jan Corsz mit zijn susters
[Fol. 270]
Noch de nonnen tot Outwijck negen mergen landts, bruijckt Jan voorsz den mergen tsjaers om xxxvj st. facit vij out schilt xxj st.
Den eijgenaer blijft, nu bruijckers die kijderen van Cors Jansz
Noch t’Heijligh cruijs autaer in Sint Jacobs kerck t Utrecht een mergen lands bruijckt Jan voorsz tsjaers om xx st.
Nu eijgenaers ende bruijckers die kijnderen van Cors Jansz
Egbert Ermboutsz vj5 mergen keijser pachts, bij eede tsjaers den mergen om iij k. gul. facit ix out schilt xx st.
Noch bruijckt Egbert voorsz xj5 mergen landts keijser pachts van zijn moeder bij eede die mergen tsjaers om iij k. gul. facit xvj out schilt xviij st.
Nu eijgenaers van dese twee parceelen Gijsbert Gijsbertsz Sael ende Geertgen zijn dochter, bruijcker Gerrit voorsz
[Bestand 279, fol. 270v]
Frederick Willemsz bruijckt viij5 mergen lants, hem selver toebehorende bij eede die v mergen, die mergen om iij k. gl. die iij5 mergen die mergen ij schilt facit t zamen ix out schilt xx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Aelbert Pietersz Coppel van v mergen, ende van de iij5 mergen eijgenaer
Noch bruijckt Frederick voorsz x mergen keijser pachts bij eede tsjaers den mergen om iij k. gul. facit xiiij out schilt xij st.
Noch Cornelis Hesselsz van Amersfoort xiiij mergen landts, bruijckt Frederick voorsz den mergen ‘t sjaers om j phs. gul. facit viij out schilt xiiij st.
[Fol. 271]
Louw Gerritsz bruijckt vijff mergen eijgen lants tsjaers den mergen om iij k. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Henricxsz
Die regulieren binnen Amersfoort vijff mergen landts, bruijckt Louw voorsz tsjaers den mergen om xxxvj st. facit iiij out schilt xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Simon Henricxsz
Meijster Joost van Vleerden xvij mergen landts bruijckt Henrick Henricxsz Joncker tsjaers om xxvij k. gul. j stoppe botteren xxxv st. facit xiij out schilt xxix st.
Nu eijgenaer Willem van der Goor, bruijcker Segerom Jansz
Sinte Severijns autaer tot Woerden, derd’halve mergen landts, bruijckt
[Bestand 280, fol. 271v]
den mergen ‘t sjaers om iij k. gl. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Marten Jansz
Joost Thomasz bruijckt xviij mergen bij eede den mergen tsjaers om iij k. gul. facit xxv out schilt xxx st.
Nu eijgenaers de e. heeren staten van de lande van Utrecht van xiij mergen, ende bruijcker Gijsbert Wiggertsz, ende van de v mergen eijgenaerse Wilburch Jacobs weduwe van Gijsbert Gerritsz bruijcker Jan Adriaensz
Luijt Rijckensz bruijckt j5 mergen j5 hont lants, bij eede tsjaers den mergen om xx st. facit xxxv st.
Nu eijgenaer Jan Jansz ende bruijcker Jacob Dircxsz
Peter Claesz bruijckt ij mergen j5 hondt
[Fol. 272]
eijgen landts bij eede tsjaers den mergen iij k. gul. facit iij out schilt ix st.
Nu eijgenaer Pieter Cornelisz ende bruijcker Dirck Gijsbertsz
Noch die nonnen van Outwijck iiij mergen lants, bruijckt Peter voorsz den mergen tsjaers om xxxvj st. facit iij out schilt xviij st.
Den eijgen blijft, bruijcker Dirck Gijsbertsz
Die erffgenamen van Joost Dirck Gerritsz off Claes Willemsz ende Gerrit Willemsz ‘t samen vijff mergen landts, bruijcken Egbert Ermboutsz ende Aernt Ermboutsz den mergen tsjaers om iij k. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Claesz
De heeren van St. Jans ‘t Utrecht vijff mergen lant keijsers pacht, bruijckt Henrick Henricxsz in Segvelt tsjaers om ij out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Dirck Gijsbertsz
[Bestand 281, fol. 272v]
Noch bruijckt Henrick voorsz thien mergen landts keijsers pacht bij eede tsjaers om x out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Gijsbertsz
Nogh bruijckt Henrick voorsz ij5 mergen ende j5 mergen keijser pachts tsiaers om iiij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Willemsz van ij5 mergen ende Henrick Jansz j5 mergen
Die kerck in Seghvelt een mergen lants bruijckt Jan Elbertsz tsjaers om xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Simon Jansz
Noch bruijckt Jan voorsz xxvj mergen lants den hoop bij eede tsjaers om xxvj out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Simon Jansz van xviij mergen, ende Brandt Adriaensz van viij mergen
[Fol. 273]
Claes Claesz alias Jonck, bruijckt xxj mergen lants keijser pachts bij eede tsjaers om xxj out schilt
Nu eijgenaer joncher Willem de Voocht van Rijnevelt van viij mergen, bruijcker Henrick Dircxe ende vande xiij mergen eijgenaer ende bruijcker Jan Claesz
Franck Jacobsz bruijckt iij mergen lants keijser pachts bij eede tsjaers om iij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Franckensz
Henrick Mertensz tot Woerden acht mergen keijsers pacht, bruijckt Huijch Petersz tsjaers om xxx schilt facit v out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Willemsz
Franck Jacobsz bruijckt iiij mergen eijgen lants, den mergen tsiaers
[Bestand 282, fol. 273v]
om ij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Hugensz
Henrick Martensz tot Woerden vijff mergen lants, bruijckt Willem Luijtgensz tsjaers om xx k. gul. facit ix out schilt xxij st.
Nu eijgenaer Jan Henricxsz ende bruijcker Cornelis Roeloffsz schouth
Die kerck tot Camerick iiij mergen lants bruijckt Dirck Gerritsz tot Camerick tjsaers om xxiiij k. gl. facit xj out schilt xviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Steven Aertsz
Die papelicke proven tot Segvelt xij mergen min j5 hont lants bij eede tsjaers den mergen om j phs. gl. facit vij out schilt vj st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Cornelis Roeloffsz schout van v mergen, ende Huijch Dircxsz vij mergen min j5 hont lants
[Fol. 274]
Dat Godtshuijs t’Segvelt iij mergen den mergen om xxxij st. [facit] ij out schilt xij st.
Den eijgen blijft
Jan Robbertsz vij5 mergen lants, bruijct Jan Hugensz tsjaers om lxiij schilt facit xxj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Aertsz Backer
Jan Ermboutsz t’Oudewater vj mergen bruijckt hij selve bij eede tsjaers den mergen j gouden gul. facit iiij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers van ij5 mergen Jan Willemsz Vermij, ende vande iij5 mergen Henrick Jansz
[Bestand 283, fol. 274v]
Segvelderbroeck
Steven Gijsbertsz van Zuijlen xj mergen landts, bruijckt Aert Dircxsz den mergen tsjaers om xxxij st. facit viij out schilt xvj st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van joncher Adriaen van Zuijlen, bruijcker Cornelis Dircxsz
Noch bruijckt Aert voorsz x5 mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om xxviij st. facit vj out schilt
Nu eijgenaer Gerrit Jansz van iiij mergen bruijcker Philips Philipsz, ende van de vj5 mergen eijgenaer Gijsbert Claesz Tibbe bruijcker Cornelis Dircxsz
Mathijs Reijersz bruijckt xvij mergen keijsers pacht, bij eede die mergen tsjaers om j goude gul. facit xj out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker van viij5 mergen Jan Thijsz, ende van vij mergen eijgenaer Henrick Jansz Crap, bruijcker Pieter Jansz, ende van de j5 mergen eijgenaer ende bruijcker Jan Thijsz Woerden
[Fol. 275]
Noch bruijckt Mathijs voorsz negen mergen eijgen lants, ende van den voorn. landen zijn vijff mergen landts ij hont erffpacht t huijs horende t’Amersfoort tsjaers bij eede den mergen j gouden ful. facit vj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Buijensz ende die kerck tot Segvelt heeft daerinne j5 mergen
Thomas Dircxsz bruijckt xxij mergen lants ‘s keijsers pacht, bij eede tsjaers den mergen om xxviij st. facit xiiij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Dammis Cornelisz van xix mergen, bruijcker Jan Pietersz, ende van de iij mergen eijgenaer ende bruijcker Brant Adriaensz
Gerrit Jansz heeft in erffpacht negen mergen landts, bruijckt Gerrit Jansz bij eede tsjaers den mergen om j gouden gl. facit vj out schilt
Claes van Hijndersteijn t Utrecht
[Bestand 284, fol. 275v]
twaelfft’halve mergen lants, bruijckt Gerrit voorsz den mergen tsjaers om xij st. facit iij out schilt xij st.
Nu eijgenaers van dese twee voorgaende perceelen Herman vande Poll van vij5 mergen, bruijcker Heer Pietersz, ende die xiij mergen competeren Brant Adriaensz ende bruijckt selffs
Noch Gerrit Henricxsz ij5 mergen lants bruijckt Gerrit voorsz geset den mergen op eenen gouden gul. facit j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Willemsz
Peter Jansz bruijckt acht mergen landts ‘s keijsers pacht bij eede tsjaers den mergen om xxv st. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers d’erffgenamen van Pieter Jansz
Steven Gijsbertsz xj5 mergen landts
[Fol. 276]
bruijckt Willem Ockersz ‘t sjaers om xvj gouden gul. facit x out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van joncher Adriaen van Zuijlen, bruijcker Crijn Joppensz schout van Boriff
Noch bruijckt Willem voorsz negen mergen lants ‘s keijsers pachts tsjaers om xij gouden gul. facit viij out schilt
Nu eijgenaers Gerrit de Ridder van vj mergen ende die regierders van Willeborts huijs binnen Utrecht drie mergen, bruijckers Jan ende Pieter Jansz
Noch die vrou van Outwijck een mergen landts, bruijckt Willem voorsz tsjaers om vij st. j oirt
Den eijgen blijft, nu bruijckers die erffgen. van Pieter Jansz
Noch bruijckt Willem voorsz v mergen
[Bestand 285, fol. 276v]
landts hem selver toebehoorende, bij eede tsjaers om vj goude gul. facit iiij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers, die erffgen. van Pieter Jansz
t’Capittell ten Dom t Utrecht xxiiij mergen lants, bruijckt Dirck Thomasz tsjaers om viij out schilt
Nu eijgenaers t’capittel van Sinte Marien ‘t Utrecht, bruijcker Doede Florensz
[Fol. 277]
Den Broeck
Willem Henricxsz den Jonge, bruijckt xxxiij mergen lands ‘s keijsers pacht bij eede tsjaers om xxxviij phs. gulden facit xxij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaer Claes Cornelisz Vlooswijck van xxviij mergen, bruijcker Ruth Jansz, ende van d’ander v mergen eijgenaerse Wilburgh Gijsbert Fockers, bruijcker Pieter Jansz
Die pastorie ende costerie tot Segvelt t’samen iiij mergen lants, bruijckt Willem voorsz tsjaers den mergen om xx st. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaers die ed. heeren staten van Utrecht ofte de pastorie, bruijcker Gijsbert Wiggertsz
Noch v5 mergen lands, dat en bruijckt Willem voorsz niet, maer is beleent bij eede tsjaers den mergen j phs. gl. facit iij out schilt xj5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Gijsbertsz
[Bestand 286, 277v]
Noch bruijckt Gerrit Henricxsz acht hont leengoets bij eede tsjaers om xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Hugensz
Willem Henricxsz mit zijn suster, bruijcken t’samen vijff mergen landts hem toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om j phs. gul. facit ij out schilt xlj st.
Nu eijgenaers Jan Jacobsz ende Dirck Jacobsz Verhorn van iij mergen v hont, bruijcker Henrick Jansz Vleijshouwer, ende vande vij hont lants eijgenaer ende bruijcker Jan Henricxsz
Gerrit Salisz xxvj5 mergen landts ‘s keijsers pacht, bruijckt Gijsbert Gerritsz bij eede die mergen tsjaers om xxiij st. facit xiiij out schilt xx5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Elbert Jansz van xij mergen ende Gerrit Gijsbertsz Sael eijgenaer van xiiij5 mergen bruijcker Roloff Gijsbertsz
Jan Claesz inden Haeck, bruijckt
[Fol. 278]
een mergen landts t eijnde ‘t voorgaende perceel ende es gestelt op j out schilt
Noch bruijckt Gijsbert voorsz xj5 mergen lants keijsers pacht, bij eede die mergen tsjaers om xxv st. facit vj out schilt xxxv5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Meijnertsz
Claes Mathijsz bruijckt xiij mergen lants hem selver toebehoorende die mergen tsjaers om xxviij st. facit viij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers Philips Hardeman ende die joffr. van Diepholt, bruijcker Herman Jacobsz
Noch Dirck Gerritsz xv mergen min ij hont lants, bruijckt Claes voorsz die mergen tsjaers om xxviij st. facit x out schilt ix st.
Nu eijgenaer ende bruijcker, Jacob Gerritsz
[Bestand 287, fol. 278v]
Jan Jansz bruijckt xiiij mergen lants hem toebehorende, bij eede tsjaers den mergen om xxviij st. facit ix out schilt xiiij st.
Noch Geertruijt Jan Jansz voorsz dochter tot Woerden, bruijckt ses mergen alle ‘s keijsers pacht bij eede tsjaers den mergen om xxviij st. facit iiij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers van dese twee voorgaende percelen Dirck Gijsbertsz van x mergen, Henrick Jansz vij5 mergen ende Claes Gerritsz ij5 mergen
Thomas Erboutsz bruijckt xxxviij5 mergen ‘s keijsers pacht, bij eede tsjaers den mergen om xviij st. facit xvj out schilt xxj st.
Nu eijgenaer Claes Cornelisz Vlooswijck van xxij mergen, bruijcker Jan Jansz Brandt, ende van de reste zijn eijgenaers ende bruijckers Thomas Erboutsz ende zijn moeder
Noch bruijckt Thomas voorsz xvij mergen
[Fol. 279]
eijgen landts, bij eede tsjaers den mergen om xx st. facit viij out schilt iiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Thomas Ermboutsz ende zijn moeder
t’Heijligh cruijs tot Woerden xj mergen lants bruijckt Pieter Claesz tsjaers om xj5 schilt facit iij oudt schilt xxxv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Gijsbertsz Tibben
Noch bruijckt Peter voorsz vij5 mergen eijgen lants bij eede den mergen tsjaers om j gouden gl. facit v out schilt
Nu eijgenaers Claes Meusz, ende Franck Anthonisz van v5 mergen, elcx de helfte, bruijcker Adriaen Henricxsz, ende vande ij mergen eijgenaer ende bruijcker Henrick Gerritsz Stehouwer
Gerrit Hugensz bruijckt xvj mergen
[Bestand 288, fol. 279v]
‘s keijsers pacht bij eede den mergen tsjaers om xxv st. facit ix out schilt xxij st.
Nu eijgenaerse Mechtelt Backers, ende bruijcker Cornelis Gijsbertsz
Claes Petersz tot Amstelredam xiiij5 mergen keijsers pacht, bruijckt Simon Henricxsz den mergen tsjaers om xxv st. facit viij out schilt xxvj5 st.
Nu eijgenaerse Griete Pieters weduwe bruijcker Marten Adriaensz
Die Domdeken ‘t Utrecht vijftigh mergen lants bruijckt Alidt Goeijen
Noch die Domdeken voorsz xxx mergen lants bruijckt Gerrit Elbertsz tsjaers om lxxx k. gul. ij stoppen botteren de stop xxxv st. facit xxxix out schilt xxxij st.
Noch die Domdeken voorsz xx mergen lants bruijckt Gijsbert Gerritsz
Nu eijgenaer van dese drie percelen den tresorier van Sint Marien, ende
[Fol. 280]
bruijckers Gerrit Gijsbertsz Sael, Bastiaen Aelbrechtsz, Jacob Oliersz ende Claes Jansz
Noch bruijckt Gerrit Elbertsz negen mergen landts erffpachts, behorende t’Amersfoort, bij eede tsjaers den mergen om xxv st. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan ende Cornelis Buijensz elcx de helfte
Jonckvrouw vander Mije xxx mergen landts, bruijckt Dirck Willemsz den mergen tsjaers om xx st. ende j stoppe botters xxxv st. facit xv out schilt v st.
Nu eijgenaer die heere van Wermont, ende bruijcker Aert Ermboutsz
Fenne Jacobs bruijckt xxv mergen keijsers pacht, bij eede tsjaers den mergen xxv st. facit xiiij out schilt xxxvij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Adriaensz
[Bestand 289, fol. 280v]
Hendrick Hendricxsz, bruijckt negen mergen keijsers pacht, bij eede die mergen tsjaers om xxv st. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis Jansz Appel van vij5 mergen ende het gemeen landt j5 mergen
Gijsbert Elbertsz, bruijckt xxxviij mergen keijsers pacht geestimeert tsjaers den mergen om xxviij st. facit xxv out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers die noothulp ‘t Utrecht van xxvj mergen, bruijcker Henrick Henricxsz, ende van de xij mergen eijgenaers ende bruijckers, Jan Henricxsz Hugensz ende Dirck Hugensz
Noch bruijckt Ghijsbert voorsz iij5 mergen eijgen landts, bij eede die mergen tsjaers j gouden gl. facit ij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Henrick Hugensz ende Dirck Hugensz
[Fol. 281]
Jonckvrou vander Mij xxx mergen lants bruijckt Jan Dircxsz tsjaers den mergen om xx st. ende j stop botteren xxxv st. facit xv out schilt v st.
Nu eijgenaer de heer van Warmont ende bruijckt Floris Cornelisz
Noch die erffgenamen van Joost Dirck Gerritsz vijff mergen landts, bruijckt Jan voorsz tsjaers om v k. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Floris Cornelisz van ij5 mergen, ende den deken van Sinte Pieters eijgenaer vande ander ij5 mergen bruijcker Jan Henrick Hugensz
Noch bruijckt Jan voorsz iij mergen keijsers pacht den mergen tsjaers om xxv st. facit j out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Floris Cornelisz
Noch die kerck tot Segvelt een
[Bestand 290, fol. 281v]
mergen lants, bruijckt Jan voorsz tsjaers om xv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Floris Cornelisz
Noch bruijckt Jan voorsz viij5 mergen eijgen landts, bij eede den mergen tsjaers om xx st. facit iiij out schilt ij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Floris Cornelisz van vij mergen, ende Henrick Adriaensz van j5 mergen
Gijsbert Jansz bruijckt j5 mergen eijgen landts, bij eede den hoop tsjaers xxxvij5 st.
Nu Henrick Adriaensz eijgenaer ende bruijcker
Jan Gijsbertsz Tibbe, bruijct xj mergen landts, daer die keijser een phs.
[Fol. 282]
gulden, off daer omtrent vuijt heeft bij eede die mergen tsjaers om xxv st. facit vj out schilt xxiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Pieter Meusz, Ruijs Willemsz, ende Huijch DIrcxsz
Roeloff Jansz, mit zijn moeder, broeders ende susters bruijcken tsjaers xviij mergen landts keijsers pacht bij eede tsjaers den mergen j phs. gl. facit x out schilt xxx st.
Nu eijgenaer de zoen van Jan Mathijsz van Hensbergh inden Coelschen Dom van xiiij5 mergen, bruijcker Jan Henrick Hugensz ende vande ij5 mergen eijgenaer ende bruijcker Jan voorsz
Noch die papelicke proven tot Segvelt een mergen landts, bruijckt Roeloff voorsz tsjaers om x st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan voorsz
Gijsbert Dircxsz bruijckt ses mergen
[Bestand 291, fol. 282v]
keijsers pacht, bij eede tsjaers den mergen xv st. facit ij out schilt vj st.
Nu eijgenaer Dirck Cornelisz ende bruijcker Cornelis Gerritsz
Noch bruijckt Gijsbert voorsz vijff mergen bij eede tsjaers den mergen xv st. facit j out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaers d’erfgen. van Aeffgen van Renes, ende bruijcker Hubert Philipsz
Noch die nonnen van Outwijck twee mergen landts, bruijct Gijsbert voorsz tsjaers den hoop om xiij5 st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Hubert Philipsz
Louwe Gerritsz bruijckt xviij5 mergen keijsers pacht bij eede tsjaers den mergen om xxv st. facit xj out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes
[Fol. 283]
Elbertsz van iiij mergen, Jacob Dircksz Graeff eijgenaer van xij mergen, bruijcker Henrick Pietersz ende van de resterende ij5 mergen eijgenaer ende bruijcker Cornelis Cornelisz Bennen
Die kerck van Segvelt een half mergen anderhalff hont lants, of daer omtrent bruijckt Louwe voorsz tsjaers om iij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Cornelisz Bennen
Henrick Jansz ses mergen eijgen lants ende is beleent den mergen tsjaers om xx st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Simon Henricxsz
Huijch Jansz xij5 mergen ende is keijsers pacht, bij eede tsjaers den mergen xxv st. facit vij out schilt xviij5 st.
[Bestand 292, fol. 283v]
Die kerck van Segvelt iiij mergen bruijckt Huijch voorsz den mergen tsjaers om xxv st. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Simon Henricxsz in dese twee voorgaende perceelen van vj mergen, Evert Ram, eijgenaer van vij5 mergen, bruijcker Thijs Thijsz ende vande resterende iij mergen eijgenaers die regierders van ‘t Wilberts huijs t Utrecht, bruijckers Jan ende Pieter Jansz
Arnt Ermboutsz vij mergen lants keijsers pacht, bij eede tsjaers den mergen om xxv st. facit iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers, Henrick Henricxsz ende Gijsbert Henricxsz
Noch een autaer in Sint Jacobs kerck ‘t Utrecht, vijff mergen landts, bruijckt Aernt voorsz den mergen tsjaers om x st. facit j out schilt viij st.
Nu eijgenaer IJsbrant Aertsz bruijckers Henrick Henricxsz ende Gijsbert Henricxsz
[Fol. 284]
Berbara Ermbouts wedue xj5 mergen lants, bruijcken Engbert ende Aernt Ermboutsz gebroeders haer soenen den mergen bij eede tsjaers om xx st. facit v out schilt xx st.
Nu eijgenaerse Gerritgen Gerritsdr ende bruijcker Gerrit Gijsbertsz Sael
Noch Barbara voorsz vj mergen ende j5 hont keijsers pacht, bruijckt Egbert Ermboutsz hoer zoen bij eede tsjaers den mergen xx st. facit ij out schilt xlj st.
Noch Barbara voorsz ses mergen ende anderhalff hond keijsers pacht, bruijckt Egbert voorsz bij eede tsjaers den mergen om xx st. facit ij out schilt xlj st.
Nu eijgenaer Claes Cornelisz van Vlooswijck in dese twee voorgaende perceelen van ix mergen iiij hont ende t derdendeel van een hond, brukers Henrick Dircxsz ende Thijs Thijsz elcx de helfte, ende Jan Hermansz eijgenaer van ij mergen iiij hont ende twee deelen van een hont
[Bestand 293, fol. 284v]
Huijch Meusz bruijckt xxiiij mergen keijsers pacht bij eede die xx mergen j phs. gul. die iiij mergen die mergen xx st. facit xiij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Gerrit Meusz van iiij mergen, Dirck Henricxsz vj mergen, Willem Gerritsz vj mergen ende Gerrit Jansz Ramp viij mergen
Noch Jan van Waell ‘t Utrecht xxiiij mergen, bruijckt Huijch voorsz den mergen tsjaers om xxij st. facit xij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer die vrouwe van Moersbergen, bruijckers Gijsbert Philipsz ende Herman Jacobsz elcx de helfte
Noch bruijckt Huijch voorsz negen mergen lants, wesende erffpacht, bij eede tsjaers den mergen om j phs. gul. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaers Cors Dircxsz ende Jan Dircxsz bruijcker Geerloff Jansz
[Fol. 285]
IJsbrant Meusz bruijckt xviij mergen keijsers pacht, bij eede tsjaers den mergen j phs. gul. facit x out schilt xxx st.
Noch St. Anna autaer tot Segvelt een mergen lants, bruijckt IJsbrant voorsz tsjaers om xxv st.
Noch die kerck tot Segvelt een mergen landts, bruijckt IJsbrant voorsz tsjaers om xxv st.
Nu eijgenaerse van dese drie voorgaende perceelen Grietgen Claesdr bruijcker Gijsbert Hugensz
Adriaen Jansz bruijckt een mergen eijgen lants t’sjaers om xx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Wernartsz
[Bestand 294, fol. 285v]
Henrick Gerritsz bruijckt twijntigh mergen keijsers pacht bij eede tsjaers den mergen om xx st. facit ix out schilt xxij st.
Nu eijgenaer Gerrit Jansz van x mergen, bruijcker Philips Philipsz ende Claes Meusz ende Franck Anthonisz eijgenaers elcx van x mergen, bruijcker Adriaen Henricxsz
Noch die pastorie tot Segvelt j5 mergen landts daerinne gelegen, bruijckt Henrick voorsz tsjaers den hoop om xij st.
Jan Ermboutsz poorter tot Oudewater bruijckt iij mergen keijsers pacht, den mergen geset op j phs. gl. facit j out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer Thomas Ermboutsz met zijn moeder, bruijcker Thomas voorsz
Cornelis Jacobsz bruijckt twaelff
[Fol. 286]
mergen lants, bij eede tsjaers den mergen om j phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Woutersz van een halff mergen, de vrouw van Outwijck eijgenaerse van vij5 mergen, bruijcker Jan Woutersz ende Claes Cornelis van Vlooswijck eijgenaer van iiij mergen, bruijcker Jan Woutersz
Jan Gijsbertsz bruijckt iiij5 mergen keijsers pacht tsjaers den mergen om xxv st. facit ij out schilt xxviij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Willem Hugensz
Henrick Henricxsz in Segvelt bruijct ses mergen eijgen landts bij eede tsjaers den mergen xxv st. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer Bernt Ansemsz ende bruijcker Gerrit Wernartsz
[Bestand 295, fol. 286v]
Noch bruijckt Henrick voorsz ij5 mergen ende j5 hondt keijsers pacht bij eede die mergen tsjaers om xxv st. facit j out schilt xxvj st. ix witt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Cornelisz Bennen
Noch die kerck tot Segvelt een halff mergen, bruijckt Henrick voorsz tsjaers om xij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Cornelisz Bennen
Franck Jacobsz, bruijckt acht mergen landts keijsers pacht, bij eede die mergen tsjaers om xxv st. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaerse Machteltgen Backers, ende bruijcker Cornelis Gijsbertsz
Hendrick Martensz tot Woerden vier
[Fol. 287]
mergen keijsers pacht, bruijckt Huijgh Petersz tsjaers den hoop om xiiij schilt facit iiij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Henrick Mertensz
t’Gemeen landt, bruijckt ses mergen lants den mergen j phs. gl. facit iij out schilt xxiiij st.
Den eijgen blijft, ende bruijcker selffs
Sint Anna ‘t Segvelt twee mergen landts bruijckt Henrick Henricxsz tsjaers om iiij k. gul. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Henrick Hugensz ende Dirck Hugensz
Noch Sint Anna voorsz een mergen lants bruijckt Herman Jacobsz tsjaers om vj schilt facit ij out schilt
[Bestand 296, fol. 287v]
Geert Diloffsz wedue in Camerick bruijckt twee mergen tsjaers den mergen bij eede een gouden gul. facit j out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Jansz
Jan Elbertsz tot Woerden, bruijckt iij5 mergen keijsers landt, hem toebehorende bij eede tsjaers den mergen j phs. gul. facit ij out schilt iij5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Pieter Meusz, Ruijs Willemsz ende Huijch Dircxsz
Die kerck tot Segvelt vij5 mergen lants, bruijckt Frederick Willemsz t’sjaers om xviij k. gul. facit viij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gijsbert Wiggertsz
Noch die kerck voorsz ij mergen lants
[Fol. 288]
bruijckt Henrick Henricxsz tsjaers om iiij k. gul. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Henricxsz Sted’houwer
Philips Dircxsz bruijckt viij5 mergen landts hem selver toebehoorende, bij eede die mergen tsjaers om j phs. gul. facit v out schilt ij5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Pieter Cornelisz van iiij mergen, ende Huijch Dircxsz van iiij5 mergen
Die papelicke proven tot Segvelt xj5 mergen landts, bruijckt Henrick Henricxsz Joncher die mergen tsjaers om xv st. facit iiij out schilt iiij5 st.
Den eijgen blijft, bruijcker Henrick Dircxsz v mergen Thijs Thijsz v mergen ende Govert Warnartsz j5 mergen
Henrick Hugensz negen mergen keijsers
[Bestand 297, fol. 288v]
pacht bij eede tsjaers den mergen j phs. gul. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaerse de vrouw van Moersbergen bruijckers die kijnderen van Hubert Crijnensz ende Marten Jansz elcx de helfte
Herman Jacobsz lvj5 mergen lants hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen xx st. facit xxvj out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer Jan Dircxsz van xij mergen bruijcker Herman Cornelisz, den noothulp t’Utrecht viij mergen, bruijcker Willem Crijnensz, Herman Cornelisz eijgenaer ende bruijcker van viij mergen, Aelbert Fransz brouwer tot Delff vj5 mergen, bruijcker Gijsbert Claesz, de weduwe van mr. Hubert Pauw xij mergen, bruijcker Jan Woutersz, de vrouw van Outwijck v5 mergen, bruijcker Jan Woutersz, ende Gijsbert Hugensz eijgenaer ende bruijcker van iiij mergen
Gijsbert Claesz tot Woerden iiij
[Fol. 289]
mergen landts, hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen xx st. facit ij out schilt vj st.
Nu eijgenaers Willem Gerritsz ende Marigen Frans Jansz, bruijcker Hubert Philipsz
Willem Pietersz poorter der stede tot Woerden, bruijckt iiij5 mergen lants hem selver toebehorende, bij eede tsjaers den mergen om xx st. facit ij out schilt vj st.
Nu eijgenaerse Aeffgen van Renes bruijcker Hubert Philipsz
Marten Petersz tot Woerden, bruijckt vij5 mergen lants, hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om xx st. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Gijsbertsz
Noch die heeren van Sinte Marien
[Bestand 298, fol. 289v]
‘t Utrecht ses mergen landts, bruijckt Marten voorsz tsjaers den mergen om xij st. facit j out schilt xxx st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Henrick Gijsbertsz
Matheus Simonsz tot Woerden, bruijckt vier mergen landts, hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om xx st. facit j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Gerritsz
Koentgen Jan Pietersz wedue tot Woerden derd’halff mergen ende een halff hont lants, hoer toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om xxv st. facit j out schilt xx5 st.
Nu eijgenaerse Aeffgen van Renes bruijcker Hubert Philipsz
Jan Jansz tot Woerden, bruijckt een
[Fol. 290]
mergen landts hem toebehoorende bij eede t’sjaers den mergen j phs. gul. facit xxv st.
Nu eijgenaerse Aeffgen van Renes, bruijcker Hubert Philipsz
Sinte Elisabeths gasthuijs ‘t Utrecht x5 mergen lants, bruijckt Matheus Jansz tot Woerden tsjaers om v k. gul. iiij st. facit ij out schilt xx st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Claes Aertsz
Jan Pietersz tot Woerden, bruijckt drie mergen hem toebehorende, bij eede tsjaers den mergen om xxiiij st. facit j out schilt xxx st.
Jan mr. Dircksz tot Woerden bruijct seven mergen lants, hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen j gouden gul. facit iiij out schilt xxviij st.
[Bestand 299, fol. 290v]
Noch Jan voorsz twee mergen landts bruijckt Jan Slappendel tot Segvelt geset den mergen op eenen gouden gul. facit j out schilt xiiij st.
Nu eijgenaerse vande drie voorgaende perceelen Trijntgen Claes Boelenszdr tot Amstelredam, bruijcker Gerrit Hugensz
Gerrit Hugensz tot Woerden bruijckt mit zijn kijnderen vijff mergen anderhalff hont lants hem toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om xxv st. facit iij out schilt v st. j oirt
Nu eijgenaer ende bruijckers Cors Jansz kijnderen
Swaevelt Pieter Philipsz wedue vier mergen landts, bisschops pacht geestimeert bij eede tsjaers den mergen j phs. gl. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer Claes Cornelisz Vlooswijck bruijcker Jaspar Willemsz
[Fol. 291]
Noch Swavelt voorsz twee mergen anderhalff hont landts hoer selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen j phs. gulden facit j out schilt xiiij st. j oert
Nu eijgenaerse Aeffgen van Renes, bruijcker Hubert Philipsz
Gerrit Pietersz vier mergen lants hem selver toebehoorende, geset op eenen gouden gl. facit ij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers Claes Meusz ende Franck Anthonisz elcx van ij mergen bruijcker Adriaen Henricxsz
Noch die pastoer iij5 mergen landts bruijckt Gerrit voorsz geset den mergen op eenen gouden gl. facit ij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jonge Jan
Ghijsbert van Zuijlens kijderen thien
[Bestand 300, fol. 291v]
mergen lants, bruijckt Willem Jansz tot Woerden geset den mergen op eenen gouden gul. facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van joncher Adriaen van Zuijlen, ende bruijcker Jan Crijnensz
Noch die kijnderen voorsz acht mergen landts, bruijckt Sacharias Hermansz ‘t sjaers om xiiij k. gul. facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers d’erffgenamen van joncher Adriaen van Zuijlen, bruijckt Jan Aertgen Dammis
Marten Lambertsz tot Woerden, bruijckt anderhalff mergen lants hem toebehorende bij eede tsjaers den hoop j out schilt iij st.
Nu eijgenaerse die dochter van Schonenborch ende bruijcker Henrick Adriaensz
Noch ‘t gasthuijs tot Woerden ij mergen
[Fol. 292]
landts, bruijckt Marten voorsz een mergen tsjaers om xv st. facit xxx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Hugensz
Dirck Reijersz tot Woerden, bruijckt iij5 mergen lants, leengoets, bij eede tsjaers den mergen j phs. gl. facit ij out schilt iij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Buijen Dircxsz
Noch bruijckt Dirck voorsz van Nelle zijn moeder anderhalff mergen landts, bij eede den hoop om j out schilt iij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Corsz
Henrick Cornelisz bruijckt twee mergen keijsers landt hem toebehoorende bij eede den mergen tsjaers om j phs. gl. facit j out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Corsz
[Bestand 301, fol. 292v]
Peter Henricxsz Snoeij tot Woerden, bruijct sevend’halve mergen keijsers landt hem toebehorende bij eede tsjaers den mergen j phs. gul. facit iij out schilt xxxvj5 st.
Nu eijgenaer Claes Cornelisz Vlooswijk bruijcken Jan Jansz
Boijen Petersz tot Woerden bruijckt vier mergen keijsers landt hem toebehoorende bij eede tsiaers om j phs. gl. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer Jan Claesz Vlooswijk bruijcker Jan Claesz van Boriff
Matheus Simonsz ende Cornelis Henricxsz bruijcken tsamen vier mergen, anderhalff hondt keijsers landt, henluijden toebehorende bij eede tsjaers den mergen xxv st. facit ij out schilt xxij st. j oert
Nu eijgenaerse Elisabeth wedue van Jan Kervel, bruijcker Pieter Philipsz
Pieter Gerritsz Coel tot Woerden, bruijckt
[Fol. 293]
vier mergen keijsers lant hem toebehorende tsjaers bij eede die mergen een j phs. gulden facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer den deken van St. Pieters t Utrecht, bruijcker Jan Henrick Hagensz
Jan mr. Dircxsz bruijckt xx mergen keijsers landt, hem toebehoorende, bij eede die mergen om j gouden gul. facit xiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaerse Grietgen Claes, ende bruijckers Gerrit Meusz, ende Gijsbert Hugensz elcx de helfte
Cornelis Gerritsz tot Woerden, bruijct vijff mergen keijsers landt hem toebehorende bij eede die mergen xxv st. facit ij out schilt xlj st.
Nu eijgenaer Jan van Vlooswijck, ende bruijcker Jan Claesz van Boriff
Amel Dirck Dircxsz poertersse tot
[Bestand 302, fol. 293v]
Woerden bruijckt seven mergen keijsers landt, haer toebehoorende bij eede tsjaers den mergen xxv st. facit iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaer Marten Corsz ende bruijckt selffs
Cornelis Jansz tot Woerden bruijckt vier mergen anderhalff hont keijsers lant hem toebehoorende bij eede die merge om xxiiij st. facit ij out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Thijsz tot Woerden
Willem Pietersz tot Woerden, bruijct acht hondt keijsers landt hem toebehorende bij eede tsjaers den hoop om xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Simon Pietersz
Elisabeth Dirck Dircxsz weduwe
[Fol. 294]
vijff mergen anderhalff hont elcke mergen xxviij st. facit iij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers d’kijnderen van Cors Jansz
Jan Jacobsz Schouten seven mergen landts keijsers pacht, bij eede tsjaers den mergen om xx st. facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis Simon Pietersz van iij mergen, ende Jan Meijnertsz iiij mergen
[Bestand 303, fol. 295]
Hoencop
Willem Henricxsz bruijckt vijff mergen lants hem selver toebehoorende bij eede die mergen om v schilt facit viij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Adriaensz
Dat oude susterhuijs binnen Oudewater vijff mergen lants, bruijct Willem voorsz tsjaers den mergen om vijf schilt facit viij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Willem Adriaensz voorsz
Noch Jan Peter Ockersz woonende tot Oudewater acht mergen landts, bruijckt Willem voorsz tsjaers den mergen om vij5 schilt facit xx out schilt
Nu eijgenaer Cornelis Gijsbertsz in Hoencop bruijcker Cornelis Lenartsz
Aert Petersz bruijckt vier mergen lants
[Bestand 304, fol. 295v]
hem selven toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om vijff schilt facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Aertsz
Noch Jan van Wijngaerden inden Hage vier mergen landts bruijckt Aert voorsz den mergen tsjaers om v5 schilt facit vij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers d’erffgenamen van joffrou Catrijna van Zijll inden Hage, bruijcker Cornelis Claes Aertsz
Noch Alijdt Cornelis Dircxsz wedue ter Goude vijff mergen lants, bruijckt Aert voorsz tsjaers den hoop om xxij schilt facit vj out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer Willem Thin ter Goude ende bruijcker Cornelis Claesz voorsz
Die oude susteren tot Oudewater vijff mergen lants, bruijckt Aert voorsz
[Fol. 296]
‘t sjaers om xxvij schilt den hoop facit ix out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Claesz voorsz
Noch Simon Henricxsz ter Goude thien mergen lants, bruijckt Aert voorsz tsjaers den hoop om xlvj schilt facit xv out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Peter Cornelisz ende Cornelis Claesz elcx de helfte
Noch Jan Pieter Ockersz tot Oudewater vijff mergen lants, bruijckt Aert voorsz tsjaers om xlvij schilt den hoop facit xv out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Thonis Gijsbertsz tot Leijden en de bruijcker Gerrit Meusz
Noch Nijes Jan Petersz tot Oudewater ende Thijman Dircxsz dochter van Oudewater woonende tot Dordrecht
[Bestand 305, fol. 296v]
‘t samen vier mergen lants, bruijckt Aert voorsz tsjaers om xxxiij schilt facit xj out schilt
Nu eijgenaerse Cornelia Daem Jansz wedue, bruijcker Willem Adriaensz
Adriana Jan Petersz wedue wonende toe Oudewater, bruijckt vier mergen lants hoer eijgen toebehorende x out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Adriaensz voorsz
Noch Sinte Hubrechts autaer ter Goude vier mergen landts bruijckt Adriana voorsz x out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker in erffpacht Willem Adriaensz voorsz
Die oude susteren binnen Oudewater vier mergen lants, bruijcker Jacob Joostensz bij eede van Jacob Joosten elke mergen vj st. facit viij out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Willem Adriaensz voorsz
[Fol. 297]
Noch Ocker Jansz tot Dordrecht acht mergen lants, bruijckt Jacob Joosten tsjaers om lx schilt xx out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Jansz
Mr. Frassen weduwe ter Goude vier mergen landts, bruijckt Cornelis Adriaensz tot Oudewater x out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Gijsbertsz
Noch Jan van Wijngaerden inden Hage ses mergen lands, bruijckt Cornelis voorn. xvj out schilt
Nu eijgenaers d’erffgenamen van joffr. van Zijll inden Hage, bruijcker Gerrit Meusz
Huijch Jacobsz tot Oudewater ses mergen landts, bruijckt Meus Gerritsz woonende inden lande van
[Bestand 306, fol. 297v]
Montfoort t’siaers om xlj schilt facit xiij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Jansz
Noch Pieter Andriesz tot Oudewater thien mergen landts bruijckt Meus voorsz tsjaers die mergen vj schilt j oirt facit xx out schilt xxxv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Gijsbertsz van vijff mergen, ende van de ander vijff mergen eijgenaer Coenraed Strick ‘t Utrecht, bruijcker Pieter Cornelisz
Noch Willem Turck ses mergen landts bruijckt Meus voorsz tsjaers om xij schilt den hoop facit iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Hugensz
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht acht mergen lants erffpacht, bruijckt
[Fol. 298]
Claes Louwensz Hotteman tot Oudewater tsjaers den mergen om v schilt facit xiij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckerse de weduwe van Henrick Jansz
Huijch Jacobsz wonende binnen Oudewater bruijckt vijff mergen landts hem selven toebehorende xiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Dirck Hermansz tot Oudewater, bruijcker Andries Claesz
Cornelis Lauwensz Hotteman tot Oudewater vier mergen lants, bruijct Willem Adriaensz bij eede tsjaers den mergen om v schilt facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Pieter Cornelisz ende Mathijs Geerloffsz
Noch t’groote Bagijnhoff t’Utrecht
[Bestand 307, fol. 298v]
twaelff mergen lants, bruijckt Willem voorsz den mergen tsiaers om iiij schilt facit xvj out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijckers Pieter Cornelisz ende Mathijs Geerloffsz
Sinte Bartholomeus gasthuijs thien mergen landts, bruijckt Jan Engbertsz den mergen iij schilt x out schilt
Den eijgen blijft nu bruijcker Dirck Jansz
Sint Jacobs autaer tot Oudewater acht mergen lants, bruijckt Gerrit Henricxsz Hack die mergen om vj schilt facit xvj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Claes Aertsz
Noch heer Jacob van Oudewater vicarius
[Fol. 299]
ten Dom ‘t Utrecht acht mergen landts bruijckt Gerrit voorsz tsjaers den mergen om vj schilt facit xvj out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Claes Jansz ende Cornelis Jansz
Noch mr. Claes Woutersz erffgen. acht mergen lants, bruijckt Gerrit voorsz tsjaers den mergen vj schilt facit xvj out schilt
Nu eijgenaers mr. Jacob ende Gerrit Adriaensz Cool, ende zijn broeder ter Goude, bruijckers Pieter Cornelisz ende Mathijs Geerloffsz
Noch bruijckt Henrick Gerritsz voorsz acht mergen lants, hem selven toebehorende bij eede tsjaers die mergen v schilt facit xiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Bouwen Eijmbertsz
Noch die heeren van de Duijtschen huijs t’Utrecht
[Bestand 308, fol. 299v]
acht mergen landts bruijckt Henrick voorsz tsjaers den mergen om v schilt facit xiij out schilt xiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Bouwen Eijmbertsz
Anthonis Petersz bruijckt vier mergen lants hem selver toebehoorende, bij eede ‘t sjaers den morgen vj schilt facit viij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Gijsbertsz
Noch Sinte Bartholomeus gasthuijs t’Utrecht vier mergen landts bruijckt Anthonis voorsz tsjaers om iij schilt facit iiij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Willem Gijsbertsz voorsz
Dat oude suster huijs binnen Oudewater acht mergen lants, bruijckt Anthonis voorsz tsjaers den mergen om vj schilt facit xvj out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Dirck Jansz
[Fol. 300]
Die heeren van Sinte Marten ‘t Utrecht xvj mergen lants, bruijckt Anthonis voorsz den hoop tsjaers om lij5 schilt facit xvij out schilt xxj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Dirck Jansz
Noch die heeren voorsz xvj mergen lants bruijckt Peter Willemsz tsjaers om xxxvj schilt facit xij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijckers Willem Adriaensz ende Lenert Gerritsz
Cornelis Henrick Jansz, bruijckt acht mergen lants hem selver toebehorende, die mergen bij eede om xxxv st. facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Anthonis Gijsbertsz tot Leijden bruijcker Andries Claesz
Noch die erffgen. van Geerloff Jacobsz weduwe ter Goude acht mergen lants
[Bestand 309, fol. 300v]
bruijckt Cornelis voorsz ‘t sjaers om xxv schilt facit viij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer Anthonis Gijsbertsz tot Leijden, bruijcker Andries Claesz
Noch die erffgen. van Dirck Gerrit Schouten soen t’Oudewater vier mergen lants bruijckt Cornelis voorsz den hoop tsjaers om ix out schilt vij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Lenard Willemsz
Adriaen Herberts dochter tot Oudewater vijff mergen lants, ende heeft in erffpacht Cornelis Jan Louwensz elcke mergen bij eede xxxv st. facit iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaer Niclaes van Cordenoort cum socijs t’Utrecht, bruijcker Gerrit Adriaensz
Noch St. Joris autaer tot Oudewater een mergen lants bruijct Cornelis voorsz tsjaers om j out schilt
Nu eijgenaer Niclaes van Cordenoort cum socijs ‘t Utrecht bruijcker Gerrit Adriaensz voorsz
[Fol. 301]
Noch Jan Lauwensz tot Haestrecht vijff mergen landts, bruijckt Cornelis voorsz bij eede die mergen xxxv st. facit iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaer Niclaes van Cordenoort voorsz ende bruijcker Gerrit Adriaensz voorn.
Noch Coernelis Jan Louwensz bruijct vijff mergen hem selven toebehorende, bij eede die mergen tsjaers om xxxv st. facit iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaer Niclaes van Cordenoort voorsz, bruijcker Gerrit Adriaensz voorn.
Aeltgen mr. Gerrit Snoeijen ter Goude acht mergen ende drie hont landts, bruijckt Willem Peter Hermansz tsjaers den mergen om vj schilt facit xvj out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Henricxsz ende Pieter Aertsz Snoeij wonende in Rosendael buijten Oudewater
Noch t’groote Bagijnhoff t’Utrecht ses mergen
[Bestand 310, fol. 301v]
lants, bruijckt Willem voorsz tsjaers die mergen om iij5 schilt facit vij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Gijsbertsz
Den Heijligen geest binnen Oudewater vier mergen, bruijckt Willem voorsz den mergen om iiij schilt facit v out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Gijsbertsz voorsz
Noch bruijckt Willem voorsz tien mergen lants hem selver toebehorende bij eede de mergen iiij schilt facit xiij out schilt xiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Gijsbertsz voorsz
Mariken Cors Jansz wedue mit hoer kijnderen bruijcken xvij mergen lants henluijden selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen iij5 schilt facit xix out schilt xxxv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cors Jacobsz
[Fol. 302]
Noch St. Joris autaer tot Montfoort acht mergen lants, bruijcken Marigen mit hoer kijnderen voorsz tsjaers den hoop om xx k. gul. facit ix out schilt xxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cors Jacobsz voorsz in erffpacht
Noch mr. Jan van Amerongen vicarius Ste. Marien t’Utrecht, vijff mergen landts, bruijckt Marigen voorsz die mergen tsjaers om ij k. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cors Jacobsz voorsz
t’Groote Bagijnhoff t’Utrecht vier mergen lants, bruijckt Marigen mitte kijnder voorsz den mergen tsjaers om iij5 schilt facit iiij out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, ende bruijcker Cors Jacobsz voorsz
Lou Kossen, bruijckt xviij mergen lants
[Bestand 311, fol. 302v]
leengoets hem toebehoorende den mergen tsjaers om iij schilt facit xviij out schilt
Nu eijgenaer van x mergen Cors Jacobsz voorsz, bruijcker Adriaen Jansz ende vande viij mergen eijgenaers d’erffgen. van Egbert van Schonenberch ende bruijckers Gerrit Geerloffsz ende Jacob Hugensz wonende int landt van Vliet
Noch die kerck ‘t Oudewater viij mergen lants, bruijckt Louwe voorsz die mergen tsjaers om iij5 schilt facit ix out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Willem Hugensz
Cornelis Henricxsz Hack, bruijckt xxiiij mergen landts leengoets hem selver toebehoorende om xxviij out schilt
Nu eijgenaers Henrick Cornelisz Hack met sijn susters, bruijcker Dirck Daemsz
t’Groote Bagijnhoff ‘t Utrecht vier mergen
[Fol. 303]
landts, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers den mergen iiij st. facit v out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Dirck Daemsz voorsz
Ocker Jansz tot Dordrecht xij mergen lants bruijckt Claes Dirck Petersz die mergen tsjaers om iij k. gl. facit xvij out schilt vj st.
Nu eijgenaer Claes Henricxsz tot Woerden, bruijcker Gerrit Gerritsz
Noch St. Joris altaer binnen Oudewater twee mergen lants, bruijckt Claes Dircxsz voorsz die mergen tsjaers om iij schilt facit ij out schilt
Nu eijgenaer Claes Henricxsz voorsz bruijcker Gerrit Gerritsz voorn.
Noch Cornelis Adriaensz tot Oudewater ses mergen lants, bruijckt Claes voorsz den mergen tsjaers om iij k. gul. facit viij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer Claes Henricxsz bruijcker Gerrit Gerritsz voorsz
[Bestand 312, fol. 303v]
Anna Cornelis Hermansz dochter ter Goude xij mergen landts, bruijckt Wouter Claesz die mergen tsjaers om xxxviij st. facit x out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaers Cors Jacobsz in Hoencop ende Jacob Adriaensz in Benschop, bruijcker Jan Dieloffsz
Noch den Heijligen geest tot Oudewater ses mergen landts, bruijckt Wouter voorsz die mergen tsjaers om iij schilt facit vj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick voorsz
Noch Ste. Anthonis autaer tot Oudewater ij mergen lants, bruijckt Wouter voorsz die mergen tsjaers om iij5 schilt facit ij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Gerritsz
Noch bruijckt Wouter Claesz voorsz
[Fol. 304]
vier mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen tsjaers om iiij schilt facit v out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Gerritsz voorsz
Claes Sijmonsz, bruijckt ses mergen lants hem selver toebehoorende, bij eede die mergen om iiij schilt facit viij out schilt
Nu eijgenaer Lenard Willemsz in Hoencop, bruijcker Cornelis Gerritsz
Noch die Reguliers tot Amersfoort thien mergen landts, erffpacht, bruijckt Claes voorsz bij eede tsjaers den mergen iiij schilt facit xiij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Gerritsz voorsz
Aeltgen mr. Jan Snoeijen ter Goude vij mergen iij honts bruijckt Claes voorsz die mergen tsjaers om vj schilt facit xiiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Jansz
[Bestand 313, fol. 304v]
Noch die kerck tot Oudewater acht mergen landts, bruijckt Claes voorsz die mergen tsjaers om iij5 schilt facit ix out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Willem Hugensz
Aeltgen Jan Dircxsz wedue, bruijckt twee mergen eijgen, ende twee mergen leen goets, haer toebehoorende, bij eede die mergen tsjaers op iij schilt facit iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Hugensz
Noch ‘t groote Bagijnhoff ‘t Utrecht ses mergen lants, bruijckt Aeltgen voorsz die mergen ‘t sjaers om iij schilt facit vj out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Hugensz voorsz
Noch die heeren van den Duijtschen huijs ‘t Utrecht vijff mergen lants, bruijckt Aeltgen voorsz die mergen tsjaers om iij schilt facit v out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Jan Hugensz voorsz
[Fol. 305]
Noch die Regulieren tot Amersfoort een mergen landts, bruijckt Aeltgen voorsz tsjaers om xx st.
Nu eijgenaers t Bagijnhoff ‘t Utrecht ende bruijcker Jan Hugensz voorsz
Noch den Heijligen geest, binnen Oudewater acht mergen lants, bruijckt Aeltgen voorsz die mergen tsjaers om iij5 schilt facit ix out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Claes Jansz
Mr. Jan van Amerongen vicarius Sinte Marien t’Utrecht vij mergen ende drie hont lants bruijcken Marigen Peter Jansz wedue mit hoer kijnderen tsjaers om xiij k. gul. facit vj out schilt viij st.
Den eijgen blijft aende voorsz vicarie, nu bruijcker Jacob Adriaensz
Noch die getijen tot Oudewater een mergen ende drie hont landts, bruijckt Marigen mit hoer kijnderen voorsz tsjaers om j out schilt iij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Adriaensz voorsz
[Bestand 314, fol. 305v]
Noch die getijen voorsz eenen mergen eijgens bruijckt Marigen mit hoer kijnder voorsz tsjaers om xxxv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Adriaensz voorsz
Noch Gerrit Heijn Schouten erffgen. tot Oudewater vier mergen lants, bruijckt Marigen voorsz tsjaers om ix out schilt vij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Lenard Willemsz
Die wedue van mr. Frans ter Goude thien mergen lands, bruijckt Geertruijt Jan Thijsz weduwe die mergen tsjaers om iij k. gul. facit xiiij out schilt xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Willemsz
Geerloff van Vliet tot Schoonhoven xx mergen lants, bruijckt IJsbrant Petersz die mergen tsjaers om iiij5 schilt facit xxx out schilt
Nu eijgenaer joncher de Witt tot Rijswijk bij den Hage, bruijcker Willem Henricxsz
[Fol. 306]
Pieter Jansz bruijckt mit leen thien mergen landts hem selven toebehorende die mergen tsjaers om iij schilt facit x out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Adriaensz
Die vicarie van St. Joris autaer tot Montfoort ses mergen landts bruijckt Peter voorsz die mergen tsjaers om ij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker in erffpacht Daem Pietersz
Noch die Carthusers buijten Utrecht twaelff mergen lants, bruijckt Peter voorsz tsjaers om een gouden gl. facit viij out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Daem Pietersz voorsz
Noch die Carthusers buijten bij Utrecht achtien mergen landts, bruijckt Cornelis Meusz die mergen tsjaers om iij5 schilt facit xxj out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Ocker Diericxsz
[Bestand 315, fol. 306v]
Jan Jansz bruijckt vier mergen lants hem selver toebehorende, bij eede die mergen tsjaers om iij5 schilt facit iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Jansz
Noch ‘t groote Bagijnhoff t’Utrecht twijntigh mergen lants, bruijckt Jan Jansz voorsz die mergen tsjaers om iij schilt facit xx out schilt
Den eijgen blijft nu bruijckers Claes Jansz ende Cornelis Jansz
Vop Jansz bruijckt ses mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen tsjaers om iij schilt facit vj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Gerritsz
Noch die vicarie van des Heijlich sacraments autaer tot Oudewater vier mergen lants bruijckt Vop voorsz tsjaers om v out schilt xxx st.
Nu possesseur joncher Andries van Bronchorst op ‘t huijs te Bronchorst bij t Noortwijckerhout, bruijcker Cornelis Gerritsz voorsz
[Fol. 307]
Noch den Heijligen geest binnen Oudewater vier mergen lants, bruijckt Vop voorsz die mergen tsjaers om iij5 schilt facit iiij out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Gerritsz voorsz
Claes Jansz bruijckt elff mergen ende vier hont landts hem selver toebehoorende bij eede die mergen iij schilt facit xj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Martensz
Noch den Heijligen tot Oudewater twee hont lants bruijckt Claes voorsz tsjaers om xvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Claes Martensz voorsz
Noch die vicarie van Ste. Simon ende Jude ten Dom t’Utrecht xj mergen landts, bruijct Claes voorsz tsjaers om xj out schilt
Den eijgen blijft, bruijcker Jan Cornelisz in Rosendael buijten Oudewater
[Bestand 316, fol. 307v]
Noch die Benedictijnen tot IJsselsteijn acht mergen lants, bruijckt Claes voorsz die mergen tsjaers om iij schilt facit viij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Claesz
Sinte Cornelis autaer binnen Oudewater vier mergen landts, die mergen tsjaers om iiij schilt facit v out schilt xiiij st.
Nu possesseur Cornelis Claesz Mueijt tot Oudewater cum socijs
Noch die vicarie van Ste. Simon ende Jude autaer inden Dom xxj mergen lants bruijckt Huijch Woutersz vander Welle tsjaers om xxj out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Herman Adriaensz
Jan Dircxsz woonende in ‘t lant van Haestrecht, bruijckt viij mergen lants toebehoorende hem selfs viij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Adriaensz
[Fol. 308]
Den Heijligen geest binnen Oudewater ses mergen landts, bruijckt Jan Willemsz woonende in ‘t landt van Haestrecht tsjaers den hoop om xxij5 schilt facit vij out schilt xxj st.
Den eijgen blijft, bruijcker Willem Hugensz
[Bestand 317, fol. 309]
Langeweijde
Willem Sijmonsz wonende tot Bodegraven bruijckt vij mergen ij hondt lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om v schilt facit xij out schilt ix st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Crijnensz op de Langeweijde
Lambert Gelisz iiij5 mergen bij eede die mergen tsjaers om v schilt facit vij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Dirck Crijnensz van twee mergen ende Aert Hugensz schout derd’halff mergen
Roeloff Jacobsz wonende tot Bodegraeffe bruijckt vijff mergen lants hem toebehorende bij eede tsjaers den mergen om v schilt facit vij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Emmeken Crijnendr wedue van schout Hubert van Waddincxveen ende Jacob Cornelisz Cop tot Bodegraven elcx de helft
Aelbert Jansz wonende tot Bodegraven
[Bestand 318, fol. 309v]
bruijckt twee mergen drie hondt lants hem selver toebehorende, bij eede die mergen v schilt facit iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Willem Aertsz tot Bodegraven
Meus Gerritsz woenende tot Bodegraven bruijckt vijff mergen landts hem selver toebehorende bij eede den mergen v schilt facit viij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis ende Pieter Willem Aertsz gebroeders tot Bodegraven elcx de helfte
Peter Jansz wonende tot Bodegraven seven mergen drie hont lants hem selven toebehorende bij eede die mergen op v schilt facit xij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Jan Dircxe
Gerwert Dircxsz tot Bodegraven, bruijct
[Fol. 310]
vijff mergen lants hem selven toebehorende bij eede die mergen v schilt facit viij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Dirck Aerden op de Langeweijde ende Emmeken Crijnen, wedue van schouth Hubert tot Waddincxveen elcx de helfte
Goessen Gerritsz woonende tot Bodegraven bruijckt acht mergen landts hem selver toebehorende bij eede die mergen v schilt facit xiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer Lenard Geerloffsz mit zijn weeskijnt wonende in de lande van Woerden, bruijcker Gerrit Dircxsz wonende in de Weijpoort van Bodegraven
Jacob Willemsz tot Bodegraven bruijckt ses mergen landts hem selven toebehorende, bij eede die mergen tsjaers om v schilt facit x out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Pietersz tot Bodegraven
Lambert Dircxsz van Neerden wonende
[Bestand 319, fol. 310v]
tot Woerden heeft negen mergen ende drie hondt landts t’welck hij verhuijrt van jaer tot jaer bij eede tsjaers den mergen om v schilt facit xv out schilt xxxv st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Gerrit Jansz van iiij5 mergen ende lxxv roeden ende Jacob Pietersz tot Bodegraven iiij mergen v hont ende xxv roeden
Lambert Henricxsz wonende in ‘t lant van Woerden bruijckt xxv mergen ende iiij hont landts hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om vj schilt facit lj out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Pieter Claesz van xvij mergen iiij hont, Claes Gerritsz v mergen, ende Dirck Aertsz iij mergen
Cornelis Woutersz bruijckt x mergen lants hem selver toebehoorende bij eede die mergen vj schilt facit xx out schilt
Nu eijgenaers Bartholomeus ende Neeltgen Joris tot Delft, bruijcker Jan Dircxsz Moelenaer
Wouter Corstensz bruijckt v mergen lants
[Fol. 311]
hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen vj schilt facit x out schilt
Nu eijgenaer Jan Versloot, bruijcker Wouter Dircxsz
Cornelis Sijmonsz bruijckt xxv mergen landts hem selver toebehorende l out schilt
nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Sijmonsz
Aecht Wouter Claesz tot Oudewater xxx mergen lants, bruijckt Claes Gerrit Bruijnensz den mergen tsjaers om vj schilt facit lx out schilt
Nu eijgenaer Jan Woutersz Versloodt ende bruijckt selver xx mergen ende Wouter Dircxsz x mergen
Sinte Catrijnen convent ter Goude xx mergen landts, bruijckt Wouter Corstensz tsjaers den mergen om iiij schilt facit xxvj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan van der Egge ter Goude
[Bestand 320, fol. 311v]
Jan Florisz, bruijckt xxx mergen lants hem selven toebehorende bij eede tsjaers den mergen vj schilt facit lx out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Floris Jansz van xv mergen, Claes Gerritsz vj mergen, Aelbert Gerritsz iiij mergen ende Ludolff Dircxsz v mergen
Claes Daemsz x mergen landts bruijckt Cornelis Sijmonsz xx out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Floris Jansz op de Lange weijde
Marichgen Sijmon Dircxsz wedue bruijckt xv mergen landts hoer selver toebehorende bij eede die mergen tsjaers om vj schilt facit xxx out schilt
Nu eijgenaer joncher Canther burgemr. tot Utrecht, bruijcker Aert Willemsz op de Langeweijde
Noch die kerck tot Oudewater v mergen lants, bruijckt Marichgen voorsz
[Fol. 312]
ende is erffpacht, bij eede tsjaers den mergen vj schilt [facit] x out schilt
Nu eijgenaer joncker Canter, ende bruijcker Aert voorsz
Janneken Dirck Jansz wedue tot Oudewater thien mergen landts, bruijckt Jan Dircxsz tsjaers om lv schilt facit xviij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Dircxsz van vj mergen ende Luijt Dircxsz zijn broeder iiij mergen
Nijes Sijmons wonende tot Woerden thien mergen landts, bruijckt Hagen Sijmonsz bij eede die mergen tsjaers om vj schilt facit xx out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Dircxsz op de Langeweijde
Noch bruijckt Hagen voorsz thien mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen vj schilt facit xx out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Evert Floren op de Lange weijde
[Bestand 321, fol. 312v]
Hendrick Lambertsz bruijckt xv mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen vj schilt facit xxx out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Jansz van vijff mergen, ende Jacob van den Bergh t’Utrecht eijgenaer van thien mergen, bruijcker Henrick voorsz
Een vicarie in der kercke ter Goude vijff mergen lants, bruijckt Henrick voorsz tsjaers om xij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Nu possesseur Warnar van Crimpen vicarius wonende ter Goude, ende bruijcker Henrick Jansz voorsz
Gijsbert Gelisz, bruijckt xv mergen lants hem selver toebehorende, bij eede t’sjaers den mergen vj schilt facit xxx out schilt
Nu eijgenaers Dirck Crijnensz ende Aert Hugensz schouth cum socijs, bruijcker Cornelis Henricxsz
Gerrit Claesz bruijckt vijff mergen
[Fol. 313]
landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om vj schilt facit x out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Jacobsz op de Langeweijde
Elbert Luijtensz schout, bruijckt twijntigh mergen landts hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen vj schilt facit xl out schilt
Nu eijgenarse Eva Peters dochter van Westrenen ‘t Amersfoort, ende bruijcker Jan Jacobsz
Jan Pietersz bruijckt xvij mergen lants v hondt, hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen vj schilt facit xxxvj out schilt
Nu eijgenaers ‘t convent van Oudenaerde, ende wort verhuijrt, bij de borgemeesteren van Naerden, bruijcker Pieter Gijsbertsz
Gijsbert Jansz van Veen, bruijct vij hont lants hem selver toebehorende tsjaers den hoop ij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Sandersz brouwer in de Twee Truwelen tot Delff ende Jan Ruttensz Leckerbier
[Bestand 322, fol. 313v]
Gerrit Claesz bruijckt xlv mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen vj schilt xc out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Pancraesz van xvj mergen j hont, Lambert Claesz iiij mergen iiij hont, Aert Hugensz schout cum socijs iiij mergen j hondt, ende Jacob Jansz de Jouree t’Utrecht xx mergen, ende bruijckt Lambert Claesz
Neeltgen van Leeuwen thien mergen lants bruijckt Gerrit voorsz den mergen tsjaers om iiij schilt facit xiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Gelis Dircxsz van vj mergen Claes Vriessen iij5 mergen ende Crijn Joostensz iij hont
Dirck Dircxsz x mergen landts hem toebehorende, bij eede die mergen tsjaers om vj schilt facit xx out schilt
Nu eijgenaer Jacob Jansz Jouree, bruijcker Lambert Claesz
Marichgen Dirck Engbertsz wedue, bruijckt
[Fol. 314]
vijftien mergen landts, haer selven toebehorende bij eede tsjaers den mergen om vj schilt facit xxx out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Gelis Dircxsz
Joost Jansz bruijckt xv mergen lants, toebehorende mr. Cornelis Anthonisz tsjaers die mergen om vj schilt facit xxx out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Crijnensz
Dirck Dircxsz, bruijckt twijntich mergen lants, hem selven toebehorende, bij eede tsjaers den mergen vj schilt facit xl out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis Dircxsz van xv mergen, ende Gelis Dircxsz v mergen
Lambert Gelisz bruijckt xxvij mergen ende iiij hont lants hem selven toebehorende bij eede tsjaers den mergen om v schilt facit xlvj out schilt v st.
Nu eijgenaers ende bruijckers de wedue van Pons Jacobsz van xv mergen, Aert Ponsz haer zoen x mergen ende Daem Jansz tot Waerden ij mergen iiij hondt
[Bestand 323, fol. 314v]
Jan Dircxsz tot Camerick bruijckt drie mergen landts hem selven toebehorende den mergen tsjaers bij eede om v schilt facit v out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Evert Florisz op de Langeweijde
Jan Dircxsz bruijckt xxvij mergen lants ende iij hondt hem selven toebehorende bij eede tsjaers den mergen v schilt facit xlv out schilt xxxv st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Claes Vriessen van xv mergen, Dirck Pietersz van x mergen, ende Aert Huijgensz schout cum socijs van ij5 mergen
Erckgen Gelis wedue, bruijckt thien mergen landts haer toebehorende, bij eede tsjaers den mergen vj schilt facit xx out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Stoffel Gerritsz
Willem Gelisz bruijckt x mergen lants
[Fol. 315]
hem selver toebehorende den mergen bij eede tsiaers om iiij schilt facit xiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaerse ende bruijckt d’wedue mette weeskijnderen van Lambert Willemsz t’Oudewater
Jan Woutersz xx mergen lands hem selver toebehorende, bij eede den mergen tsjaers om v schilt facit xxxiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Dircxsz van x mergen, Aert Huijgensz schout cum socijs vj mergen v hont ende wort nu gebruijckt bij Peter Floren, ende Dirck Petersz Bastart iij mergen j hont
Hillegont Dirck Jansz wedue bruijckt xlij mergen ende iij hont lants, haer selver toebehorende, bij eede tsjaers den mergen om v schilt facit lxx out schilt xxxv st.
Nu eijgenaers ende bruijckers d’wedue van Hubert Jansz schout tot Waddincxveen van xxviij mergen, bruijckt daervan Pieter Jansz Vries xv mergen, Jan Dircksz, Stoffel Gerritsz x mergen, ende d’wedue selver iij mergen, Henrick Pancraesz eijgenaer ende bruijcker van xij mergen ende Aert Hugensz schout cum socijs ij5 mergen
[Bestand 324, fol. 315v]
Dirck Gijsbertsz bruijckt negen mergen landts hem selven toebehoorende bij eede tsjaers den mergen vj schilt facit xviij out schilt
Nu eijgenaers d’erffgen. van Floris Feijt ‘t Utrecht, bruijckers Dirck Jacobsz ende Stoffel Gerritsz
Noch die Weerder kerck een mergen lants bruijckt Dirck voorsz tsjaers om j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Floris Feijt ‘t Utrecht, bruijckers Dirck Jacobsz ende Stoffel Gerritsz voorsz
Jan Dircxsz bruijckt thien mergen lants hem selver toebehorende, bij eede tsjaers den mergen v schilt facit xvj out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Floris Feijt ende bruijckers Dirck Jacobsz ende Stoffel Gerritsz voorsz
Henrick Jacobsz bruijckt xxij mergen ende iij hont lants hem selver toebehorende
[Fol. 316]
bij eede tsjaers den mergen v schilt facit xxxvij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers de weeskijnderen van Hubert Jansz schout van xv mergen bruijcker Claes Woutersz, ende eijgenaers ende bruijckers de wedue ende weeskijnderen van Lambert Willemsz van v mergen ende Gerrit Jan Dircxsz tot Bodegraven ij5 mergen
Bouwen Dircxsz bruijckt xxv mergen landts hem selver toebehorende, bij eede tsjaers den mergen v schilt facit xlj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Willem Dijertensz van xxij mergen iij hont, ende d’wedue van Elbert Willemsz tot Bodegraven ij5 mergen
Huijch Sijmonsz bruijckt xviij mergen lants hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om v schilt facit xxx out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Willem Diertensz ende Reijer IJsbrantsz zijn swager van acht d’halven mergen Cornelis Ponsz tot Bodegraven mede achtd’halven mergen, ende Luijt Dircxsz drie mergen
[Bestand 325, fol. 316v]
Cornelis Gerritsz bruijckt xxxij mergen landts, hem selven toebehorende bij eede tsjaers den mergen v schilt facit lviij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers, Aert Hugensz schout cum socijs van xix mergen ij hont xxv roeden, Jan Cornelisz x mergen iij hont lxxv roeden, ende Daem Jansz tot Waerder v mergen
Aert Dircxsz bruijckt xxxj mergen lants hem selver toebehorende, bij eede tsjaers den mergen v schilt facit lj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Dirck Aertsz van xxv mergen, ende d’jonge weeskijnderen van Hubert Jansz schoudt vj mergen
t’Gemeen landt tot Weerder bozem, bruijcken xiij mergen ij hont lants bij eede geestimeert die mergen v schilt facit xxij out schilt ix st.
Nu eijgenaers ende bruijcker Aert Hugensz schouth cum socijs
[Fol. 317]
Ruijgeweijde
Die kerck tot Oudewater iiij5 mergen lants bruijckt Henrick Damiaensz den hoop tsjaers om xx schilt facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gijsbert Cornelisz
Noch Adriaen Govertsz tot Dordrecht iiij5 mergen lants, bruijckt Henrick Damiaensz voorn. den hoop tsjaers om xx schilt facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gijsbert Cornelisz voorsz
Sinte Cornelis autaer tot Oudewater iiij mergen landts, bruijckt t’gemeen landt van de Ruijchweijde den mergen tsjaers om iiij5 schilt facit vj out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijckers Cornelis Claesz Meuijt cum socijs
Cornelis Roeloffsz bruijckt x mergen
[Bestand 326, fol. 317v]
landts hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om v schilt facit xvj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Otto van Bloijs van Treslong domheer t’Utrecht, bruijcker Cornelis Woutersz
Die vicarie van Sinte Cornelis autaer binnen Oudewater ses mergen landts bruijckt Cornelis voorsz den mergen tsjaers om iij schilt facit vj out schilt
Nu possesseur Cornelis Claesz Meuijt cum socijs, bruijcker Aert Jansz
Roeloff Aertsz wonende te Wensveen bruijckt thien mergen landts, hem selver toebehoorende, bruijckt Gijsbert Volpertsz tsjaers om xlviij k. gul. facit xxij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer Ottho van Bloijs van Treslong, bruijcker Cornelis Woutersz voorsz
Noch Nijes Jan Pietersz tot Oudewater
[Fol. 318]
twaelff mergen drie hont lants, bruijct Roeloff voorsz tsjaers om lxxxij schilt facit xxvij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer Ottho van Bloijs domheer ‘t Utrecht, bruijcker Claes Elbertsz
t’Gasthuijs binnen Oudewater twijntich mergen lants bruijckt Roeloff Gerritsz den mergen tsjaers om xlv st. facit xxj out schilt xviij st.
Nu bruijcker in eenen ewigen erffpacht Jan Andriesz
Roeloff Dircxsz, bruijckt x mergen landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om v schilt facit xvj out schilt xxj st.
Nu eijgenaers Jacob Aertsz ende Dirck Jansz Lonck ter Goude bruijcker Sijmon Anthonisz
Noch t’gasthuijs binnen Oudewater vijff mergen lants, bruijckt Roeloff
[Bestand 326, fol. 318v]
voorsz, den mergen tjsaers om xlv st. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaers Dirck Jansz Lonck ende Jacob Aertsz ter Goude, bruijcker Simon Anthonisz
Noch Sinte Pancras tot Waerder vijff mergen lants, bruijckt Roeloff voorsz erfpacht bij eede ‘t sjaers den mergen v schilt facit viij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers Dirck Jansz Lonck ende Jacob Aertsz ter Goude, bruijcker Simon Anthonisz
Elbert Jacobsz bruijckt xxvij mergen iij hont lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om v schilt facit xlv out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Geerloff Pietersz van xxij mergen iij hont ende Merrichgen Lenarts dochter v mergen
Noch die vicarie van onser liever vrouwen
[Fol. 319]
autaer tot Oudewater twee mergen drie hont lants, bruijckt Elbert voorsz tsjaers den mergen v schilt facit iiij out schilt vij st.
Nu possesseur Lubbert Aertsz van der Elborch cum socijs, bruijcker Geerloff Pietersz
Claes Nannensz bruijckt xv mergen lants hem selver toebehorende, den mergen bij eede tsjaers om v schilt facit xxv out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Sijmonsz
Adriaen Andriesz bruijckt xx mergen landts hem toebehorende, bij eede tsjaers den mergen om v schilt facit xxxiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Dirck Jansz van thien mergen, Walich Jacobsz ende Bouwen Adriaensz elcx van vijff mergen
Noch de kerck van Oudewater vijff mergen
[Bestand 328, fol. 319v]
landts, bruijckt Adriaen voorsz den mergen tsjaers om xxxv st. facit iiij out schilt vij st.
Nu bruijcker Dirck Jansz
Hagen Huijgensz bruijckt xvij5 mergen lants hem selver toebehorende bij eede ‘t sjaers den mergen om v schilt facit xxix out schilt vij st.
Nu eijgenaer Cornelis Beuning tot Amstelredam, bruijcker Nanne Lenartsz
Luijt Dircxsz bruijckt xxviij mergen ende ij hont lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om v schilt facit xlvij out schilt ix st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Willem Dircxsz Hollander van xxv mergen ende Ellert Cornelisz iij mergen ij hont
Ellert Gerritsz xxv mergen lants hem selffs toebehorende bij eede ‘t sjaers den mergen v schilt facit xlj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Cornelis Elbertsz ende Panck Pieters elcx x mergen ende Dirck Jansz v mergen
[Fol. 320]
Janneken Dirck Jansz weduwe bruijct ses mergen vier hont lants haer selven toebehorende bij eede tsjaers den mergen v schilt facit x out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis Sijmonsz ende Adriaen Jacobsz in Heeckendorp elcx de helfte
Henrick Roeloffsz tot Oudewater vijff mergen lants, bruijckt Claes Nannensz bij eede tsjaers den mergen xxx schilt facit x out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Willemsz in Heeckendorp
Peter Claesz wonende in Heeckendorp bruijckt x mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen v schilt facit xvj out schilt xxviij st.
Jan Rommersz weduwe ter Goude vijff mergen lants, bruijckt Jan Gijsbertsz van Veen tsjaers om iiij schilt den mergen facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Andriesz
[Bestand 329, fol. 320v]
Bouwen Jansz ende Marten Roeloffsz tot Oudewater tsamen xxv mergen lants bruijckt Melchior Jasparsz tsjaers den mergen om vij schilt facit lviij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Claes Cornelisz van xv mergen ende Dirck Jansz van thien mergen
Ocker Jansz tot Dordrecht drije mergen twee hont lants, bruijckt Daem Claesz wonende in Hekendorp tsjaers den hoop om xiiij schilt facit iiij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Andries Gerritsz in Hekendorp
Cornelis Adriaensz wonende in Heeckendorp bruijct drie mergen twee hont lants hem selver toebehorende bij eede ‘t siaers den mergen v schilt facit v out schilt xxiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Marten Jacobsz tot Oudewater
Luijt Gerritsz te Haestrecht drie mergen
[Fol. 321]
twee hondt landts, bruijckt Anthonis Luijtensz in Heeckendorp tsjaers den mergen om v schilt facit v out schilt xxiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Merrichgen Thonis Luijtensz dochter cum socijs
Die kerck binnen Oudewater drie mergen twee hont lants, bruijckt Ellert Luijtensz schout ‘t sjaers om xviij schilt facit vj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Jacobsz op de Langeweijde
Cornelis Dircxsz vijff mergen lants hem selven toebehorende, bij eede die mergen tsjaers om v schilt facit viij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Pancras Pietersz op de Ruijgeweijde
Anna Bouwen Jansz wijff drie mergen twee hont, bruijckt Bouwen Jansz tsjaers den mergen v schilt facit v out schilt xxiij st. j oert
Nu eijgenaers, Bartholomeus, Zara ende Neeltgen Joris tot Delft, bruijcker Adriaen Dircxsz Moelenaer
[Bestand 330, fol. 322]
Cortehoeven
Goelt Claes Daemsz wedue tot Bodegraven bruijckt vijff mergen landts haer toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om iiij schilt facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Daemen tot Bodegraven
Erckgen Dirck Egbertsz wedue tot Bodegraven, bruijckt vijff mergen lants haer selver toebehorende geestimeert bij eede tsjaers den mergen iiij schilt facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers Jan Boon ende Neeltgen Cornelis ter Goude elcx de helft, bruijcker Jan voorsz
Aelbert Jansz tot Bodegraven, bruijct thien mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen iiij schilt facit xiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Elbert Gijsbertsz tot Bodegraven
Ewout Engbertsz tot Bodegraven bruijct
[Bestand 331, fol. 322v]
vijff mergen landts hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen iiij schilt facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Claes Henrick Martensz tot Woerden cum socijs, bruijcker Dirck Thomasz
Gijsbert Aelbertsz tot Bodegraven bruijckt vijff mergen lants, hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om iiij schilt facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Pieter Gijsbertsz
Meus Gerritsz tot Bodegraven, bruijct acht mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om iiij schilt facit x out schilt xxviij st.
NU eijgenaers ende bruijckers Meus Dircxsz ende Jan Dircxsz tot Bodegraven
Adriaen Govertsz tot Dordrecht x mergen
[Fol. 323]
landts bruijckt Roeloff Jacobsz tot Bodegraven tsjaers den mergen om xxvij st. facit vj out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Jacob Woutersz tot Bodegraven
Willem Sijmonsz tot Bodegraven, bruijct thien mergen lants hem toebehorende bij eede tsjaers den mergen iiij schilt facit xiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers vande helfte Bartholomeus, Sara ende Neeltgen Goris, bruijcker Lenard Hubertsz, ende van d’ander helfte eijgenaer ende bruijcker Adriaen Hubertsz tot Bodegraven
Catrijn Jans wedue ses mergen lants bruijckt Herman Henricxsz tot Bodegraven bij eede den mergen tsjaers om iiij schilt facit viij oudt schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Jacobsz tot Bodegraven
Adriaen Henricxsz tot Bodegraven, bruijct
[Bestand 332, fol. 323v]
sestien mergen drie hondt lants hem selver toebehorende, bij eede tsjaers den mergen om iiij schilt facit xxj out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer de heere van Matenes wonende inden Hage, bruijckers Peter Dircxsz ende de weduwe van Elbert Willemsz tot Bodegraven
Jan Henricxsz tot Bodegraven, bruijct twee mergen drie hondt landts hem selver toebehorende den mergen tsjaers om iiij schilt bij eede facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jonge Gerrit Jansz Vermij tot Bodegraven
t’Gemeen lant vant Zuijteijnde van Bodegraven ses mergen lants bruijct Jan voorsz den mergen tsjaers om iiij schilt facit viij out schilt
Peter Gerritsz van Bodegraven, bruijct
[Fol. 324]
ses mergen landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om iiij schilt facit viij out schilt
Nu eijgenaer Jacob Boijlensz t’Amsterdam bruijcker Claes Jonge Dircken tot Bodegraven
Jan Zwam tot Bodegraven, bruijckt vijff mergen landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om iiij schilt facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Pieter Dircxsz Graeff tot Amstelredam, bruijcker Aert Willem Gerritsz tot Bodegraven
[Bestand 333, fol. 325]
s'Gravensloot
Adriaen Gijsbertsz ende zijn susters wonende tot Wilnis inden sticht van Utrecht ses mergen landts, bruijcken Marigen Pieter Koetersz wedue ende Jan Pietersz hoer zoen poertersse ende poerter der stede Woerden de mergen iij k. gul. facit viij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Herman Jansz ende Jan Sijmonsz elcx drie mergen, mits den vuijterdijck vande ses mergen getogen ende genomen, daer op geset zijn drie huijskens bij Pool Cornelisz, Henrick Gijsbertsz ende Aelbert Gerritsz die bij henl. gebruijckt worden
Willem Dircxsz secretaris der stede van Woerden drie mergen lants, hem selver toebehorende bij eede die mergen iij k. gl. facit iiij out schilt xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jansz Slecht
Jan Ocker poorter der stede voorschreve drie mergen lants hem selven toebehorende
[Bestand 334, fol. 325v]
bij eede die mergen drie karolus gulden facit iiij out schilt xij st.
Nu eijgenaers Reijnier Fopsz ende mr. Jan
Dirck Ulrichsz poorter der stede voorsz bruijct vij5 mergen landts hem selver toebehorende die mergen bij eede op iij k. gl. facit x out schilt xxx st.
Nu eijgenaer Jan de Rijck tot Delff iiij5 hont bruijcker Heijman Jacobsz tot Camerick, Willem Gerritsz ende Jan Govertse poorters tot Woerden vj mergen iiij5 hont
Die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht vier mergen lants, erfpachts bruijckt Dirck Ulrichsz den mergen iij k. gl. facit v out schilt xxx st.
Nu bruijcker Frans Dircxsz in erffpacht
Jacob Hugensz vij5 mergen lants, bruijct Thomas Dircxsz ende Aert Bouwensz bij eede tsjaers den mergen iij k. gul. facit x out schilt xxx st.
Nu eijgenaers ende bruijckers die kijnderen van Philips Gerritsz Preijt
[Fol. 326]
Bernt Hugensz bruijckt vijff mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen iij k. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer Dirck Jansz Schulenborgh, bruijcker Jan Gerritsz van Tecop tot Woerden
Sint Anna gilde inde kercke tot Woerden vijff mergen landts bruijckt Bernt voorsz bij eede die mergen iij k. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob van der Eijnde
Jan mr. Dircxsz bruijckt iiij mergen lants hem selven toebehorende bij eede tsjaers den mergen iij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Jan Henricxsz twee mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers den mergen om iij k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
[Bestand 335, fol. 326v]
Noch Willem van Bushuijsen twee mergen lants bruijckt Jan voorsz tsjaers den mergen iij k. gl. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaers van dese drie voorgaende perceelen Jan Paedts erffgen. tot Leijden van ij mergen, Huijch van Berckels zoen ij mergen, Jan Gerritsz tot Tecop ende Hubert Gijsbertsz t samen vier mergen, also den een twee deelen ende den anderen een derdendeel, ende zijn Jan ende Hubert bruijckers van de voorsz drie perceelen te weten Jan vijff mergen twee hont ende Hubert ij mergen iiij hont
Die kerck tot Camerick een mergen landts bruijckt mr. Peter Dircxsz poorter tot Woerden tsjaers den mergen om iij k. gl. facit j out schilt xviij st.
Noch bruijckt mr. Pieter voorsz vier mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen ‘t sjaers om iij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Cornelis Willemsz inden Bosch iiij5 mergen landts hem selver toebehorende die mergen iij k. gul. facit vj out schilt xviij st.
[Fol. 327]
Noch bruijckt Cornelis voorsz van Marigen zijn suster anderhalff mergen landts die mergen iiij k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers van dese vier voorgaende perceelen Beuijen Dircxsz ende Claes Aertsz Ploij zijn neeff tot Woerden van v5 mergen, ende Claes voorsz bruijckt noch v5 mergen van Trijn inden Bosch erffgen. tot Camerick
Die kerck tot Woerden vier mergen lants bruijckt Adriaen van Roeij Jansz tsjaers den mergen om iij k. gl. facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Henricxsz van ij mergen, ende Jan Aertsz ende Claes tsjaers ij mergen
Noch bruijckt Adriaen van Roeij voorsz acht mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen iij k. gul. facit xj out schilt xviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Henricxsz van iiij mergen, Jan Aertsz ende Claes Aertsz, ‘t samen iiij mergen
[Bestand 336, fol. 327v]
Gerrit Petersz vijff mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen iij k. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer Jan Wijtersz tot Woerden
Noch die pastorie der kercke tot Woerden ses mergen lants, bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om x out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Aertsz Ploij tot Woerden
Noch drie mergen landts Gerrit voorsz selver toebehorende iiij out schilt xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan voorsz
Gijsbert Jansz vier mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om iij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Dircxsz tot Woerden
[Fol. 328]
Sinte Severijns gilde inder kercke van Woerden, drie mergen lants, bruijckt Gijsbert Jansz tsjaers om vij k. gul. facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis voorsz
Cornelis Fransz ses mergen lands, bruijct hij ende behooren hem selve toe bij eede tsjaers den mergen iij k. gul. facit viij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Gerrit Dircxsz ende Dirck Cornelis gezwagers
Gijsbert Petersz, bruijckt ses mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen tsjaers om iij k. gul. facit viij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Henricxsz ende Pietertgen Gerrits elcx van drie mergen
Aert Gerritsz acht mergen landts bruijckt Aert Bouwensz daer af hij geeft
[Bestand 337, fol. 328v]
vande acht mergen van elcke mergen iij5 gl. facit xiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Henricxsz met zijn overleden huijsfrouwen erffgen. van iiij mergen, ende Jan Jacobsz van der Horn d’ander iiij mergen
Jan Gijsbertsz acht mergen lants heerlijck goets, bruijckt Peter Bouwensz die mergen iij5 k. gl. facit xiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Henricxsz tot Woerden
Aert Gerritsz vijff mergen landts, bruijckt Cornelis Gerritsz die mergen iij5 k. gul. facit viij out schilt xxiiij st.
Neel Reijersz wedue acht mergen eijgen lants bruijckt Jan Fransz die mergen iij5 k. gl. facit xiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Cornelisz
[Fol. 329]
Noch ‘t gasthuijs tot Woerden twee mergen lants, bruijckt Jan Fransz voorsz die mergen iij5 k. gul. facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Cornelisz
Claes Dircxsz negen mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen iij k. gul. facit xij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Frans Dircxsz
Noch die Lazarissen tot IJsselsteijn drie mergen lants, bruijckt Claes voorsz de mergen tsjaers om xxx st. facit ij out schilt vj st.
Nu eijgenaer t weeskijnt van Reijer Aertsz, ende bruijckers zijn omen
Marten Dirck Meusz ses mergen lants hem selver toebehorende die mergen iij k. gul. facit viij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Henricxsz
[Bestand 338, fol. 329v]
Dirck Claesz vier mergen lants hem selver toebehorende die mergen iij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Lambert Dircxsz ende Otto Dircxsz mit hoer broeders kijnderen twee mergen landts bruijckt Dirck Claesz ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaers van dese twee voorgaende percelen Wouter Lenartsz ende Jan Jacobsz elcx de helft
Jan Dirck Meusz bruijckt mit Amel zijn moeder elff mergen lants hoer toebehorende bij eede die mergen … facit xv out schilt xxx st.
Nu eijgenaer Jacob Henricxsz van v5 mergen ende bruijcker, vande ander v5 mergen, eijgenaers ende bruijckers Adriaen Cornelisz ende Gerrit Dircxsz van Bemmel mit zijne broeder
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht elff mergen landts bruijckt Cornelis Jansz facit xv out schilt xxx st.
Nu heeft Jan Jacobsz in erffpacht v5 mergen ende Boeijen Dircxsz de ander v5 mergen mede in erffpacht
[Fol. 330]
Gerrit Hugensz elff mergen lants hem selver toebehorende, bij eede die mergen drie k. gl. facit xv out schilt xxx st.
Noch ‘t gasthuijs tot Woerden drie mergen landts, bruijckt Gerrit voorsz die mergen tsjaers om iij k. gl. facit iiij out schilt xij st.
Nu eijgenaers van dese twee voorgaende perceelen Gijsbert Gerritsz ende Jan Joostensz elcx de helfte
Die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht acht mergen lants bruijckt Dirck Reijersz facit xj out schilt xviij st.
Nu bruijckers Boeijen Dircxsz, Cornelis Dircxsz, ende Jan Aertsz de Witt
Jan Aertsz, Dirck Aertsz ende Marten Dircxsz t’samen acht mergen lants heurl. eijgen toebehorende, bij eede die mergen tsjaers om iij k. gl. facit xj out schilt xviij st.
Nu eijgenaers Jan Aert Dammasz van iiij5 mergen ende jonge Jan Aertsz de Wit iij5 mergen
[Bestand 339, fol. 330v]
Oth Dircxsz elff mergen lants hem selver toebehoorende, die mergen bij eede tsjaers om iij k. gul. facit xv out schilt xxx st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Wilburch Jans ende Janneken Claes Dircx elcx de helfte
Joost Pieter Gijsbertsz wedue elffthalff mergen landts haer selver toebehorende bij eede die mergen om iij k. gul. facit xv out schilt
Nu eijgenaers Wier Jansz van vj mergen ende Gerrit Ottensz iij5 mergen
t’Gasthuijs tot Woerden drie mergen lants bruijckt Dirckgen Jan van Camerick weduwe den mergen tsjaers om iij k. gul. facit iiij out schilt xij st.
Noch Lijsbeth Jan Sijmonsz twee mergen lands bruijckt Dirckgen voorsz tsjaers den mergen iij k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker van dese twee percelen Gijsbert Dieloffsz tot Woerden
[Fol. 331]
Dirck Aertsz vijff mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen tsjaers om iij k. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer Claes Dircxsz
Jan Elbertsz vj hondt lants bruijct Dirck mr. Dircxsz bij eede die mergen tsjaers iij k. gul. facit ij out schilt xxvj st.
Noch Jan Gijsbertsz Tibbe xj hont lants bruijckt Dirck voorsz, die mergen om iij k. gl. facit ij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaer van dese twee percelen Dirck Cornelisz van der Poel tot Woerden
Die vicarius van ‘t Heijlich cruijs autaer in de kercke tot Woerden drie mergen landts ende twee hont bruijckt Jan Jansz Brouwer die mergen iij k. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer in erffpacht Claes van Vlooswijck, bruijcker Jan Jansz buijten Woerden
[Bestand 340, fol. 331v]
Amel Dirck Dircxsz huijsvrou vij mergen landts haer selver toebehorende bij eede die mergen om iij k. gl. facit x out schilt
Nu eijgenaers Claes Dircxsz van v mergen, Jan Jacobsz ende Dirck Jacobsz van der Horn twee mergen
Noch die kerck tot Woerden twee mergen lants, bruijckt Amel voorsz tsjaers om vj k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaers in erffpacht vande kerck voorsz Jan ende Dirck Jacobsz voorn.
[Fol. 332]
Langeraeck over Leck
Ouden aenbrengh
Die heer tot Asperen honderd mergen lants elcke om j out schilt facit jC out schilt
Die landtcomendeur t’Utrecht negen mergen landts, bruijckt Adriaen Woutersz schouth tsjaers om ix out schilt
Noch bruijckt Adriaen voorsz xxij mergen lands hem selver toebehorende bij eede tsjaers om xxij out schilt
Henrick Jansz bruijckt v5 mergen lants hem selver toebehorende bij eede den mergen tsjaers om xxxv st. facit iiij out schilt xxiiij5 st.
Nieuwen aenbrengh
Die heer tot Asperen hondert mergen landts elck om j out schilt ende is gesepareert ende behoort nu toe de heer van Langeraeck xxxiiij mergen, Henrick van Bijler cum suis xlj mergen ende Francois Blockhuijsen xxv mergen tsamen C mergen
Gerrit Maesz nu Claes Jansz cum suis x mergen eijgen lands
Dirck Danielsz xij5 mergen eijgen ende bruijckt Thonis Lenartsz cum suis
Bert Gerritsz nu Cornelis Compere viij mergen lants hem selver toebehorende die mergen op xxviij st.
[Bestand 341, fol. 332v]
Ouden aenbrengh
Thomas Aertsz bruijckt vij5 mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om xxviij st. facit v out schilt
Pieter Aertsz Boel bruijckt xiiij mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen tsjaers om xxviij st. facit ix out schilt xiiij st.
Sebastiaen Aertsz bruijckt drie mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen xviij st. facit ij out schilt
Lijsbeth Peter Willemsz bruijct xij mergen lants hoer selver toebehorende bij eede die mergen tsjaers om xxviij st. facit viij out schilt
Adriaen Gijsbertsz bruijckt vij5 mergen landts hem selver toebehorende, bij eede die mergen tsjaers om xxviij st. facit v out schilt
Adriaen Dircxsz bruijckt ses mergen lands hem selver toebehorende bij eede die mergen tsjaers om xxviij st. facit iij out schilt
Nieuwen aenbrengh
Bruijn Jansz cum suis weer is ende bruijckt ix5 mergen
Claes Jansz cum suis ix5 mergen eijgen ende bruijckt selffs
Cornelis Compere v mergen eijgen ende bruijcker
De wedue van Jan de Coninck vij5 mergen eijgen ende bruijckt selffs
Adriaen Ponsz nu Anthonis van Nes xvij5 mergen eijgen ende bruijckt Frederick Gerritsz den mergen op xxviij st.
[Fol. 333]
Ouden aenbrengh
Dirck Petersz bruijckt x mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om xxviij st. facit vj out schilt xxviij st.
Sebastiaen Thijsz bruijckt ix5 mergen landts hem selfs toebehorende bij eede tsjaers om xxviij st. die mergen facit vj out schilt xiiij st.
Wouter Jansz bruijckt een mergen lants, hem selfs toebehorende bij eede tsjaers om xxviij st.
Henrick Foppensz iiij mergen landts bruijckt Willem Petersz tsjaers om ij out schilt xxviij st.
Bruijn Dircxsz vijff mergen landts bruijckt Dirck Petersz ‘t sjaers om iij out schilt xiiij st.
Nieuwen aenbrengh
Jan Marcelisz nu Pieter Bastiaensz ende Cors Bastiaensz cum suis xiiij5 mergen landts eijgen de mergen xxviij st.
Jan Joosten cum suis x mergen eijgen ende bruijckt
Aert Ponsz nu Griete Burgerts xiiij mergen eijgen ende bruijckt selffs die mergen xxviij st.
Bastiaen Jansz Coninck vj mergen iiij hont eijgen
Hubert Thonisz Weer viij mergen eijgen ende bruijckt
[Bestand 342, fol. 333v]
Ouden aenbrengh
Henrick Willemsz bruijckt xv mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers die mergen xxviij st. facit x out schilt
Adriaen Willemsz bruijckt iiij mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen tsjaers om xxviij st. facit ij out schilt xxviij st.
Jan Marcelisz bruijckt xiiij5 mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen xxviij st. facit ix out schilt xxviij st.
Gerrit Maesz x mergen lants bruijckt Jan Jansz tsjaers om vj out schilt xxviij st.
Aecht Willem Willemsz wedue bruijckt xiiij mergen landts haer selver toebehorende bij eede die mergen om xxviij st. facit ix out schilt xiiij st.
Nieuwen aenbrengh
Claes Jansz cum suis viij5 mergen eijgen ende bruijckt
Hubert Thonisz ende d’erffgen. van Adriaen Aertsz ix mergen j hont, eijgenaers ende bruijckers
Aecht Willems wedue nu Adriaen Zandersz ende Cornelis Jasparsz cum suis xiiij mergen eijgen, die mergen om xxviij st.
Jan Woutersz xi5 mergen eijgen ende bruijckt
Dirck Pietersz nu Naen Jan Dircxsz eijgenaer ende bruijckt Jan Henricxsz x mergen die mergen om xxviij st.
[Fol. 334]
Ouden aenbrengh
Gerrit Dircxsz bruijckt twee mergen lands hem selver toebehorende bij eede tsjaers om xxviij st. die mergen facit j out schilt xiiij st.
Jacob Petersz bruijct vj5 mergen landts hem selver toebehorende bij eede die mergen om xxviij st. facit iiij out schilt xiiij st.
Die lantcommendeur t’Utrecht xj mergen lants, bruijckt Cornelis Gijsbertsz bij eede die mergen j out schilt facit xj out schilt
Aelbert Claesz bruijckt vij mergen landts, hem selver toebehorende die mergen xxviij st. facit iiij out schilt xxviij st.
Thonis Dircxsz bruijckt v mergen lants hem selver toebehorende die mergen xxviij st. facit iij out schilt xiiij st.
Nieuwen aenbrengh
Meijns Helwichsz eijgenaer ende Pieter Aelbertsz bruijckt zes mergen ij hont lants
Philips Bastiaensz eijgenaer ende bruijckt viij mergen ij hont
Jan Engbertsz ende d’erffgen. van Adriaen Aertsz bruijcken ix mergen eijgen
Jan Nannincxsz nu Pieter Pietersz v mergen lants eijgen die merge op xxviij st.
Thonis Willemsz Weer xj5 mergen eijgen ende bruijckt
[Bestand 343, fol. 334v]
Ouden aenbrengh
Peter Claesz bruijckt iij mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen xxviij st. facit ij out schilt
Peter Simonsz bruijckt ses mergen lants hem selver toebehorende die mergen xxviij st. facit iiij out schilt
Adriaen Gijsbertsz xj5 mergen lants, bruijkt Peter Simonsz die mergen xxxv st. facit ix out schilt xxiiij5 st.
Cornelis Jansz bruijckt xj5 mergen lants hem selver toebehorende den mergen xxviij st. facit vij out schilt xxviij st.
Noch die kerk tot Nijpoort vij5 mergen lants bruijckt Cornelis Jansz tsjaers den mergen xxviij st. facit v out schilt
Nieuwen aenbrengh
Henrick Dircxsz Preker vij5 mergen eijgen ende bruijckt
Thonis Aertsz nu Lenard Thonisz vij5 mergen eijgen die mergen om xxviij st.
Sebastiaen Thijsz nu Lenard Thonisz ix5 mergen eijgen ende bruijckt den mergen om xxviij st.
Ewout Jansz nu Jan Woutersz viij mergen eijgen, ende bruijckt den mergen op xxviij st.
Aert Bastiaensz vij5 mergen eijgen ende bruijckt
[Fol. 335]
Ouden aenbrengh
Aert Petersz vij5 mergen landts hem selver toebehorende bij eede den mergen xxviij st. facit v out schilt
Cornelis Dircxsz bruijct acht mergen lants, hem selver toebehorende bij eede den mergen xxviij st. facit v out schilt xiiij st.
Peter Willemsz bruijckt negen mergen lants hem selver toebehorende bij eede geestimeert op xxviij st. den mergen facit vj out schilt
Gerrit Dircxsz bruijct viij mergen lants ende j hont hem selver toebehorende bij eede geestimeert die mergen op xxviij st. facit v out schilt xviij5 st.
Gijsbert Jansz bruijckt x5 mergen lants hem selver toebehorende bij eede geestimeert den mergen op xxviij st. facit vij out schilt
Nieuwen aenbrengh
Thomas Lenartsz viij mergen eijgen ende bruijcker
Dirck Voppensz nu Pieter Aelbertsz vij mergen eijgen ende bruijckt de mergen xxviij st.
Pieter Aertsz nu Claes Jan Dircxsz bruijcker, ende Henrick Ariaensz eijgenaer vij5 mergen die mergen om xxviij st.
Willem Pietersz nu Thonis Cornelisz de Heer vij mergen j hont eijgen ende bruijct die mergen xxviij st.
De weduwe van Jan Fuijck cum suis eijgen ende bruijckt viij mergen
[Bestand 344, fol. 335v]
Ouden aenbrengh
Jan Loeijchsz bruijckt viij mergen lants hem selver toebehorende bij eede den mergen tsjaers xxviij st. facit v out schilt xiiij st.
Noch Adriaen Thonisz iij5 mergen lants bruijckt Jan voorsz den mergen geestimeert op xxviij st. facit ij out schilt xiiij st.
Noch Adriaen Thonisz iij5 mergen landts, bruijckt Gijsbert Jansz tsjaers den mergen xxviij st. facit ij out schilt xiiij st.
Thonis Jacobsz bruijckt ix mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen geestimeert op xxxv st. facit vij out schilt xxj st.
Jonge Claes Claesz bruijckt v5 mergen ende ij5 hont lants hem selver toebehorende bij eede geestimeert op xxviij st. den mergen facit iij out schilt xxxvij st.
Nieuwen aenbrengh
Gijsbert Jansz nu Thonis Willemsz ende Jan Mathijsz cum suis eijgenaers ende bruijcken x5 mergen, de mergen op xxviij st.
Willem Cornelisz Croock cum suis vij mergen eijgen ende bruijckt
Dirck Henricxsz Beijnen cum suis vj5 mergen eijgen ende bruijckt
Joachim Ariaensz viij mergen ij hont eijgen, ende bruijckt Adriaen Nannincxsz
Cornelis Henricxsz Wl vj5 mergen eijgenaer ende bruijckt
[Fol. 336]
Dirck Voppensz, bruijckt vij mergen lands hem selver toebehorende, geestimeert den mergen om xxviij st. facit iiij out schilt xxviij st.
Ewout Jansz bruijckt viij mergen landts hem selver toebehorende bij eede geestimeert den mergen op xxviij st. facit v out schilt xiiij st.
Gijsbert Jansz bruijckt v5 mergen lants hem selver toebehorende bij eede geestimeert den mergen om xxviij st. facit iij out schilt xxviij st.
Roeloff Dircxsz bruijckt x mergen j hont lants hem selver toebehorende geestimeert bij eede tsjaers den mergen xxviij strs. facit vj out schilt xxviij st.
Peter Aertsz vij5 mergen lants bruijckt Jan ende Adriaen Aertsz ende hij selff geestimeert den mergen om xxviij st. facit v out schilt
Nieuwen aenbrengh
Jan Aertsz nu Thonis Cornelisz de Heer vj5 mergen lants eijgen de mergen op xxviij st.
Peter Adriaen Petersz cum suis viij5 mergen eijgen ende bruijckt
Dirck Thonisz nu Thonis Dircxsz Boon vj5 mergen j hont eijgen die mergen op xxviij st.
Thonis Dircxsz Boon v5 mergen
Thonis Willemsz xiiij mergen eijgen ende bruijckt
[Bestand 345, fol. 336v]
Ouden aenbrengh
Bert Gerritsz viij mergen landts hem selver toebehorende ende hij bruijckt geestimeert den mergen op xxviij st. facit v out schilt xiiij st.
Joris Willemsz bruijckt ses mergen lants, hem selver toebehorende bij eede geestimeert den mergen op xxviij st. facit iiij out schilt
Jan Joosten bruijckt ses mergen lants hem selver toebehorende bij eede den mergen geestimeert op xxviij st. facit iiij out schilt
Volpert Adriaensz vj5 mergen lants bruijckt Adriaen Andriesz wedue geset den mergen op xxviij st. facit iiij out schilt xiiij st.
Jan Aertsz bruijckt vj5 mergen lants hem selver toebehorende bij eede geestimeert den mergen op xxviij st. facit iiij out schilt xiiij st.
Nieuwen aenbrengh
Noch de kerck tot Nijpoort nu Willem Gijsbertsz Cremer vij5 mergen eijgen ende bruijckt Peter Adriaen Petersz de mergen xxviij st.
Peter Bastiaensz vj mergen j5 hont eijgen ende bruijckt selffs
Peter Adriaen Pietersz cum suis vj mergen j5 hont eijgenaer ende bruijcker
Thonis Aertsz cum suis viij mergen lants eijgenaer ende bruijcker
Jan Willemsz de Best cum suis viij mergen eijgen ende bruijckt
[Fol. 337]
Ouden aenbrengh
Adriaen Ponsz bruijckt xvij5 mergen lants hem selver toebehorende bij eede geestimeert den mergen op xxviij st. facit xj out schilt xxviij st.
Aert Ponsz, bruijckt xiiij mergen lants, hem selver toebehorende geestimeert die mergen op xxviij st. facit ix out schilt xiiij st.
Dirck Thonisz bruijckt vj5 mergen lants ende een hondt hem toebehorende geestimeert bij eede die mergen op xxviij st. facit iiij out schilt xviij5 st.
Claes Claesz bruijckt xj mergen lants, hem selver toebehorende geestimeert bij eede die mergen xxviij st. facit vij out schilt xiiij st.
Adriaen Aertsz bruijckt vij
Nieuwen aenbrengh
Thonis Aertsz cum suis xij5 mergen eijgen
Den Heijligen geest tot Langeraeck nu Henrick Dircxsz Mors vij mergen eijgen ende bruijcker die merge xxviij st.
Bernt Cornelisz erffgenamen nu Henrick Dircxsz Mors vij mergen lants die mergen om xxviij st.
Peter Willemsz nu Gerrit Schatz ix mergen eijgen, ende bruijckt Erick Aelbertsz de mergen op xxviij st.
De wedue ende kijnderen van Jan
[Bestand 346, fol. 337v]
Ouden aenbrengh
mergen landts hem selver toebehorende geestimeert die mergen xxviij st. facit iiij out schilt xxviij st.
Willem Claesz, Cornelis Claesz xvij mergen lants henl. selver toebehorende die mergen geestimeert op xxviij st. [facit] xj out schilt xiiij st.
Noch bruijckt Willem Claesz voorsz vij5 mergen lants hem selver toebehorende geestimeert die mergen op xxviij st. facit v out schilt
Jan die Best bruijckt vier mergen lants hem selver toebehorende geestimeert die mergen op xxxv st. [facit] iij out schilt xiiij st.
Gerrit Jansz bruijckt ix mergen lants hem selver toebehorende geestimeert die mergen xxviij st. [facit] v out schilt
Nieuwen aenbrengh
Dircxsz ix mergen eijgenaers ende bruijckers
Gerrit Schatz vij5 mergen j hont eijgen ende bruijcken Aert ende Daniel Bastiaensz
Sijmon Bastiaensz cum suis x mergen eijgenaer ende bruijcker
Adriaen Gijsbertsz nu Adriaen Claesz cum suis xj5 mergen eijgen ende bruijckt die mergen xxxv st.
Dirck Jansz iiij5 mergen lants bruijcker
[Fol. 338]
Ouden aenbrengh
Simon Jacobsz bruijckt elff mergen lants min een hont hem selver toebehorende geestimeert die viij5 mergen op xxviij st. die ij5 mergen xxxv st. facit vij out schilt xxxvj5 st.
Willem Petersz bruijckt ses mergen een hont lants hem selver toebehorende geestimeert die mergen xxviijst facit iiij out schilt iij5 st.
Jan Nannincxsz bruijckt x mergen lants hem selver toebehorende geestimeert die mergen op xxviij st. facit vj out schilt xxviij st.
Jan Petersz bruijckt xvij5 mergen min een hont lants hem selver toebehorende die mergen geestimeert op xxviij st. facit xj out schilt xxviij st.
Jan Jacobsz bruijckt xviij mergen ende ij hont lants hem selver toebehorende geestimeert die mergen xxxv st. facit xv out schilt x st.
Nieuwen aenbrengh
Lijsbeth Pieter Willems nu Simon Bastiaensz cum suis eijgenaer ende d’selve mit Dirck Gorisz bruijcker xij mergen de mergen om xxviij st.
Hubert Cornelisz cum suis viij mergen eijgen ende bruijckt
Cornelis Hubertsz viij mergen lants eijgen ende bruijckt
Jan Pietersz bruijckt xvij5 mergen min een hont lants nu eijgenaer Nijs Adriaensz cum suis, ende bruijcken d’wedue ende kijnderen van Jan Dircxsz x mergen, ende Pluen Fredericxsz eijgenaer ende bruijcker van vij5 mergen de mergen op xxviij st.
Henrick Jansz nu Claes Rochusz
[Bestand 347, fol. 338v]
Ouden aenbrengh
Cornelis Gijsbertsz kijnderen ende Pieter Simonsz xiij5 mergen lants henluijden toebehorende geestimeert die mergen op xxxv st. [facit] xj out schilt x5 st.
Gerrit Willemsz bruijckt xviij mergen lants hem toebehorende geestimeert die mergen xxviij st. [facit] xij out schilt
Noch die pastoer tot Asperen ses mergen lants bruijckt Gerrit voorsz geestimeert die mergen xxxv st. [facit] v out schilt
Cornelis Willemsz bruijckt xiiij mergen lants hem selver toebehorende geestimeert die mergen op xxviij st. [facit] ix out schilt xiiij st.
Den Heijligen geest tot Langeraeck seven mergen lants bruijckt Herman Petersz geestimeert die mergen op xxviij st. [facit] iiij [out] schilt xxviij st.
Nieuwen aenbrengh
v5 mergen eijgen ende bruijckt de mergen tjsaers om xxxv st.
Willem Thonisz cum suis v5 mergen j5 hont eijgenaer ende bruijcker
Jonge Claes Claesz nu Lijntgen Goris cum suis v5 mergen ende ij5 hont eijgen ende bruijct de mergen op xxviij st.
Lijntgen Goris cum suis iiij mergen iiij hont eijgen
Claes Claesz nu Willem Thonisz ende Cornelis Baltensz xj mergen lants henluijden zelver toebehorende de mergen xxviij st.
[Fol. 339]
Gijsbert Woutersz ende Jan Florisz xiiij mergen landts henluijden toebehorende bij eede die mergen j out schilt [facit] xiiij out schilt
Janneken Wouters bruijckt xvj mergen landts hoer toebehorende geestimeert die mergen j out schilt [facit] xvj out schilt
Jan Florisz vijff mergen lants bruijckt Gijsbert Woutersz geestimeert die mergen j out schilt [facit] v out schilt
Gerrit Philipsz bruijckt xij mergen lants hem selver toebehorende geestimeert die mergen xxxv st. [facit] x out schilt
Jan Cornelisz bruijckt xij mergen ij hont lants hem selver toebehorende geestimeert die mergen xxxv st. [facit] x out schilt
Nieuwen aenbrengh
Cors Bastiaensz vj mergen eijgen ende bruijckt
Peter Simonsz nu Jacob Thonisz vj mergen eijgen ende bruijckt die mergen xxviij st.
D’erffgen. van Machtelt Ariaens vij mergen eijgens ende selver bruijckers
Gijsbert Woutersz ende Jan Florisz xiiij mergen, nu Thonis Aertsz ende de wedue van Bastiaen Cornelisz Alblas eijgen ende bruijcken de mergen om j out schilt
Willem Claesz ende Cornelis Claesz
[Bestand 348, fol. 339v]
Ouden aenbrengh
Aert Dircxsz xx mergen min een hondt lants hem selver toebehorende ende hij bruijckt geestimeert die mergen op xxviij st. [facit] xiij out schilt xiiij st.
Peter Dircxsz bruijckt een mergen lants hem toebehoorende geestimeert op xxviij st.
Adriaen Willemsz bruijckt drie mergen ij hont landts hem toebehorende geestimeert op xxxv st. [facit] ij out schilt xxvj st.
Adriaen Aertsz ende Dirck zijn broeder xv mergen lants hem luijden toebehorende geestimeert die mergen op xxviij st. [facit] x out schilt
Adriaen Willem Claesz ij5 mergen j5 hont lants, bruijckt Adriaen Aertsz geestimeert die mergen op xxviij st. [facit] j out schilt xxxij st.
Nieuwen aenbrengh
xvij mergen nu mr. Anthonis van Loon eijgenaer ende Willem Cornelisz van x mergen ende Willem Cornelisz Alblas cum suis eijgenaers van vij mergen de mergen op xxvij st.
Willem Cornelisz cum suis viij mergen eijgen ende bruijckt
Adriaen Willemsz nu Anthonis Adriaensz van Abeel schout cum suis iiij mergen eijgen die mergen tsjaers om xxviij st.
D’zelve Anthonis Adriaensz van Abeel noch eijgenaer ende bruijcker cum suis van xij5 mergen
Thonis Jacobsz nu Jacob Thonisz
[Fol. 340]
Ouden aenbrengh
Cornelis Henricxsz bruijckt iij mergen een hont lants hem selver toebehorende geestimeert op ij out schilt xxj st.
Adriaen Henricxsz bruijct j5 mergen lants hem selver toebehorende geestimeert op j5 out schilt xxj st.
Anthonis Petersz bruijckt xxxj5 mergen lants hem selver toebehorende geestimeert die mergen op xxviij st. [facit] xxj out schilt
Die pastoer tot Asperen iiij5 mergen lands geheten, die Hout campen bruijckt Adriaen Cornelisz geestimeert op xxviij st. die mergen [facit] iij out schilt
Dese nabeschreven percelen van landen behooren binnen der stede van Schoonhoven
Jan Thin ses mergen lants
Nieuwen aenbrengh
cum suis ix mergen die mergen xxxv [st.]
Adriaen Nannincxsz xxv5 mergen lant nu eijgenaer Pieter Aelbertsz ende Dirck Jansz Lonck cum suis, ende bruijckt mede de weduwe van Bastiaen Cornelisz Alblas de mergen xxxv st.
Noch bruijckt Adriaen voorsz xxij mergen lants nu eijgenaers ende bruijckers Jan Mathijsz ende Thonis Dircxsz Boon cum suis
Jan Willemsz de Best eijgenaer ende bruijckt ix mergen lants
Claes Willemsz cum suis vij5 mergen eijgenaer ende bruijcker
[Bestand 349, fol. 340v]
Ouden aenbrengh
bruijckt Jan Jacobsz die merge om xxxv st. [facit] v out schilt
t’Bagijnen clooster viij mergen landts bruijckt Jan Corsgen geestimeert die mergen op xxxv st. [facit] vj out schilt xxviij st.
Den Heijligen geest ses mergen landts bruijcken SimonJacobsz ende Ariaen Aerntsz tjsaers den mergen om xxxv st. [facit] v out schilt
Govert Thin v5 mergen lands bruijckt Gerrit Philipsz geestimeert die mergen op xxxv st. [facit] iiij out schilt xxiiij5 st.
Jan Aertsz x mergen landts bruijckt Adriaen Willemsz die mergen om xxviij st. [facit] vj out schilt xxviij st.
Nieuwen aenbrengh
Pieter Vinck cum suis eijgen vij mergen ende bruijcker Adriaen Claesz cum suis
t’Bagijnen clooster nu bruijcker Cornelis Andriesz viij mergen de mergen xxxv st.
Thonis Willemsz cum suis ix5 mergen eijgen ende bruijckt Jan Cornelisz
Den Heijligen geest tot Schoonhoven vj mergen lant int kerckeweer nu brukers Jan Bastiaensz ende Claes Rochusz die mergen om xxxv st.
t’Kerckeweer de rest v mergen Thonis ende Claes Willems eijgenaers ende bruijckers
[Fol. 341]
Ouden aenbrengh
Adriaen Nannincxsz xxv5 mergen lants bruijct hij selve ende behooren hem toe geestimeert die mergen op xxxv st. [facit] xxj out schilt x5 st.
Thomas ende Dirck van Liesvelt t samen xj mergen lants, bruijct Joris Willemsz die mergen geestimeert op xxxv st. [facit] ix out schilt vij st.
Bernt Cornelisz erffgen. vij mergen landts bruijckt Jan Loeijchsz die mergen om xxviij st. [facit] iiij out schilt xxviij st.
Marijken Matheus wedue xj mergen lants, bruijcken Hans Beck ende Adriaen Cornelisz geestimeert die mergen op xxxv st. [facit] ix out schilt vij st.
Nieuwen aenbrengh
Cornelis Gijsen cum suis vij mergen eijgenaers ende bruijckers
Jan Bastiaensz cum suis vij mergen eijgenaers ende bruijckers
Maritgen Jacob Jansz over Amsterdams weer vj mergen j hont bruijckersche
Meijns Helmichsz cum suis vij mergen j5 hont eijgen ende bruijckt
Treslong eijgenaer ende Jan Jansz Platvoet bruijckt ix5 mergen
Willem Cornelisz Croock cum suis ix mergen eijgen ende bruijckt
[Bestand 350, fol. 341v]
Ouden aenbrengh
Neeltgen Alerts anderhalve mergen lants, bruijckt Gijsbert Woutersz die mergen om iij schilt [facit] j out schilt xxj st.
Dese naebeschreven percelen van landen behooren inde Nijpoort
Jacob Aertsz viij mergen lants hem selver toebehorende ende hij bruijckt geestimeert op viij out schilt
t’Clooster tot Wermont viij mergen j5 hont lants bruijckt Jan Zegersz geestimeert op viij out schilt
Die lantcommendeur xv mergen lants bruijckt Gijsbert Gijsbertsz t sjaers die mergen op j out schilt [facit] xv out schilt
Nieuwen aenbrengh
Cornelis Cornelisz Stuijffsack bruijckt ix mergen
Cornelis Buscoep cum suis ix mergen eijgen ende bruijckt
De lantcommendeur t’Utrecht nu bruijckt Melis Cornelisz Paep cum suis xj mergen die mergen j out schilt
Margriette Gijsberts nu Janneken Adriaen Gijsen weduwe ende Gerrit Bartoen cum suis eijgen ende bruijcken viij mergen
t’Clooster tot Wermont nu Cornelis Coolwijck cum suis viij mergen eijgen ende bruijcken
Die lantcommendeur ‘t Utrecht Jan Jansz cum suis ix mergen
[Fol. 342]
Ouden aenbrengh
Dat Poortse landt groot vier mergen landts, bruijckt die gemeent tot Nijpoort, geestimeert op iiij out schilt
Margriet Gijsberts wedue acht mergen lants hoer selver toebehorende geestimeert op viij out schilt
Nieuwen aenbrengh
Claes Cornelisz, Gijsbrecht Adriaensz cum suis ix mergen eijgen ende bruijcken
Dat Poortse landt groot iiij mergen competeert noch der stede Nijepoort
Alsoo ‘t gerecht van Langeraeck verclaert, dat zij van alles ouden tijden zijn gewoontl. geweest haer outschilt gelden generalijck neffens alle andere lasten egalick over alle de mergentalen omme te slaen sonder op het outschiltboeck te letten, dat zij daeromme haer aenbrenginge niet en hebben connen doen volgende den last hem bij de Gedeputeerden van de Staten gegeven, ende dat zij bekennen dat op alle de bovengeschreven parcelen van landen overlopen inde vijftigh mergen, soo hebben die voorsz Gedeputeerden alle de bovengeschreven landen die tot noch toe gestaen hebben op vijC lv out schilt xxvij st. vj dr. verhooght op viijC out schilt
[Bestand 351, fol. 342v]
Novalia buijten dijcx in Langeraeck voorsz, soo weerden grienden bogarden van ‘t oosteijnde aen beginnende
Willem Cornelisz een boomgart groot omtrent een halff hont lants geestimeert weerdigh te zijn omtrent thien gul. ter huijr tsjaers geset op xxj st.
Anthonis Adriaensz van Abeel schout een boomgart groot omtrent een quartier hont lants geestimeert op vijff gulden ter huijre, tsjaers geset op xiiij st.
* Govart Fransz cum suis eenen weert die in huijren heeft Aeff Benschuppers voor een ende veertigh gul. tsjaers geset op ix out schilt
* D’selve noch een weert die in huijren heeft de wedue van Bastiaen Cornelisz Alblas voor d’somme van hondert vijftigh gul. tsjaers geset xlj out schilt
* dese en de twee naervolgende parthijen getauxeert op lxv out schilt sijn op den xxiije april 1602 gemodereert op xxxiij out schilt
[Fol. 343]
* D’selve nogh een weert die in huijren heeft Jan Mathijsz voor negen ende veertigh gul. tsjaers geset op xv out schilt
t’samen dese drie parthijen xxxiij out schilt
Cornelis Petersz Buscoep een bogardt groot omtrent eenen halven mergen mit jonge boomen geestimeert ter huijre tsjaers op twaelff gul., geset op ij out schilt
Treslongh een griet groot omtrent een halven mergen landts, geestimeert de weerde vanden Rijshou te vier jaeren eens op ‘t sestigh gul. geset op iij out schilt
Willem Cornelisz Croock ende Marten Dircxsz eenen grient off seijlandt omtrent eenen halven mergen geestimeert ‘t siaers weerdigh te zijn in huijre zeven gul., geset op j out schilt
[Bestand 352, fol. 343v]
Cornelis Pietersz Buscoep eenen bogaerdt jonge boomen omtrent anderhalff hondt geestimeert ter huijre ‘t siaers op ses gul. geset op j out schilt
Maij Benschoppers bogaert off zeijlandt omtrent anderhalff hont geestimeert in huijre tsjaers op ses gulden, geset op xxviij st.
Cornelis Cornelisz Stuijffsack omtrent eenen halven mergen zeijlants met wat grients geestimeert tsjaers in huijre op acht gulden, geset op j5 out schilt
Gijsbert Adriaen Ghijssen omtrent een hont zeijlandt, geestimeert in huijre t’siaers op twee gulden thien stuijvers, geset op vij st.
[Fol. 344]
Thonis Adriaensz Cruepels cum suis een grient groot omtrent een hont geestimeert den houw te vier jaeren eens op twintigh gul., geset op xxviij st.
Melis Cornelisz Paep omtrent anderhalff hont zeijlandt, met wat grients geestimeert tsiaers op vier gul., geset op xiiij st.
Jan Willemsz de Best cum suis twee hondt grient omtrent, geestimeert den houw te vier jaren eens op veertigh gul. geset op j5 out schilt
Claes Cornelisz omtrent twee hont grients, geestimeert den hou te vier jaeren eens op veertigh gulden geset op j5 out schilt
[Bestand 353, fol. 344v]
Ghijsbert Adriaensz cum suis een grient omtrent ij5 hont, geestimeert een honts te vier jaeren eens op vijftigh gulden facit ij out schilt
t’Hangh off velt toebehorende der stede Nijepoort, omtrent twee hondt daer de aerde dickwils vuijtgesteecken wordt tot reparatie vande hooffden ende anders geestimeert tsjaers in huijre op drie gul. als leggende ten gebruijcke vande gemeente die daer bleijcken ende anders geset op vij st.
[Fol. 345]
Lijnschoten IJsselvelt
Die Melaten t’Utrecht vier mergen lants bruijckt Gijsbert Gerritsz tsjaers den hoop om x schilt facit iij out schilt xiiij st.
Nu bruijckers Herman Jansz ende Anthonis Hollander
Noch bruijckt Gijsbert voorsz ij mergen landts hem selver toebehorende bij eede den hoop om ij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Herman ende Anthonis voorsz
Noch den Heijligen geest tot Montfoort een halff mergen lants, bruijckt Gijsbert voorsz tsjaers om xx st.
Nu eijgenaers Anthonis Hollander ende Herman Jan Brunten
Noch heer Jan van Medenblicks erffgenamen
[Bestand 353, fol. 345v]
drie mergen landts bruijckt Gijsbert voorsz tsjaers om ix schilt facit iij out schilt
Nu eijgenaer Jan Claesz
Noch mijn heer de Balijer t’Utrecht twee mergen lants, bruijckt voorsz die mergen om j gouden gul. facit j out schilt xiiij st.
Nu bruijckt Henrick Willem Wieren
Dirck Zas bruijckt iij mergen landts hem selven toebehorende die mergen om j out schilt facit iij out schilt
Nu eijgenaersche de weduwe van Houff Jansz ende behoort aen de comandeurie van Montfoort
Die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht drie mergen lants, bruijckt IJda meijster Henrick weduwe tsjaers den mergen ij phs. gl. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu bruijckersche de voorsz wedue
[Fol. 346]
Noch die heeren vanden Dom t’Utrecht vier mergen landts, bruijckt IJda voorsz tsjaers om xvj schilt facit v out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers de heeren voorsz ende Cornelis van Deijl elcx twee mergen, ende bruijckt Cornelis voorsz
Jan van Poll, bruijckt iij mergen hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den hoop om ij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit van der Poll
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht ix mergen lants, bruijckt Jan Adriaensz tsjaers om xix phs. gl. facit xj out schilt xiij st.
Nu bruijcker Adriaen Cornelisz
Agines Steven Aertsz weduwe bruijckt iij mergen lants haer selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om iij schilt facit iij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Henricxsz Spijcker
[Bestand 355, fol. 346v]
Noch die Melaten tot Montfoort anderhalve mergen lants bruijckt Agines voorsz tsjaers den mergen ij phs. gl. facit j out schilt xxxiij st.
Nu bruijcker Cornelis Petersz Molenaer
Aert Jansz Steen, bruijckt twee mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen xxxv st. facit j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Aertsz Steen
Noch den Heijligen geest ‘t Utrecht twee mergen lands, bruijckt Aert voorsz tsjaers den mergen xx st. facit xl st.
Nu bruijcker Jan Aertsz voorsz
Noch een vicarie van Sint Jacobs tot Montfoort twee mergen landts, bruijckt Aert voorsz t’siaers den mergen xxix st. facit j out schilt xvj st.
Nu bruijcker Jan Aertsz voorsz
[Fol. 347]
Noch iiij5 mergen landts Aert voorsz selver toebehorende bij eede den mergen om xxxv st. facit iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Aertsz voorsz
Noch een vicarie inden Dom t’Utrecht drie mergen landts, bruijckt Aert voorsz tsjaers den mergen om xxxvj st. facit ij out schilt xxiiij st.
Nu bruijcker Jan Aertsz voorsz
Noch mijn vrouw van Blanckenhem vij mergen landts, bruijckt Aert voorsz tsjaers den mergen xxxv st. facit v out schilt xxxv st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Herman Jan Brunten ende Zijbert Govertsz
Mr. Johan Gogh canonick t’Oudemunster ‘t Utrecht drie mergen lants bruijckt Steven Gijsbertsz tsjaers den mergen ij phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu bruijcker Gijsbert Stevensz
[Bestand 356, fol. 347v]
Cornelis Jansz bruijckt ses mergen landts hem selver toebehorende bij eede ‘t sjaers den mergen om xxxv st. facit v out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Zweersz
Herman Jansz drie mergen landts hem selver toebehoorende bij eede die mergen om j out schilt facit iij out schilt
Noch die Reguliers ‘t Utrecht vier mergen landts, bruijckt Herman Jansz voorsz tsjaers den hoop om iiij out schilt
Nu eijgenaer mr. Everard vande Poll, bruijcker Jan Jacobsz vande Pollen wedue
Noch mijn heer van Cruijningen een mergen landts, bruijckt Herman voorsz tsjaers om j out schilt
Eijgenaer ende bruijcker als vooren
[Fol. 348]
Noch mijn joncher van Hoern een mergen landts, bruijckt Herman voorsz tsjaers om j out schilt
Eijgenaer ende bruijcker alsvoren
Gijsbert Thomasz bruijckt ses mergen erffpachts, ende men te leen hout van mijn heer van Montfoort bij eede tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit vij out schilt xiiij st.
Nu bruijcker Cornelis Eckersz drie mergen te leen vanden huijse van Montfoort ende drie mergen vanden Duijtschen huijs t’Utrecht
Jan Melisz bruijckt ses mergen lants hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit vij out schilt xiiij st.
Nu bruijckerse de wedue van Anthonis Jan Melisz
Noch die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht
[Bestand 357, fol. 348v]
twee mergen lants, bruijckt Jan voorsz die mergen om ij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu bruijckerse de wedue voorsz
Evert Jansz bruijckt drie mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om j out schilt facit iij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker heer Jan Evertsz van der Poll
Noch den Heijligen geest t’Utrecht drie mergen landts, bruijckt Evert voorsz om vij5 schilt facit ij out schilt xxj st.
Nu bruijcker heer Jan Evertsz voorsz
Die landt commendeur ‘t Utrecht negen mergen lants bruijckt Jan Jansz van Dam tsjaers den mergen om ij phs. gl. facit x out schilt xxx st.
Nu bruijckers Herman Jan Brunten ende Jan van Oort ‘t Utrecht elcx de helft
[Fol. 349]
Die kerck ten Dom t’Utrecht vier mergen landts, bruijckt Dirck Aertsz Obijn tsjaers om viij gouden gul. facit v out schilt xiiij st.
Nu bruijcker Joris Sebastiaensz ende is eijgenaer van een deel, ende d’heeren vanden Dom twee deelen
Noch een halff mergen lants bruijckt Dirck voorsz hem selver toebehorende tsjaers om xxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijcker voorsz
Die pastoor tot Montfoort anderhalff mergen lants, hem toebehorende bij eede tsjaers den mergen om liij st. facit j out schilt xxxvij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Stevensz
Noch ses mergen lants den pastoor voorsz oock toebehorende tsjaers den mergen om liij st. facit vij out schilt xxxiiij st.
Nu bruijcker COrnelis voorsz ende eijgenaer van iiij mergen, ende die vicarie tot Montfoort ij mergen
[Bestand 358, fol. 349v]
Noch drie mergen erffpachts ende men versoeckt van Sinte Catherinen vicarie te Buerkerk t’Utrecht, bij eede tsjaers den mergen liij st. facit iij out schilt xxxiij st.
Nu bruijcker Cornelis Stevensz
Een vicarie tot Oudemunster ‘t Utrecht ses mergen landts, bruijckt Gijsbert Jansz bij eede tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu bruijckers Cornelis Jacobsz ende Cornelis Pietersz
Noch bruijckt Gijsbert voorsz anderhalve mergen lants hem selver toebehorende tsjaers om iij phs. gul. bij eede facit j out schilt xxxiij st.
Mijn joncher van Montfoort ses mergen lants, bruijckt Cornelis Lambertsz tsjaers den mergen om ij5 phs. gul. facit viij out schilt xxxix st.
Nu bruijcker Joris Sebastiaensz
[Fol. 350]
Jan van Voird iiij5 mergen lants, bruijct Franck Joosten tsjaers om v schilt die mergen facit vij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Evertsz schouth van Cattenbroeck
Noch Sint Jobs outaer tot Montfoort een mergen lants, bruijckt Franck voorsz ij phs. gul. facit j out schilt viij st.
Nu bruijcker Gerrit voorsz
Noch bruijckt Franck voorsz een mergen landts hem selver toebehorende ij phs. gul. facit j out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit voorsz
Den Heijligen geest tot Montfoort iiij5 mergen lants, bruijckt mr. Claes Barbier tsjaers om iiij out schilt xxj st.
Nu bruijcker Poel Anthonisz
[Bestand 359, fol. 350v]
Rutger Brunts, bruijckt drie mergen lants hem selver toebehorende geestimeert bij eede tsjaers den mergen om j out schilt facit iij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Sandersz
Guillamme Preuvest drie mergen heerlijcx goet, ende men te leen hout van de heer van Ardenburch iij out schilt
Nu eijgenaer Basterode tot Montfoort ende bruijcker Brunt Jansz
Heijltgen Evert Woutersz dochter anderhalff mergen lants, bruijckt Alidt Wouter Evertsz weduwe tsjaers om viij schilt facit ij out schilt xxviij st.
Fop Willemsz te Delft drie mergen leen goets, bruijckt Jan Steijndelsz van Hooff die mergen ij phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer Aelbert Sandersz
[Fol. 351]
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht ses mergen lants bruijckt Conigout van Hooff ‘t sjaers om vj outdt schilt
Nu bruijcker Anthonis Cornelisz van Hooff
Aechtgen Hubert Jansz weduwe bruijct anderhalff mergen landts haer selver toebehorende bij eede tsjaers den hoop om j5 out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Collart
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht drie mergen lants bruijckt Gijsbert Thomasz bij eede tsjaers den mergen ij gouden gl. facit iiij out schilt
Nu bruijcker Gijsbert Jacobsz
Noch bruijckt Gijsbert voorsz anderhalff mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen ij gouden gl. facit ij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Gijsbert Jan Corsz
[Bestand 360, fol. 351v]
Mr. Gijsbert Medicus drie mergen landts bruijckt Screvel Gijsbertsz den mergen om ij k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaerse ende bruijckt de weduwe van Anthonis van Deijll
Noch zijn wijffs kijnderen drie mergen landts, bruijckt Screvel voorsz tsjaers den hoop om iij out schilt
Nu bruijckers die weduwe voorsz mit haer mede werckers, ende zijn eijgenaers
Die heeren van Sinte Peters t’Utrecht negen mergen erffpachts, bruijckt Henrick Claesz tsjaers den hoop om ix out schilt
Nu bruijckers Jan Thonisz van vij mergen ende Frederick Thonisz ij mergen
t’Convent van Outwijck twee mergen erffpachts
[Fol. 352]
bruijckt Jonge Jan Brunten tsjaers den mergen om xxj st. facit j out schilt
Nu bruijcker Sijbert Govertsz
Die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht ij5 mergen landts bruijckt Anthonis Jansz tsjaers den hoop om ij5 out schilt
Nu bruijcker Willem Jacob Claesz
Evert Woutersz, bruijckt drie mergen landts hem selver toebehorende bij eede die mergen tsjaers om xxx st. facit ij out schilt vj st.
Mijn joncher van Montfoort anderhalff mergen lants, bruijckt Quirijn Dircxsz tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit j out schilt xxxiij st.
Nu Aert Cornelis Dircxsz
[Bestand 361, fol. 352v]
Amelis Hectorisz bruijckt vier mergen landts heerlijcx goets bij eede t’sjaers den mergen xxx st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu bruijcker Henrick Aertsz Obijn
Novalia
Jan Brouwer bruijckt xij mergen landts vanden huijse van Montfoort jaerlijcx om xvj out schilt
Nu bruijckersche de wedue van Jan Jansz Brouwer
[Fol. 353]
Linschoten Rapijnen
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht ses mergen erffpachts, bruijckt Henrick Claesz bij eede tsjaers om vj out schilt
Nu bruijcker Frederick Anthonisz
Noch die kerck tot Montfoort vier hont lants bruijckt Henrick Jacobsz tsjaers om xxviij st.
Nu die weduwe van Jan Henricxsz
Noch die kerck tot Linschoten vier hont lants bruijckt Henrick voorsz tsjaers om xxviij st.
Nu bruijckersche de wedue voorsz
Noch ‘t Gasthuijs tot Montfoort een
[Bestand 362, fol. 353v]
mergen landts, bruijckt Henrick voorsz tsjaers om j out schilt
Nu bruijckersche de weduwe voorsz
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht derd’halff mergen landts, bruijckt Mechtelt die weduwe van Rijnevelt tsjaers om ij out schilt xxj st.
Nu Poel Anthonisz
Henrick Jacobsz tot Montfoort bruijct vijff mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om xxx st. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Reijersz Ketelman
Die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht vijff mergen lants bruijckt Tibbe Henricxsz den mergen tsjaers om ij k. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu bruijcker Poel Anthonisz
[Fol. 354]
Noch mijn heer van Manderscheijt acht mergen lants bruijckt Tibbe voorsz tsjaers den mergen ij phs. gul. facit ix out schilt xxij st.
Nu eijgenaer den huijse van Montfoort ende bruijcker Poel Anthonisz
Noch ‘t convent van Sinte Pauwels ‘t Utrecht drie mergen lants bruijckt Tibbe voorsz tsjaers om vij k. gul. facit iij out schilt xiiij st.
Nu bruijcker Poel Anthonisz
Die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht vier mergen lants, bruijckt Jacob Claesz tsjaers den mergen om ij k. gl. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu bruijcker Willem Jacob Claesz
Noch heer Rutger sacrist t’Oudemunster ‘t Utrecht die helft van negen mergen lants bruijckt Jacob voorsz tsjaers om iiij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu bruijcker Willem voorsz
[Bestand 363, fol. 354v]
Noch Herman van Omeren ‘t IJsselsteijn xij mergen lants bruijckt Jacob Claesz voorsz tsjaers den mergen om iij schilt facit xij out schilt
Nu eijgenaer mr. Willem Cock advocaet ende bruijcker Willem Jacob Claesz
Den Dom ‘t Utrecht drie mergen lants bruijckt Gerrit de Jonck tsjaers den mergen om iiij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Nu bruijcker Poel Anthonisz
Die thesaurier t’Oudemunster t’Utrecht twee mergen landts bruijckt Thonis Cornelisz den mergen tsjaers om ij gouden gul. facit ij out schilt xxviij st.
Nu bruijcker Cornelis Thonisz van de Poll tot Montfoort
Mijn heer van Poelgeest xviij mergen
[Fol. 355]
landts, bruijckt Cornelis Fredericxsz tsjaers om xl W elcke W xv st. facit xiiij out schilt xij st.
Nu bruijckersche Geertgen Meusz
Noch die Heeren vanden Dom ‘t Utrecht vier mergen lants, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers den hoop om iiij5 schilt facit j out schilt xxj st.
Nu Geertgen Meusz voorsz
Die kerck tot Montfoort xj5 mergen lants bruijckt Frederick Claesz die mergen t’sjaers om xliiij st. facit xij out schilt ij st.
Nu bruijcker Wier Aelbertsz
Noch mijn joncher van Haeren viij mergen lants, bruijckt Frederick voorsz t’sjaers den mergen om xxxij st. facit vj out schilt iiij st.
Nu eijgenaer den huijse van Montfoort bruijcker Aert Thonisz
[Bestand 364, fol. 355v]
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht negend’halve mergen erffpachts bruijct Huijch Jansz bij eede tsjaers den mergen j out schilt facit viij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer Dirck van Leuwen, bruijcker Dirck Cornelisz
Noch mijn joncker van Haeren iij5 mergen landts, bruijckt Huijch voorsz die mergen ‘t sjaers om xxix st. facit ij out schilt xvij5 st.
Nu eijgenaer den huijse van Montfoort bruijckt Dirck voorsz
Mijn joncher van Montfoort viij mergen lands, bruijckt Floer Willemsz tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit ix out schilt xxij st.
Nu bruijckersche d’weduwe van Jan Andriesz
Noch mijn joncher voorsz twee mergen lants bruijckt Floer Gerritsz tsjaers den mergen ij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu bruijcker Jan Henrick Hugen
[Fol. 356]
Noch Sinte Anthonis vicarie binnen Montfoort vier mergen lants, bruijckt Floer voorsz tsjaers om ix schilt facit iij out schilt
Nu bruijcker Jan Henricxsz voorsz
Noch jonckvrou van Renesse ‘t Utrecht een mergen lants, bruijckt Floer voorsz tsjaers om j out schilt viij st.
Nu eijgenaer joncher vuijten Enge, bruijcker Henrick Willemsz
Noch een mergen bruijckt Jan Jansz tsjaers om ij phs. gul. facit j out schilt viij st.
Nu eijgenaer als vooren, bruijcker Pieter Dircxsz
Mijn joncher van Montfoort xij mergen landts, bruijcken Huijch Claesz, ende Boudewijn Florisz tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit xiiij out schilt xij st.
Nu bruijcker Jan Henrick Hugen
[Bestand 365, fol. 356v]
Wier Willemsz, bruijckt een mergen leengoets ende men van mijn joncher van Montfoort te leen hout, bij eede tsjaers den mergen om xl st.
Nu bruijcker Henrick Willem Wiersz
Mijn vrou van Montfoort xij mergen lants bruijckt Lauris Thomasz tsjaers den mergen ij phs. gul. facit xiiij out schilt xij st.
Nu bruijcker Henrick Jansz van Es
Mijn joncher van Haeren xxvj mergen lants bruijckt Gijsbert Aelbertsz tsjaers den mergen om xxxij st. facit xix out schilt xxxiiij st.
Nu bruijckers Jan Thonisz van viij mergen, Wier Aelbertsz x mergen ende Cornelis de Rijck viij mergen
Noch ‘t convent St. Servaes ‘t Utrecht vier mergen lants bruijckt Gijsbert voorsz tsjaers den mergen om xxx st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu bruijcker Jan Thonisz
[Fol. 357]
Noch den Heijligen geest ‘t Utrecht drie mergen landts, bruijckt Gijsbert voorsz in erffpacht bij eede tsjaers den mergen xxx st. facit ij out schilt vj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Thonisz
Noch bruijckt Gijsbert voorsz eenen mergen landts, hem selver toebehorende bij eede tsjaers om xxx st.
Nu bruijcker als vooren
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht ij5 mergen landts bruijckt Aelbert Gijsbertsz tsjaers om iiij out schilt
Nu bruijcker Jan Thonisz
Mijn joncher van Montfoort xviij mergen landts, bruijckt Cornelis Dircxsz bij eede tsjaers den mergen om ij phs. gl. facit xxj out schilt xviij st.
Nu bruijckers Dirck Dircxsz vij mergen Jan Henrick Hugen xj mergen
[Bestand 366, fol. 357v]
Noch mijn joncher voorsz xvij mergen lants bruijckt Jan Henricxsz tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit xx out schilt x st.
Nu eijgenaer Dirck Jansz Graeff tot Amstelredam, bruijcker Jan Henricxsz Bosman
Die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht negen mergen lants bruijct Screvel Gijsbertsz Koern in erffpacht bij eede tsjaers den mergen xxxv st. facit vij out schilt xxj st.
Nu bruijcker Geerloff Cornelisz ende Cornelis Jansz tot Montfoort elcx de helfte
Noch die pastorie tot Linschoten ij5 mergen lants bruijckt Screvel voorsz t’sjaers den hoop om vij k. gul. facit iij out schilt xiiij st.
Nu bruijcker Jan Bosman
Gijsbert Gerritsz bruijckt vier mergen
[Fol. 358]
lands, hem selver toebehoorende bij eede die mergen tsjaers om j out schilt facit iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Aertsz Steen
Mijn joncher van Montfoort acht mergen lants, bruijckt Gelis Jansz tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit ix out schilt xxij st.
Nu bruijcker Dirck Cornelisz
Noch mijn joncher voorsz negen mergen lants bruijckt Anthonis Jansz bij eede tsjaers den mergen om ij phs. gl. facit x out schilt xxx st.
Nu bruijcker Jaspar Baltusz
Mijn joncher van Haeren negen mergen lants bruijckt Andries Dircxsz weduwe tsjaers den mergen om xxix st. facit vj out schilt ix st.
Nu bruijckers Elbert Elbertsz van iiij mergen, ende Jan Jacobsz die reste
[Bestand 367, fol. 358v]
Noch die memorie heeren tot Montfoort vijff mergen lants, bruijckt die weduwe voorsz tsjaers die mergen om xv5 st. facit j out schilt xxxv5 st.
Nu bruijcker Cornelis Spruijt
Noch twee mergen lants toebehorende die kerck tot Montfoort, bruijct die wedue voorsz tsajers den mergen om iij schilt facit ij out schilt
Nu bruijcker Cornelis Spruijt
Alidt Harman Cornelisz wedue bruijckt elff mergen lands Willem haeren broeder toebehorende tsjaers den mergen om ij k. gul. facit x out schilt xx st.
Nu eijgenaer van acht mergen Dueverden tot Amersfort, bruijcker Cornelis Spruijt ende eijgenaer ende bruijcker van drie mergen Henrick Cornelisz t’Oudewater
Onser liever vrouwen autaer inder
[Fol. 359]
kercke tot Linschoten drie mergen lands bruijckt Alidt voorsz tsjaers om vij5 schilt facit ij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Cornelisz voorsz
Noch die Heiligen geest tot Montfoort vier mergen landts, bruijckt Alidt voorsz tsjaers den mergen ij k. gl. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Wijer Aelbertsz
Noch vier mergen landts, Alidt voorsz selver toebehorende, bij eede tsjaers die mergen ij k. gul. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Cornelisz
Mijn joncher van Montfoort negen mergen landts, bruijckt Cornelis Lambertsz
[Bestand 368, fol. 359v]
‘t sjaers den mergen ij5 phs. gl. facit xiij out schilt xvj5 st.
Nu bruijckers die wedue van Herman Adriaensz ende Floor Henricxsz elcx iiij5 mergen
Laurens van Beerts erffgenamen twee mergen landts, bruijckt Hanneman Florisz die mergen tsjaers om lv st. facit ij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaers van drie deelen Laurens van Nijhoff, ende het vierendeel Cornelis Petersz Moelenaer, ende bruijckt d’voorsz landen
Jan Bosschen erffgen. twee mergen lants, bruijckt Jan Henricxsz tsjaers den mergen v schilt facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Peter Dircxsz op de Nes
Die heeren van Sinte Peters een
[Fol. 360]
mergen landts, bruijckt Jan Henricxsz tsjaers om j gouden gul.
Peter Rijcxsz viij hondt landts, bruijct hij vande pastorie tot Linschoten tsjaers om viij schilt den hoop facit ij out schilt xxviij st.
Nu bruijcker Andries Jasparsz
Noch bruijckt Peter voorsz een halff mergen lants van die kerck van de Dom ‘t Utrecht tsjaers om xiiij st.
Nu bruijckt Gerrit Berntsz
Gerrit Louffsz twee mergen landts, bruijckt Quirijn Aertsz tsjaers den mergen j out schilt facit ij out schilt
[Bestand 369, fol. 360v]
Aernt Arntsz Steen, bruijckt derd’halff mergen lants gelegen op Rapijnen tsjaers om iij out schilt
Nu bruijcker Geerloff Cornelisz
[Fol. 361]
Linschoten Mastwijck
Mijn joncker van Montfoort xij mergen lants, bruijckt Adriaen Gerritsz tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit xiiij out schilt xij st.
Nu bruijcker Jan Cornelisz Hollander
t’Convent van Sinte Catherinen ‘t Utrecht ses mergen lants, bruijckt Claes Willemsz tsjaers den mergen om xxxvij st. facit v out schilt xij st.
Nu bruijcker Dirck Pietersz
Mijn heer van Cruningen ix mergen lands bruijcken die Ruwas kijnderen tsjaers den mergen ij goude gulden facit xij out schilt
Nu eijgenaers joncher Aert van IJselsteijn ende d’erffgen. van heer Adriaen van Schaeijck elcx van iiij5 mergen, ende bruijckers Dirck Gerritsz ende Aert Aelbertsz
Noch die memorie heeren tot Montfoort drie mergen lants, bruijckers de kijnderen voorsz tsjaers om iij out schilt
Nu bruijcker Dirck Gerritsz
[Bestand 370, fol. 361v]
Noch die vicarien vant Heijlich graff tot Montfoort anderhalff mergen lants, bruijcken die kijnderen voorsz tsjaers om ij k. gul. die mergen facit j out schilt xviij st.
Nu bruijcker Dirck Gerritsz voorsz
Noch anderhalff mergen lants die kijnder voorsz selver toebehorende bij eede die mergen om ij k. gul. facit j out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Gerritsz voorsz
Noch ‘t convent van Ste. Cecilien t’Utrecht drie mergen lants, bruijcken die kijnderen voorsz tsjaers den mergen om ij goude gulden facit iiij out schilt
Nu bruijcker Dirck Gerritsz
Heer Gerrit van Vollenhoven ende heer Cornelis Medenblicq vicarien ‘t Oudemunster ‘t Utrecht ses mergen landts bruijckt Willem Aertsz Schinckel tsjaers den mergen om xlv st. facit vj out schilt xviij st.
Nu bruijckers Jan Collart ende Steven Willemsz
[Fol. 362]
Cornelis Jansz twee mergen lants bruijct Cornelis Bartholomeusz die mergen om ij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu bruijcker Dirck Gerritsz
Noch bruijckt Cornelis Bartholomeusz voorsz een mergen landts hem toebehorende om ij phs. gul. [facit] j out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Capiteijn
Franck Joostensz bruijckt drie mergen landts hem toebehorende bij eede tsjaers den hoop om iij out schilt
Nu bruijcker Jan Claesz
Een vicarie van Sint Joosten autaer inder kercke van Montfoort drie mergen lants, bruijckt Jan Aertsz Raijemaker tsjaers den mergen om xx st. facit j out schilt xviij st.
Nu bruijcker Aert Schinckel
[Bestand 371, fol. 362v]
Noch een vicarij van St. Maria Magdalena aldaer drie mergen lants, bruijct Evert Gerritsz tsiaers den hoop om iij out schilt
Nu bruijcker Adriaen Gerritsz
Noch die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht drie mergen lants, bruijckt Evert voorsz tsjaers om xiiij k. gl. facit vj out schilt xxviij st.
Nu bruijcker Adriaen Gerritsz voorsz
Noch die heeren voorsz drie mergen lants, bruijckt Conigont van Hooff bij eede tsjaers den hoop om iij out schilt
Nu bruijcker Thomas Gijsbertsz secrets.
Lambertgen Gijsbert Schinckels wedue bruijckt drie mergen lants haer selver toebehorende bij eede tsjaers om iij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Aertsz tot Montfoort
[Fol. 363]
Die kerck tot Montfoort een viertell van drie mergen lants, bruijckt Lambertgen voorsz t’sjaers den mergen ij k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu bruijcker Cornelis Willemsz van Hooff
Noch mijn heer van Cruningen negen mergen landts bruijckt Lambertgen voorsz tsjaers om ix out schilt
Nu eijgenaer den deken van Sinte Peters t’Utrecht, bruijcker Anthonis Hollander
t’Convent van Ste. Cecilien ‘t Utrecht drie mergen lants bruijckt Gelis Willemsz tsjaers den mergen om ij k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu bruijcker Lenard van Cats
Noch ‘t convent vande Reguliers ‘t Utrecht iiij5 mergen lants, bruijckt Gelis voorsz tsjaers den mergen om xxxvj st. facit iij out schilt xxxvj st.
Nu bruijcker Jan Collart
[Bestand 372, fol. 363v]
Noch mijn joncher van Montfoort anderhalff mergen lants bruijckt Gelis voorsz den mergen tsjaers om j out schilt facit j out schilt xxj st.
Nu eijgenaers ‘t convent vande Regulieren bruijcker Jan Collart
Herman Harmansz bruijckt drie mergen lants hem selffs toebehorende bij eede ‘t sjaers den mergen xxxv st. facit ij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Claesz
Die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht ses mergen lants, bruijckt Jan Willemsz ‘t sjaers den mergen om ij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Nu bruijcker Jan Barentsz
Jan Roeloffsz bruijckt drie mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen ij k. gl. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer Anthonis Hooff Jansz
[Fol. 364]
Dat vrouwen clooster ses mergen landts, bruijckt Cornelis Cornelisz tsjaers om vj out schilt
Nu bruijcker Jan Barentsz
Noch bruijckt Cornelis voorsz iij5 mergen lants hem selver toebehorende die mergen geestimeert op j out schilt facit iij out schilt xvj st.
Nu bruijcker Jan Barentsz voorsz
Noch twee mergen landts mr. Joost t’Utrecht bruijckt Cornelis voorsz tsjaers den mergen j out schilt facit ij out schilt
Nu bruijcker Jan Barensz
Noch mijn joncker van Montfoort een mergen landts, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om ij phs. gul. facit j out schilt viij st.
Nu bruijcker Jan Barensz
[Bestand 373, fol. 364v]
Heer Gerrit van Vollenhooff ende heer Cornelis van Medenblicq vicarij t’Oudemunster t’Utrecht ses mergen landts bruijckt Aert Aertsz tjsaers den mergen xlv st. facit vj out schilt xviij st.
Mijn heer van Cruningen ses mergen lands bruijckt Willem Gijsbertsz tsjaers den hoop om vj out schilt
Nu eijgenaers d’wedue van Gouda ende bruijcker Cornelis Willemsz van Hooff
De memorie heeren van Montfoort vijff mergen lants, bruijckt Willem voorsz tsjaers die mergen om j out schilt facit v out schilt
Nu bruijcker Cornelis Willemsz van Hooff
Noch bruijckt Willem voorsz twee mergen lants zijn moeder ende hem toebehorende bij eede tsjaers den hoop om ij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Willemsz voorsz
[Fol. 365]
Mijn joncker van Montfoort ses mergen landts, bruijckt Cornelis Henricxsz tsjaers den mergen om ij phs. gl. facit vij out schilt vj st.
Nu bruijcker Evert Goertsz ende behoort aen diversche persoonen t’Amersfoort
Anthonis Henricxsz bruijckt drie mergen landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers om iij out schilt
Nu Anthonis Hollander
Herman Martensz bruijckt ses mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om vj out schilt
Nu bruijcker Andries Moelenaer
Noch mijn heer de Balier ‘t Utrecht twee mergen lants bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om ij out schilt
Nu bruijcker Henrick Willem Wieren
[Bestand 374, fol. 365v]
Den Heijligen geesthuijs t’Utrecht drie mergen lants bruijckt Herman Jansz in erffpacht bij eede tsjaers om iij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Gijsbert van Lodtstadt ende Adriaen IJsbrantsz
Noch bruijckt Herman voorsz anderhalff mergen landt hem selver toebehorende bij eede tsjaers om j out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Anthonis Hollander
Noch bruijckt Herman voorsz die helft van drie mergen erffpachts behorende bij eede tsjaers om j oudt schilt xxj st.
Nu eijgenaers Gijsbert van Lodtstadt ende Adriaen Gijsbertsz
Heer Cornelis Frenck anderhalff mergen lants, bruijckt Amelis Hectorsz in erffpacht bij eede tsjaers om j out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Anthonis Hooff Jansz
[Fol. 366]
Noch den Heijligen Geest ‘t Utrecht anderhalff mergen lants, bruijckt Amelis voorsz tsjaers om j out schilt xxj st.
Nu bruijcker Anthonis Hooff Jansz voorsz
Die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht ses mergen lants, bruijckt Gelis Cornelisz tsjaers om xij k. gl. facit v out schilt xxx st.
Nu bruijcker Adriaen Jansz op Mastwijck
Noch die heeren voorsz drie mergen lants bruijckt Sanna Cornelis Wijns wedue tsjaers den mergen om ij k. gl. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu bruijcker Gerrit Capiteijn
[Bestand 375, fol. 366v]
Linschoten Polre
Mijn joncker van Montfoort vier mergen lands, bruijckt Simon Jansz ‘t siaers den mergen om ij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu bruijcker Peter Huijgen
Noch Jan van Berrij derthien mergen lants bruijckt Simon voorsz tsjaers den mergen om ij phs. gl. facit xv out schilt xx st.
Nu eijgenaer mr. Gijsbert Thonisz ende bruijcker Peter Dircxsz
Tibbe Henricxsz bruijckt iij5 mergen landts hem selver toebehorende tsjaers den mergen om ij phs. gl. facit iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaer Jan Henrick Hugen ende mede bruijcker
Die heeren van Sinte Peters ‘t Utrecht ses mergen lants bruijckt Cornelis Fredericxe tsjaers den mergen xxxv st. facit v out schilt
Nu bruijcker Aert Thonisz
[Fol. 367]
Die costerie van Linschoten drie mergen landts, bruijckt Frederick Claesz ‘t siaers om iij out schilt
Nu bruijckers Peter Hugen ij mergen ende Jan Henrick Huijgen j mergen
Huijch Jan Meusz bruijckt ij5 mergen landts heerlijcx goets ende men te leen hout van mijn joncker van Montfoort bij eede tsjaers om ij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer Hans van Horn tot Woerden ende bruijckt d’helft, ende die ander helft bruijckt Gerrit Barentsz
Den Heijligen geest tot Montfoort drie mergen lants bruijckt Cornelis Dircxsz tsjaers om iij out schilt
Nu bruijcker Jan Cornelisz aende Lange Linschoten
Die joncher van Montfoort xij5 mergen lants, bruijckt Gijsbert Gijsbertsz tsjaers die mergen om ij phs. gl. facit xiiij out schilt xxxvij st.
Nu bruijckerse de wedue van Jan Adriaensz
[Bestand 376, fol. 367v]
Noch Adriaen van Rede iiij5 mergen lants bruijckt Gijsbert voorsz tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit v out schilt xv st.
Nu bruijckerse de wedue voorsz
Noch bruijckt Gijsbert voorsz anderhalff mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit j out schilt xxxiij st.
Nu bruijckerse d’wedue voorsz
Die kerck tot Montfoort vijf mergen lants bruijckt IJsbrant Dircxsz tsjaers den mergen xlv st. facit v out schilt xv st.
Nu bruijcker Jan Henrick Hugen
Noch die kerck, pastoor ende coster tot Lijnschoten drie mergen lants bruijckt IJsbrant voorsz tsjaers om v k. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu bruijcker Jan voorsz
[Fol. 368]
Noch ons lieff vrouwen autaer tot Woerden twee mergen lants, bruijckt IJsbrant voorsz tsjaers om v schilt facit j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan voorsz
Noch t’Oudemunster ‘t Utrecht acht mergen landts bruijckt IJsbrant voorsz den mergen tsjaers om ij phs. gl. facit ix out schilt xxij st.
Nu bruijcker Jan voorsz
Noch die gemeen Choerheeren tot Montfoort twee mergen lants, bruijckt IJsbrant voorsz tsjaers den morgen om xliiij st. facit ij out schilt iiij st.
Nu bruijcker Henrick Claesz Spruijt
Noch Oudemunster ‘t Utrecht twee mergen landts, bruijckt IJsbrant voorsz den mergen tsjaers om xxxvj st. facit j out schilt xxx st.
Nu bruijcker Henrick Claesz voorsz
[Bestand 377, fol. 368v]
Cornelis Willemsz Spruijt bruijckt vj5 mergen lants erffpachts bij eede tsjaers den mergen om xxiiij st. facit iij out schilt xxx st.
Nu Henrick Claesz
Noch bruijckt Cornelis voorsz twee mergen leengoets bij eede tsjaers den mergen j gouden gul. facit j out schilt xiiij st.
Nu Aelbert Goessensz
Noch bruijckt Cornelis voorsz acht mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen j gouden gl. facit v out schilt xiiij st.
Nu Aelbert Goessensz
Mijn joncker van Montfoort zeven mergen lants, bruijckt Floor Willemsz den mergen tsjaers om ij phs. gl. facit viij out schilt xiiij st.
Nu bruijcker Jan Henricxsz Bosman
[Fol. 369]
Noch ‘t Gasthuijs tot Montfoort iiij5 mergen lants, bruijckt Floor voorsz tsjaers om ix k. gul. facit iiij out schilt xij st.
Nu bruijckerse de wedue van Jan Adriesz
t’Convent van Outwijck drie mergen lants bruijckt Cornelis Claesz den mergen ‘t sjaers om j phs. gul. facit j out schilt xxxiij st.
Nu bruijcker Pieter Huijgen
Boudewijn Jansz vier mergen leengoets bruijckt Jan Jansz die mergen ‘t sjaers om j gouden gul. facit ij out schilt xxviij st.
Nu bruijcker Henrick Willemsz
Noch bruijckt Jan voorsz twee mergen lants hem selver toebehorende, bij eede tsjaers den mergen xxviij st. facit j out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer mr. Gijsbert Thonisz bruijcker Jan Bosman
[Bestand 378, fol. 369v]
Dirck Aertsz Obijn ses mergen landts bruijckt Peter Cornelisz Spruijt tsjaers om vj out schilt
Nu eijgenaer Treslong domheer ende bruijcker Peter Spruijt
Die pastoor tot Lijnschooten twee mergen landts bruijckt Henrick Jansz die mergen om ij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu bruijcker Dirck Luijten
Dirck Aertsz Obijn vier mergen lants bruijckt Huijgh Henricxsz die mergen tsjaers om ij goude gul. facit v out schilt xiiij st.
Nu bruijcker Pieter Huijch Jansz
Noch bruijckt Huijch voorsz vier mergen landts, hem selver toebehoorende, bij eede t siaers om iiij out schilt
[Fol. 370]
Nogh bruijckt Huijgh voorsz iij mergen leengoets ende men van die heere van Brederode te leen hout, bij eede die mergen om j out schilt facit iij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Jacobsz van Horn tot Woerden
Die heeren van Oudemunster, Sinte Pauwels mit haer medewerkckers xij mergen , bruijckt Henrick Ariaensz tsjaers om xij out schilt
Nu bruijcker Lenard Cornelisz
Dirck Aertsz Obijn vier mergen leengoets, bruijckt Luijt Hugensz ‘t sjaers den mergen om ij gouden gl. facit v out schilt xiiij st.
Nu bruijcker Jan Cornelisz
Noch Dirck voorsz twee mergen landts bruijckt Willem Jansz tsjaers den mergen ij gouden gl. facit ij out schilt xxviij st.
Nu bruijcker Peter Spruijt
[Bestand 379, fol. 370v]
Die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht drie mergen lants, bruijckt Alidt Herman Cornelisz wedue tsjaers den mergen om xxxij st. facit ij out schilt xij st.
Nu bruijcker Wier Aelbertsz
Noch die heeren van St. Jans ‘t Utrecht drie mergen lants, bruijckt Alidt voorsz tsjaers om iij out schilt
Nu Wier Aelbertsz
Die joffrou van Renes twee mergen lants bruijckt Adriaen Jansz ‘t sjaers om lij st. die mergen facit ij out schilt xx st.
Nu bruijcker Peter Vincentsz
[Fol. 371]
Novalia
Cornelis Anthonisz van Poll twee mergen lants, hem selver toebehorende getauxeert op ij out schilt
Aert Cornelis Dircxsz bruijckt ij5 mergen landts vanden huijse van Montfoort getauxeert op iiij out schilt
Jan Aertsz Steen, bruijckt een halve mergen landts van de vicarie van Ste. Marie Magdalena autaer tot Montfoort, getauxeert op xxj st.
Noch gebruijckt hij eenen mergen lants van de vicarie van onser liever vrouwen autaer tot Montfoort getauxeert op j out schilt
[Bestand 380, fol. 371v]
Gijsbert Jansz van de Poll heeft inden gerechte van Linschoten vier mergen lants hem selffs toebehoorende wonende tot Amstelredam, ende nu bij niemandt en wordt gebruijckt getauxeert op iiij out schilt
Machtelt van de Poll, bruijckt anderhalff mergen lants, haer selffs toebehorende geestimeert op j out schilt xxj st.
Ellert Ellertsz twee mergen landts vanden huijse van Montfoort getauxeert op ij out schilt
Gijsbert Stevensz gebruijckt vier hondt landts hem selver toebehorende jaerlijcx geset op xxxv st.
[Fol. 372]
Die wedue van Cornelis Meusz een erffgen. groot wesende xliiij roeden ende vij voet geset op xxj st.
Cornelis Cornelisz Schoemaecker bruijckt een erff daer zijn huijs op staet groot wesende xxxij roeden ende behoort de kerck van Linschoten geset op xxj st.
Sebastiaen Gijsbertsz, bruijckt een erff groot wesende xxxij roeden haer eijgen toebehorende geestimeert op xxj st.
Cornelis Huijch Jansz een erff groot wesende xxiiij roeden daer zijn huijs op staet, geset op xxj st.
Cornelis Reijertsz Ketelman een erffken groot xviij roeden daer zijn huijs op staet getauxeert op xj st.
[Bestand 381, fol. 372v]
Gerrit Goertsz een erffken groot elff roeden daer zijn huijs op staet geestimeert op xiiij st.
Jan Huijbertsz een erff groot wesende xxxv roeden daer zijn huijs op staet geestimeert op xxj st.
Noch een erff toebehorende die pastorie groot Cxxvij roeden
Jan Henrick Hugen een erffken groot xxxv roeden daer een huijs op staet geestimeert op xxviij st.
Noch een erff behoorende aende vicarie van onser liever vrouwen autaer tot Linschoten groot wesende xxxij roeden geestimeert op xxj st.
[Fol. 373]
t’Erff behoorende aende costerije tot Linschoten groot wesende lxv roeden geestimeert op xxviij st.
Noch erffken behorende Bastiaentgen Gijsberts ende geeft die kerck jaerlijcx van een vuijtganck xxxij st. geset op xxj st.
[Bestand 384, fol. 376]
Landen inden lande van Montfoort
Achthoven
Willem Aelbertsz Brenninck ses mergen lands, bruijckt Cornelis Claesz Schinckel schouth tot Achthoven den mergen ‘t sjaers om ij gouden gulden facit viij oudt schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Anthonisz
Noch Claes Schinckel zijn vader vier mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz zijn zoen tsjaers om iiij oudt schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis Adriaensz Schinckel ij5 mergen, Jan Cornelisse Boschwaerder j5 mergen
Noch twee mergen toebehorende Claes Jansz die mergen om ij phs. gl. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Thonisz voorsz
[Bestand 385, fol. 376v]
Noch een vicarie van St. Jan Baptisten autaer in de kerck tot Montfoort drie mergen landts bruijckt Cornelis voorsz ‘t sjaers den mergen om ij phs. gl. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu bruijcker Matheus Adriaensz Schinckel
Noch den Heijligen geest t’Utrecht drie mergen erffpachts, bruijckt Cornelis voorsz bij eede tsjaers den mergen ij phs. gl. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers Matheus Adriaensz Schinckel, Jan Cornelisse Boswaerder van derd’halve merge, ende Gerrit Woutersz van een halve mergen
Noch bruijckt Cornelis voorsz drie mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers Jan Claesz van den Ouden Rijn ofte zijn huijsvrouwen voorkinderen ende bruijcker
Noch mijn heer van Montfoort vijff mergen
[Fol. 377]
landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om vj out schilt
Nu bruijckers Cornelis Adriaensz Schinckel ende Jan Cornelisz Boswaerder
Noch die gemeen Choorheeren van Montfoort ij5 mergen lants, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om ij phs. gul. die mergen facit ij out schilt xlj st.
Nu bruijcker Bernt Adriaensz Schinckel
Noch die Balier ‘t Utrecht drie mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers den mergen om j oudt schilt facit iij out schilt
Nu bruijckers Adriaensz Schinckel ende Jan Cornelisz Boswaerder
Noch die kerck tot Montfoort ij5 mergen landts bruijckt Cornelis voorsz tsjaers den hoop om ij out schilt xxj st.
Nu bruijcker Cornelis Adriaensz Schinckel
[Bestand 386, fol. 377v]
Noch bruijckt Cornelis Claesz voorsz xiiij hont lants hem selver toebehorende bij eede die mergen om j out schilt facit ij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Adriaensz Schinckel
Claes Jansz Schinckel bruijckt iij5 mergen lants hem selver toebehorende die mergen bij eede j out schilt facit iij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Frans Claesz Ruwen
Noch die heeren van Oudemunster t’Utrecht drie mergen landts erffpachts, bruijckt Claes voorsz bij eede om iij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Matheus Adriaensz Schinckel
Mijn jonckheer van Montfoort vier mergen
[Fol. 378]
landts bruijckt Gijsbrecht Jansz den mergen tsjaers om ij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu bruijcker Gijsbert Gijsbertsz van der Maet
Noch Cornelis van Merenborch ‘t Utrecht elff mergen lands, bruijckt Gijsbert voorsz den mergen tsjaers om ij k. gul. facit x out schilt xx st.
Nu bruijcker Ghijsbert Ghijsbetsz van der Maet
Noch Aert Sem ‘t Utrecht vier mergen landts bruijckt Gijsbert voorsz den mergen tsjaers om ij k. gul. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu bruijcker Gijsbert Gijsbertsz van der Maet
Noch bruijckt Ghijsbert voorsz iij5 mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om iij out schilt xxj st.
Nu bruijckers Jan de Boijs van ij mergen ende Ghijsbert Ghijsbertsz van der Maet van j5 mergen
[Bestand 387, fol. 378v]
Jan Sijbertsz bruijckt drie mergen landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers om iij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Thonis Rossum van anderhalve mergen, Jan Tibben een halff hont ende Gerrit Jacobsz de reste
Dat Bagijnhoff ‘t Utrecht vijff mergen landts bruijckt Ghijsbert Aertsz Schinckel tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit v out schilt xl st.
Nu bruijcker Herman van Ravezwaeij
Noch de heeren van den Dom ‘t Utrecht vij5 mergen lants, bruijckt Gijsbert voorsz den mergen tsjaers om ij phs. gul. facit viij out schilt xxxix st.
Nu bruijcker Matheus Gijsbertsz Schinckel
Gerrit Lambertsz bruijckt vier mergen landts hem selver toebehorende bij eede die mergen tsjaers om iij schilt [facit] iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Anthonisz de Douwer
[Fol. 379]
Noch die joffrou van Goer vijff mergen lants bruijckt Gerrit voorsz den mergen tsjaers om ij phs. gul. facit v out schilt xl st.
Nu eijgenaer joncher Henrick van Rhede ende bruijcker Gerrit voorsz
Noch den Heijligen geest tot Montfoort een mergen lants, bruijckt Gerrit Lambertsz voorsz tsjaers om j out schilt
Nu bruijcker Gerrit voorsz
Noch die oude schuts ‘t Utrecht vijff mergen lants, bruijckt Gerrit voorsz den mergen tsjaers om iiij schilt facit vj out schilt xxviij st.
Nu bruijcker Gerrit voorsz
Den Heijligen geest ‘t Utrecht xj mergen lants erffpachts, bruijckt Marijken Willem Aertsz weduwe bij eede die mergen tsjaers om ij k. gul. facit x out schilt xx st.
Nu eijgenaer joncheer Fredrick van Baexen van
[Bestand 388, fol. 379v]
acht mergen, bruijcker Cornelis Petersz de vrouwe van vrouclooster eijgenaersche van iij mergen, bruijcker Willem Gerritsz
Noch bruijckt Marijken voorsz eenen mergen landts haer selver toebehorende bij eede tsjaers om xl st.
Nu eijgenaerse de vrou van vrouclooster ende bruijcker Willem Gerritsz voorsz
Mijn vrou van vrouwenclooster, Peter van Doijenborch ende joffr. vander Haer elff mergen lants, bruijckt Jan Laurensz ‘t vrouwenclooster xij k. gul. Doijeborch xj k. gl. joffrou vander Haer iiij out schilt facit t samen xiiij out schilt xl st.
Nu bruijcker Willem Gerritsz
Die jonckheer van Montfoort xx mergen landts, bruijckt Gerrit Willemsz den mergen tsjaers om ij phs. gul. facit xxiij out schilt xxxiiij st.
Nu bruijcker Peter Gerritsz Schinckel
[Fol. 380]
Die heeren vanden Dom ‘t Utrecht acht mergen lants, bruijcken den Ruwens kijnderen tsjaers den mergen om ij phs. gl. facit ix out schilt xxij st.
Nu bruijckers Frans Claesz Ruwen van ses mergen, ende Aert Cornelisz Schinckel van twee mergen
Sijbrant Jansz bruijckt twee mergen landts hem selver toebehorende bij eede den hoop tsjaers om ij out schilt
Nu eijgenaer Johan van Resant ende bruijcker Jacob Peter Henricxsz
Mijn joncher van Cortebach, Anthonis Gerritsz ende Hendrick Aertsz van Velsen t samen xij mergen landts, bruijckt Henrick Aertsz voorsz den mergen tsjaers om ij phs. gul. facit xiiij out schilt xij st.
Nu eijgenaers d’erffgenamen van mr. Gerrit Zas van acht mergen, Aelbert Jacobsz Schinckel twee mergen, t’gasthuijs tot Montfoort eene mergen, ende Aert Cornelisz Schinckel eene mergen makende xij mergen, ende Aert voorsz nu bruijcker
[Bestand 389, fol. 380v]
Die heeren van Ste. Marien ‘t Utrecht acht mergen lants, bruijckt Govert Willemsz van Roden in erffpacht bij eede tsjaers den mergen om j out schilt facit viij out schilt
Nu eijgenaerse Marijke wedue van Cornelis van Esch, bruijcker Jacob Peter Henricxsz
Noch mijn joncher van Montfoort ses mergen landts, bruijckt Govert voorsz die mergen ‘t sjaers om ij phs. gl. facit vij out schilt vj st.
Nu bruijcker Jacob Peter Henricxsz
Noch Jan van Nijenhoff vijff mergen landts bruijckt Govert voorsz den mergen tsjaers om ij phs. gul. facit v out schilt xl st.
Nu eijgenaers Laurens ende Jan van Breda, ende bruijcker Jacob Peter Henricxsz
Mijn joncheer van Montfoort ses mergen
[Fol. 381]
landts, bruijckt Jan Willemsz tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu bruijcker Dammas Cornelisz
Noch Gijsbert van IJsendoorn twee mergen landts, bruijckt Jan voorsz tsjaers om ij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Dammas Cornelisz
t’Convent tot IJsselsteijn vier mergen landts, bruijckt Cornelis Adriaensz in erffpacht bij eede die mergen om ij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu bruijcker Ghijsbert Ghijsbertsz van der Maet
Noch bruijckt Cornelis voorsz drie mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen om ij phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Aert Adriaensz Hollander, Jacob Cornelisz Hollander, ende Jan Cornelisz Hollander
[Bestand 390, fol. 381v]
Den Heijligen geest ‘t Utrecht ses mergen landts, bruijckt Herman Jansz in erffpacht bij eede tsjaers om iij out schilt
Betaelt met iij out schilt want die ander drie mergen leggen in ‘t lant van IJsselsteijn
Cornelis Hendricxsz eijgenaer ende erffpachter ende Henrick Tonisz zijn vader bruijcker
t’Manhuijs tot Montfoort xxxv mergen landts bruijckt Geerloff Steijndeltsz van Hooff tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit xlj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer d’heere borchgraeve van Montfoort, bruijcker Claes Dircxe van Hooff
Wouter Meijnertsz bruijckt twee mergen landts, hem selver toebehorende bij eede tsjaers om ij out schilt
Nu bruijcker Jacob Cornelisz Hollander
Noch die memorie heeren der kercke tot
[Fol. 382]
Montfoort, twee mergen lants, bruijckt Wouter voorsz tsjaers die mergen om ij k. gul. facit j out schilt xxxviij st.
Nu bruijcker Jacob Cornelisz Hollander voorsz
Noch mijn vrouw van Outwijck twee mergen lants, bruijckt Wouter voorsz die mergen tsjaers om xxx st. facit j out schilt xviij st.
Nu bruijcker Jacob Cornelisz Hollander voorsz
Marten Fredericxsz tot Ijsselsteijn twee mergen lants, bruijckt Henrick Jansz tsjaers den mergen ij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Govertsz van Roijen
Noch die memorie heeren te Montfoort twee mergen lants bruijckt Henrick voorsz tsjaers die mergen ij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu bruijcker Jan Govertsz van Roijen
[Bestand 391, fol. 382v]
Noch ‘t convent vande Wittevrouwen ende Cornelis van Merenborch t’Utrecht t’samen vijff mergen landts, bruijckt Henrick voorsz tsjaers den mergen om ij k. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu bruijcker Jan Govertsz van Roijen voorsz
Noch die kerck tot Montfoort twee mergen landts, bruijckt Henrick voorsz tsjaers den mergen ij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu bruijcker Jan Govertsz van Roijen voorsz
Noch ‘t convent tot IJsselsteijn twee mergen lants, bruijckt Henrick voorsz tsjaers den mergen xlv st. facit ij out schilt vj st.
Nu bruijcker Jan Govertsz van Roijen voorsz
Noch die heeren van St. Jans ‘t Utrecht twee mergen lants, bruijckt Henrick voorsz tsjaers den mergen xxij st. facit j out schilt ij st.
Nu bruijcker Jan Govertsz van Roijen voorsz
[Fol. 383]
Louff Pelgrumsz tot Vleuten v5 mergen landts, bruijckt Wouter Huijgensz tsjaers den mergen ij phs. gul. facit vj out schilt xxiij st.
Nu eijgenaer Ghijsbert Cornelisz schout tot Vleuten, bruijcker Gerrit Jacobsz
Noch die memorie heeren der kercke tot Montfoort twee mergen lants bruijct Wouter voorsz tsjaers om ij out schilt xvj st.
Nu bruijcker Aert Jacobsz Korn
Noch die heeren van Oudemunster t’Utrecht drie mergen lants, bruijckt Wouter voorsz tsjaers de mergen om xxxvj st. facit ij out schilt xxiiij st.
Nu bruijcker Aert Jacobsz Korn
Louff Pegrumsz acht mergen lants, bruijckt Peter Pauwelsz tsjaers den mergen om ij gouden gul. facit x out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Ghijsbert Cornelisz schout tot Vleuten, bruijcker Gerrit Jacobsz
[Bestand 392, fol. 383v]
Noch juffrou van Rutenbergh ‘t Utrecht vier mergen lants, bruijckt Peter Pauwelsz voorsz tsjaers om iiij out schilt
Nu bruijcker Aert Adriaensz Hollander
Noch bruijckt Peter voorsz drie mergen landts hem selver toebehorende, bij eede die mergen om ij phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer Henrick Jansz Crap, ende bruijcker Aert Jacobsz Korn
Novalia
Claes Claesz van Hooff, bruijckt van de huijse van Montfoort drie mergen getauxeert op iij out schilt
Peter Gerritsz, bruijckt twee mergen toebehorende den huijse van Montfoort geset op ij out schilt
[Fol. 384]
Aert Schinckel betaelt van Thins eenen mergen meer, dan zijn landt is aengebracht geset op j out schilt
Jan Cornelisz Bolhuerder ende Cornelis Adriaensz, bruijcken tsamen anderhalve merge vanden huijse van Montfoort uts. j5 out schilt
Jacob Peter Henrixsz bruijckt twee mergen toebehorende den huijse van Montfoort geset op ij out schilt
Noch bruijckt denselve van de weduwe van Cornelis van Esch drie mergen, getauxeert op iij out schilt
Noch bruijckt hij eene mergen toebehorende Laurens ende JOhan van Breda geset op j out schilt
[Bestand 393, fol. 384v]
Dammas Cornelisz bruijckt een mergen van de huijse van Montfoort geset op j out schilt
Nocht bruijckt den voorsz Dammas anderhalve mergen hem selffs toebehorende ende zijn gecomen van Gijsbert van IJsendoorn gequotiseert op j5 out schilt
Gerrit Thonisz bruijckt een mergen toebehoorende doude schutz t’Utrecht geset op j out schilt
Noch bruijckt hij drie hont toebehorende den Heijligen geest tot Montfoort geset op xxj st.
Noch bruijckt den voorsz Gerrit Thomasz drie hont hem selffs toebehorende uts. xxj st.
[Fol. 385]
Noch bruijckt hij een mergen toebehorende joncher Henrick van Rheede gestelt op j out schilt
Noch bruijckt Gijsbert van der Maet twee mergen erffpacht van ‘t convent van IJsselsten geset op j out schilt
Matheus Adriaensz Schinckel, bruijckt een halff hondt toebehorende die vicarie van St. Johan Baptisten autaer inde kercke tot Montfoort geset op iij5 st.
Cornelis Adriaensz bruijckt een halff hondt hem selver toebehorende iij5 st.
Bernt Adriaensz Schinckel anderhalff hont, toebehorende die Choorheeren tot Montfoort x5 st.
[Bestand 394, fol. 385v]
Matheus Adriaensz Schinckel ende Johan Cornelis Bolhuerder, bruijcken ‘t samen anderhalff hondt, toebehorende d’Walier t’Utrecht x5 st.
Cornelis Adriaensz bruijckt anderhalff hont, toebehorende den huijse van Montfoort vij st.
Frans Claesz bruijckt een halve mergen hem selffs toebehorende geset op xxj st.
[Bestand 395, fol. 387]
Cattenbroeck
Den Heijligen geest ‘t Utrecht drie mergen landts bruijckt Herman Hermansz bij eede tsjaers den mergen xxx st. facit ij out schilt vj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Henrick Willem Wieren
Noch ‘t Bagijnhoff ‘t Utrecht drie mergen landts bruijckt Herman voorsz tsjaers om iiij5 k. gul. facit ij out schilt vj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Henrick Willem Wieren
Pauwels Claesz, bruijckt acht mergen lants, hem selver toebehorende bij eede die mergen om j goude gul. facit v out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Evertsz van Deventer
Cornelis Jansz Havercoper, bruijct vier
[Bestand 396, fol. 387v]
mergen lants hem selver toebhorende bij eede die mergen j goude gul. facit ij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Claesz vanden Ouden Rijn
t’Convent t’Outwijck vier mergen lants bruijckt Dirck van Sonnevelt tsiaers om vj k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Claesz voorn.
Noch bruijckt Dirck voorsz vier mergen lants hem selver toebehorende bij eede ‘t sjaers den mergen om xxxv st. facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers Jan Claesz ende Franck Gijsbertsz elcx de helft, bruijcker Jan Claesz voorn.
Die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht
[Fol. 388]
vier mergen landts, bruijckt Evert Woutersz tsjaers om iiij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Thomas Henricxsz Obijn
t’Bagijnhoff t’Utrecht acht mergen lands bruijckt Sweer Jansz, die mergen ‘t sjaers j gouden gul. facit v out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcken Jan Sweersz van Blocklandt
Noch ‘t Bagijn-hoff voorsz ses mergen lants bruijckt Wijer Willemsz ‘t sjaers den mergen om ij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Henrick Willem Wijersz
Noch mijn heer van Cruningen acht mergen lants bruijckt Wijer voorsz tsjaers den mergen om xlv st. facit viij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers mr. Evert van de Poll ende mr. Adriaen van Schaijck elcx d’helfte, bruijcker Henrick Willem Wijersz voorsz
[Bestand 397, fol. 388v]
Noch bruijckt Wijer voorsz twaelff mergen lants hem selver toebehorende, bij eede ‘t sjaers den mergen om ij k. gul. facit xj out schilt xviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Henrick Willem Wijersz, ende Wijer Hermansz elcx van vier mergen, ende Wijer noch ij5 mergen mitsgaders Cornelis Gerritsz de Rijck van j5 mergen
Noch t’convent van Outwijck vier mergen lants, bruijckt Wijer voorsz ‘t sjaers om v k. gul. facit ij out schilt xvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Wijer Hermansz
Noch den Heijligen geest tot Montfoort vier mergen lants, bruijckt Wijer voorsz tsjaers om x schilt facit iij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Wijer voorsz
IJda mr. Henricxsz wedue, bruijckt twee
[Fol. 389]
mergen heerlijcx goet, den mergen twee k. gul. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer Bartholomeus van Wee, bruijcker Henrick Wijersz
Jan van Poll bruijckt een mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen om xxxiiij st.
Nu eijgenarse ende bruijckt Cornelia van de Poll
Noch t’gasthuijs van Montfoort, drie mergen landts, bruijckt Jan voorsz tsjaers den mergen om xxxiiij st. facit ij out schilt xviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckersche Cornelia van de Poll voorsz
Mr. Jan Pells ‘t Utrecht ses mergen lants bruijckt Herman Jansz de mergen tsjaers om xxix st. facit iiij out schilt vj st.
Nu bruijcker Anthonis Hoven, ende competeert een vicarie t’Oudemunster ‘t Utrecht daer van nu possesseur is de zoen van Peter Dier
[Bestand 398, fol. 389v]
Noch mr. Jan voorsz twee mergen lants bruijckt Jan Bruntsz den Ouden tsjaers om j out schilt xvj st.
Nu bruijcker Sijbrant Govertsz ende competeert de vicarie voorsz
Noch Sint Joris vicarie tot Montfoort twee mergen lants, bruijckt Jan voorsz die mergen ‘t sjaers om iij k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Peter Centensz
Noch mr. Jan Pels voorsz ses mergen lants, bruijckt Aeltgen Cornelis Martensz wedue tjsaers den mergen om xxix st. facit iiij out schilt vj st.
Nu bruijcker Peter Huijgh Jansz Gorter ende competeert den eijgen die vicarie ‘t Oudemunster voorsz
Noch twee mergen lants Aeltgen voorsz toebehorende ende zij bruijckt bij eede die mergen om xxx st. facit j out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Peter Huijch Jansz
[Fol. 390]
Mr. Cornelis Zweersz, bruijckt vier mergen lants, hem selver toebehorende bij eede die mergen tsjaers om xxx st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van de voorsz mr. Cornelis Zweersz, bruijcker Dirck Adriaensz Collart
Jan Melisz, bruijckt vier mergen lants hem selver toebehoorende bij eede die mergen tsjaers om xxx st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Anthonisz van de Poll
Een vicarie t’Oudemunster ‘t Utrecht twee mergen lants, bruijckt Gijsbert Adriaensz tsjaers den mergen j phs. gl. facit j out schilt viij st.
Den eijgen blijft daer van possesseur es Anthonis van Sijll, nu bruijcker Cornelis Henricxsz Ketelman
Noch Gijsbert voorsz twee mergen landts
[Bestand 399, fol. 390v]
hem selver toebehorende bij eede tsjaers om j out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Reijersz Ketelman
Jan Willemsz bruijckt een mergen lants hem toebehorende bij eede tsjaers om xxv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Gerritsz
Noch die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht een mergen lants, bruijckt Jan voorsz tsjaers om xx st.
Nu bruijcker Henrick voorsz
Autger Bruntsz bruijckt een mergen landts hem selver toebehorende bij eede ‘t sjaers om xxv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Gerritsz voorsz
[Fol. 391]
t’Convent van Sint Servaes ‘t Utrecht acht mergen lants, bruijckt Willemtgen Aerts Aertsz wedue, bij eede die mergen tsjaers om xxxvj st. facit vj out schilt xxxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Henrick Gerritsz
Noch die pastoer tot Linschoten acht mergen lants, bruijckt Anthonis Petersz tsjaers om xix gouden gul. facit xij out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Henrick Gerritsz
Noch Henrick Jacobsz Riemsnijder vijff mergen landts, bruijckt Anthonis voorsz t’sjaers om v out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Petersz Roos
Die Balier t’Utrecht acht mergen
[Bestand 400, fol. 391v]
lants, bruijckt Huijch Jan Meusz tsjaers den mergen om xxvj st. facit iiij out schilt xl st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Petersz Spruijt
Noch mr. Willem Danielsz ende Jan Jacobsz vier mergen lants, bruijckt Huijch voorsz tsjaers om iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Pietersz Roos
Noch jonckheer van COrtenbach vier mergen lants, bruijckt Huijch voorsz tsjaers om vij k. gul. facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaersche de wedue van mr. Anthonis van Blocklandt, bruijcker Jan Cornelis Dammasz
Jan Adriaensz bruijckt vier mergen
[Fol. 392]
landts hem selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om xxx st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaerse de wedue van Blocklandt bruijcker Jan Cornelis Dammasz
Henrick Jacobsz Riem-snijder drie mergen landts, bruijckt Conigont van Hooff tsjaers om iij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Henrick Huijgen
Anthonis Jansz bruijckt vier mergen lants hem selffs toebehorende bij eede die mergen xxx st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Gerritsz
Heijlwich Willem Collerts wedue, bruijct vier mergen landts haer selfs toebehorende bij eede tsjaers om iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Gerritsz
[Bestand 401, fol. 392v]
Lambertgen Gijsbert Schinckels wedue bruijckt vier mergen lants haer selver toebehoorende bij eede tsjaers den mergen om xxx st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Henrick Hugen
Die heeren van Sinte Marien ende joffrou Ruijsschen t’Utrecht acht mergen lants bruijcken den Ruwens kijnderen tsjaers den mergen om iij schilt facit viij out schilt
Nu eijgenaers d’heeren voorsz, bruijcker Cornelis Petersz Roos
Adriaen van Roden tot Woerden, bruijckt vier mergen landts, hem selver toebehorende bij estimatie die mergen xxx st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Anthonis Cornelisz van Hooff
Cornelis Hectorsz bruijckt vier mergen
[Fol. 393]
landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers om iiij out schilt
Nu eijgenaer Aert Dircxsz Obijn ende bruijcker Cornelis Petersz Roos
Heer Huijch vicarius t’Oudemunster t’Utrecht acht mergen lants, bruijct Gerrit Jansz de Rijck tsjaers om ix k. gul. facit iiij out schilt xij st.
Nu eijgenaer een vicarie ‘t Oudemunster ‘t Utrecht ende bruijcker Dirck Cornelis Fredericxsz
Die Balier ‘t Utrecht vier mergen lants bruijct Gijsbert Gerritsz tsjaers den mergen om j gouden gul. facit ij out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft nu bruijcker Jaspar Balthasarsz
t’Convent van Sint Servaes ‘t Utrecht vier mergen lands, bruijckt Rutger Bruntsz den mergen tjsaers om xxvj5 st. facit ij out schilt xxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Bruijn Hermansz
[Bestand 402, fol. 393v]
Die Balier ‘t Utrecht ses mergen lants bruijckt Jan Meusz den mergen ‘t sjaers om xxviij st. facit iiij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Petersz Roos
De heeren van Sinte Catherinen ‘t Utrecht ses mergen lants, bruijckt Amelis Hectorsz die mergen ‘t sjaers om xxvj st. facit iij out schilt xxx st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Bruijn Hermansz
Noch die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht drie mergen lants, bruijckt Amelis voorsz den mergen om xxvj st. facit j out schilt xxxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Bruijn Hermansz
Die Melaten buijten die Witte vrouwen
[Fol. 394]
poort ‘t Utrecht acht mergen lands, bruijct Jan Jansz in ‘t Hout, tsjaers om xiij5 k. gul. facit vj out schilt xviij st.
Nu eijgenaers de Melaten voorsz ende de memorie heeren tot Montfoort, bruijckers Lenard ende Cornelis Cornelisz Spruijt gebroeders
Die kerck tot Montfoort vier mergen landts bruijckt Gelis Jansz de mergen tsjaers om ij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Dirck Dircxsz de naesaet van Peter Ghijsen tot Lijnschoten
Lievijn Aertsz vier mergen landts Boudewijn Florisz tsjaers den mergen om xxviij st. facit ij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Henrick Hugen
Noch die vicarie van ‘t Heijlich graff tot
[Bestand 403, fol. 394v]
Montfoort vier mergen landts, bruijckt Boudewijn voorsz tsjaers den mergen om xxviij st. facit ij out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Bruijn Hermansz
Noch bruijckt Boudewijn voorsz twee mergen lants hem toebehorende bij eede tsjaers om j out schilt xiiij st.
Nu eijgenaerse ende bruijckerse Mariken Bouwensz
Mijn heer die Balier ‘t Utrecht acht mergen landts bruijckt Thijs Jansz tsjaers den mergen om xxvj st. facit iiij out schilt xl st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Jansz
Mr. Willem Danielsz vier mergen landts bruijckt Huijch Claesz tsjaers den mergen om xxviij st. facit ij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Henrick Hugen
[Fol. 395]
Noch die vicarie van ‘t Heijlich graff tot Montfoort vier mergen lands, bruijckt Huijch voorsz tsjaers om ij out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Henrick Hugen
t’Convent van Sint Servaes ‘t Utrecht acht mergen lants, bruijckt Jan Willemsz Spruijt tsjaers den mergen om xxxv st. facit vj out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft nu bruijcker Cornelis Thijsz
Noch t’convent voorsz twaelff mergen landts bruijckt Oth Aertsz tsjaers den mergen om xxx st. facit viij out schilt xxiiij st.
Den eijgen blijft nu bruijcker Jan Dircxsz
t’Convent van Outwijck vier mergen landts
[Bestand 404, fol. 395v]
bruijckt Aert Koern ‘t sjaers den hoop om iij k. gul. facit j out schilt xviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Henrick Huijgen
Noch bruijckt Aert voorsz iij5 mergen lants hem selver toebehorende, bij eede ‘t sjaers den mergen xv st. facit j out schilt x5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Henrick Huijgen voorn.
Noch die pastoor tot Lijnschoten met zijn consorten een halff mergen lants, bruijct Aert voorsz tsjaers om xv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Henrick Hugen voorn.
Die memorie heeren van Montfoort drie mergen lants, bruijckt Boudewijn Petersz tsjaers om v k. gul. facit ij out schilt xvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Dircxsz
[Fol. 396]
Noch ‘t convent vande Wittevrouwen ‘t Utrecht vijff mergen lants, bruijct Boudewijn voorsz tsjaers om vij k. gul. facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Dircxsz voorn.
Die pastorie ende costerie tot Linschoten, twee mergen landts, bruijckt Petronella Gerrit Langensz wedue tsjaers om j out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Wier Aelbertsz
Cornelis Aertsz bruijckt vier mergen lants hem selver toebehorende, bij eede die mergen ‘t sjaers om xxx st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Wier Hermansz
Cornelis Dionijsz bruijckt vier mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen j k. gul. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Wier Hermansz ende Wier Aelbertsz elcx de helfte
[Bestand 405, fol. 396v]
Dirck Aertsz Obijn vier mergen lants bruijckt Floor Gerritsz tsjaers om iij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Wier Hermansz
Tibbe Henricxsz bruijckt een viertell landts halff leen ende halff eijgen goet bij eede die mergen tjsaers om xxx st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Peter Dircxsz
Elbert Cornelisz bruijckt ses mergen hem selffs toebehorende bij eede xxviij st. facit iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Elbert Jansz Spruijt
Sweer Hermansz ende Jan Henricxsz
[Fol. 397]
ses mergen lants bruijckt Jan Gijsbertsz den mergen tsjaers om j5 k. gul. facit iiij [out] schilt xij st.
Nu eijgenaer die commandeurie tot Montfoort bruijcker Cornelis Nijsz Hertoch tot Hermelen
Die vicarie van ‘t Heijlich graff tot Montfoort ses mergen lants, bruijckt Claes Dammasz den mergen tsjaers om ij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Hubert Hugensz
Noch die Balier ‘t Utrecht vijff mergen lants bruijckt Cornelis voorsz tsjaers den mergen om xxx st. facit iij out schilt xxiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Hubert Hugensz voorsz
Noch bruijckt Cornelis voorsz een mergen lants hem selven toebehorende bij eede ‘t sjaers om j out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Hubert Hugensz voorsz
[Bestand 406, fol. 397v]
Cornelis Franckensz vij mergen lants, bruijckt Cornelis Lambertsz tsjaers den mergen vj schilt facit xiiij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Henricxsz Bosch, ende de voorsz Huijbert Hugensz ende houden elcx de helfte te leen vanden huijse van Montfoort
Joffrou Christina Potters van der Loo acht mergen lants, bruijckt Jan Jacobsz tsjaers den mergen ij k. gul. facit vij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaer joncher Monicx, bruijcker Jan Henricxsz Bosch
Geertruijt Herman Claesz wedue vier mergen lants, bruijckt Willem Willemsz tsjaers den mergen xxx st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Boom
Willem Jansz Hogenboom bruijct ses mergen
[Fol. 398]
lants hem selver toebehorende bij eede die mergen tsjaers om j k. gul. facit ij out schilt xxxvj [st.]
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Henricxsz Bosch
Heer Aelbert van Leuwenberch ses mergen lants, bruijckt Henrick Claesz tsjaers den mergen j phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu Bernt Preijs besitter, bruijcker Aert Herman Wieren
Noch ses mergen lands behorende tot heer Cornelis van Bemmels vicarie, bruijckt Henrick voorsz tsjaers om j phs. gul. de mergen facit iij out schilt xxiiij st.
Nu Bernt Preijs besitter, bruijckt Aert Herman Wiersz voorn.
Jan Jansz bruijckt acht mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen xxviij st. facit v out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Coman Jacob Henricxsz ende Cornelis Henricxsz
[Bestand 407, fol. 398v]
Die kerck pastoor, ende coster tot Linschoten vier mergen lants, bruijckt Jan Jacobsz tsjaers om ij out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Gerrit Berntsz
Die heeren vanden Dom ‘t Utrecht vier mergen lants, bruijckt Cornelis Jan Meusz kijnderen tsjaers den mergen j phs. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Poell Thomasz
Noch ons lieff vrouwen autaer inder kercke tot Montfoort een viertel lants, bruijcken die kijnder voorsz ‘t sjaers den mergen om xxviij st. facit ij out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckersche Geerte Meusz
Dirck Willemsz bruijckt vier mergen
[Fol. 399]
lands bij estimatie die mergen xxv st. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaers d’executeurs ofte erffgen. van Adriaen Beijer, bruijcker Henrick Willemsz tot Linschoten
Jan Dircxsz bruijckt vier mergen lants bij estimatie die mergen xxv st. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer Claes Henrick Martensz tot Woerden, bruijcker Henrick Mathijsz Bosch
Anthonis Henricxsz tot Montfoort twee mergen bruijckt Jan Dircxsz tsjaers die mergen j phs. gul. facit j out schilt viij st.
Nu eijgenaer Cornelis van Schoordijck, bruijcker Hans Jan Joffers
Willem Claesz bruijckt vier mergen lants zijn selffs toebehorende bij eede die mergen j phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Thijsz
[Bestand 408, fol. 399v]
Sijmon Woutersz bruijckt vier mergen lants hem toebehorende tsjaers om xiij schilt facit iiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Boom
Sijmon Jansz bruijckt acht mergen lants hem toebehorende bij eede die mergen ‘t sjaers om xxx st. facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Jansz Joffer van vj mergen ende Claes Dircxsz tot Woerden van ij mergen
t’Convent van Outwijck twaelff mergen lants, bruijcken Cornelis Claesz ende Boudewijn Florisz tsjaers om xv k. gul. facit vij out schilt vj st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Dirck Dircxsz ende Egbert Thonisz
Noch den Heijligen geest tot Montfoort
[Fol. 400]
vier mergen lants, bruijckt Cornelis Claesz tsjaers die mergen xxviij st. facit ij out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Floor Henricxsz
Gerrit van Winssen, bruijckt vier mergen hij selve bij zijnen eede tsajers die mergen j out schilt facit iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jan Joffers
Jan Petersz bruijckt ses mergen die mergen xxv st. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer d’vicarien t’Oudemunster ‘t Utrecht, bruijcker Jan Peter Hugensz
t’Convent van Outwijck thien mergen landts bruijckt Andries Dircxsz tsjaers om x k. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Geerloff Cornelisz ende Geerte Jan Henrick Jacobsz weduwe
[Bestand 409, fol. 400v]
Henrick Jacobsz mit zijn medewerckers thien mergen landts, bruijckt Mathijs Willemsz den mergen tsjaers om xlv st. facit x out schilt xxx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Jan Joffers van ses mergen, Cornelis van Schoordijck eijgenaer van vier mergen, bruijcker Hans Jan Joffers
t’Convent van Sint Servaes ‘t Utrecht vier mergen lants, bruijckt Anthonis Henricxsz tsjaers den mergen om xxx st. facit ij out schilt xxxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijckerse Cornelis Dircxsz wedue
Noch bruijckt Anthonis voorsz vier mergen lands hem selver toebehorende bij eede die mergen tsjaers om xxx st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaerse ende bruijckt de voorsz Cornelis Dircxsz wedue
Dirck Jan Louffsz drie mergen landts toe-
[Fol. 401]
behorende die heeren van Oudemunster tsjaers elcke mergen j k. gul. facit j out schilt xviij st.
Nu eijgenaers d’voorsz heeren, bruijcker Willen Crijnen
Dirck Zas, bruijckt een mergen lants hem selver toebehorende bij eede ‘t sjaers om xxxiiij st.
Nu eijgenaerse ende bruijckt Cornelia van de Poll
Noch die kerck tot Montfoort drie mergen lants bruijckt Dirck Zas voorsz ‘t sjaers die mergen om xxxiiij st. facit ij out schilt xviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckersche Cornelia van de Poll voorsz
Die heeren van Oudemunster negen mergen bruijckt Dirck Jansz tsjaers om x schilt facit iij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Willem Crijnen
[Bestand 410, fol. 401v]
Die keij. maj. vier mergen, bruijckt Dirk voorsz tsjaers om iij5 k. gul. facit j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Crijnen
[Fol. 402]
Schagen ende d'Enghe
Die Calander brueders ‘t Utrecht drie mergen lants, bruijckt den Ouden Jan Bruntsz tsjaers om v k. gul. facit ij out schilt xvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Herman Jan Brunten
Noch bruijckt Jan voorsz een mergen lants hem selver toebehorende, bij eede tsjaers om ij phs. gul. facit j out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Aelbert Sandersz
Die kerck tot Linschoten derd’halve mergen landts, bruijckt Cornelis Spruijtsz tsjaers den mergen om iiij schilt facit iij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Aelbert Gossensz
Mijn joncher van Montfoort derthien
[Bestand 411, fol. 402v]
mergen lants, bruijckt Simon Jansz den mergen ‘t sjaers om ij phs. gul. facit xv out schilt xx st.
Nu eijgenaer mr. Gijsbert van te Nesse bruijcker Peter Dircxsz
Noch Jan van Barri, ses mergen lands, bruijckt Simon voorsz den mergen ij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer mr. Gijsbert van te Nesse bruijcker Peter Dircxsz voorsz
Noch die kerck ende Heijligen geest tot Montfoort ende die kerck tot Linschoten ‘t samen ij5 mergen lants, bruijckt Simon voorsz tsiaers om twee goude gul. facit j out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Gillisz Cleijn
Noch bruijckt Simon voorsz ses mergen landts hem selver toebehorende bij eede die mergen ij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer mr. Gijbsert van te Nesse, bruijcker Pieter Dircxsz
[Fol. 403]
Mijn joncher van Montfoort derd’halve merge lants, bruijckt Gelis Jansz tsjaers den mergen ij phs. gul. facit ij out schilt xxviij5 st.
Nu eijgenaer t’huijs van Montfoort, bruijcker, Jan Dirck Hugensz
Die kercke van Montfoort ende Linschoten vier mergen lants, bruijckt Cornelis Aertsz tsjaers om iiij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Peter Dircxsz eensdeels in erffpacht ende anderdeels in huijre
Mijn joncher van Montfoort xx mergen landts bruijckt Huijch Jansz tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit xxiij [out] schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer t’huijs van Montfoort bruijcker Geerloff Cornelisz
Noch mijn joncher voorsz xiij mergen lants bruijckt Gerrit Jansz tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit xv out schilt xx st.
Nu eijgenaer van de helfte t’huijs van
[Bestand 412, fol. 403v]
Montfoort, bruijckers Jan Henrick Hugen ende Aert Thonisz ende vande wederhelfte eijgenaer mr. Gijsbert van te Nesse bruijcker Peter Dircxsz opten Nesse
Anthonis Gerritsz vier mergen lants, bruijcken Henrick Claesz ende Cornelis Jansz tsjaers den mergen om vij phs. gul. facit iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Jansz van Nes
Noch bruijckt Cornelis voorsz xiiij mergen lants, daer t’Bagijnhoff ‘t Utrecht vij5 hont, die broeders van Vredendael twee mergen, ende Cornelis voorsz ‘t ander rest selver off toe behoort, die Bagijnen de mergen ij k. gul, die broeders een phs. schilt, ende zijn eijgen die mergen twee gouden gul. facit t samen xvj out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaers t’Bagijnhoff voorsz van vij5 hont, die Heijligen geest tot Montfoort ij5 mergen, Poel Thonisz x mergen j5 hont, ende bruijcker Poel voorsz vande voorn. xiiij mergen
[Fol. 404]
Den Heijligen geest ‘t Utrecht drie mergen lants, bruijckt Tibbe Henricxsz den mergen tsjaers om ij phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Poell Thonisz voorsz
Noch bruijckt Tibbe voorsz vij mergen lants hem selver toebehorende, bij eede die mergen ij phs. gul. facit viij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Poell Thonisz
Jacob Claesz iij5 mergen lants hem selver toebehorende ende hij bruijckt bij eede die mergen xxviij st. facit ij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Geerloff Cornelisz
Noch Dirck Aertsz Obijn en Herman van Oemeren ‘t samen iij5 mergen landts bruijckt Jacob voorsz tsjaers om iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Geerloff Cornelisz voorsz
[Bestand 413, fol. 404v]
Noch die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht een mergen lands, bruijckt Jacob voorsz in erffpacht bij eede tsjaers om xl st.
Nu besitter in erffpacht die zoon van Pieter Gijsen tot Linschoten
Mijn joncher van Montfoort xiiij mergen lants bruijckt Henrick Claesz den mergen tsjaers om ij phs. gul. facit xvj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers t’huijs van Montfoort van xj mergen ende de griffier s’hooffs van Utrecht iij mergen, bruijcker Henrick Jansz van Nes
Noch die heeren van Oudemunster t’Utrecht twee mergen lants, bruijckt Henrick voorsz tsjaers om ij out schilt xvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Henrick Jansz van Nes voorsz
Noch die Balier van Sinte Catherinen
[Fol. 405]
‘t Utrecht twee mergen lants bruijckt Henrick voorsz in erffpacht, bij eede tsjaers om ij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu besitter in erffpacht Henrick Jansz van Nes
Noch bruijckt Henrick voorsz anderhalve mergen lants hem toebehorende tsjaers om iij phs. gul. facit j out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Jansz van Nes voorsz
Mijn joncker van Montfoort xxxij mergen lants, bruijct Quirijn Dircxsz tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit xxxviij out schilt iiij st.
Nu eijgenaer t’huijs van Montfoort, bruijcker Aert Cornelisz
Die gemeen heeren tot Montfoort x mergen lants bruijckt Henrick Jacobsz tsjaers den mergen ij phs. gul. facit xj out schilt xxxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckersche Geerte Jan Henrick Jacobsz wedue
[Bestand 414, fol. 405v]
Noch Geertruijt van der Graft ses mergen lants bruijckt Henrick voorsz den mergen ij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer Marten van Schauwen van Endegeest, bruijckersche Geerte Jan Henrick Jacobsz wedue
Noch die memorie heeren te Montfoort een halff mergen lants, bruijckt Henrick voorsz tsjaers om xxv st.
Den eijgen blijft, nu bruijckersche de wedue voorsz
Mijn joncher van Montfoort xj5 mergen bruijckt Reijer Dircxsz tsjaers den mergen ij phs. gul. facit xiij out schilt xxix st.
Nu eijgenaer ‘t huijs van Montfoort, ende bruijcker Cornelis Henrick Hugen
Henrick Schock viij5 mergen lants, bruijckt Steven Gijsbertsz t’siaers den mergen xlij st. facit viij out schilt xxj st.
[Fol. 406]
Noch bruijckt Steven voorsz ij5 mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen xlij st. facit ij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers van dese twee percelen makende xj mergen, Henrick Stevensz Schinckel van v5 mergen, Jan Stevensz Schinckel ende Cornelis Hectorsz Cobijn elcx van ij5 mergen j5 hondt
Mijn joncher van Montfoort x mergen landts bruijckt Jan Bruntsz den Jongen’t sjaers den mergen ij phs. gul. facit xj out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer t’huijs van Montfoort ende bruijckers Herman Jan Bruntensz ende Jan Bruntensz
Jan Willemsz bruijckt een mergen lants hem selven toebehorende geset op ij phs. gul. facit j out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Aelbert Sandersz
[Bestand 415, fol. 406v]
Jacob Henricxsz vier mergen landts, bruijckt Jan Gijsberts van de Poll tsjaers die mergen ij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer Cornelis Both t’Utrecht bruijcker Cornelis Henrick Hugensz
Noch bruijckt Jan Gijsbertsz voorsz twee mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen ij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Henrick Huijgensz
Screvell Gijsbertsz Koern, bruijckt iiij5 mergen lants zijn wijffs kijnderen toebehorende bij eede die mergen om xlij st. facit iiij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Adriaensz Collert
[Fol. 407]
Schagen
Die Cellebrueders t’Utrecht ses mergen lants, bruijckt Luijt Hugensz tsjaers om xiiij k. gul. facit vj out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Frans Gijsbertsz op de Pomp
Hector Hermansz vier mergen lants heerlijcx goets, ende men te leen hout van mijn joncher van Montfoort, bruijckt Herman Hermansz Hectors voorsz vader tsjaers om viij phs. gl. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu is dit questieux tusschen Bernt ende Floris Zas
Den Heijligen geest t’Utrecht twee mergen lants, bruijckt Wouter Verhoeff in erffpacht bij eede die mergen xxviij st. facit j out schilt xiiij st.
Nu besitter in erffpacht ende bruijcker Jan Woutersz Verhoeff
[Bestand 416, fol. 407v]
Noch bruijckt Wouter voorsz twee mergen lands heerlijcx goets, ende men te leen hout van mijn heer van Brederode bij eede die mergen een gouden gul. facit j out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Wouterse Verhoeff
Gerrit Loeffsz een mergen bij estimatie tsjaers j out schilt
Nu eijgenaer die kerck tot Montfoort, bruijcker Frans Gijsbertsz op de Pomp
IJda mr. Henricxsz wedue, bruijckt vier mergen lants haer selffs toebehorende bij eede die mergen ij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Woutersz Verhoeff
Die heeren van Sinte Marien ‘t Utrecht
[Fol. 408]
derd’halff mergen, bruijckt Willem Lambertsz tsjaers om vij schilt facit ij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Henrick Huijgensz
Noch Jan van Wijngaerden inden Haech j5 mergen j5 hont lants bruijckt Willem voorsz
Noch Geerloff Jacobsz t’Oudewater j5 mergen j5 hont landts bruijckt Willem voorsz ‘t sjaers den hoop om v schilt facit j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Henrick Hugensz
t’Bagijnhoff ‘t Utrecht drie mergen lants bruijckt Gerrit Verlaer tsjaers om iij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijckers Thomas Gijsbertsz Breij ende Andries Aelbertsz Molenaer
[Bestand 417, fol. 408v]
Die memorie heeren der kercken van Montfoort twee mergen landts, bruijct Jan Gijsbertsz vande Poll den mergen tsjaers om ij k. gul. facit j out schilt xxxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Gijsbert vande Poll
Noch een vicarius inden Dom vier mergen lants bruijckt Jan voorsz t’sjaers den mergen om xviij st. facit j out schilt xxx st.
Nu Gijsbert vande Poll in erffpacht bruijcker Ghijsbert Henricxsz alias Gijsoom
Aechtgen Hubert Jansz wedue, bruijckt zes mergen lants haer selffs toebehorende bij eede die mergen xxviij st. facit iiij out schilt
Nu eijgenaer Herman de Lange van iiij mergen iiij hont, bruijcker Jan Cornelisz van Hoeff ende van de viij hont eijgenaer ende bruijcker Anthonis van Hoeff
Dirck Aertsz Obijn twee mergen lands
[Fol. 409]
hem selver toebehorende bij eede die mergen ij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Cornelisz van Hoeff
Aertgen Thomas wedue, bruijckt vier mergen lants haer selffs toebehorende bij eede die mergen om xxx st. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Thomas van Rijnevelt voor een deel ende Joris Sebastiaensz voor ij deelen
Mr. Dirck Zas ende Zweer Hermansz hebben ‘t samen ses mergen heerlijcx goets bij eede die mergen ij phs. gl. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaers joffrou van Wijnbergen ende Jan vander Graft elcx de helfte te leen van de huijse van Montfoort
Geertruijt Vergraft bruijckt vier mergen
[Bestand 418, fol. 409v]
lands haer selffs toebehorende bij eede die mergen ij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Henrick Hugensz
Laurens erffgen. van Beest xij mergen lants bruijcken Ellert Cock ende Hanneman Florisz tsjaers die mergen om lv st. facit xv out schilt xxx st.
Nu bruijckt hier van Jacob Huijgensz drie mergen toebehoorende joncher Johan van Winsen mit noch iiij5 hont hem selffs toebehorende
Cornelis Andriesz Spruijt bruijckt hier van drie mergen toebehorende joncher Johan van Winsen mit noch iiij5 hont hem selffs toebehorende
Cornelis Petersz Moelenaer bruijckt ses mergen lants van ‘t voorsz perceel toebehorende Christoffel van Nijhoff ende j5 mergen hem Cornelis selffs toebehorende
Noch bruijckt Ellert ende Hanneman voorsz drie mergen lants henluijden selver toebehorende bij eede die mergen lv st. facit iij out schilt xxxix st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Huijgensz
[Fol. 410]
Cornelis Andriesz elcx van iiij5 hont ende Cornelis Petersz van j5 mergen ende zijn vorens op ‘t Arle. van de xij mergen gestelt houdende op Laurens van Beest opt naest voorgaende Arle.
Den Heijligen geest ‘t Utrecht iij mergen lands, bruijckt Frans Thonisz tsjaers om viij k. gul. facit iij out schilt xxxiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Frans Gijsbertsz ende Claes Gossensz
Jonge Jan Bruntsz bruijckt een mergen lants ‘t sjaers om j out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Sebastiaen Bartsz van Roijen
Novalia
vande landen gelegen onder den gerechte van de Enge ende responderen aende binnen landen op Mastwijck ende IJselvelt
Jan Claesz bruijckt een halve mergen
[Bestand 419, fol. 410v]
hem selffs toebehorende getauxeert op xxj st.
Dirck Gerritsz Ouwen derd’halve mergen, hem mitte memorie heeren der kercke tot Montfoort competerende, ende nogh bruijckt hij selven hont, toebehorende Adriaen van Schaijck getauxeert op iij out schilt xxviij st.
Joncher Aernt van IJsselsteijn vij hondt hem selffs toebehorende geset op j out schilt
Adriaen Gerritsz bruijckt anderhalve mergen, eensdeels de heeren ‘t Oudemunster ‘t Utrecht ende andersdeels die vicarie van Sinte Marie Magdalenen altaer inder kercke tot Montfoort toebehorende geset op j out schilt xxj st.
[Fol. 411]
Jan Cornelis Hollander bruijckt drie mergen toebehorende den heere van Montfoort geset op iij out schilt
Dirck Petersz Baers, bruijckt anderhalve mergen toecomende den Balier ‘t Utrecht geset op j5 out schilt
Gerrit Henricxsz Capiteijn, bruijckt eene mergen toebehorende d’heeren t’Oudemunster ‘t Utrecht getauxeert op j out schilt
Jan Berntsz bruijckt anderhalve mergen toecomende d’heer Cornelis Cuijlman tot Utrecht noch twee hont van t’vrouclooster aldaer, ende j5 mergen hem selfs toebehorende geset op iij out schilt xiiij st.
[Bestand 420, fol. 411v]
Evert Goertsz bruijckt een hondt toebehorende Dirck Bor t’Amersfoort vij st.
Cornelis Willemsz Schinckel anderhalve mergen hem mitte memorie heeren tot Montfoort toekomende geset op j5 out schilt
Dirck Martensz bruijckt eene mergen hem selffs toebehorende j out schilt
Adriaen Jan Berntsz, bruijckt eene mergen ende vijff hondt toecomende den heeren van Oudemunster ‘t Utrecht getauxeert op j out schilt xxxv st.
[Fol. 412]
Anthonis Hollander, ende Cornelis Willemsz Schinckel, bruijcken ‘t samen mit henbeijden anderhalve mergen toecomende mr. Wilger van Moerendael ‘t Utrecht geset op j5 out schilt
Anthonis Hollander voorsz bruijckt omtrent een halff hondt toecomende Jan Jansz Borleheij tot Swoll geset op iij5 st.
Cornelis Willemsz Schinckel, bruijckt een hont, hem selffs toebehorende vij st.
Anthonis Hooff Jansz een hont hem selffs toebehorende, ende noch bruijckt hij een hondt toecomende den Heijligh geest tot Montfoort geset op xiiij st.
[Bestand 421, fol. 412v]
Aert Cornelisz Schinckel bruijct een hont van heer Willem Bosschert vicarius tot Montfoort vij st.
Jan Adriaensz Collart bruijct anderhalff hont den heere van Montfoort ende den Reguliers t’Utrecht ‘t samen competerende geset op x5 st.
Andries Moelenaer bruijckt een hont toebehorende mr. Sweer van der Maet ende zijn zoon vij st.
Thomas Gijsbertsz Breij, bruijckt een halff hondt toebehoorende den heeren t’Oudemunster ‘t Utrecht iij5 st.
[Fol. 413]
Cornelis Aertsz een halff hondt hem selffs toebehorende iij5 st.
Jan Schouten een halff hondt boomgaerts toecomende den naergelaten kijnderen van Floor Gerritsz iij5 st.
Lenard van Cats, ende Henrick Willem Wieren, bruijcken ‘t samen een hondt toecomende den Balier ende Sinte Cecilien ‘t Utrecht vij st.
Aelbert Hugensz, bruijckt acht roeden, toecomende die commandeurie tot Montfoort getauxeert op –
[Bestand 422, fol. 413v]
Die wedue van Hooff Jansz thien roeden haer selffs toebehorende
Gerrit vande Poll, thien roeden aen een nieuwen gepoote boomgaertgen, niet anders wetende off de gront vandien en is bij t’binnenlandt aengebracht
Adriaen Cornelisz, bruijckt een hondt toecomende de heeren van Oudemunster ‘t Utrecht vij st.
Die Melaten buijten Montfoort mit t’huijs ‘t samen omtrent veertigh roeden nihil
[Fol. 414]
Aert Lambertsz mit t’huijs scherp een hondt boomgarts hem selffs toebehorende geset op vij st.
Jan Aertsz Steen omtrent anderhalff hont hem mitten Heijligen geest ‘t Utrecht die vicarien van Sinte Jacobs, onder vrouwen ende Magdalenen altaren inder kercke tot Montfoort toebehorende x5 st.
Jan Aertsz Steen voorsz bruijckt een halff hondt boomgarts, toebehorende den heeren vanden Dom ‘t Utrecht iij5 st.
Ghijsbert Stevensz Schinckel, bruijckt een halff hondt toecomende d’vicarien ‘t Oudemunster iij5 st.
[Bestand 423, fol. 414v]
Johan Sweersz van Blocklandt, bruijckt een halff mergen hem selffs toebehorende geset op xxj st.
Merten Gijsbertsz Schinckel, bruijckt twee hondt hem selffs toebehorende xiiij st.
Cornelis Jansz van Deijll, bruijckt anderhalff hondt hem mitte heeren vanden Dom ‘t Utrecht toebehorende x5 st.
Cornelia vander Houff, bruijckt een hont boomgaerts, haer mitte heeren vanden Dom ende Oudemunster ‘t Utrecht toebehorende vij st.
[Fol. 415]
Egbert Henricxsz Both, bruijckt twee hondt boomgarts, hem selffs toebehorende geset op xiiij st.
Gerrit Petersz Boschman bruijckt een huijs ende erve tusschen d’eijgenaers vandien questieux omtrent groot een hondt vij st.
Joris Sebastiaensz bruijckt een halff hondt hem selffs toebehorende iij5 st.
Johan Claesz, bruijckt anderhalff hont, toecomende den heeren van Oudemunster ‘t Utrecht, getauxeert op x5 st.
[Bestand 424, fol. 415v]
Cornelis Stevensz vanden Bosch bruijct vier hont lants, hem toebehorende hem niet anders wetende off en is mittet binnen landt aengebracht
Cornelis Willemsz Schinckel, bruijckt vier hont hem mitte vicarien van Sint Joost ende ‘t gasthuijs tot Montfoort competerende, ende niet anders wetende off en is mit het binnenlant aengebracht
Johan Claesz bruijckt anderhalff hondt hem selffs toebehorende x5 st.
Cornelia van der Hoeff, bruijckt anderhalff hondt, behorende aen een vicarie in St. Marien kercke t’Utrecht, ende niet anders wetende off en is mit ‘t binnen landt aengebrocht
[Bestand 425, fol. 417]
Papecop
t’Gasthuijs t’Oudewater acht mergen landts bruijckt Marten Petersz den mergen tsjaers om iij schilt facit viij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijckersche Elisabeth Jan Willemsz wedue
Machtelt van Cronenbergh seven mergen lands, bruijckt Wouter Gerritsz om xx k. gul. facit ix out schilt xxij st.
Nu eijgenaer Sijmon van Cuijck wonende ‘t Utrecht, bruijcker Claes Thijsz
Hillegont Jacob Elbertsz wonende tot Oudewater, off Amelis Gijsen acht mergen, bij estimatie die mergen xxviij st. facit v out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Petersz ende Jacob Jansz elcx de helfte
[Bestand 426, fol. 417v]
Noch Simon Hendricxsz ter Goude ses mergen lants, bruijckt Adriaen voorsz tsjaers den mergen om j gouden gul. facit iij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Luijt Luloffsz
Die commendeurie ‘t Oudewater derthien mergen landts, bruijckt Claes Petersz die mergen tsjaers om j gouden gul. facit viij out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Ellert Claesz ende Cornelis Claesz
Noch bruijckt Claes voorsz ix5 mergen lants hem selver toebehorende, bij eede tsjaers den mergen j gouden gul. facit vj out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Ellert Claesz
Noch den Dom ‘t Utrecht vier mergen lants bruijckt Claes voorsz die mergen tsjaers om xliij st. facit iiij out schilt iiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckerse d’weduwe van Cornelis Adriaen Jasparsz
[Fol. 418]
Noch die heeren voorsz acht mergen lants bruijckt Herman Hugensz tsjaers om viij out schilt viij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckersche de wedue van Jan Pietersz
Die heeren van Sinte Peters ‘t Utrecht v5 mergen lants, bruijckt den Ouden Jan Ponsz in erffpacht, geset die mergen een out schilt [facit] v out schilt xxj st.
Nu eijgenaerse die wedue van Jaspar Hermansz, bruijcker Willem Roeloffsz haer zwager wonende t’Oudewater
Noch bruijckt Jan voorsz derd’halve mergen lants hem selver toebehorende geset op ij out schilt xxj st.
Nu eijgenaerse d’wedue van Jaspar Hermansz, bruijcker Willem Roeloffsz haer zwager woonende t’Oudewater
Die graefflijckheijt van Holland vier mergen
[Bestand 427, fol. 418v]
lants, bruijckt Henrick Willemsz tsjaers om vj k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Luloffsz
Noch bruijckt Henrick voorsz vier mergen lants hem selver toebehorende bij eede die merge ij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Luloffsz
Peter Claesz, bruijckt xij mergen landts hem selver toebehorende bij eede die mergen j gouden gul. facit viij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerwert Lenartsz
Noch die heeren van Sinte Pauls t’Utrecht ix mergen lants, bruijckt Peter voorsz tsjaers om vj out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Gerwert Lenartsz
[Fol. 419]
Den Dom ‘t Utrecht xij mergen landts bruijckt den Jongen Jan Ponsz, tjsaers om xliij st. die mergen facit xij out schilt xij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Claes Thijsz
Peter Willemsz bruijckt acht mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen j gouden gul. facit v out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Claes Ludolffsz ende Claes Jansz elcx vier mergen
Noch ‘t convent van Sinte Catherinen ter Goude xvj mergen landts, bruijckt Peter voorsz tsiaers om xxviij k. gul. facit xiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Hagen Gijsen
Die heeren vanden Dom ‘t Utrecht xxiiij mergen lands bruijckt Jaspar Gijsbertsz den mergen om ij k. gul. facit xxij out schilt xxxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Gerrit Cornelisz van acht mergen, ende Claes Jansz sestien mergen
[Bestand 428, fol. 419v]
Noch die heeren voorsz xvj mergen, bruijct Lambert Gijsbertsz die mergen om xlj st. facit xv out schilt xxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Lambert Cornelisz ende Adriaen Thijsz elcx viij mergen
Noch bruijckt Lambert voorsz xvij mergen lants hem selver toebehoorende bij eede die mergen om xlij st. facit xvij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Lambert Cornelisz van v mergen, Herman Jansz viij mergen ende Haesken Jans iiij mergen
Mr. Aernt Boet acht mergen ‘t sjaers den mergen xxxv st. bruijckt Lambert Gijsbertsz facit v out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Thijsz
Sinte Sebastiaens vicarie ‘t Oudewater iiij mergen lants, bruijckt Frederick Dircxsz die mergen tsjaers om xxviij st. facit ij out schilt xxviij st.
Nu possesseur Steven van Schadenbroeck, bruijckt Cornelis Adriaen Fredericxsz
[Fol. 420]
Noch ‘t convent van Sinte Catherinen ter Goude vier mergen lants, bruijckt Frederick voorsz tsjaers om ij out schilt xxviij [st.]
Nu eijgenaer Gerrit van Cranesteijn bruijcker Cornelis Adriaen Fredericxsz
Noch die kerck tot Oudewater een mergen lants, bruijckt Frederick voorsz tsjaers om xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Adriaen Fredericxsz
Noch mr. Reijer ter Goude iij5 mergen lants bruijckt Frederick voorsz in erffpacht bij eede die mergen j goude gul. facit ij out schilt xiiij st.
Nu bruijcker Cornelis Adriaen Fredericxsz als in erffpacht ontfangen hebbende van heer Huijch Ophemmert
Noch bruijckt Frederick voorsz negend’halve mergen lants, hem selver toebehorende
[Bestand 429, fol. 420v]
bij eede die mergen xxviij st. facit v out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers d’weeskijnderen van Cornelis Hugensz van vj5 mergen, ende wort bij Cornelis Hugensz gebruijckt, ende vande twee mergen eijgenaer ende bruijcker Cornelis Adriaen Fredericxsz
t’Convent vande Regulieren ‘t Amersfoort negen mergen lants, bruijckt Jan Dirck Corstensz in erffpacht bij eede die mergen om j gouden gul. facit vj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Dircxsz
Noch bruijckt Jan voorsz xiij mergen lants hem selver toebehorende, bij eede die mergen xxviij st. facit viij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Govertsz
Willem Aertsz, bruijckt xiij mergen lants, hem selver toebehorende bij eede die mergen om xxviij st. facit viij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Sebastiaen Claesz
[Fol. 421]
Noch die Zielproven tot Montfoort twee mergen landts, bruijckt Willem voorsz tsjaers om j out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Sebastiaen Claesz
Noch Sinte Elisabeths gasthuijs ‘t Utrecht ix mergen landts, bruijckt Willem Aertsz tsjaers om vj out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Sebastiaen Claesz
Claes Jacobsz bruijckt vj5 mergen lants hem selver toebehorende, die mergen bij eede tsjaers om xxviij st. facit iiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Jansz
Noch bruijckt Claes voorsz drie mergen landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers om ij out schilt
Nu eijgenaerse, ende bruijckt Nijesgen Jans
[Bestand 430, fol. 421v]
Noch die Ziel priesters tot Montfoort ses mergen vier hondt, bruijckt Claes voorsz tsjaers die mergen om ij phs. gul. facit vij out schilt xxxix st.
Den eijgen blijft nu bruijckerse Nijesgen Jans
Geerloff Jansz xij mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om j gouden gul. die mergen facit viij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Luloffsz
Noch ‘t gasthuijs ‘t Oudewater een mergen lants bruijckt Geerloff Jansz tsjaers om xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Luloffsz
Noch te Dort, drie mergen anderhalve hont lants, bruijckt Geerloffs Jansz tsjaers om ij out schilt vij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Luloffsz
[Fol. 422]
Peter Claesz, bruijckt x5 mergen lants hem selver toebehorende geset op x out schilt xxj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis Adriaen Jasparsz wedue van iiij mergen, ende Cornelis Claesz vj5 mergen
Mechtelt Jan Dircxsz wedue bruijckt zevend’halff mergen lants, bruijckt Aeff Jacob Bouwensz tsjaers om xxxj schilt facit x out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Jansz
Gerrit Taets Gerritsz woont ‘t Oudewater ende bruijckt zijn eijgen landt ende is vij mergen bij estimatie die mergen j phs. gul. facit iij out schilt xxxvj5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Dirck Jansz ende Cornelis Claesz elcx de helfte
Janneken Lamberts xv mergen lants bruijct Willebrant Daemsz haer zoon bij eede die mergen j phs. gl. facit viij out schilt xxxix st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Hugensz van vj5 mergen ende Diert Keijsers viij5 mergen
[Bestand 431, fol. 422v]
Noch bruijckt Willebrant voorsz v5 mergen landts hem selver toebehorende, bij eede die mergen j goude gul. facit iij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Claesz
Noch die heeren vanden Dom ‘t Utrecht iij5 mergen lants, bruijct Willebrant voorsz tsjaers den mergen ij k. gl. facit iij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Claesz
Sint Jacobs, ende onser liever vrouwen gilde tot Oudewater x mergen landts, bruijckt Cornelis Gerritsz tsjaers den mergen om xxviij st. facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Jacobsz
Noch die getijmeesters van Oudewater drie mergen lants, bruijct Cornelis Gerritsz tsjaers om ij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Jacobsz
[Fol. 423]
Noch die vicarie van Sinte Sebastiaen ‘t Oudewater v5 mergen lants, bruijckt Cornelis voorsz die mergen om j gouden gul. facit iij out schilt xxviij st.
Nu possesseur Steven van Schadenbroek bruijcker Willem Jansz
Noch bruijckt Cornelis voorsz v5 mergen lants hem selver toebehorende, bij eede die mergen om xxviij st. facit iij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Jansz
Adriaen Jasparsz, bruijckt vijff mergen landts hem selver toebehorende, bij eede die mergen om ij k. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaerse d’wedue van Schoenenberch ‘t Utrecht, bruijckerse Cornelis Adriaensz wedue
Noch die heeren vanden Dom ‘t Utrecht vier mergen lants, bruijckt Adriaen voorsz ‘t sjaers den mergen xliij st. facit iiij out schilt iiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Cornelis Adriaensz wedue
[Bestand 432, fol. 423v]
Peter Gerritsz bruijckt vijff mergen landts hem selver toebehorende geset op xxj schilt bij zijnen eede vij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Jacobsz
t’Gasthuijs t’Oudewater x mergen landts, bruijckt Aert Ludolphsz die mergen tsjaers een out schilt facit x out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Gossen Gijsbertsz ende Willem Jansz
Noch Catherijn Henricxsz wedue iij5 mergen lants bruijckt Aert voorsz geset op iij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Jansz van Camerick
Noch Sinte Sebastiaensz vicarie ‘t Oudewater twee mergen lants, bruijckt Aert voorsz geset op ij out schilt
[Fol. 424]
Noch bruijckt Aert voorsz xviij5 mergen landts hem selver toebehorende geset op xviij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Gerrit Woutersz van vj mergen, Willem Jansz van Camerick ende Gossen Gijsbertsz t’samen die vordere mergentalen
Claes Ludolphsz xxiiij mergen lants, hem selver toebehorende, bij eede die mergen om xxxv st. facit xx out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Dircxsz van vier mergen, ende Luijt Luloffsz van twintigh mergen
Die heeren vanden Dom ‘t Utrecht acht mergen lants, bruijckt Adriaen Lourisz tsjaers om viij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Lenard Jansz in Heeckendorp
[Bestand 433, fol. 425]
Diemerbroeck
t’Convent van Sinte Catherinen t’Utrecht x mergen landts, bruijckt Jenneken Elberts ‘t sjaers om x gouden gul. facit vj out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Dircxsz
Noch ‘t convent van Sinte Pauls ‘t Utrecht x mergen landts, bruijckt Janneken voorsz tsjaers om vj out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Dircxsz voorsz
Noch ‘t gasthuijs t’Oudewater xj mergen landts bruijckt Janneken voorsz ‘t sjaers om vij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Lenard Claesz
Noch bruijckt Janneken voorsz xix mergen lants haer selffs toebehorende bij eede die mergen j gouden gl. facit xij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Claes Henrick Martensz, bruijcker Gijsbert Jansz
[Bestand 434, fol. 425v]
Peter Henricxsz bruijckt vijff mergen hem selver toebehorende, bij eede die mergen xxx st. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Snel
Noch Frederick van Rijnevelt iij5 mergen landts, bruijckt Peter voorsz tsjaers om xij schilt facit iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Snel
Noch heer Pons tot Woerden vij mergen landts bruijckt Peter voorsz tsjaers om iiij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Snel
De Zielpriesters tot Montfoort xvj mergen lands, bruijckt Willem Petersz wedue die mergen j out schilt facit xvj out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Aert Claesz
[Fol. 426]
Die schuts ‘t Oudewater, vijff mergen lants bruijckt Jacob Corsz geset op v out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Claes Aerden ende Cornelis Henrick Mertsz elcx j5 mergen, Claes Henrick Mertsz erffgenamen ij mergen bruijcker Gijsbert Jansz
Noch Gerrit Jacob Gerritsz drie mergen lants, bruijckt Jacob voorsz geset op iij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Gijsbert Cornelisz
Noch bruijckt Jacob voorsz ix5 mergen lants hem selver toebehorende geset op j out schilt facit ix out schilt xxj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis Henrick Mertensz van iiij5 mergen, ende Claes Aerden v mergen
Peter Bronsz bruijckt derthien mergen
[Bestand 435, fol. 426v]
lands, hem selver toebehorende bij eede die mergen xxviij st. facit viij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Pieter Bronsz
Noch die kerck tot Oudewater een mergen landts, bruijckt Peter voorsz tsjaers om xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Pieter Bronsz
Die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht thien mergen lants, bruijckt Adriaen Cornelisz tsjaers den mergen om ij k. gul. facit ix out schilt xxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Brons Claesz
Willem Aertsz, bruijckt vijff mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen xxviij st. facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Sebastiaen Claesz
[Fol. 427]
Noch ix mergen lants Willem voorsz oock toebehorende, bij eede tsjaers om vj out schilt
Nu eijgenaers die heeren van Oudemunster bruijcker Jacob Snel
Noch de Zielpriesters tot Montfoort vier d’halff mergen lands, bruijckt Willem voorsz die mergen tsjaers om ij phs. gul. facit iiij out schilt vij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Brons Claesz
Noch Geerloff Hermansz vijff mergen lants, bruijckt Willem voorsz tsjaers om v out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers d’erffgen. van Haesgen Jan Paulsz wedue tot Woerden
Noch die pastoer tot Woerden een
[Bestand 436, fol. 427v]
mergen lants, bruijckt Willem voorsz tsjaers om xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Pieter Bronsz
t’Capittel van Sint Jans ‘t Utrecht negen mergen lants, bruijckt Brons Claesz tsjaers om vj out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Claesz Bronsz
Noch bruijckt Brons voorsz negen mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om ix gouden gul. facit vj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Claesz Bronsz
Noch ‘t vrouwen clooster ‘t Utrecht xij mergen lants, bruijckt Andries Claesz tsjaers den mergen j phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Claes Andriesz
[Fol. 428]
Jan Jansz ende Henrick Claesz bruijcken t’samen vij5 mergen lants hemluijden selver toebehorende bij eede ‘t sjaers om v out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Cunera Henricx ende Grietgen Jansz
Noch die getijmeesters ‘t Oudewater ij5 mergen lants bruijcken Jan ende Henrick voorsz tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit ij out schilt xlj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Cunera Henricx ende Grietgen Jans
Noch joffrouw Marie van Rijn x mergen lants bruijcken Jan ende Henrick voorsz tsjaers om xxxvij k. gul. facit xvij out schilt xxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Cunera Henricx, ende Grietgen Jans
t’Convent van St. Servaes ‘t Utrecht negen mergen lants, bruijckt Jan ende Henrick voorsz tsjaers om x out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijckers Cunera Henricx ende Grietgen Jans
[Bestand 437, fol. 428v]
Die Zielpriesters tot Montfoort vier mergen lants bruijckt Adriaen Gerritsz geset op iiij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Gerrit Woutersz
Noch Jan Jacob Gerritsz ix mergen landts bruijckt Adriaen voorsz geset op ix out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Woutersz
Die Zielpriesters tot Montfoort x mergen landts, bruijckt Jan Pietersz tsjaers om xxvj k. gul. facit xij out schilt xvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jacob Dircxsz
Noch Sinte Elisabeths gasthuijs t’Utrecht vier mergen lants, bruijckt Jan voorsz tsjaers om iiij gouden gul. facit ij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Luloffsz
[Fol. 429]
Noch bruijckt Jan voorsz xj mergen lants hem selver toebehorende, bij eede die mergen xxviij st. facit vij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Claes Luloffsz van vij mergen, Pieter Dircxsz ende Luijt Luloffsz elcx ij mergen
Jaspar Gijsbertsz bruijckt drie mergen lants hem selver toebehorende bij eede die mergen ij k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaerse ende bruijckt Peter Dircxsz wedue
Noch bruijckt Jaspar voorsz een mergen landts ende hij versoeckt vande getijmeesters t’Oudewater tsjaers om xl st.
Nu eijgenaerse ende bruijckt d’weduwe van Pieter Dircxsz
Noch ‘t convent t’Oudewater iiij mergen landts bruijckt Jaspar voorsz tsjaers die mergen om ij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckt de weduwe van Peter Dircxsz
[Bestand 438, fol. 429v]
Henrick Damiaensz bruijckt ij mergen landts hem selver toebehorende, bij eede die mergen ij k. gul. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Luloffsz
Die heeren van den Dom ‘t Utrecht viij mergen lants, bruijckt Jan IJsbrantsz tsjaers om viij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Gijsbert Jansz
Noch Aert Munter ‘t Oudewater vijff mergen lants, bruijckt Jan voorsz tsjaers om v out schilt
Nu eijgenaer Gerrit Cornelisz in erffpacht vande heeren van Oudemunster
Noch die getijmeijsters t’Oudewater drie mergen landts, bruijckt Jan voorsz die mergen tsjaers xxxv st. facit ij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers d’wedue ende erffgen. van Lenard Jansz
[Fol. 430]
t’Gasthuijs tot Oudewater ses mergen lants, bruijct Jacob Willemsz geset op vj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Luloffsz
Noch die memorie heeren tot Montfoort vier mergen lants, bruijckt Jacob voorsz geset op iiij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Gerrit Cornelisz
Noch Elisabeth Frans Henricxsz wedue tot Woerden acht mergen lants, bruijct Jacob voorsz geset op viij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijckers Willem ende Jacob Dircxsz
Die vicarie van ‘t gasthuijs tot Montfoort twee mergen lants, bruijckt Hooff Willems tsjaers om ij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Lenard Claesz
[Bestand 439, fol. 430v]
Noch Hoeff Willemsz voorsz ij mergen bruijckt hij selve bij eede tsjaers den mergen ij out schilt facit iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Lenard Claesz
Die coster ten Dom ‘t Utrecht xij mergen lands bruijckt Ludolph Jansz ‘t sjaers die mergen om xxxv st. facit x out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Lenard Claesz
Catherijn Amell Henricxsz weduwe woont t’Oudewater xij mergen, bij estimatie die mergen j goude gul. facit viij out schilt
Nu eijgenaers Lenard Claesz van acht mergen ende leijt Amelis vier mergen, bruijckers Cornelis Claesz
Adriaen Goessensz woent ‘t Oudewater xiiij mergen die mergen een gouden gl. bij estimatie facit ix out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer mr. Willem Cock, bruijckers Claes Luloffsz, ende weduwe van Peter Dircxsz
[Fol. 431]
Aelbert Aelbertsz woont ‘t Oudewaeter vier mergen bij estimatie bij eede v schilt facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ‘t gasthuijs van Oudewater bruijcker Pieter Claesz
Die commandeurie t’Oudewater xiij mergen lants bruijckt Hagen Hugensz tsjaers den mergen om j gouden gul. facit viij out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Pietersz Onclaer
Noch die kerck tot Oudewater vier mergen lants, bruijckt Hagen voorsz tsjaers den mergen om ij out schilt facit viij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Lenard Claesz
Novalia
Herman Jan Jorisz ende Hans van der Horde bruijcken tsamen vier mergen lants die int outschilt boeck niet bevonden en worden bij hare wetenschap ende selffs aengebrocht in de jare 1594 geset op iiij out schilt
[Bestand 440, fol. 432]
Pelanen
Die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht xj mergen landts bruijckt Jan Jansz in ‘t Hout tsjaers om xj k. gul. facit v out schilt x st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Floor Henricxsz
Noch die heeren voorsz xij mergen landts, bruijckt Aert Gerritsz Koorn in erffpacht bij eede die mergen j k. gul. facit v out schilt xxx st.
Den eijgen blijft, ende hout nu in erffpacht ende bruijckt Claes Sijmonsz
Joncher Adriaen van Rhede xvj5 mergen landts bruijckt Aert voorsz den mergen tsjaers om ij k. gul. facit xv out schilt xxx st.
Nu eijgenaer joncher Henrick van Rhede, bruijcker Jan Willemsz van Camerick
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht xvj
[Bestand 441, fol. 432v]
mergen landts, bruijckt Peter Aertsz ‘t sjaers om xxiiij5 k. gul. facit xj out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Claes Hillebrantsz van ix mergen, ende Claes Jansz Koorn vij mergen
Noch die heeren voorsz xvij mergen lants bruijckt Goessen Jansz, tsjaers den mergen j phs. gul. facit x out schilt v st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Jansz Brouwer
Alidt Wouter Evertsz wedue vier mergen lants, bruijckt Huijch Aertsz tsjaers om iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Herman Jansz van Camerick
Noch Herman van Wede vier mergen lants bruijckt Huijch voorsz tsjaers om iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Herman Jansz van Camerick
[Fol. 433]
Noch die heere van Montfoort een mergen lants, bruijckt Huijch voorsz tsjaers om xx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Herman Jansz van Camerick
Marie Floris Jansz wedue iiij5 mergen landts bruijckt Cornelis Claesz tsjaers den mergen xxviij st. facit iij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Willemsz op Linschoten
Noch Screvell Gijsbertsz Koorn iiij5 mergen lants, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om iij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Henrick Willemsz van j5 mergen, Cornelis Jansz Brouwer iij mergen
Jonckvrou van Renes vij mergen lants, bruijckt Floor Gerritsz tsjaers den mergen om lij st. facit viij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer joncher vuijten Enge, bruijcker Henrick Willemsz op Linschoten
[Bestand 442, fol. 433v]
Noch mijn joncker van Montfoort vier mergen landts, bruijckt Floor voorsz tsjaers den mergen ij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Willemsz voorsz
Noch bruijckt Floor voorsz ij mergen landts hem selver toebehorende bij eede die mergen ij k. gul. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Thonisz van Nassau
Jonckvrou van Renes van Bair vij mergen, bruijckt Jan Jansz tsiaers om xiiij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer joncher vuijten Enge, bruijcker Peter Dircxsz op ten Nes
Noch een mergen toebehorende St. Joris vicarie tot Montfoort tsjaers om j out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Peter Centensz
[Fol. 434]
Huijbert Bouwensz bruijckt iij5 mergen leengoets ende men versoeckt aende graefflicheijt van Nassau tsjaers den mergen om ij k. gul. facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jansz Brouwer
Joncher Adriaen van Rhede xij mergen landts, bruijckt Adriaen Jansz tsjaers om xxviij k. gul. facit xiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer joncher Henrick van Rhede bruijcker Jan Willemsz van Camerick
Jonckvrouw van Renes ‘t Utrecht xiiij mergen lands, bruijckt Adriaen voorsz ‘t sjaers den mergen om lij st. facit xiiij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer joncher vuijten Eng, bruijcker Peter Centensz
Die heeren vanden Dom ‘t Utrecht eenen mergen lants, bruijckt Peter Ricoutsz tsjaers om j out schilt
Den eijgen blijft nu bruijcker Gerrit Berntsz
[Bestand 443, fol. 434v]
Die heeren van Sinte Marien t’Utrecht v5 mergen lants, bruijckt Jan Henricxsz tsjaers om xvj schilt facit v out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Jacobsz op Linschoten
Noch Jan Jacob Gerritsz v5 mergen lands, bruijckt Jan Henricxsz voorsz tsjaers om xij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaer in erffpacht Jan Jacobsz de Hoorn ende bruijcker d’voorsz Jan Jacobsz op Linschoten
Noch Jan Bosschen vijff erffgen. vier mergen lants, bruijckt Jan Henricxsz voorsz tsjaers om xx schilt facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Pieter Dircxsz opten Nes
[Bestand 444, fol. 435v]
De [Linschoter] Haar
Mijn joncker van Montfoort xxvj mergen landts, ende Huijch Henricxsz bruijckt tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit xxx out schilt xl st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Dirck Jansz Graeff tot Amstelredamme, ende bruijcker Jan Petersz Spruijt ende Luijt Huijgensz
Noch bruijckt Huijch voorsz vier mergen leengoets ende men vant Hoff van Hollandt te leen hout bij eede tsjaers om iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Cornelis Luijten hout te leen als voren
Noch bruijckt Huijch voorsz vijff mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om v out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Franck van der Houve t’Utrecht
Noch die getij[de]mrs. t’Oudewater derd’halve
[Fol. 436]
mergen landts, bruijckt Huijgh voorsz tsjaers den mergen vier schilt facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Franck van der Houve voorn.
Noch Alert Aert Hermansz wedue ij5 mergen landts, bruijckt Huijch voorsz tsjaers den mergen iiij schilt facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Franck van der Houve voorn.
Dirck Aertsz Obijn een mergen lants, bruijckt Floor Willemsz tsjaers om xlv st. facit j out schilt iij st.
Nu eijgenaers d’wedue ende erffgen. van Herman Crom ‘t Utrecht, bruijckt Lenard Cornelisz Spruijt
Mijn jonckeren van Montfoort vier mergen landts bruijckt Adriaen Cornelisz tsjaers den mergen om ij k. gul. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer de heer van Montfoort, bruijcker Jan Willemsz
[Bestand 445, fol. 436v]
Noch bruijckt Adriaen voorsz vij5 mergen lands hem selver toebehorende bij eede die mergen xxviij st. facit v out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jansz Slecht
Een vicarie van Sint Jacobs autaer binnen Montfoort vij mergen lants, bruijckt Henrick Adriaensz die mergen tsjaers om ij gouden gul. facit ix out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Lenard Cornelisz Spruijt
Noch die heeren van Oudemunster t’Utrecht vij mergen lants, bruijckt Henrick voorsz den mergen tjsaers om ij k. gul. facit vj out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Lenard Cornelisz Spruijt
Noch bruijckt Henrick voorsz twee mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om ij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Lenard Cornelisz Spruijt
[Fol. 437]
Dirck Aertsz Obijn voorsz xiiij mergen lants, daer die vier mergen off erffpacht zijn, bruijckt Heijltgen Adriaens wedue bij eede die mergen tsjaers om ij phs. gul. facit xvj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers Aert Dircksz Obijn, ende die wedue ende erffgen. van Herman Crom elcx van vier mergen, Henrick Claesz Spruijt in erffpacht vier mergen ende twee mergen hem eijgen toebehorende, nu bruijcker der voorsz xiiij mergen Henrick Claesz Spruijt voorsz
Jacob Cornelisz bruijckt twee mergen lants hem selver toebehorende bij eede om j out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers d’weduwe ende erffgen. van Anthonis Henricxsz Spruijt
Den Heijligen geest ‘t Utrecht vijff mergen lands, bruijckt Jacob voorsz tsjaers om v out schilt
Den eijgen blijft, ende nu bruijckers die wedue ende erffgen. van Anthonis Henricxsz Spruijt voorsz
[Bestand 446, fol. 437v]
Peter Cornelisz Spruijt, bruijckt iiij5 mergen leengoets, ende men van ‘t Hoff van Montfoort te leen hout, bij eede tsjaers om iiij5 gouden gul. facit iij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Pieter Pietersz
Noch bruijckt Peter Cornelisz voorsz iiij5 mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om iij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Peter Petersz Spruijt
Dirck Aertsz Obijn drie mergen erffpachts ende men versoeckt van ‘t convent tot IJsselsteijn, bruijckt Willem Willemsz tsjaers om vj phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer Aert Dircxsz Obijn, bruijker Pieter Pietersz Spruijt
Noch Dirck Aertsz voorsz ses mergen
[Fol. 438]
lands hem toebehorende, bij eede tsjaers om xij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer Aert Dircxsz Obijn, bruijcker Pieter Pietersz Spruijt voorsz
Michiel Ram xviij mergen lants, bruijckt Elbert Cornelisz Spruijt, tsjaers om xxij k. gul. xvij st. facit x out schilt xxxvij st.
Nu eijgenaers Cornelis Elbertsz ende Elbert Elbertsz van x mergen, ende houden in erffpacht vande noothulp t’Utrecht viij mergen, ende bruijckt nu de voorsz xviij mergen Elbert Elbertsz voorsz
Noch heer Adriaen van Renesse ses mergen landts, bruijckt Elbert voorsz tsjaers om vj schilt facit ij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Franck van der Houve ‘t Utrecht
Noch Sint Jacobs vicarie tot Montfoort
[Bestand 447, fol. 438v]
een mergen lants, bruijckt Elbert voorsz tsjaers om j out schilt viij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Elbert Elbertsz
Noch die kerck, pastoer ende coster van Linschoten een mergen landts, bruijckt Elbert voorsz tsjaers om xxxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Elbert Elbertsz voorsz
t’Bagijnhoff vier mergen lants, bruijckt Cornelis Willemsz Spruijt tsjaers om iij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Henrick Claesz Spruijt
Noch bruijckt Cornelis voorsz anderhalve mergen erffpachts, bij eede tsjaers om j out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Henrick Claesz Spruijt
[Fol. 439]
Noch bruijckt Cornelis voorsz xvj5 mergen lands, hem selver toebehorende, bij eede die mergen j gouden gul. facit xj out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Henrick Claesz Spruijt van iij5 mergen, ende Pieter Pietersz Spruijt xiij mergen
Willem Jansz, bruijckt vier mergen landts hem selver toebehorende, bij eede tsjaers den mergen j gouden gul. facit ij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Willemsz
Noch mijn joncher van Montfoort vier mergen lants, bruijckt Willem voorsz tsjaers den mergen om ij k. gul. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer de heere van Montfoort, bruijcker Jan Willemsz voorsz
Noch Dirck Aertsz Obijn v5 mergen lands, bruijct Willem voorsz tsjaers den mergen om ij phs. gl. facit vj out schilt x5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Elbert Elbertsz
[Bestand 448, fol. 439v]
Noch mr. Henrick Jorifaes tot Montfoort vij mergen landts, bruijckt Willem voorsz, die mergen ‘t sjaers om ij k. gul. facit vj out schilt xxviij st.
Nu Ruijtenbergh ‘t Utrecht van wegen zijnder vicarie eijgenaer, bruijcker Peter Petersz Spruijt
Noch mr. Henrick voorsz ij5 mergen lants, bruijckt Willem voorsz tsjaers om v k. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu Rutenbergh voorsz van wegen sijnder vicarie, bruijcker Pieter Pietersz Spruijt
Noch die heeren van den Dom t’Utrecht ij5 mergen lants, bruijckt Willem voorsz in erffpacht bij eede tsjaers om j out schilt xxviij st.
Nu bruijcker in erffpacht Pieter Pietersz Spruijt
Noch Jan Jacob Gerritsz twee mergen lants, bruijckt Willem voorsz tsjaers om vj k. gl. facit ij out schilt xxxvj st.
[Fol. 440]
Noch den Heijligen geest, drie mergen landts bruijckt Willem voorsz ‘t sjaers om x schilt facit iij out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft aen de Heijligen geest tot Montfoort, nu bruijcker Elbert Elbertsz
Noch die kerck tot Montfoort een halff mergen lants, bruijckt Willem voorsz tsjaers om xx st.
Die kerck voorsz compt vier hont lants, nu bruijcker Pieter Pietersz Spruijt
Willem Jansz Hogenbosch, bruijckt ses mergen lants, hem selver toebehorende, bij eede ‘t sjaers om vj gouden gul. facit iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Elbert Jansz Spruijt
Noch mijn joncher van Montfoort vier mergen lants, bruijckt Willem voorsz tsjaers den mergen om ij k. gul. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer d’heere van Montfoort, bruijcker Elbert Jansz Spruijt
[Bestand 449, fol. 440v]
Noch Herman van Ravezwaeij acht mergen lands, bruijckt Willem voorsz tsjaers om xvj phs. gul. facit ix out schilt xxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker, Elbert Jansz Spruijt
Noch ‘t Bagijnhoff ‘t Utrecht acht mergen landts, bruijckt Willem voorsz tsjaers om xj k. gul. facit v out schilt x st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Elbert Jansz Spruijt
Dirck Hermansz bruijckt xij mergen landts leengoets, ende men vande proost van Oudemunster ‘t Utrecht te leen hout geset op xij out schilt
Nu bruijcker Cornelis Gerritsz ende hout de voorsz xij mergen te leen van de proost voorsz
Herman van Ravezwaeij ses mergen landts
[Fol. 441]
bruijckt Cornelis Nijsz ‘t sjaers om xij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu bruijcker Herman Jan van Camerick ende hout te leen als vooren
Noch een wedue genaemt Heijlwich wonende ‘t Utrecht xviij mergen landts, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om xxxvj phs. gul. facit xxj out schilt xviij st.
Nu eijgenaers mr. Gijsbert te Nes van v mergen, Adam van Leemputten ‘t Utrecht xiij mergen, ende bruijcker Jan Ermboutsz tot Woerden
Noch bruijckt Cornelis voorsz ses mergen heerlicks goets, ende men te leen houdt vande heeren van Oudemunster t’Utrecht, bij eede tsjaers om vj gouden gl. facit iiij out schilt
Nu Herman Jansz van Camerick leenhouder ende bruijcker
[Bestand 450, fol. 442]
Cromwijck
Job van Nijvelt xij mergen lands, bruijct Eelgis Zweersz tsjaers om xxxvij k. gul. facit xvij out schilt xxvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Stoffel Jansz
Noch ses mergen lands, toebehorende een weeskijnt ter Goude, bruijckt Eelgis voorsz tsjaers om xij k. gl. facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaer Anthonis Gijsbertsz tot Leijden ende bruijcker Jan Huijgensz
Noch mijn joncher van Montfoort acht mergen heerlijcx goets, ende Peter Henricxsz bruijckt tsjaers den mergen om xxxv st. facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Willemsz ende Henrick Cornelisz elcx vier mergen ende houden te leen van de heere van Montfoort
Mijn joncher van Montfoort xxiiij mergen lants
[Bestand 451, fol. 442v]
bruijckt Gerrit Aertsz tsjaers om xlviij k. gul. facit xxij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer d’heere van Montfoort, ende bruijcker Henrick Cornelis Adriaensz
Noch mijn joncher voorsz xvj mergen landts bruijckt Huijch Gerritsz tsjaers om xxxij k. gul. facit xv out schilt x st.
Nu eijgenaer d’heere van Montfoort, ende bruijcker Henrick Cornelis Huijgensz
Joncher Adriaen van Rhede ix5 mergen lands bruijckt Claesken Andries de Clusters weduwe tsjaers om xix k. gul. facit ix out schilt ij st.
Nu eijgenaer joncher Henrick van Rhede, bruijcker Jan Willemsz van Camerick
[Bestand 452, fol. 444]
Oudecoop
Adriaen Sandersz, bruijckt xiij5 mergen lands hem selver toebehorende, bij eede ‘t siaers den mergen xxviij st. facit ix out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers d’wedue van Pieter Pietersz van iiij5 mergen, Adriaen Hermansz wonende int lant van Steijn j5 mergen, d’wedue van Adriaen Adriaensz vj mergen ende Willem Dircxsz van Dam j5 mergen
Gijsbert Gijsbertsz, bruijckt xvij5 mergen lants hem selver toebehorende, bij eede die mergen om j goude gul. facit xj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Adriaensz wonende op Oucop
Noch die pastoer van Slupijck iij5 mergen lants, bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om vij schilt facit ij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Leenartsz wonende int lant van Steijn
Dirck Willemsz op Slupick vj mergen ij hondt
[Bestand 453, fol. 444v]
hont landts, gelegen in Oudecoop voorsz hem selver toebehorende tsjaers den mergen ij schilt facit iiij out schilt ix st.
Nu eijgenaers ende bruijckers, Henrich Lenartsz van iij mergen, ende Geertgen wedue van Lenard Jansz iij mergen ij hont
Dirck IJsbrantsz iiij5 mergen lants hem selver toebehorende, bij eede die mergen ij schilt facit iij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Geertgen Peters wedue van Lenard Jansz van iiij mergen ende Floor Jansz een halff mergen
Die Collactie brueders ter Goude drie mergen lants, bruijckt Dirck voorsz tsjaers om iij phs. gul. facit j out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Gerritsz wonende op de Lange weijde
Noch bruijckt Dirck voorsz een mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Floor Jansz op de Lange weijde
[Fol. 445]
Pieter Claesz in Heeckendorp, bruijckt vij mergen lants hem selver toebehorende geestimeert bij eede op een gouden gul. den mergen iiij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Peter Jansz t’Oudewater ende bruijcker Peter Florisz
Mijn heer van Montfoort xiiij mergen lants, bruijckt, Henrick Adriaensz tsjaers om xiiij gouden gul. facit ix out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Merten Cornelisz van ix mergen, Pieter Snoeck ter Goude eijgen v mergen ende bruijcker Melchior Willemsz
Noch mijn heer voorsz xv mergen lants, bruijckt Jan Dircxsz ‘t sjaers om xv goude gul. facit x out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Willem van Dam van vij mergen, Jan Versloot ende Claes Dircxsz elcx iiij mergen
Noch bruijckt Jan voorsz x mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om x goude gl. facit vj out schilt xxviij
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Dircxsz van Dam
[Bestand 454, fol. 445v]
Noch den Heijligen geest ter Goude vijff mergen landts, bruijckt Jan voorsz tsjaers om v gouden gul. facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Dircxsz van Dam
Peter Petersz bruijckt iij5 mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen ij schilt facit ij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Floris Jansz woonende aende Lange weijde
Adriaen Willemsz wedue int lant van Steijn, bruijckt drie mergen lants haer selver toebehorende bij eede die mergen xxviij st. [facit] ij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Dircxsz woonende tot Haestrecht
Noch mijn heer van Montfoort vij mergen lants bruijckt die weduwe voorsz tsjaers om vij gouden gul. facit iiij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Claes Dircxsz voorsz van ij5 mergen, Willem Petersz ende Dirck Petersz j5 mergen, ende Floor Jansz iij mergen
[Fol. 446]
Geerloff Sandersz, bruijckt xij5 mergen landts hem selver toebehorende, bij eede tsjaers om xij5 gouden gl. facit viij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Pieter Woutersz in Hekendorp, Meus Dircxsz in Slupijck ende de weduwe van Lenard Jansz t’Oudewater elcx vier mergen, ende Willem Dircxsz van Dam een halff mergen
Gijsbert Dircxsz bruijckt x mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om x goude gul. facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Floris Jansz op de Langeweijde
Den ouden Peter Claesz, bruijckt drie mergen lants hem selver toebehorende geestimeert bij eede op een gouden gul. den mergen ij out schilt
Nu eijgenaers Dirck Cornelisz, Gerrit Meusz ende Claes Dirck Roeloffsz elcx van eene mergen, bruijcker Willem Dircxsz van Dam
Willem Petersz, bruijckt v5 mergen lants hem
[Bestand 455, fol. 446v]
selver toebehorende, bij eede tsjaers den mergen ij schilt facit iij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer … ende bruijcker Peter Gijsbertsz wonende op de Lange weijde
Dirck IJsbrantsz bruijckt xvij mergen lants hem selver toebehorende tsjaers om xxxiiij schilt bij eede facit xj out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers joncher Johan van Catz tot Montfoort van xv mergen, tot Montfoort van xv mergen, ende Lenart Lenartsz ij mergen, bruijcker Lenard voorsz
Herman Aelbertsz bruijckt ij mergen lants hem selver toebehorende, ‘t sjaers bij eede om iiij schilt facit j out schilt xiiij st.
Nu eijgenaerse d’wedue van Jan Dircxsz mit haer kijnderen, bruijcker Dirck Adriaensz
Noch bruijckt Herman voorsz iij mergen leengoets hem selver toebehorende bij eede tsjaers om vj schilt facit ij out schilt
Nu eijgenaerse d’weduwe van Jan Dircxsz mit haer kijnderen, bruijcker Dirck Adriaensz
[Fol. 447]
Noch mijn heer van Montfoort v mergen lants bruijckt Herman voorsz tsjaers om v goude gul. facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes Dircxsz rentmr. wonende tot Haestrecht
Die schout van Hekendorp, bruijckt v mergen lants hem selver toebehorende bij eede geestimeert op een gouden gul. den mergen facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Dircxsz wonende op de Lange weijde
Sinte Cahterinen gasthuijs ter Goude vijff mergen landts, bruijckt selver geset op v out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Adriaen Hermansz van vier mergen, ende Willem Dircxsz van Dam een mergen
Mijn heer van Montfoort ij5 mergen lants bruijckt Cornelis Nannensz om j gouden gul. den mergen facit j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Lenartsz wonende in Heeckendorp
[Bestand 456, fol. 447v]
Noch Sinte Catherinen gasthuijs ter Goude ij5 mergen lants, bruijckt Cornelis voorsz om een gouden gulden den mergen facit j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Lenartsz wonende in Hekendorp
Ellert Dircxsz bruijckt ix mergen lants hem selver toebehorende, bij eede tsjaers om ix gouden gul. facit vj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Woutersz van iiij mergen, ende die kijnderen van Jan Pietersz v mergen eijgen, bruijcker Henrick Woutersz
Mijn heer van Montfoort drie mergen leengoets bruijckt Lambert Henricxsz tsjaers om ij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers die kijnderen van Jan Pietersz wonende ter Goude
Claes Daemsz t’Oudewater, bruijckt xiij5 mergen lants, hem selver toebehorende geestimeert bij eede op een gouden gul. den mergen ix out schilt
Nu eijgenaer Gerrit Reijersz ter Goude van
[Fol. 448]
vij5 mergen, bruijcker Cornelis Willemsz ende vande andere vj mergen eijgenaer Gerrit Stuver tot Haerlem, bruijcker Aert Willemsz op de Lange weijde
Aecht Wouter Claesz wedue ende Dirck Woutersz haren zoon tot Oudewater bruijcken tsamen iiij mergen lants hemluijden toebehorende waer van die twee mergen leengoet zijn t’sjaers den mergen v5 schilt facit vij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Hermansz in ‘t lant van Steijn
Die Monicken in ‘t lant van Steijn bruijcken vijff mergen lants hemluijden selver toebehorende, tsjaers geset op v out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Cors Woutersz van vier mergen, ende Willem Dircxsz van Dam een mergen
Peter Dircxsz in Hekendorp, bruijckt iiij mergen lants hem toebehorende, geestimeert bij eede op een gouden gul. den mergen ij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Peter Woutersz wonende in Heeckendorp
[Bestand 457, fol. 448v]
Wouter Corsz op de Langeweijde, bruijct x5 mergen lants hem toebehorende bij eede vanden schouth van Hekendorp op een gouden gul. den mergen vij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Adriaen Lenartsz van iiij5 mergen ende Jan Damen cum suis vj mergen
[Bestand 458, fol. 450]
Dijckvelt ende Ratelhuijs [Rateles]
Sophia Eersten ‘t Oudewater vier mergen landts bruijckt Jan Roeij tsjaers om xv out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Jasparsz wonende tot Oudewater
Ocker Jansz tot Dordrecht ij5 mergen landts bruijckt Jan Petersz Croon tsjaers om xj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Geerloffsz
Hubert Henricxsz ‘t Utrecht viij mergen landts bruijckt Ellert Jacobsz tsjaers om xiiij out schilt xxviij st.
Geerloff Jacobsz acht mergen lants, bruijcken Jan Jacobsz Cock, ende Huijch Willemsz tsjaers om xvj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer Geerloff Zijbertsz Bonser in de Hage, bruijcker Jaspar van Dam t’Oudewater
[Bestand 459, fol. 450v]
Huijch Jacobsz ses mergen lants, bruijckt hij selve, bij eede die mergen viij schilt facit xvj out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Huijgensz van iiij mergen ende Gerrit Thonisz Poth ij mergen
Jan van Wijngaerden twee mergen lands bruijckt Huijch Jacobsz tsjaers den mergen om viij schilt facit v out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer joncher Johan van Wassenhove ende bruijckers Cornelis ende Willem Adriaensz Stolck
Cornelis Adriaen Thomasz tot Oudewater drie mergen lants, bruijckt Huijch Willemsz tsjaers x out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Jasparsz van Nes tot Oudewater
Govert Adriaensz wedue vier mergen lants bruijckt Geerloff Gerritsz tsjaers om xv out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jacob Hugens ende Gerrit Geerloffsz
[Fol. 451]
Noch bruijckt Geerloff voorsz vier mergen lants zijn suster toebehorende bij eede tsjaers om iiij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Gerrit Geerloffsz voor twee deel ende Cornelis Adriaensz een derdendeel
Sinte Bartholomeus gasthuijs ‘t Utrecht zeven mergen lants, bruijckt Meus Gerritsz in erffpacht bij eede tsjaers om vij out schilt
Nu bruijcker in erffpacht Gerrit Meusz
Dirck Henricxsz bruijckt acht mergen lants hem selver toebehorende geset op xvj out schilt
Nu eijgenaers Adriaen Cornelisz ende Claes Dircxsz voor d’een helft ende Roeloff Snellens van d’ander helfte, bruijcker Peter Willemsz tot Oudewater
Noch hr. Roeloff tot Oudewater ses mergen landts hem selver toebehorende, bruijckt Dirck voorsz
Nu eijgenaers Gerrit Gijsbertsz Schijff voor d’een helft, mr. Roeloff Snellens j mergen ende t weeskind van Lenard Hagens ij mergen, bruijker Willem van der Geer
[Bestand 460, fol. 451v]
Sinte Bartholomeus gasthuijs t’Utrecht vijff mergen lants, bruijckt Dirck Gerritsz tsjaers om x out schilt
Nu bruijcker in erffpacht Meus Fredericxsz
Joffrou Elisabeth Bollen ‘t Utrecht, vier mergen lants, bruijckt Anna Gijsbert Roestens wedue ‘t sjaers om xvij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer Dirck van Westrenen ‘t Utrecht bruijcker Peter Aertsz
Den secretaris tot Haerlem ij5 mergen landts bruijckt Gerrit Henricxsz Hack, die mergen vj k. gul. ix st. facit vij out schilt xxviij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker, Willem Jasparsz van Nes t’Oudewater
Noch de secretaris voorsz ij mergen bruijct Gerrit Jansz tsjaers om viij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Jasparsz van Nes ‘t Oudewater
[Fol. 452]
Noch die secretaris voorsz ij mergen bruijckt Geerloff Gerritsz ‘t sjaers om viij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Adriaensz ‘t Oudewater
Noch bruijckt Gerrit voorsz twee mergen lants hem toebehorende bij eede die mergen ij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Huijgensz
Elisabeth Jacob Gerritsz wedue vier mergen lants, bruijckt Dirk Schouten tsjaers om lxviij schilt facit xxij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Thonisz Poth
Noch Lijsbeth voorsz vier mergen lants, bruijckt Catrina Dirck Jansz tsjaers om xliiij schilt facit xiiij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers Hobbe Willemsz ende d’erffgen. van Jacob Jacobsz, bruijcker Merten ende Cornelis Adriaensz
[Bestand 461, fol. 452v]
Catherina van Noortwijck vier mergen landts bruijckt Gerrit Taets wonende binnen Oudewater ‘t sjaers om lx schilt facit xx out schilt
Nu eijgenaer Jacob Adriaensz, bruijcker Dirck Gijsbertsz t’Oudewater
Sinte Bartholomeus gasthuijs t’Utrecht acht mergen landts, bruijckt Lijsbeth Jacob Sandersz weduwe t’sjaers om xvj out schilt
Nu eijgenaer in erffpacht Jacob Cornelisz, bruijcker Willem Jasparsz
Noch bruijckt Lijsbeth voorsz vierd’halff mergen landts haer selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen ij out schilt facit vij out schilt
Nu eijgenaer Jacob Cornelisz, bruijcker Jacob Hugensz
Cornelis Adriaensz iiij mergen lants bruijckt hij selve, bij zijnen eede geestimeert die mergen v schilt facit vj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Jasparsz van Nes tot Oudewater
[Fol. 453]
Adriaen Jacobsz twee mergen een hondt tsjaers die mergen vj schilt facit iiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer Jan Aertsz Pan, bruijcker Gerrit Hugensz
Jacob Joosten twee mergen, bruijckt hij selve bij eede die mergen ij out schilt facit iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Gerritsz van Craiesteijn van j5 mergen, ende een halff mergen eertijts de heer van Montfoort, ende bij de staten inde forte van Oudewater gebracht
Ocker Jansz iiij5 mergen lants, bruijckt Jan Cock om xxxviij k. gl. facit xviij out schilt iiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis ende Willem Adriaensz gebroeders
Noch Ocker voorsz iiij5 mergen landts, bruijckt Bouwen Jansz tsjaers om xxvj k. gul. facit xij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Gerrit Geerloffsz
[Bestand 462, fol. 453v]
Die Celsusteren van Oudewater anderhalve mergen landts, bij eede tsjaers den mergen iiij5 schilt facit ij out schilt x5 st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Claes Dircxsz tot Oudewater
Dat convent binnen Oudewater iij5 mergen bruijckt ‘t convent voorsz bij eede vanden pater tsjaers elcke mergen vij schilt facit viij out schilt vij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Dirck Claesz
Noch ‘t convent voorsz anderhalve mergen, bruijcken die Celsusteren, tsjaers den hoop xvij schilt facit v out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Gerrit Jansz van Geelen
Item noch drie mergen, bruijct ‘t convent selve bij eede tsjaers de mergen vij schilt facit vij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Merten Adriaensz ‘t Oudewater
[Fol. 454]
Jan Jacobsz t’Oudewater bruijckt selver twee mergen landts die mergen ij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Marten Adriaensz tot Oudewater
Catherina Amel Henricxsz wedue twee mergen lants, bruijckt zij selve, bij eede die mergen ij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Marten Adriaensz t’Oudewater
[Bestand 463, fol. 455]
Willenscop
Mijn jonckheer van Montfoort, ses mergen lands bruijckt Anthonis Henricxsz tsjaers om xij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Den eijgen bllijft aent huijs van Montfoort nu bruijcker Jan Bruntensz
Jacob van Compostel twee mergen lands, bruijckt Ida mr. Henricx weduwe zijn moeder ‘t sjaers om v5 gul. facit ij out schilt xxvj st.
Nu Jacob Stell Berntsz hout te leen van de huijse van Montfoort, ende bruijckt Goris de vleijshouder
Claes Cornelisz bruijckt drie mergen landts hem selver toebehorende bij eede ‘t sjaers om vj phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Henrick Bruntensz
Geertruijt Herman Claesz weduwe ses mergen
[Bestand 464, fol. 455v]
lands, haer selffs toebehorende bij eede ‘t sjaers den mergen om liij st. facit vij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers die kijnderen van Marichgen Geerloffen also Dirck Geerloffsz ende Dirck Collert elcx drie mergen
Noch Amel Henricxsz v5 mergen landts, bruijckt Anthonis voorsz tsjaers om xj phs. gul. facit vj out schilt iij st.
Nu houdt Amel Henricxsz dit landt te leen ende bruijckt Dirck Adriaensz Collert
Noch een vicarie van Sint Jan Baptist twee mergen landts bruijckt Anthonis voorsz tsjaers om iiij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Dirck Adriaensz Collert
Noch bruijckt Anthonis eene mergen zijn eijgen ‘t sjaers om j out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Adriaensz Collert voorsz
[Fol. 456]
Noch die vicarie voorsz acht mergen landts bruijckt Aechtgen Hubert Jansz weduwe tsjaers om xvj phs. gul. facit ix out schilt xxij st.
Nu joncher Johan van Basserode met het landt dat hij vande vicarie voorsz in huijre heeft ende bruijcken nu Cornelis Aertsz ende Goris Petersz Baers
Gijsbert Jansz bruijckt vier mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om xij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Anthonisz van de Poll
Mechtelt Cornelis Geerloffsz weduwe bruijckt vier mergen lants, haer selver toebehorende bij eede tsjaers om viij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Aert Hermansz
Evert Jansz ix mergen hem selver toe-
[Bestand 465, fol. 456v]
behorende bij eede tsjaers om xviij phs. gul. facit x out schilt xxx st.
Nu eijgenaer mr. Evert van de Poll
Die gemeen heeren tot Montfoort vij5 mergen lants bruijckt Gerrit Jansz tsjaers om xv phs. gul. facit viij out schilt xxxix st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Peter Jansz Brouwer de jongen
Mijn heer de Balier ‘t Utrecht vier mergen landts, bruijckt Maritgen Willem Aertsz weduwe tsjaers om vj k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Jansz Ouwerogge
Noch Jan van Voird twee mergen lands bruijckt, Maritgen voorsz, tsjaers den mergen om v schilt facit iij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Henrick Huijgen
[Fol. 457]
Noch bruijckt Maritgen voorsz thien mergen lants, haer selven toebehorende bij eede tsjaers om ix out schilt ij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Henrick Hugen van ij mergen, Andries Aelbertsz Molenaer iiij mergen, ende mr. Willem de Cock eijgenaer van iiij mergen, bruijckers Andries Aelbertsz voorsz ende Cornelis Jansz Ouwerogge elcx twee mergen
Die heeren vanden Dom ‘t Utrecht twee mergen lants, bruijckt Lijsbeth Willem Henricxsz wedue tsjaers om v k. gul. ij st. facit ij out schilt xviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Adriaen Floren alias Versloot
Noch die memorie heeren der kercken van Montfoort ses mergen lants, bruijckt Lijsbeth voorsz tsjaers om vj out schilt
Den eijgen blijft nu bruijcker Cornelis Jacobsz Hopman
t’Convent van Sinte Catherijnen ‘t Utrecht
[Bestand 466, fol. 457v]
sestien mergen lants, bruijckt Dirck Aertsz van Roden ‘t sjaers den mergen om xiiij st. facit v out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Aert Claesz Schinckel
Noch Aertgen Thomas wedue twee mergen landts, bruijckt Dirck voorsz ‘t sjaers om iij k. gul. facit j out schilt xviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Steven Reijersz
Mijn joncker van Cortebach ses mergen landts bruijckt Peter Fredericxsz tsjaers om vj out schilt
Nu eijgenaer Bernt Zas, bruijckers Aert Gerritsz Vosch binnen ende Andries Aelbertsz over den Thienden wegh
Wouter Cornelisz bruijckt ix mergen lants hem selven toebehorende bij eede
[Fol. 458]
die mergen tsjaers om ij phs. gul. facit x out schilt xxx st.
Nu eijgenaer joncher Johan van Basserode ende bruijcker Anthonis Gerritsz Coot
Anthonis Cornelisz, bruijckt acht mergen landts hem selver toebehorende tsjaers om xvj phs. gul. facit ix out schilt xxij st.
Nu eijgenaer die commandeurie van Montfoort ende bruijcker Cornelis Anthonisz vande Poll
Mijn heer van Cruningen acht mergen lands bruijckt Floor Jacobsz tsjaers om viij out schilt
Nu eijgenaers mr. Henrick Botter van Snellenbergh ende joffrou van Ratingen, Dirck Cornelis Floren bruijcker
Noch bruijckt Floor Jacobsz vier mergen lants hem selver toebehorende, bij
[Bestand 467, fol. 458v]
eede ‘t sjaers om viij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Dirck Cornelis Floren van drie mergen ende Willem Sluijs den ouden een mergen
Die heeren van Sint Jans ‘t Utrecht ses mergen landts, bruijckt Wouter Gijsbertsz tsjaers om vj out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Willem Sluijs den ouden
t’Convent van Cecilien ‘t Utrecht vier mergen landts, bruijckt Geertruijt Coppert Willemsz wedue tsjaers om x k. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jacob Jansz Sluijs
Noch een vicarie van St. Anthonis autaer iij5 mergen lants ende j5 hont, bruijckt Geertruijt voorsz tsjaers om ix k. gl. facit iiij out schilt xij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jacob Jansz Sluijs
[Fol. 459]
Noch bruijckt Geertruijt voorsz iiij5 mergen min j5 hondt lants haer selven toebehorende bij eede tsjaers den mergen om ij phs. gul. facit v out schilt xxvij5 st.
Nu eijgenaers ende bruijcker Jacob Jansz Sluijs
Mijn jonckheer van Cortebach acht mergen lants, bruijckt Gerrit Wijer Willemsz tsjaers den mergen om iiij schilt facit x out schilt xxviij st.
Nu eijgenaers joffrou Zas ende joffrou van Wijnbargen elcx de helft, bruijcker Aert Gerrit Wieren
Mechtelt van Rijnevelts wedue, bruijckt vij5 mergen lants haer selven toebehorende bij eede tsjaers den mergen iij schilt facit vij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers die kijnderen van Anthonis Crom
Die gemeen choorheeren tot Montfeert vier
[Bestand 468, fol. 459v]
mergen lands, bruijckt Jan Willemsz Tap tsjaers om viij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Rijckensz
Noch Jan Henricxsz vier mergen lants, bruijckt Jan Willems tsjaers die mergen liij st. facit v out schilt ij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Rijckensz
Noch Cornelis Huijgensz twee mergen lands bruijckt Jan voorsz tsjaers om v k. gul. vj st. facit ij out schilt xxij st.
Nu eijgenaer die vicarie van Ste. Marien Magdalenen altaer inder kercke tot Montfoort, bruijcker Cornelis Rijckensz voorsz
Noch drie mergen lants, toebehorende mijn
[Fol. 460]
Joncher van Montfoort, bruijckt Jan voorsz tsjaers om vj gouden gul. facit iiij out schilt
Nu eijgenaer ‘t huijs van Montfoort, ende bruijcker Cornelis Rijckensz voorsz
Amelis van Ommeren een halff mergen ende anderhalff hont lants, hem toebehorende tsjaers bij eede om xxxj5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Anthonis Gerritsz Cort
Noch die memorie heeren tot Montfoort een mergen lants, bruijckt Amelis voorsz tsjaers om j out schilt
Nu eijgenaer t gasthuijs tot Montfoort bruijcker Anthonis voorsz
Noch den Heijligen geest tot Montfoort een mergen lants, bruijckt Amelis voorsz tsjaers om iij k. gul. facit j out schilt xviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Anthonis voorsz
[Bestand 469, fol. 460v]
Die heeren vanden Dom ‘t Utrecht vier mergen lants, bruijckt Haij Tonis erffpacht bij eede tjsaers om iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Anthonis Gerritsz Cort
Noch mijn joncher van Montfoort v mergen landts, bruijckt Haij voorsz tsjaers om x phs. gul. facit v out schilt xl st.
Nu eijgenaer t’huijs van Montfoort ende bruijcker Anthonis Gerritsz Cort voorsz
Noch mr. Gerrit drie mergen lants, bruijct Haij voorsz, tsjaers om vj phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Anthonis Gerritsz Cort voorsz
Noch een vicarie op Sint Jacobs autaer tot Montfoort twee mergen lants, bruijckt Haij voorsz tsjaers om viij schilt facit ij out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Anthonis Gerritsz Cort voorsz
[Fol. 461]
Noch een vicarie van ‘t Heijligh cruijs autaer tot Montfoort een mergen lants, bruijckt Haij voorsz t’sjaers om j out schilt viij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Anthonis Gerritsz Cort voorsz
Noch ‘t convent van Sinte Margriet ter Goude, drie mergen lants, bruijckt Haij voorsz tsjaers om vj phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Anthonis Gerritsz Cort voorsz
Noch die memorie heeren tot Montfoort, drie mergen lants, bruijckt Haij voorsz den mergen tsjaers om iiij schilt facit iiij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Anthonis Gerritsz Cort voorsz
Die kerck ende ‘t gasthuijs t’Oudewater acht mergen lants, bruijckt Willem Willemsz tsjaers om xxxij schilt facit x out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Lenard Pietersz ende Cornelis Bastiaensz
[Bestand 470, fol. 461v]
Noch mijn heer van Montfoort vier mergen lants, bruijckt Willem voorsz tsjaers om viij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Lenard Pietersz ende Cornelis Bastiaensz
Noch ‘t gasthuijs tot Montfoort een halff mergen lants, bruijckt Willem voorsz tsjaers om xxj st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Lenard ende Cornelis voorsz
Noch een vicarie van Sinte Niclaes binnen Montfoort een halff mergen lants, bruijckt Willem voorsz tsjaers om xxj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Thomas Henricxsz Obijn
Noch Willem voorsz een halff mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Thomas Henricxsz Obijn
[Fol. 462]
Een vicarie tot Buerkerck ‘t Utrecht xiiij mergen lants, bruijckt Wouter Hugensz tsjaers om xxviij phs. gul. facit xvj out schilt xxviij st.
Nu possesseur derselver vicarie heer Jan Adriaensz ‘t Utrecht, ende bruijcker Simon Cornelisz
Margriet Hugen, bruijckt drie mergen landts haer selver toebehorende bij eede tsjaers om iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Huijch Woutersz ende Crijn Jansz Sluijs elcx de helfte
Die memorie heeren tot Montfoort drie mergen landts, bruijckt Gijsbert Jansz tsjaers om vj phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Crijn Jansz Sluijs, ende Cornelis Bastiaensz
Noch ‘t Bagijnhoff ‘t Utrecht vier mergen
[Bestand 471, fol. 462v]
landts, bruijckt Ghijsbert voorsz tsjaers om iiij k. gul. facit j out schilt xxxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Crijn ende Cornelis voorsz
Noch den Heijligen geest tot Montfoort eenen mergen lants, bruijckt Gijsbert voorsz tsjaers om iij k. gul. facit j out schilt xviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Crijn ende Cornelis voorsz
Mijn heer van Cruningen drie mergen lants bruijckt Cornelis Claesz ‘t sjaers den mergen iij k. gul. facit iiij out schilt xij st.
Nu bruijcker Crijn Sluijs
Noch mijn joncher van Montfoort ij5 mergen lants, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers den mergen liij st. facit iij out schilt vj5 st.
Nu eijgenaer t’huijs van Montfoort, bruijcker Crijn Sluijs voorsz
[Fol. 463]
Noch den Heijligen geest tot Montfoort vier mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om xij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Crijn Sluijs voorsz
Noch bruijckt Cornelis voorsz vijff hont landts, hem selver toebehorende, bij eede ‘t sjaers om j out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Crijn Sluijs voorsz
Mijn jonckheer van Montfoort twaelff mergen landts, bruijcken die weeskinderen van Willem Cornelisz tsjaers om xxiiij phs. gul. facit xiiij out schilt xij st.
Nu eijgenaers d’erffgenamen van mr. Floris Thin, bruijcker Cornelis Cornelisz den Jongen
Noch die memorie heeren tot Montfoort iij5 mergen
[Bestand 472, fol. 463v]
landts, bruijcken die weeskijnderen voorsz ‘t sjaers om iij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers d’erffgen. voorsz, bruijcker Cornelis Jansz van Abstede
Noch ‘t convent van Ste. Cecilien ‘t Utrecht iij5 mergen lants bruijcken de weeskijderen voorsz tsjaers den mergen xliij st. facit iij out schilt xxiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker van wegen die wedue wijlen mr. Floris Thin als dit perceel in huijre besittende ende mit gelijcke iij5 mergen gemeen leggende, de voorsz Cornelis Jansz van Abstede
Jan Gijsbertsz Mesmaker, bruijckt vijff mergen landts hem selver toebehorende bij eede ‘t sjaers om v out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker in erffpacht Claes Roelen
Mijn joncher van Montfoort vier mergen
[Fol. 464]
landts, bruijckt Cornelis Cornelisz tsjaers om viij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van de mr. Floris Thin, bruijcker Cornelis Cornelis Dammasz
Noch Gerrit van Rijnevelt drie mergen lants, bruijckt Cornelis voorsz die mergen tsjaers om xlvj st. facit iij out schilt xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Cornelis Dammasz
Noch Gijsbert Jansz drie mergen lants bruijckt Cornelis voorsz die mergen tsjaers liij st. facit iij out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis voorsz
Noch bruijckt Cornelis voorsz drie mergen lants hem selver toebehorende bij eede ‘t sjaers om vj phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis voorsz
[Bestand 473, fol. 464v]
Noch Aertgen Thomas wedue ses mergen lants, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers om ix k. gul. facit iiij out schilt xij st.
Nu eijgenaers mr. Evert vande Poll van iiij mergen, ende Cornelis Cornelis Dammasz ij mergen, bruijcker Cornelis voorsz d’selver vj mergen
Noch bruijckt Cornelis voorsz ses mergen lands hem selver toebehorende bij eede ‘t sjaers om xij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers, Anthonis Gijsbertsz Ruwen, ende Anthonis Gerritsz Cort elcx de helfte
Fop Willemsz xvij mergen, bruijckt Dirck Geerloffsz ‘t sjaers om xxxiiij phs. gul. facit xx out schilt x st.
Nu eijgenaers van drie vierendeelen joffrou van Halmale bruijcker Adriaen Adriaensz, ende van ‘t resterende vierendeel Peter Cornelis Brouwer inden Eijckel tot Delft eijgenaer ende bruijckt Adriaen Louwen die naesaet van Peter Jansz Brouwer
[Fol. 465]
Noch mr. Dirck Zas vier mergen lants bruijckt Dirck voorsz tsjaers den mergen lij st. facit iiij out schilt xl st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Peter Jansz Brouwers naesaet namentl. Adriaen Louwen
Noch Sinte Anthonis vicarie tot Montfoort twee mergen lants, bruijck Dirck voorsz tsjaers den mergen xlviij st. facit ij out schilt xij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Adriaen Lauwen voorsz
Noch mijn joncher van Montfoort een mergen lands, bruijckt Dirck voorsz tsjaers om j out schilt viij st.
Nu eijgenaer ‘t huijs van Montfoort bruijcker Adriaen Louwen voorsz
Noch bruijckt Dirck voorsz ses mergen
[Bestand 474, fol. 465v]
landts hem selver toebehorende t’siaers om xij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Cornelisz van vier mergen, ende de reste is onbekent dan hanght proces voor den hove van Utrecht, ter cause van j5 mergen eijgen lands, tusschen de wedue van joncher van Halmale ende Jan Jansz Brouwer als d’selver j5 mergen lants (ende gekomen souden zijn uijt den boedel van Dirck Geerloffsz) gecoft hebbende
Mijn joncher van Montfoort acht mergen landts, bruijckt Marten Gerritsz tsjaers om xvj phs. gul. facit ix out schilt xxij st.
Den eijgen blijft aent huijs van Montfoort nu bruijcker Cornelis Simonsz
Noch die memorie heeren van Montfoort acht mergen lands, bruijckt Marten voorsz tsjaers om viij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Simonsz voorsz
[Fol. 466]
Noch bruijckt Marten voorsz vier mergen landts, hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen iij schilt facit iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Louwen naesaet van Peter Jansz Brouwer
Mr. Willem Danielsz acht hondt landts bruijckt Marten voorsz ‘t sjaers om j out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer d’vicarie van Sinte Niclaes altaer tot Montfoort, bruijcker Adriaen Lauwen voorsz
Die vicarie vanden Heijligen geest tot Montfoort anderhalve mergen landts bruijckt Geertruijt Cornelis Adriaensz wedue tsjaers om iiij5 k. gl. facit ij out schilt vj st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Cornelis Simonsz ende Simon Cornelisz elcx d’helfte
Noch die coster tot Montfoort anderhalve
[Bestand 475, fol. 466v]
hondt lants, bruijckt Geertruijt voorsz tsjaers om xv st.
Den eijgen blijft aende costerije, nu bruijckers Cornelis ende Simon voorsz
Noch bruijckt Geertruijt voorsz ij mergen iiij5 hondt lants, haer selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen iij k. gul. facit iij out schilt xxxix st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis Sijmonsz ende Sijmon Cornelisz voorsz elcx de helfte
Heer Cornelis tot Montfoort anderhalve mergen landts, bruijckt Jacob Cornelisz tsjaers om iiij5 k. gul. facit ij out schilt vj st.
Nu eijgenaer den Heijligen geest vicarie tot Montfoort, bruijcker Dirck Petersz ende de Jongen
Noch die coster tot Montfoort anderhalff
[Fol. 467]
hondt landts bruijckt Jacob voorsz ‘t sjaers om xv st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Dirck Petersz den Jongen, ende Jan Peter Dirck Jacobsz
Noch bruijckt Jacob voorsz derd’halve mergen landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers die mergen om iij k. gl. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Dirck Petersz de Jongen, ende Jan Petersz voorsz
Aert Cornelisz bruijckt ses mergen lands hem selver toebehorende bij eede tsjaers om xij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Evertsz
t’Convent van Sinte Cecilien ‘t Utrecht
[Bestand 476, fol. 467v]
vierd’halve mergen lands, bruijckt Cornelis Aertsz tsjaers om iij out schilt xxj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Lenard Evertsz
Noch bruijckt Cornelis voorsz viij5 mergen lants hem selver toebehorende bij eede ‘t sjaers den mergen ij phs. gul. facit x out schilt v st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Lenard Evertsz van vj mergen j5 hont ende Cornelis Simonsz ij mergen j5 hont
t’Gasthuijs tot Montfoort twee mergen landts, bruijckt Dirck Jacobsz t’sjaers om iiij k. gul. facit j out schilt xxxviij st.
Den eijgen blijft nu bruijcker Dirck Petersz van Jongen
Noch Jop Willemsz twee mergen lants
[Fol. 468]
bruijckt Dirck voorsz tsjaers om viij schilt facit ij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker, Dirck Peters de Jongen
Hans Folck vier mergen lants, bruijckt Henrick Jansz tsjaers om viij k. gul. facit iij out schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Jan Ouwe Gerritsz
Noch ons lieff vrou ‘t Oudewater twee mergen landts, bruijckt Henrick voorsz tsjaers om j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer Frans Wesselsz ‘t Utrecht ende bruijcker Willem Jansz voorsz
Noch Dirck Cornelisz ter Goude
[Bestand 477, fol. 468v]
twee mergen lants, bruijckt Henrick voorsz tsjaers om j out schilt xxxviij st.
Nu Jan Claesz de Ameijde van wegen een vicarie, ende bruijcker Willem Jan Ouwe Gerritsz voorsz
Noch bruijckt Henrick voorsz twee mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om iiij k. gul. facit j out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Jan Ouwe Gerritsz
Den Heijligen geest tot Montfoort vier mergen lants, bruijckt Jan Herbertsz tsjaers om v out schilt xxx st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Cornelis Jan Herbertsz
Noch mijn heer van Cruningen vier mergen
[Fol. 469]
lants, bruijckt Jan voorsz tsjaers om iij k. gul. die mergen facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaers te leen vanden huijse van Montfoort d’erffgen. van mr. Dirck Zas bruijcker Cornelis Jansz voorsz
Mijn jonckher van Montfoort ix mergen lants bruijckt Elisabeth Jans wedue tsjaers om xviij phs. gul. facit x out schilt xxx st.
Nu Peter van Santhen, dit landt van decrete gekoft hebbende, bruijcker Jonge Willem Sluijs
Cathrijn Gerrit van Noortwijcks wedue vier mergen lands, bruijckt Ghijsbert Andriesz tsjaers die mergen liij st. facit v out schilt ij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Cathrijn Gerrit van Noortwijcx wedue, bruijcker Jan Thonisz Cock
Noch ons lieff vrou in de kerck tot Montfoort
[Bestand 478, fol. 469v]
twee mergen lands, bruijckt Ghijsbert voorsz ‘t sjaers om v k. gul. vj st. facit ij out schilt xxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Thonisz voorsz
Noch den Heijligen geest tot Montfoort een mergen lands, bruijckt Gijsbert voorsz tsjaers om j out schilt xviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Anthonisz Cock voorsz
Noch Sint Joosten vicarie tot Montfoort twee mergen landts, bruijckt Ghijsbert voorsz tsjaers de mergen liij st. facit ij out schilt xxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Johan Thonisz voorsz
Noch bruijckt Ghijsbert voorsz twee mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om ij out schilt xxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Thonisz Cock voorsz
[Fol. 470]
Henrick Cornelisz thien mergen lants, bruijckt Claes Herbertsz tsjaers om xx phs. gul. facit xj out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaers tweeskijnd van Gerrit Gerritsz inde Leechweijde van vij5 mergen ende die commaneurie tot Montfoort ij5 mergen, ende bruijckt nu Jan Gerritsz d’voorsz vij5 ende Herbert Claesz ij5 mergen
Noch een vicarie van Sint Jan Baptisten altaer ij5 mergen lants, bruijckt Claes voorsz tsjaers om v phs. gul. facit ij out schilt xlj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Herbert Claesz
Noch mr. Rutger Bosschert eene mergen landts, bruijckt Claes voorsz tsjaers om j out schilt viij st.
Nu competeert den eijgen aen de vicarie van ‘t Heijligh cruijs, bruijcker Jan Gerritsz
Noch bruijckt Claes voorsz vij5 mergen lants
[Bestand 479, fol. 470v]
hem selver toebehorende bij eede tsjaers om vij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer Herbert van Haesten, ende bruijcker Herbert Claesz voorsz
Thijman Dircxsz wedue vier mergen landts bruijckt Dirck Gijsbertsz tsjaers den mergen iij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Petersz den Ouden
Noch Agnes Jan Petersz wedue vier mergen, bruijckt Dirck voorsz ‘t sjaers om xij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Petersz den Ouden
Mr. Willem Danielsz iiij5 mergen landts, bruijckt Evert Gerritsz
[Fol. 271]
‘t siaers de mergen iij schilt facit iiij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers d’executeurs van Adriaen Beijer ende Jacob de Bruijn, bruijcker Lenard Evertsz
Noch die kerckmrs. van Oudewater anderhalve mergen lants, bruijckt Evert voorsz tsjaers om j out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Lenard Evertsz voorsz
Noch t’gasthuijs tot Montfoort drie mergen lants, bruijckt Evert voorsz tsjaers om vj k. gul. facit ij out schilt xxxvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Lenard Evertsz voorsz
Noch Hubert Henricxsz anderhalve mergen lants
[Bestand 480, fol. 471v]
bruijckt Evert voorsz ‘t sjaers om iij phs. gulden facit j out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Lenard Evertsz
Noch Guillame Prevost anderhalve mergen lants, bruijckt Evert voorsz tsjaers om j out schilt xxj st.
Nu joncher Johan van Basserode ende hout te leen vanden huijse van Montfoort, bruijcker Lenard Evertsz voorsz
Noch Jan Henricxsz anderhalve mergen lants bruijckt Evert voorsz ‘t sjaers om iij phs. gul. facit j out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer Bernt Stell ofte Jacob Stell zijn zoen, ende bruijcker Lenard Evertsz voorsz
Noch den Heijligen geest tot Montfoort
[Fol. 472]
ij5 mergen lants, bruijckt Evert voorsz tsjaers om ij out schilt xxj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Lenard Evertsz voorsz
Mijn joncher van Montfoort thien mergen landts, bruijckt Dirck Gerritsz ‘t sjaers om xx phs. gul. facit xj out schilt xxxviij st.
Nu Coenrard Strick besitter bij beleeninge ende bruijcker Henrick Petersz
Heer Joost Beijer ‘t Utrecht acht mergen landts, bruijckt Thomas Gerritsz tsjaers om xvj phs. gul. facit ix out schilt xxij st.
Nu Joost vander Nijepoort als possesseur van een vicarie ‘t Utrecht, ende bruijcker Claes Willemsz Cock
t’Bagijnhoff ‘t Utrecht acht mergen landts
[Bestand 481, fol. 472v]
bruijckt Gerrit Gerritsz tsjaers den mergen xxxj st. facit v out schilt xxxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Claes Willemsz Cock voorsz
De kijnderen van Zolms acht mergen lants bruijckt Jan Dircxsz tsjaers den mergen iij k. gul. vj st. facit xij out schilt xxiiij st.
Nu Herbert van Haesten ‘t Utrecht d’een helft te leen, ende d’ander helft eijgen, bruijcker Aelbert Simonsz
Mijn joncher van Montfoort acht mergen lants, bruijckt Jan Jansz tsjaers om xvj phs. gul. facit ix out schilt xxij st.
Nu t’huijs van Montfoort eijgen, ende bruijckersche die wedue van Jan Jansz Brouwer
Willem de B. tot Montfoort viij5 mergen
[Fol. 473]
landts, bruijckt Henrick Anthonisz om xvij gouden gulden facit xj out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer Peter van Santhen als bij decrete gecoft hebbende, bruijcker Claes Roelen
Den Heijligen geest vier mergen lants bruijckt Herman Jansz tsjaers om xij k. gul. facit [v out schilt xxx st.]
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Peter Dirck Jacobsz
Noch mijn joncher van Montfoort twee mergen lants, bruijckt Herman voorsz tsjaers om vier gouden gl. facit ij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ‘t huijs van Montfoort ende bruijcker Jan Petersz voorsz
Noch mijn joncher van Haren vier mergen
[Bestand 482, fol. 473v]
lands, bruijckt Herman voorsz tsjaers om xvj schilt facit v out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ‘t huijs van Montfoort, ende bruijcker Jan Petersz voorsz
Noch mijn heer van Cruningen twee mergen lands, bruijckt Herman voorsz tsjaers om viij schilt facit ij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer mr. Henrick Botter van Snellenberch, ende bruijcker Jacob Dirck Ghijsen
Noch die memorie heeren tot Montfoort twee mergen lants, bruijckt Herman voorsz tsjaers om viij schilt facit ij out schilt xxviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Petersz voorsz
Noch Willem de B. twee mergen lants
[Fol. 474]
bruijckt Herman voorsz tsjaers om viij schilt facit ij out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jacob Dircxsz
t’Convent van Sinte Servaes ‘t Utrecht acht mergen landts, bruijckt Cornelis Gerritsz tsjaers om viij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Wouter Dircxsz
Noch Herman van Vrijhuijsen iiij5 mergen landts, bruijckt Cornelis voorsz tsjaers den mergen v schilt facit vij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers joncher Caerl van Lienden ende Aert Vereem elcx de helfte, ende bruijckersche de wedue van Aert Henricxsz de Wilt
Mijn joncher van Montfoort iiij5 mergen lants
[Bestand 483, fol. 474v]
bruijckt Cornelis voorsz tsjaers die mergen ij phs. gul. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaer t huijs van Montfoort ende bruijckerse die wedue van Aert Henricxsz Wilt voorsz
Dirck van der Horst vij mergen landts, bruijckt Gerrit Andriesz tsjaers de mergen xlix st. facit viij out schilt vij st.
Nu eijgenaer ‘t huijs van Montfoort bruijckers Jan Fredericxsz ende Cornelis Fredericxsz
Noch Bernt van Zolms kijnderen vij mergen lands, bruijckt Gerrit voorsz ‘t siaers de mergen iij k. gul. vj st. facit xj out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Fredericxsz ende Cornelis Fredericxsz
Noch bruijckt Gerrit voorsz ses mergen
[Fol. 475]
lands hem selver toebehorende bij eede tsjaers om vj out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Willem Jansz ‘t Oudewater ende Claes Cock
Noch den Heijligen geest tot Montfoort acht mergen lants, bruijct Gerrit voorsz tsjaers om xxiiij k. gul. facit xj out schilt xviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Herbert Claesz
Noch den Heijligen geest voorsz j5 mergen lants, bruijckt Dirck Henricxsz in erffpacht tjsaers om iij phs. gl. facit j out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaers t’gemeenlandt van Willescop
Walich Claesz bruijckt elff mergen lants
[Bestand 484, fol. 475v]
hem selver toebehorende, bij eede tjsaers den mergen een out schilt facit xj out schilt
Nu eijgenaerse ende bruijckt Aeltgen Jan Walingen dochter
Mijn heer van Cruningen ij5 mergen landts bruijckt Peter Dircxsz tsjaers om v phs. gul. facit ij out schilt xlj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Anthonisz Verweij t’Oudemunster
Noch bruijckt Peter voorsz iiij5 mergen een hondt landts, hem selver toebehorende bij eede tsjaers om ix phs. gl. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Anthonisz Verweij voorsz
Mijn heer van Montfoort ses mergen lants ende twee hont, bruijckt Claes
[Fol. 476]
voorsz ‘t sjaers om ij phs. gul. die mergen facit vij out schilt xxj5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Willem Collert van iij mergen ij hondt, ende Claes den Bol iij mergen
Den Heijligen geest tot Montfoort thien mergen lants, bruijckt Willem Gerritsz tsjaers om xxiiij schilt facit viij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Adriaen op Sluijs
Noch bruijckt Willem voorsz ses mergen landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers om vj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Claes den Bol
Willem de B. tot Montfoort xij mergen lants bruijckt Jan Aertsz van Rooden, tsjaers om xxiiij phs. gul. facit xiiij out schilt xij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van Lodewijck van Montfoort, bruijcker Dirck Cornelis Flooren
[Bestand 485, fol. 476v]
Noch die heeren vanden Dom ‘t Utrecht twee mergen landts bruijckt Jan voorsz tsjaers om v gul. ij st. facit ij out schilt xviij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Adriaen Flooren anders geseijt Adriaen Jansz Versloot
Sijmon Jansz Bosch mit zijn gesellen, twaelff mergen lants, bruijckt Adriaen Louw t’Oudewater tsjaers om jC schilt facit xxxiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Thonisz Verweij t’Oudewater voor twee derdendelen ende van het resterende derdendeel, competeert ende bruijckt Willem Collert twee deelen, ende Willem Jansz t’Oudewater eijgenaer ende bruijcker van een deel van ‘t voorsz derde deel
Jan Bosch ende Adriaen Bosch drie viertelen bruijckt Dirck Henrick Sijmonsz ‘t sjaers om jC schilt facit xxxiij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Marten Adriaensz ende Lenard Huijgensz
[Fol. 477]
Novalia
Mr. Floris Zas, bruijckt anderhalff hont, bepoot met appel ende peerboomen hem selffs toebehorende, getauxeert op x5 st.
Willem Collart, bruijckt omtrent een hont hem selffs toebehorende vij st.
Mr. Floris Zas, bruijckt vijff hont hem selffs toebehorende xxxv st.
Jan Cornelis Dammasz bruijckt een halff mergen hem selffs toebehorende xxj st.
[Bestand 486, fol. 477v]
Jan Crijnen, bruijckt een halff mergen hem selffs toebehorende xxj st.
Cornelis Franssen Collart een halff mergen hem selffs toebehorende xxj st.
Cornelis Ockersz een halff mergen hem selffs toebehorende xxj st.
Franck Thomasz vande Poll een halff mergen hem selffs toebehorende xxj st.
Johan Collart bruijckt vijff hondt hem selffs toebehorende xxxv st.
[Fol. 478]
Aert Collart anderhalff mergen hem ende met den huijse van Montfoort gemeen j out schilt xxj st.
Dirck Adriaensz Collart, bruijckt omtrent een mergen, hem selffs met Amel Henricxsz tot Oudewater toebehorende j out schilt
Goris Petersz Baers acht hont toecomende joncher Johan van Bassenrode j out schilt xiiij st.
Cornelis Anthonisz van de Poll, bruijckt een halff mergen hem toebehorende xxj st.
Aert Hermansz bruijckt een halff mergen hem selffs toebehorende xxj st.
[Bestand 487, fol. 478v]
Jonge Peter de Brouwer bruijckt een mergen toebehorende die gemeen choorheeren tot Montfoort j out schilt
Andries Molenaer vijff hondt hem mit mr. Willem Cock toebehorende xxxv st.
Cornelis Jansz Ouwenrog vijff hondt hem met mr. Willem Cock gemeen ende haerl. selffs toebehorende xxxv st.
Mr. Evert vande Poll bruijckt een mergen hem selffs toebehorende j out schilt
Adriaen Jansz bruijckt een mergen toebehorende de heeren van de Dom ‘t Utrecht j out schilt
[Fol. 479]
Aert Claesz Schinckel bruijct anderhalve mergen toebehorende de Balier van Ste. Catherinen ‘t Utrecht j out schilt xxj st.
Steven Reijersz bruijckt omtrent eenen mergen hem selffs toebehorende j out schilt
Jan Hermansz van Hollandt ende Willem Aertsz bruijcken ‘t samen een mergen haer selffs mit het Bartholomeus gasthuijs ‘t Utrecht toebehorende j out schilt
Bastiaen Reijersz bruijckt vier hont toebehorende Bernt Zas xxviij st.
Cornelis Jacobsz Hopman, bruijckt omtrent
[Bestand 488, fol. 479v]
vier hont lants, toebehorende die gemeen choorheeren tot Montfoort xxviij st.
Jacob Sluijs, bruijckt omtrent acht hondt eensdeels toebehorende Peter van Santhen ende die Magijnen van Ste. Cecilien ‘t Utrecht j out schilt xiiij st.
Anthonis Gerritsz Cort, bruijckt anderhalff mergen, toebehorende joncher Johan van Bassenrode j5 out schilt
Hubert Claesz bruijct omtrent een halff mergen toebehorende Jan Henrick Hugen tot Lijnschoten xxj st.
Cornelis Anthonisz van de Poll bruijckt een mergen toebehorende d’commandeurie tot Montfoort
[Fol. 480]
Henrick Jan Bruntensz bruijcker een acker groot omtrent een halff mergen hem selffs toebehorende xxj st.
Jan Crijnen bruijckt een halff mergen hem selffs toebehorende xxj st.
Dirck Cornelisz schout tot Willenscop, bruijckt omtrent ij5 mergen eensdeels hem selver toebehorende mit d’erffgen. van joncher Lodewijck van Montfoort ende mr. Henrick Botter van Snellenbergh ij5 out schilt
Cornelis Rijckensz j5 hont hem selffs toebehorende getauxeert op x5 st.
Den ouden Willem Sluijs bruijct j5 hont toebehorende de heeren van Sint Jans t’Utrecht x5 st.
[Bestand 489, fol. 480v]
Aert Gerrit Wijeren bruijct een werffken daer zijn huijs op staet, groot omtrent een halff hont eensdeels met vrucht boomen bepoot, behorende de wedue van mr. Gerrit Zas iij5 st.
Henrick Jan Bruntensz, bruijckt een werffken daer zijn huijs ende boomgaert op staet groot omtrent xxv roeden hem met die kerck van Montfoort gemeen toebehorende iij5 st.
Claes Roelen bruijckt een hont hem selffs toebehorende vij st.
Cornelis Cornelis Dammasz bruijckt een halff mergen, hem met mr. Evert vande Poll toebehorende, ende bij de wedue van mr. Floris Thin in lijfftoghte besittende xxj st.
[Fol. 481]
d’Wedue van mr. Floris Thin bruijckt een mergen in lijfftochte daer van eijgenaer wesel sal mr. Evert vande Poll j out schilt
d’Wedue van Peter Jansz Brouwer, bruijckt een mergen haer met haer kijnderen ende haer andere eijgenaers toebehorende ende gemeen leggende j out schilt
Adriaen Adriaensz bruijckt een mergen toebehorende de wedue van joncher Godtschalck van Halmale j out schilt
Cornelis Sijmonsz bruijckt omtrent acht hont toebehorende d’een helfte den heere van Montfoort ende de anderhelfte die gemeen choorheeren tot Montfoort j out schilt xiiij st.
[Bestand 490, fol. 481v]
Den jongen Dirck Petersz ende Jan Petersz bruijcken t samen omtrent acht hondt haer selffs toebehorende j out schilt xiiij st.
Cornelis Evertsz bruijct omtrent vier hondt hem selffs toebehorende xxviij st.
Lenard Evertsz bruijckt omtrent een mergen hem selfs mit het clooster van Ste. Cecilien toebehorende j out schilt
Den jongen Dirck Petersz bruijckt een halff mergen hem selffs toebehorende j out schilt
Willem Jan Gerritsz bruijckt een halff mergen hem met Frans Wesselsz tot Utrecht toebehorende xxj st.
[Fol. 482]
Cornelis Jansz bruijckt omtrent twee hondt toebehorende den Heijligen geest tot Montfoort ende joffrou Zas ‘t samen gemeen xiiij st.
Jonge Willem Sluijs, bruijckt een halff mergen toebehorende, Peter van Zanthen t’Utrecht xxj st.
Jan Cock bruijckt vijff hont hem ende met zijn gemeen eijgenaers toebehorende xxxv st.
Herbert Claesz bruijckt vij hont eensdeels den Heijligen geest, die commendurie tot Montfoort, die vicarie van Sinte Jan Baptisten altaer tot Montfoort ende die wedue van Herbert van Haesten toebehoorende j out schilt vj st.
[Bestand 491, fol. 482v]
Lenard Evertsz, bruijckt omtrent een mergen hem selffs mit zijn andere gemeen eijgenaers toebehorende j out schilt
Die wedue van Anthonis Dirck Jansz bruijckt een halff mergen haer selffs toebehorende xxj st.
Dirck Petersz den Ouden, bruijckt vier hondt hem selffs toebehorende xxviij st.
Hendrick Petersz bruijckt een halff mergen toecomende Coenrard Strick xxj st.
Claes Willemsz Cock bruijckt omtrent een mergen, hem selffs toebehorende j out schilt
[Fol. 483]
Aelbert Sijmonsz, bruijckt een halff mergen, toebehorende de wedue van Herbert van Haesten xxj st.
Jan Jansz Brouwer, bruijckt een halff mergen toebehorende de heere van Montfoort xxj st.
Claes Roelen, bruijckt een halff mergen toebehorende Peter van Zanthen xxj st.
Jacob Dircxsz bruijckt twee hondt hem met den heere van Montfoort toebehorende xiiij st.
Jan Petersz bruijckt een halff mergen toebehorende den heere van Montfoort, den Heijligen geest aldaer ende andere eijgenaers xxj st.
[Bestand 492, fol. 483v]
Aert Henricxsz de Wilt, bruijckt anderhalff hont toecomende de heer van Montfoort gemeen met joncher Carel van Lienden ende Aert Vereem ‘t Utrecht x5 st.
Wouter Dircxsz anderhalff hont toebehorende den convente van Sint Servaes t’Utrecht x5 st.
Jan Fredericxsz ende Cornelis Fredericxsz bruijcken tsamen twee hont haerl. met den heere van Montfoort toebehorende xiiij st.
Willem Collart, bruijckt xxv roeden hem selffs toebehorende iij5 st.
Jan Thonisz bruijckt omtrent een hont lants hem selffs toebehorende vij st.
[Fol. 484]
Merten Adriaensz ende Lenard Hagensz bruijcken t samen anderhalff hont lants haer selffs toebehorende x5 st.
Claes Dircxsz Bel bruijckt omtrent een halff hont hem selffs toebehorende iij5 st.
Jan Walichgen bruijckt omtrent een halff hont hem selffs toebehorende iij5 st.
[Bestand 493, fol. 485]
Blocklandt
Die heeren van Oudemunster ‘t Utrecht acht mergen lands, bruijckt Anthonis Hendricxsz in erffpacht bij eede tsjaers om viij out schilt
Nu besitters in erffpacht Swaentgen Anthonis dochter huisvrou van Steven Reijersz, bruijcker Jan Cornelis Dammasz
Noch bruijckt Anthonis voorsz vierd’halff mergen ende anderhalff hondt landts hem selver toebehorende, bij eede die mergen ‘t sjaers om j out schilt facit iij out schilt xxxj5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Schilthouwer ende Gijsbert Rutgersz uijt den Brenck voor d’een helfte, ende IJsbrant Cornelisz voor d’ander helfte
Dirck van Zonnevelt, bruijckt iij5 mergen j5 hont lants, hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen j out schilt facit iij out schilt xxxj5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Aert Harmansz tot Montfoort
[Bestand 494, fol. 485v]
Joncher Adriaen van Rhede vier mergen landts, bruijckt Lambert Jan Harmansz tsjaers om iiij out schilt
Nu eijgenaer joncher Henrick van Rhede ende bruijcker Jacob Jansz in Meerlo
Noch Zweer Jansz ses mergen landts bruijckt Lambert voorsz tsjaers om vj out schilt
Nu joncher Johan van Bassenrode vanden huijse van Montfoort te leen hout twee mergen, ende eijgenaer ende bruijcker Jacob Jansz vande resterende vier mergen ende bruijckt mede d’voorsz ij mergen
Mijn joncher van Montfoort elff mergen lants, bruijckt Jan Hermansz tsjaers om twee ende twintigh phs. gul. facit xiij out schilt iiij st.
Nu eijgenaer de heere van Montfoort ende bruijcker Huijch Jansz Snoeck
[Fol. 186]
Noch mijn heer van Cruningen acht mergen landts, bruijckt Jan voorsz tsjaers om viij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker mr. Willem de Cock inden Hage, bruijcker Joost Jan Joosten
Mijn vrou van Outwijck vij5 mergen lants bruijckt Joost Franckensz tsjaers om xv k. gul. facit vij out schilt vj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Johan Hermansz
Noch mijn joncher van Montfoort vijff mergen lants, bruijckt Joost voorsz tsjaers den mergen iij gouden gul. facit x out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Hermansz voorsz
Noch bruijckt Joost voorsz thien mergen lants
[Bestand 495, fol. 486v]
hem selver toebehorende bij eede tsjaers om xx phs. gulden facit xj out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Harmansz
Geertruijt Cornelis Adriaensz wedue, bruijckt xvj mergen landts hoer selver toebehorende tsjaers om xxxij phs. gul. facit xix out schilt ij st.
Nu eijgenaers d’wedue van mr. Anthonis van Blocklandt, ende Bastiaen Geerloffsz Kemp elcx de helft, bruijcker Bastiaen voorsz
Noch bruijckt Geertruijt voorsz derthien mergen lants oock haer selver toebehorende tsjaers om xxvj phs. gul. facit xv out schilt xx st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Lenard Thonisz
Mijn heer van Cruningen xvj mergen lants
[Fol. 487]
bruijckt Anthonis Joostensz tsjaers om xxxij phs. gul. facit xix out schilt ij st.
Nu eijgenaer de wedue van mr. Dirck de Gouda ende t’convent van Marien Magdalenen ‘t Utrecht elcx de helfte, bruijcker Willem Geerloffsz Kemp
Amelis Hectorsz, bruijckt vij5 mergen lands heerlijcx goets tsjaers om vij out schilt xxj st.
Nu Magdalena Zas tot Montfoort te leen hout vanden huijse van Montfoort, bruijcker Aert Cornelisz Schinckel tAchtoven
Anthonis van IJsendoren xvj mergen lants, bruijckt Jan Cornelisz tsjaers om xl gouden gul. facit xxvj out schilt xxviij st.
Nu hout die heere van Brakel eensdeels te leen ende andersdeels in eijgendom, ende bruijcker Cornelis Geerloffsz Kemp
Noch bruijckt Jan voorsz vijff mergen lants
[Bestand 496, fol. 487v]
hem selver toebehorende bij eede tsjaers om x phs. gul. facit v out schilt xl st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Hector Cornelisz Cobijn
Mijn joncher van Montfoort ses mergen lands bruijckt Jan Gerrit Corsz tsjaers om xij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Anthonis Gerritsz Cort
Godtschalck van Winssen vier mergen landts bruijckt Gerrit Evertsz tsjaers om viij phs. gulden facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaerse de weduwe van joncher Willem de Waell van Vronesteijn, ende bruijcker Pell Jansz
Noch Jaspar van Everdingen vier mergen
[Fol. 488]
lands, bruijckt Gerrit voorsz tsjaers om viij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaerse d’wedue de Wael voorsz ende bruijcker Pel voorsz
Mijn joncher van Montfoort xiij mergen landts bruijckt Jan Gerrit Geerloffsz ‘t sjaers om xxvj phs. gul. facit xv out schilt xx st.
Nu eijgenaer t’huijs van Montfoort, ende bruijckt de wedue van Jan Cornelisz Backer
Noch Godtschalck van Winssen vijff mergen landts twee hondt lants, bruijct Jan voorsz tsjaers den mergen ij phs. gul. facit vj out schilt xiiij5 st.
Nu eijgenaerse d’wedue van joncher Willem de Wael van Vronesteijn, ende brucker Pel Jansz
Noch Jaspar van Everdingen ij5 mergen een
[Bestand 497, fol. 488v]
hont lants, bruijckt Jan voorsz den mergen ij phs. gul. facit iij out schilt vij5 st.
Nu eijgenaerse de wedue de Wael voorsz ende bruijcker Pel Jansz
Noch bruijckt Jan voorsz vier mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om viij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu hout Jannichgen Zas te leen vanden huijse van Montfoort, bruijcker Thomas van Rijnevelt
Die memorie heeren te Montfoort ses mergen landts, bruijckt Mechtelt Cornelis Geerloffsz weduwe tsjaers om vj out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Herman Jansz brouwer
Noch mijn heer van Cruningen vier mergen
[Fol. 489]
landts bruijckt Mechtelt voorsz tsjaers om iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Herman Jansz voorsz
Noch mijn heer van Haren vier mergen landts bruijckt Mechtelt voorsz tsjaers om iiij out schilt
Nu eijgenaer d’heere burchgrave van Montfoort, ende bruijcker Herman Jansz Brouwer
Mijn joncher van Montfoort viij mergen lands bruijckt Wouter Hugensz tsjaers om xvj phs. gul. facit ix out schilt xxij st.
Nu eijgenaer de heere van Montfoort ende bruijcker Huijch Woutersz
Aert Cornelisz bruijckt twee mergen
[Bestand 498, fol. 489v]
landts, hem selver toebehorende bij eede tsjaers om iiij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Lenard Evertsz
Noch den Heijligen geest tot Montfoort twee mergen landts, bruijckt Aert voorsz tsjaers om ij out schilt xvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Dirck Claesz t’Oudewater
Mijn joncher van Montfoort ij5 mergen landts bruijckt Cornelis Aerntsz tsjaers om v phs. gul. facit ij out schilt xlj st.
Nu eijgenaer de heere burchgrave van Montfoort, ende bruijcker Jan Peter Dirck Jacobsz
Noch mr. Dirck Zas elff hont lants
[Fol. 490]
bruijck Cornelis voorsz tsjaers om ij out schilt viij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Jan Hebbertsz
Noch bruijckt Cornelis voorsz twee mergen landts vier hont, hem selver toebehorende bij eede die mergen ij phs. gul. facit iij out schilt vij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Claesz t’Oudewater
Sweer Jansz ses mergen lants, bruijct Henrick Jansz tsjaers om vj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem Jan Ouwe Gerritsz
Gerrit Andriesz, bruijckt ses mergen
[Bestand 499, fol. 400v]
lants hem selver toebhorende, bij eede tsjaers om vj out schilt
Nu eijgenaer Dirck Claesz t’Oudewater van ij mergen iiij hont, die heere van Montfoort eene gelegen mergen, ende die commendurie tot Montfoort de reste ende nu bruicker Dirck Claesz voorsz
Geerloff Folpertsz bruijckt xvj5 mergen lants, waer van die een helft mijn joncher van Montfoort ende mijn heer van Cruningen d’ander helft off toebehoort tsjaers die een helft de mergen ij phs. gul. j stop botteren xxxv st., ende d’ander helft j out schilt j stop botteren xxxv st. facit ‘t samen xix out schilt xxxj st.
Nu eijgenaers de heere burchgrave van Montfoort, ende mr. Willem de Cocq inden Hage elcx de helfte, bruijcker Dirck Reijersz
Cornelis Jan Woutersz ende Anthonis Jansz bruijcken tsjaers vij mergen lands, heml. toe behorende bij eede tsjaers om vij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers IJsbrant Cornelisz ende Jonathas van Duijsel elcx de helfte
[Fol. 491]
Noch mijn heer van Cruningen xv mergen landts bruijckt Cornelis Jansz tsjaers om xv out schilt ij stoppen botteren die stoppe xxxv st. facit xvj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer mr. Willem de Cock, ende bruijckers Ghijsbert Henricxsz ende Adriaen IJsbrantsz elcx de helfte
Evert Woutersz bruijckt vij5 mergen landts hem selver toebehorende bij eede geestimeert tjsaers om vij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Cornelisz Oversloot
Noch jouffrou van Rijnevelt iiij5 mergen landts, bruijckt Evert voorsz tsjaers om iiij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van jouffrou van Rijnevelt bruijcker Jan Gerritsz
Cornelis Henricxsz anderhalve mergen lants
[Bestand 500, fol. 491v]
bruijckt Anthonis Cobijns ‘t sjaers de mergen om liij st. facit j out schilt xxxvij5 st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Johan Anthonisz Verweij t’Oudewater
Noch Cornelis Ectorsz anderhalve merge lants, bruijckt Anthonis voorsz geestimeert op j out schilt xxxvij5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Anthonisz Verweij van eene mergen, ende d’wedue van Cornelis Claesz de Haen van een halff mergen
Noch Daniel Gijsbertsz twee mergen landts, bruijckt Anthonis voorsz geestimeert op ij out schilt xxij st.
Nu eijgenaerse de wedue van Cornelis Claesz de Haen t’Oudewater ende bruijckt selver
Noch die organist tot Montfoort achtd’halff
[Fol. 492]
mergen lants, bruijckt Anthonis voorsz tsjaers om vij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer die kerck tot Montfoort bruijcker Gijsbert Gossensz
Mijn joncher van Montfort acht mergen landts, bruijckt Peter Jan Roelen tsjaers om viij out schilt
Nu eijgenaer d’heere van Montfoort bruijcker Jan Peter Jan Roelen
Noch bruijckt Peter voorsz drie mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om iij out schilt
Nu eijgenaerse de weduwe van mr. Librecht vander Moelen, bruijcker Jan voorsz
t’Huijs tot Montfoort ses mergen lants
[Bestand 501, fol. 492v]
bruijckt Marten Jansz tsjaers om vj out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Jacobsz
Noch bruijckt Marten voorsz twee mergen lants hem selver toebehorende, bij eede ‘t sjaers geestimeert op ij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Jacobsz voorsz
Willem Cornelisz bruijckt xvj mergen landts, waer van het tweede deel Godtschalck van Winssen ende ‘t derde deel Jaspar van Everdingen off toebehoort ‘t sjaers om xxxij phs. gul. facit xix out schilt ij st.
Nu eijgenaerse de wedue van joncher Willem de Wael van Vronesteijn, bruijcker Jonge Jan Jansz
Noch bruijckt Willem voorsz xi5 mergen lants
[Fol. 493]
hem selver toebehorende geestimeert bij eede op ix out schilt xxj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Anthonis van Hoeff van vij5 mergen, ende Peter Jansz Brouwers naesaet genaemt Adriaen Louwen ij mergen
Mijn joncher van Montfoort xiiij mergen, bruijckt Cornelis IJsbrantsz tsjaers om xxviij phs. gul. facit xvj out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer d’heere burchgrave van Montfoort, bruijcker Adriaen IJsbrantsz
Mijn joncher voorsz vij5 mergen landts, bruijckt Jan Aertsz tsjaers om xv phs. gul. facit viij out schilt xxxix st.
Nu eijgenaer de heere burchgrave van Montfoort, bruijcker Anthonis Gijsbertsz Ruwen
Mr. Dirck Zas xv mergen lants, bruijct
[Bestand 502, fol. 493v]
Henrick Petersz tsjaers om xxx phs. gul. facit xvij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaerse ende bruijckt de wedue van Sweer van Wijnbergen
Mijn joncher van Montfoort xv mergen landts bruijckt Dirck Reijersz tsjaers om xxx phs. gul. facit xvij out schilt xxxvj st.
Nu eijgenaer de heere burghgrave voorsz, bruijckerse d’wedue van Adriaen Sijmonsz
Mijn joncher voorsz noch vij5 mergen lands bruijckt Jan Dircxsz tsiaers om xv phs. gul. facit viij out schilt xxxix st.
Nu eijgenaer de heere van Montfoort, bruijckt Simon Adriaensz
Guillame Prevost vij5 mergen landts
[Fol. 494]
bruijckt Huijch Adriaensz die mergen om ij phs. gul. facit viij out schilt xxxix st.
Nu eijgenaer ‘t huijs van Montfoort, ende bruijcker Peter Huijch Adriaensz
Die vicarie van Sinte Niclaes autaer tot Montfoort, vij mergen lants, bruijckt Henrick Henricksz tsiaers om vij out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Adriaen Mouthaen t’Utrecht
Die vicarie van Sinte Niclaes voorsz vier mergen lands, bruijckt Agnies Stevens tsjaers om viij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Adriaen Mouthaen voorsz
Ons lieff vrouwen autaer tot Montfoort achtd’halve mergen landts
[Bestand 503, fol. 494v]
bruijckt Claes Cornelisz ‘t sjaers om vij out schilt xxj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Willem Willem Florisz
Mijn heer van Cruningen ende mijn vrou van Haeren zes mergen lands, bruijckt Engbert van Abstede tsjaers om vj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Willem van Wijnbergen
Mijn joncher van Montfoort vij mergen landts, bruijckt Florens Jacobsz tsjaers om xiiij phs. gul. facit viij out schilt xiiij st.
Nu eijgenaer d’heere van Montfoort ende bruijcker Jan Henricxsz
Noch Heijlwigh Aelbert Hermansz wedue
[Fol. 495]
twee mergen landts, bruijckt Floor voorsz t’siaers om ij out schilt
Noch bruijckt Floor voorsz vier mergen lands hem selver toebehorende, tsiaers om viij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaers van dese twee percelen ende nogh een perceel staende op de naem van Jan Willemsz folio, aldaer twee mergen ende hier ses mergen gestelt, maecken ‘t samen acht mergen, d’erffgen. van mr. Floris Thin van ij5 mergen, Anthonis Jacobsz Heer van gelijcken ij5 mergen, mr. Floris Zas ende Joost Jansz elcx j5 mergen ende worden bij hemluijden respectivelijck gebruijckt ofte jaerlijcx verhuijrt
Mijn heer van Cruningen vier mergen lands, bruijckt Elbert Dircxsz tsjaers om iiij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers die weduwe ende erffgen. van Sweer van Wijnbergen
[Bestand 504, fol. 495v]
Noch mijn heere van Haren vier mergen landts bruijckt Elbert voorsz tsjaers om iiij out schilt
Nu eijgenaers de wedue ende erffgen. voorsz ende mede bruijckers
t’Manhuijs tot Montfoort bruijckt vij5 mergen lands ‘t sjaers om xv phs. gul. facit viij out schilt xxxix st.
Nu eijgenaers t huijs van Montfoort ende bruijckers t’Manhuijs voorsz
Joost de Bastert viij mergen landts, bruijckt Gijsbert Jansz ‘t sjaers om xvj phs. gul. facit ix out schilt xxij st.
Nu houdt mr. Evert vanden Poll te leen vanden huijse van Montfoort, bruijcker Gijsbert Jan Corsz
Aeltgen Thomas, bruijckt vij5 mergen lants
[Fol. 496]
hoer selven toebehorende tsiaers die mergen om xxx st. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Pauls Henricxsz Obijn ende Wouter Joeriaensz
Geerloff van Hoeff, bruijckt vij5 mergen landts hem toebehorende, bij eede die mergen om j out schilt facit vij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Cornelis Willemsz Schinckel, ende Cornelis Jansz Budde elcx de helfte
Mijn joncher van Montfoort vij5 mergen landts bruijckt Gerrit Matheusz tsjaers om xv phs. gul. facit viij out schilt xxxix st.
Nu competeert den huijse van Montfoort ende bruijcker Jaspar van Dam
Amelis Hectorsz, bruijckt vij5 mergen
[Bestand 505, fol. 496v]
lands hem selver toebehorende bij eede geestimeert op vij out schilt xxj st.
Nu eijgenaer Hector Aertsz Obijn, ende bruijcker Henrick Aertsz Obijn zijn broeder
Mijn joncker van Montfoort xvj mergen lands, bruijckt Gerrit Gerritsz tsjaers om xxxij phs. gul. facit xix out schilt ij st.
Nu eijgenaers d’erffgenamen van mr. Floris Thin, ende bruijcker Cornelis Adriaensz ‘t Utrecht
Noch mijn joncher voorsz twee mergen lands bruijckt Alidt Cornelis Martensz wedue tsjaers om ij out schilt xvj st.
Den eijgen ‘t huijs van Montfoort, ende nu bruijcker Jan Adriaensz Collert
Noch bruijckt Alidt voorsz vj5 mergen
[Fol. 497]
landts haer selver toebehorende tsiaers om xiij phs. gul. facit vij out schilt xxxj st.
Nu houdt Jan Adriaensz Collert te leen vanden huijse van Montfoort ende bruijckt selffs
Jan Meijnsz wedue, bruijckt vier mergen heerlijcx goets anderhalff hondt hoer selver toebehorende bij eede tsjaers de mergen ij phs. gul. facit v out schilt ij5 st.
Nu houdt Jonatas van Duijsel te leen voorsz ende bruijckt selffs
Aert Willemsz bruijckt viij5 mergen landts hem selver toebehorende, noch viij5 mergen zijn eijgen geestimeert tsamen xx out schilt x st.
Nu eijgenaers d’commendurie tot Montfoort ende Willem Joosten als man ende voocht van zijn huijsvrou wesende een dochter ende erffgen. van Jan Joostensz elcx van viij5 mergen landts
[Bestand 506, fol. 497v]
Jan Willemsz bruijckt twee mergen lands hem selver toebehorende bij eede tsjaers om iij k. gul. facit j out schilt xviij st.
Wort hier voorens onder twee percelen alsoo het een van twee ende t’ander van vier mergen begrepen ende maten ‘t samen acht mergen gestelt op …, ende daer van zijn eijgenaers, d’erffgen. van mr. Floris Thin, Anthonis Jacobsz Heer, mr. Floris Zas en Joost Jansz, ende wort bij hen selfs gebruijckt ofte jaerlijcx verhuijrt
Mijn joncher van Montfoort acht mergen landts, bruijckt Peter den Ouden, tsjaers om xvj phs. gul. facit ix out schilt xxij st.
Den eijgen blijft aen ‘t huijs van Montfoort nu bruijcker Anthonis Jacobsz Heer
Noch mijn joncher voorsz vier mergen landts bruijckt Peter Dircxsz den Rugen tsjaers om viij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaers d’erffgen. van mr. Floris Thin ende bruijcker Anthonis Jacobsz Heer voorsz
[Fol. 498]
Noch mijn heer van Cruningen vier mergen landts bruijckt Peter voorsz tsjaers om iiij out schilt
Nu eijgenaers d’erffgen. voorsz, ende bruijcker Anthonis voorsz
Claes Folpertsz xvj mergen lants die een helft behoort t’Amersfoort, bruijckt Emont Woutersz tsjaers om xxxij phs. gul. facit xix out schilt ij st.
Nu houden hier van te leen d’erffgen. van mr. Dirck Zas viij mergen tusschen Bernt ende mr. Floris Zas questieux, bruijcker Cornelis Adriaensz ‘t Utrecht, ende vande reste is eijgenaer voor d’een helfte Jorden vander Maet ‘t Amersfoort ende Emont Aertsz d’ander helfte, ende bruijckt Emont voorsz d’selver acht mergen
Mijn joncher van Montfoort vij5 mergen landts, bruijckt Wouter Gijsbertsz tsjaers om xv phs. gul. facit viij out schilt xxxix st.
Den eijgen blijft aent huijs van Montfoort nu bruijcker Jan Henricxsz
[Bestand 507, fol. 498v]
Marijcken Willem Aertsz wedue ende Anthonis Jansz wedue t’samen vij mergen lants heml. toebehorende bij eede tsiaers om vij out schilt
Nu eijgenaer die commandurie tot Montfoort ende bruijcker Cornelis Rijckensz
Noch mr. Rutgert Boschaerts vicarie tot Montfoort vier mergen landts bruijckt Marijken voorsz ‘t sjears om iiij out schilt
Den eijgen blijft aende vicarie van ‘t Heijlich cruijs altaer tot Montfoort, nu bruijckers Jonge Willem Sluijs ende Dirck Adriaensz Collert elcx de helfte
Henrick Petersz uijt Benscop bruijckt vijff mergen landts den mergen ij philips gul. v st. facit vj out schilt xxiij st.
Nu eijgenaer d’heere van Montfoort ende bruijckers Jacob Jansz Sluijs van drie mergen ende Willem Sluijs den ouden twee mergen
[Fol. 499]
Mijn joncher van Montfoort ix mergen landts, bruijckt Cornelis Henricxsz die mergen ij phs. gul. facit x out schilt xxx st.
Den eijgen blijft aen ‘t huijs van Montfoort nu bruijcker Peter Ottensz
Jan Herbertsz bruijckt twee mergen landts hem selver toebehorende geestimeert tsjaers om ij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Wouter Dircxsz
Den Heijligen geest tot Montfoort twee mergen lants, bruijcken Willem Cornelisz kijnderen, tsjaers om iiij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijckerse die wedue van Jan Jansz Brouwer
Marten Gerritsz, bruijckt acht mergen
[Bestand 508, fol. 499v]
landts den mergen geestimeert op ij phs gul. facit ix out schilt xxij st. [doorgestreept]
t’Huijs van Montfoort eijgen, ende is noch eens op den naem van Wouter Hugensz alsmede bruijcker fo. aengebrocht, ende wordt oversulcx het eene perceel in restant overgelevert, ende bij den e. heeren staten oock jaerlijcx in reeckeninge voor vuijtgeven geleden
In de marge: Alsoo dit perceel hier voor fol. 489 op den naem van jonck. van Montfoort noch eens comt soo is dit hier bij ass. van vij augusti 1605 geroijeert
Jan Mesmaecker Gijsbertsz bruijckt vier mergen landts hem selven toebehorende bij eede geestimeert op iiij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Geerloffsz Witboom
Die gemeen heeren vijffthalve mergen landts, bruijckt Frans Jansz ‘t sjaers den mergen om iiij schilt facit vj out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijckers Cornelis Sijmonsz van iij mergen ende Lenard Evertsz j5 mergen
[Fol. 500]
Noch bruijckt Jan voorsz anderhalve mergen lants, hem selver toebehorende bij eede die mergen iiij schilt facit ij out schilt
Nu eijgenear ende bruijcker Jacob Dirck Ghijsen
Jan Henricxsz bruijckt ij mergen landts hem selver toebehorende, bij eede geestimeert ‘t sjaers om ij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Aert Gerrit Wieren
Hans van Overwesell ses mergen landts, bruijckt Lijsbeth Jan Jansz wedue tsjaers om iiij k. gul. facit j out schilt xxxviij st.
Nu houdt Claes van Hiemen ‘t Utrecht te leen vande heerlijckheijt van IJselsteijn ende bruijckt selffs
Dirck Gijsbertsz, bruijckt twee mergen
[Bestand 509, fol. 500v]
landts, hem selver toebehorende bij eede geestimeert tjsaers om ij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Herberdt Claesz
Jan de Heuijter schout tot Delft acht mergen landts, bruijckt Walich Claesz t’sjaers om xvj gouden gul. facit x out schilt xxviij st.
Nu Niclaes van Coudenhoven te leen hout ende bruijckers Adriaen Gerritsz Dobbel ende Jacob Janse vuijt Benscop
Noch bruijckt Walich voorsz anderhalve mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsjaers om j out schilt xxj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Walingen
Elbert Jacobsz bruijckt xiij hont landts
[Fol. 501]
hem selver toebehorende bij eede tsjaers om ij out schilt xxiij st.
Nu eijgenaerse die wedue van Cornelis Jansz Quekel ende bruijckt selver
Noch bruijckt Elbert voorsz derd’halve mergen landts ende men versoeckt van de Heijligen geest tot Montfoort tsiaers om ij out schilt xlj st.
Nu eijgenaerse ende bruijckt d’weduwe van Cornelis Jansz Quekel voorsz
t’Sacraments gilde tot Montfoort vijff mergen lants, bruijckt Gerrit Gerritsz ‘t sjaers om x phs. gul. facit v out schilt xl st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Wouter Dircxsz van ij mergen ende Jan Fredericxsz iij mergen
Dirck Aertsz van Roijen bruijckt twee
[Bestand 510, fol. 501v]
mergen landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers om ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer die commendurie tot Montfoort bruijcker Jan Cornelis Dammasz
Mijn heer van Cruningen x mergen lants bruijckt Marijken Adriaen Baers wedue tsjaers om x out schilt
Nu eijgenaerse Janneken Zas, bruijcker den ouden Jan Jansz
Die vicarie van ‘t Heijlich cruijs autaer tot Montfoort vier mergen lants, bruijckt Peter Cornelisz ‘t sjaers om viij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckerse die wedue van Jan Cornelisz Backer
Ghijsbert Thomasz bruijckt ij5 mergen
[Fol. 502]
landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers den mergen een out schilt facit ij out schilt xxj st.
[Bestand 511, fol. 503]
Heeswijck
Jacob Henricxsz drie mergen landts, bruijckt Jan Cobijnsz tsjaers om vj phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer de commandurie van Montfoort bruijcker Jan Cobijnsz
Noch Jan van Wede drie mergen lants, hem toebehorende, bruijckt Jan Cobijnsz voorsz tsjaers om vj phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer d’voorsz commandurie ende bruijcker Jan Cobijnsz voorsz
Noch die Choorheeren tot Montfoort ses mergen landts, bruijckt Jan voorsz t’sjaers om vj phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Gerritsz Cobijn
[Bestand 512, fol. 503v]
Noch ‘t Heijligh graff tot Montfoort drie mergen landts, bruijckt Jan voorsz ‘t sjaers om vj phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Jan Gerritsz Cobijn voorsz
Jan van Poll ses mergen landts, bruijckt Anthonis Gerritsz ‘t sjaers om xij k. gul. facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaer ende bruijckerse Mechtelt van de Poll
Noch bruijckt Anthonis voorsz ij5 mergen lands hem selven toebehorende bij eede tsjaers om v k. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Hermansz in Blocklandt
Herman Hermansz ij5 mergen lants
[Fol. 504]
hem selven toebehorende bij eede tsjaers op vij phs. gul. facit iiij out schilt vij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Dirck Jansz in Meerlo
Alidt Wouter Evertsz wedue, bruijct drie mergen lants haer selven toebehorende geestimeert bij eede om iij out schilt
Nu eijgenaer joncher Johan van Basserode ende bruijcker Claes Thonisz Backer
Screvel Gijsbertsz, bruijckt xij mergen lands hem selven toebehorende, bij eede tsjaers om xxiiij phs. gul. geestimeert op xiiij out schilt xij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Lodesteijn tot IJsselsteijn
Heer Jan van Aernem ende heer Sander
[Bestand 513, fol. 504v]
ses mergen lants, bruijckt Dirck Gerritsz Capiteijn tsjaers om xij phs. gul. facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaers die vicarien van ‘t gasthuijs ende St. Jan Baptisten altaer binnen der kercke van Montfoort, bruijcker Adriaen Adriaensz den Bonten
Noch mijn joncher van Montfoort ses mergen landts, bruijckt Dirck voorsz ‘t sjaers om xij phs. gul. facit v out schilt xxx st.
Nu eijgenaer den Huijse van Montfoort bruijcker Adriaen voorsz
Noch Amelis Hectorsz mit sijn consorte negen mergen landts, bruijckt Dirck voorsz tsjaers om xviij phs. gl. facit x out schilt xxx st.
Sweer Jansz ende Dirck Gerritsz
[Fol. 405]
negen mergen landts, bruijckt Sweer voorsz tsjaers om xviij phs. gul. facit x out schilt xxx st.
Mijn joncher van Montfoort iij5 mergen ende j5 hondt lands, bruijckt Hubert Jansz wedue ‘t sjaers om vij phs. gul. facit iiij out schilt vij st.
Noch bruijckt die wedue voorsz eene mergen lands haer selven toebehorende bij eede geestimeert op j out schilt
Nu eensdeels eijgenaers ende bruijckers van de bovengesz percelen in vier parthijen Jan Sweersz, d’erffgen. van Mechtelt Capiteijn, ende die weduwe van mr. Anthonis van Blocklandt
Willem Aelbertsz Breninck xij mergen lants bruijckt Henrick Gerritsz Capiteijn tsjaers om xxiiij phs. gul. facit xiiij out schilt xij st.
Nu Jan Dircxsz van Diemerbroeck in erff
[Bestand 514, fol. 505v]
pacht houdende es vande heeren vanden Dom ‘t Utrecht, bruijcker Jan Claes Francken
Lenard Jacobsz, bruijct thien mergen lants hem selver toebehorende bij eede tsiaers om xx phs. gul. facit xj out schilt xxxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Willemsz
Cornelis Henricxsz, bruijckt twee mergen landts hem selver toebehorende, bij eede t’sjaers om iiij phs. gl. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Willemsz
Noch Cornelis Henricxsz ende Cornelis Hectorsz ‘t samen vier mergen lands, bruijct Cornelis Henricxsz voorsz tsjaers om viij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Pieter Jansz Brouwer ende Bartholomeus IJdensz Bos
[Fol. 506]
Willem de Bastert tot Montfoort ses mergen landts, bruijckt Jan Roeloffsz ‘t sjaers om vj out schilt
Nu eijgenaer Lodewijck van Wijnbergen ende bruijcker zijn vader Willem van Wijnbergen
Noch bruijckt Jan voorsz drie mergen lants hem toebehorende, bij eede geestimeert tsjaers op iij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Marichgen Jacob Thonisz wedue ende Dammas Cornelisz
Cornelis Hectorsz bruijckt drie mergen landts hem selver toebehorende tsjaers bij eede om vj phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Anthonis van Hooff
Jan Gerritsz iij mergen lants bruijckt
[Bestand 515, fol. 506v]
Ghijsbert Gerritsz zijn broeder ‘t sjaers om vj phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Herman Brouwer
Amelis van Ommeren, bruijckt vier mergen lants hem toebehorende, bij eede tsjaers om viij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Johan van de Houff
Noch Herman van Ommeren drie mergen lants bruijct Amelis voorsz tsjaers om iij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Thomas Gijsbertsz Breij
Noch bruijct Amelis voorsz j5 mergen lants hem toebehorende bij eede tsjaers om iij phs. gul. facit j out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Gerritsz
[Fol. 507]
Noch Cornelis Franckensz Coster in Benscop ses mergen landts, bruijckt Amelis voorsz tsjaers om vj out schilt
Nu bruijcker Adriaen Willemsz ende Gerrit Spijck inden Achtersloot
Noch Alidt Wouter Evertsz wedue ses mergen landts, bruijckt Amelis voorsz tsjaers om vj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen Cornelisz
Noch mr. Cornelis Meijnertsz vijff t’halve mergen landts, bruijckt Joost Franckensz tsjaers den mergen ij phs. gul. facit v out schilt xv st.
Nu bruijcker Jan Cornelis Dammasz
Mijn heer van Cruningen eenen mergen lants bruijcken Sweer Harmansz ende Jan
[Bestand 516, fol. 507v]
Henricxsz ‘t siaers om j out schilt viij st.
Nu eijgenaers Schilthouder ende Goltgen Willemsz docher nagelaten wedue van Merten Zweerts, ende bruijckers Evert Cornelisz ende Jan Jansz Schilthouder
Noch bruijcken Zweer ende Jan voorsz v5 mergen lants heml. toebehorende bij eede tsjaers om xj phs. gul. facit vj out schilt xxiij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers alsboven
Aeltgen Cornelis Martensz wedue, bruijckt x5 mergen landts haer toebehorende bij eede tsjaers om xxj phs. gul. facit xij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers Susanna wedue van mr. Anthonis van Blocklandt ende erffgenamen van mr. Marten van Blocklandt, ende bruijckers Evert Cornelisz ende de wedue van Cornelis Francken
Gerrit Willemsz Boschaert bruijckt iiij5
[Fol. 508]
mergen lands hem selven toebehorende bij eede ‘t sjaers om ix phs. gul. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker IJsbrant Cornelisz
Anthonij Joostensz bruijckt iiij5 mergen landts waer van die memorie heern tot Montfoort ‘t vijftendeel toebehoort ende t’rest Anthonis voorsz om ix phs. gul. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker als voorsz
[Bestand 517, fol. 508v]
Cornelis Thonisz anderhalff mergen lants bruijckt Henrick Jacobsz tsjaers om j out schilt xxj st.
Nu bruijckers Anthonis Hoven ende Dirk Gerritsz
Noch vj5 mergen landts, Henrick voorsz selver toebehorende bij eede tsjaers om vij out schilt xxj st.
Nu bruijckers voorsz
Mijn joncher van Montfoort ses mergen landts, bruijckt Dirck Willemsz Collart tsjaers om xij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu bruijckers Poel Jansz ende Jan Claesz
t’Heijligh graff tot Montfoort drie mergen lands, bruijckt Anthonis Henricxsz ‘t sjaers om iij out schilt
Nu bruijcker Adriaen IJsbranden
[Fol. 509]
Noch bruijckt Anthonis voorsz iiij5 mergen landts hem selver toebehorende tsjaers om iiij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Dirk Gerritsz Ruwen, ende Jan Gerritsz
Lieven Aertsz drie mergen landts bruijckt Peter Jan Roeloffsz ‘t sjaers om iij out schilt
Nu eijgenaers d’executeurs van Adriaen Beijer, ende bruijcker Cornelis Aertsz
Noch mr. Willem Danielsz tot Montfoort drie mergen min een hont landts, bruijckt Peter voorsz ‘t sjaers om ij out schilt xxxv st.
Nu eijgenaers ende bruijckers voorsz
Die Choorheeren tot Montfoort vij5 mergen landts bruijckt Claes Jansz ‘t sjaers om vij out schilt xxj st.
Nu bruijcker Cornelis Jansz Ouwerogh
[Bestand 518, fol. 509v]
Die memorie heeren tot Montfoort vij5 mergen landts, bruijckt Franck Joostensz tsjaers om xv phs. gul. facit viij out schilt xxxix st.
Nu bruijckers de wedue van Steven Jansz
t’Gasthuijs tot Montfoort iiij5 mergen lants bruijckt Egbert van Absteden tsjaers om iiij out schilt xxj st.
Nu bruijcker Adriaen Jansz Abstede
Mechtelt van Rijnevelt ses mergen lands bruijckt Gijsbert Adriaensz tsjaers den mergen om iiij k. gul. facit xj out schilt xviij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Hector Cornelisz Obijn ende Jan Claesz
Margriet Cornelis Evertsz dochter bruijct iiij5 mergen lants haer selven toebehorende tsjaers om ix phs. gul. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Claesz
[Fol. 510]
Evert Cornelisz bruijckt ses mergen landts hem toebehorende, bij eede tsjaers om xij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Ghijsbert Henricxsz alias Gijs met Cornelis Jansz Budden van drie mergen, ende Aert Dircxsz Obijn, ende Belije Corsz eijgenaers ende bruijckers vande andere drie mergen
Mr. Willem Danielsz drie mergen landts, bruijckt Thijs Gerritsz tsjaers om iij out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Adriaen IJsbrantsz
Mijn joncher van Montfoort iiij5 mergen landts bruijckt Jacob Jansz van ix phs. gul. facit v out schilt xv st.
Nu bruijcker Cornelis Jansz Lack
Mechtelt van Rijnevelt, bruijckt vij5 mergen
[Bestand 519, fol. 510v]
lands hoer toebehorende bij eede tsjaers om xv phs. gul. facit viij out schilt xxxix st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Ecker Cornelisz Cobijn
Mijn heer van Cruningen j5 mergen landts, bruijckt Mechtelt voorsz tsjaers om iij phs. gul. facit j out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker alsboven
Noch bruijckt Mechtelt voorsz vij5 mergen landts haer toebehorende bij eede tsjaers om xv phs. gul. facit viij out schilt xxxix st.
Nu eijgenaers ende bruijckers Ecker Cornelisz ende Jan Claesz
Sulen Cornelisz Boschaert, bruijckt vier mergen geset op iiij out schilt xxx st.
Nu bruijckers Thonis Gijsen ende Jan Berntsz
[Fol. 511]
Cornelis Jansz bruijckt anderhalff mergen anderhalff hont lants hem toebehorende bij eede tsjaers den mergen ij k. gul. facit j out schilt xxviij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker, Cornelis Hectorsz
Mr. Dirck Zas drie mergen lants, bruijckt Steven Gijsbertsz tsjaers om vj phs. gul. facit iij out schilt xxiiij st.
Nu bruijcker Cornelis Eckersz
Noch bruijckt Steven voorsz iiij5 mergen lands hem toebehorende bij eede ‘t sjaers ix phs. gulden facit v out schilt xv st.
Nu bruijckers Bastiaen Reijersz ende Griet Stevens
Mijn heer van Cruningen ix mergen lants
[Bestand 520, fol. 511v]
bruijckt Willemtken Aert Aertsz wedue tsjaers om xviij phs. gul. facit x out schilt xxx st.
Nu bruijcker Adriaen Willemsz
Noch bruijckt Willemtgen voorsz anderhalff mergen landts haer toebehorende bij eede tsjaers om iij phs. gul. facit j out schilt xxxiij st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Fransz Collart
Mijn joncher van Montfoort vij5 mergen landts, bruijcken Cornelis Bartholomeus ende Margriet Hugens dochter tsjaers om xv phs. gul. facit viij out schilt xxxix st.
Nu bruijckers Cornelis Jacobsz ende Evert Cornelisz
Noch mijn joncher voorsz iij5 mergen j5 hont
[Fol. 512]
landts, bruijckt Evert Woutersz tsjaers den mergen ij phs. gul. facit iiij out schilt xix5 st.
Nu bruijckerse Cornelia van Hoeff
t’Gasthuijs tot Montfoort iiij5 mergen landts bruijckt Elbert Dircxsz tsjaers om iiij out schilt xxj st.
Nu bruijcker Jan Hugen
Willem Cornelisz bruijckt iiij5 mergen lands hem selver toebehorende bij eede tsjaers om ix phs. gul. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaers Jan Jansz Schilthouder mit zijn consorten, ende Peter Henricxsz Borefijnt
Jan van Voird ij mergen lands, bruijckt Beerte Gijsbert Rutgersz wedue geset op iiij out schilt
Nu bruijcker Gijsbert Henricxsz
[Bestand 521, fol. 512v]
Noch bruijckt Beert voorsz anderhalve mergen lants haer selver toebehorende geset op ij out schilt
Nu bruijcker uts.
Aertgen Thomas wedue bruijckt drie mergen landts, haer toebehorende bij eede tsjaers den mergen xxx st. facit ij out schilt vj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Marichgen Geerloff Kemp
Herman Hermansz ende Hooff Willemsz bruijcken t’samen ij5 mergen landts hemluijden halff ende halff toebehorende bij eede tsjaers om v phs. gul. facit ij out schilt xlj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Adriaensz Spruijt
Jan van Voird twee mergen lands, bruijct
[Fol. 513]
Heijlwich Willem Collartsz wedue tsjaers den mergen vj schilt facit iiij out schilt
Nu bruijckers Thomas van Rijnevelt ende Jan Berntsz
Noch bruijckt Heijlwich voorsz een mergen lands hoer selver toebehorende bij eede ‘t sjaers ij phs. gul. facit j out schilt viij st.
Nu bruijckers uts.
Herman Harmansz ende Geertruijt zijn moeder, bruijcken negen mergen lands, heml. toebehorende bij eede tsjaers om xviij phs. gul. facit x out schilt xxx st.
Nu bruijckers Jan Cornelis Thonisz ende Marichgen Secretaris
Conigont van Hooff, bruijckt iiij mergen lants
[Bestand 522, fol. 513v]
haer toebehorende bij eede tsjaers om viij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu bruijckers Thomas Gijsbertsz Breij ende Geert Cornelis
Dirck Aertsz Obijn, bruijckt vier mergen heerlijcx goets ende men te leen hout vanden joncher van Montfoort bij eede tsjaers om viij phs. gul. facit iiij out schilt xxxij st.
Nu bruijcker Aert Dircxsz Obijn
Geertruijt Jan van de Grafts wedue bruijckt twee mergen landts, bij eede tsjaers om iiij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu bruijckerse Meth van de Poll
t’Gasthuijs tot Montfoort ende Sinte
[Fol. 514]
Barbaren gasthuijs negen mergen lands bruijcken Sanna Cornelis Obijns weduwe ende Henrick Cornelisz tsjaers om ix out schilt
Nu bruijckers Gerrit Capiteijn, ende Jan Henricxsz mit haerl. consorten
Novalia
Jan Claes Franckensz bruijckt twee hont landts toebehorende d’erffgen. van Haes Costers geestimeert op xiiij st.
Rodolph van Lodesteijn tot IJsselsteijn bruijckt twee mergen lants hem selffs toebehoorende ij out schilt
Adriaen Aertsz de Bont bruijct ij mergen
[Bestand 523, fol. 514v]
lants eensdeels behorende aenden huijse van Montfoort, aende vicarie van St. Jan Baptisten autaer inder kercke aldaer, item aende vicarie van ‘t gasthuijs tot Montfoort, ende aende vicarie daer van possesseur es heer Adam ‘t Utrecht ij out schilt
Jan Sweers van Blocklandt, bruijckt omtrent vij hont lants hem selver toebehorende j out schilt vij st.
d’Erffgenamen van Mechtelt Capiteijns bruijcken in ‘t gemeen drie mergen lants hen selffs toebehorende iij out schilt
Jan Claes Franckensz bruijckt drie mergen landts toecomende Margriet van Duijnen iij out schilt
[Fol. 515]
Adriaen Willemsz bruijckt anderhalve merge landts eensdeels hem met de heere van Montfoort ende den Heijligen geest aldaer toebehorende j5 out schilt
Willem van Wijnbergen, bruijckt twee mergen lants toebehorende Lodewijck van Wijnbergen zijn voor zoen ij out schilt
Anthonis van Hooff, bruijckt twee mergen lands hem selver toebehorende ij out schilt
Jan Woutersz van der Hoeff, bruijckt eene mergen lants hem selffs toebehorende j out schilt
[Bestand 524, fol. 515v]
Cornelia van de Poll, bruijckt een mergen haer selffs toebehorende j out schilt
Pieter Jansz Brouwer, bruijckt anderhalve mergen landts hem selffs toebehorende j5 out schilt
Aert Cornelisz Schinckel, bruijckt anderhalve mergen landts hem selffs toebehorende j5 out schilt
Adriaen Willemsz, bruijckt noch twee mergen landts zijn huijsvrouwen moeder Hoeffgen Geerloffs dochter toebehorende ij out schilt
[Fol. 516]
Evert Cornelisz, bruijckt anderhalve mergen landts, toecomende d’erffgen. van de mr. Merten van Blocklandt, item noch bruijckt hij twee mergen landts van Goeltgen Willem Amelsz dochter tot Oudewater iij5 out schilt
Die wedue van Cornelis Franckensz bruijckt vier hondt landts haer mit haer kijnderen toecomende xxviij st.
Isbrant Cornelisz bruijckt anderhalve mergen lants hem selffs toebehorende j5 out schilt
Claes Anthonisz Back, bruijckt twee hont lants, toebehorende Johan van Basserode xiiij st.
[Bestand 525, fol. 516v]
Anthonis Hoven bruijckt vier hondt landts hem selffs toebehorende xxviij st.
Floris Sebastiaensz bruijckt anderhalff hont landts hem selffs toebehorende x5 st.
Jan Claes Franckensz bruijckt twee hont lants hem selffs toebehorende xiiij st.
Jan Back bruijckt een boomgaert, groot omtrent een halff hondt toebehorende Dirck Aertsz dochter iij5 st.
Henrick Gerritsz bruijckt een werffken groot omtrent een hont lants, toebehorende d’executeuren van Adriaen Beijer x5 st.
[Fol. 517]
Cornelis Jansz Ouwenrogh bruijckt omtrent een halff mergen landts toebehorende de Choorheeren tot Montfoort xxj st.
Ecker Cornelisz Cobijn, bruijckt een halff mergen landts, hem selffs toebehorende xxj st.
Jan Claesz bruijckt een hont landts, hem selffs toebehorende vij st.
Dirck Gerritsz Ruijen, bruijckt twee hondt lants hem selffs toebehorende xiiij st.
Cornelis Eckersz bruijckt iij hondt landts hem selff met Merten Gijsbertsz toebehorende xxj st.
[Bestand 526, fol. 517v]
Gijsbert Stevensz Schinckel, bruijckt vier hont lants hem selffs toebehorende xxviij st.
Adriaen Willemsz bruijckt noch anderhalve mergen toebehorende mr. Henrick Botter van Snellenbergh j5 out schilt
Cornelia van der Houff bruijct twee mergen landts, toebehorende den huijse van Montfoort ij out schilt
Aert Gerritsz, bruijckt een mergen landts toebehorende den huijse van [Montfoort] j out schilt
Cornelis Jacobsz de Heer een mergen landts behorende alsvooren j out schilt
[Fol. 518]
Evert Cornelisz bruijckt een mergen landts toebehorende als vooren j out schilt
Jan Huijs bruijckt een mergen landts, toecomende ‘t gasthuijs tot Montfoort j out schilt
Gijsbert Rutgersz ende Peter den Boer bruijcken anderhalff mergen haer selffs toebehorende j5 out schilt
Gijsbert Henricxsz bruijckt twee mergen landts hem selffs toebehorende ij out schilt
Gerrit Henricxsz Capiteijn twee mergen lants eensdeels t’gasthuijs tot Montfoort ende hem cum socijs toebehorende ende hij bruijckt ij out schilt
[Bestand 527, fol. 518v]
Jan Henricxsz ende Claes Thonisz Back bruijcken t’samen vier hondt landts, mede vande eijgenaers als vooren xxviij st.
Jan Woutersz van der Hoeff, bruijckt twee mergen lants hem selffs toebehorende ij out schilt
d’Erffgenamen van Cornelis Jansz van Deijl vier hont lands, bruijcker Ecker Cornelisz Cobijn xxviij st.
Gijsbert Corsz bruijckt met sijn suster Belije Corsz anderhalve mergen haer selffs toebehorende j5 out schilt
Anthonis van Hoeff, bruijckt een mergen lands hem selffs toebehorende j out schilt
[Fol. 519]
Cornelis Jansz Lack, bruijckt een mergen landts, hem selffs toebehorende j out schilt
Gerrit van de Poll, bruijckt een mergen landts hem selffs toebehorende j out schilt
Jan Aertsz Steen, bruijckt een mergen landts hem selffs toebehorende j out schilt
* Hector Cornelisz Cobijn, bruijckt drie hont landts genaemt Keijserreijck hem selffs toebehorende xxj st.
* Noch bruijckt Hector voorsz anderhalve mergen landts bij leeninge vanden huijse van Montfoort j5 out schilt
* Hier geroijeert comen onder de novalia van Montf.
[Bestand 528, fol. 519v]
Willem Jansz Collart, bruijckt eenen mergen landts hem selffs toebehorende j out schilt
Jan Cobijnsz bruijcker van een mergen lands toecomende die commandurie ende memorie heeren tot Montfoort j out schilt
d’Erffgenamen van Mechtelt Capiteijns een mergen landts int Oever j out schilt
Gaert Dircksz van Dijmerbroeck eijgenaer ende Jan Claes Franckensz bruijcker van een mergen j out schilt
Ariaen Willemsz bruijckt drie mergen iij out schilt
d’Erffgenamen van Jan Willemsz van Waijenoijen ij5 mergen landts bruijckt Dammas Cornelisse ij5 out schilt
Jan van Poll een mergen hem selven toebehorende j out schilt
Marge: Nota dat dese aengetogen parthijen bij schilthouden sijn aengebracht
[Fol. 520]
Corte Heeswijck
Die heeren vanden Dom ‘t Utrecht vier mergen lants, bruijckt Herman Martensz ‘t sjaers om v out schilt
Den eijgen blijft, nu bruijcker Adriaen Floren alias Adriaen Jansz Versloot
Noch bruijckt Herman voorsz ses mergen landts hem toebehorende bij eede tsjaers die mergen j out schilt facit vj out schilt
Nu eijgenaer ende bruijcker Dammas Cornelisz
Mijn joncher van Montfoort ses mergen lands, bruijcken Amelis Jacobsz erffgenamen die mergen ‘t sjaers om liij st. facit vij out schilt xxiiij st.
Den eijgen blijft aen ‘t huijs van Montfoort nu bruijcker Aert Hermansz
Jan Melisz bruijckt twee mergen
[Bestand 529, fol. 520v]
hem toebehorende bij eede tsjaers om iij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Cornelis Anthonisz van de Poll
Sinte Bartholomeus gasthuijs ‘t Utrecht vier mergen lants, bruijckt Jan Martensz tsjaers om xvj schilt facit v out schilt xiiij st.
Den eijgen blijft, nu bruijckers Jan Hermansz van Hollandt ende Willem Willem Floren
Noch die kerck van Montfoort twee mergen bruijckt Jan voorsz tsjaers om iiij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Henrick Jan Brunten
Noch t’Heijligh cruijs vicarie tot Montfoort
[Fol. 521]
een mergen bruijckt Jan voorsz ‘t sjaers om j out schilt viij st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Henrick Jan Brunten voorsz
Noch Sint Anthonis vicarie tot Montfoort vier mergen landts bruijckt Jan voorsz t’sjaers om xj k. gul. facit v out schilt x st.
Den eijgen blijft, nu bruijcker Henrick Jan Brunten voorsz
Noch bruijckt Jan voorsz xxvj mergen iiij5 hont lants hem toebehorende bij eede tsjaers die mergen om ij phs. gul. facit xxxj out schilt xxxv5 st.
Nu eijgenaers ende bruijckers als volcht Cornelia van de Poll iiij5 mergen, Pouls Henricxsz Obijn j5 mergen, Thomas Gijsbertsz Breij j mergen, Jaspar van Dam ij mergen, Aert Adriaensz Collart j mergen j5 hont, Willem Willem Florisz ij mergen, Henrick Jan Bruntsz ij mergen, Peter van Santen cum socio vj mergen, d’kinderen van Cornelis Franckensz van de Poll ij mergen, Cornelis Thonisz van de Poll iij mergen
[Bestand 530, fol. 521v]
Die heeren vanden Dom ‘t Utrecht ses mergen lands, bruijckt Herman Jansz tsjaers om vj gouden gulden facit iiij out schilt
Nu besitter in erffpacht ende bruijcker mr. Floris Zas
Anthonis Jansz bruijckt ses mergen landts hem toebehorende tsjaers om xij phs. gul. facit vij out schilt vj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers d’erffgen. van mr. Gerrit Zas ende Willem Collart elcx de helfte
Mijn heer van Cruningen xij mergen lants bruijckt Margriet Dirck Willemsz wedue ‘t sjaers om xxiiij phs. gul. facit xiiij out schilt xij st.
Nu eijgenaers ende bruijckers d’erffgen. van mr. Dirck Zas
Rutger Gijsbertsz iij5 mergen landts
[Fol. 522]
bruijckt Evert Woutersz tsjaers om iij out schilt xxj st.
Nu houdt Jacob Jansz Verschelen te leen vande graefflijckheijt van Hollandt ende bruijckt selffs
Jan van de Poll, bruijckt ij5 mergen landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers om ij out schilt xxj st.
Nu eijgenaers die wedue van de voorsz van de Poll mit haer kinderen, ende bruijckt d’voorsz wedue selver
Henrick Cornelisz bruijckt iiij5 mergen landts hem selver toebehorende bij eede tsjaers om ix phs. gul. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaers ende bruijckers als volcht Dammas Cornelisz ij mergen, Jan Hermansz van Hollandt j5 mergen, Aert Hermansz een halff mergen, Cornelis Thonisz een halff mergen
[Bestand 531, fol. 522v]
Noch mr. Rutger Boschaert eenen mergen landts bruijckt Aeltgen voorsz tsiaers om j out schilt xviij st.
Noch bruijckt Aeltgen voorsz een mergen iij viertel honts haer toebehorende bij eede t’sjaers om j out schilt xvij5 st.
Noch Jan Mertensz twee mergen bruijckt Alidt voorsz tsjaers om iiij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaers ende bruijckers van de drie voorgaende percelen, Dirck Cornelis Florisz voor twee vierendeelen, Jan Quirijnsz ende Henrick Jan Bruntsz elcx een vierendeel
Alidt Cornelis Mertensz wedue iiij5 mergen lants tsjaers om ix phs. gl. facit v out schilt xv st.
Nu eijgenaer Cornelis Petersz Schoemaecker bruijcker Goris de Vleijshouder
[Fol. 523]
Heijlwich Willem Collerts wedue, bruijct twee mergen lants haer selver toebehorende bij eede tsjaers om iiij phs. gul. facit ij out schilt xvj st.
Nu eijgenaer ende bruijcker Jan Collart
Noch Jan van Voird een mergen lands bruijckt Heijlwich voorsz tsjaers om vj schilt facit ij out schilt
Nu eijgenaers ende bruijckers Jan Collart voorsz ende Aert Collart elcx de helfte
Mijn joncher van Montfoort negen mergen landts, bruijckt Cornelis Dircxsz tsjaers om xviij phs. gul. facit x out schilt xxx st.
Den eijgen blijft aen ‘t huijs van Montfoort ende nu bruijckers die kijnderen van Marichgen Geerloffs Dircxsz Witbooms wedue
[Bestand 532, fol. 524]
Landen ende boomgaerden onder Montfoort
Buijten d’IJselpoort
Novalia
Jan van Kempen tot Woerden, bruijckt een boomgaert, groot ij hont lxxv roeden, getauxeert op xiiij st.
Jan Cornelis Dammasz bruijckt een boomgaertgen groot xxxvj roeden om iij5 st.
Hillichgen Cornelis Proeijen bruijckt een boomgartgen groot lxxx roeden geset op v5 st.
Gerrit Henricxsz Proijen bruijckt een boomgart groot een hont veertigh roeden daer zijn lootse ende getimmer in staet geset op ix st.
[Bestand 533, fol. 524v]
Gerrit Evertsz van Deventer bruijckt een boomgaertgen groot lxxx roeden v5 st.
Jan Meijnensz bruijckt een boomgartgen groot xxxvj roeden iij5 st.
Jan Meijnensz bruijckt een ander boomgaertgen groot xcij roeden vj5 st.
Geergien Jansz bruijckt een boomgaert groot twee hont xxxij roeden mit noch een ander groot acht ende sestigh roeden xvj st.
Cornelis Jansz van Deijll bruijckt vier d’halff hondt saeijlants geset op xxiiij5 st.
[Fol. 525]
Adriaen Cornelisz Bierstekers weduwe bruijckt een boomgart groot een hont acht ende vijftigh roeden haer mit hare onmundige kijnderen toebehorende ix st.
Willem Cornelisz Boumeester, bruijct een boomgartgen groot een halff hont iij5 st.
Jan Jansz van Maurick, bruijckt een boomgartgen groot lxxx roeden, hem mit Anthonia Adriaens toebehorende v5 st.
Jan Jansz Forees bruijcker een boomgartgen groot lxxij roeden mit noch een ander boomgartgen groot xxviij roeden v st.
Bastiaen Bartsz van Roijen bruijckt een boomgartgen groot xxv roeden ij5 st.
[Bestand 534, fol. 525v]
Noch bruijckt Bastiaen voorsz een ander boomgaertgen groot xxv roeden ij5 st.
Gijsbert Lodewijchsz bruijckt een boomgaertgen groot xxv roeden ij5 st.
Noch bruijckt Gijsbert voorsz een ander boomgaertgen groot xxx roeden iij st.
Egbert Henricxsz Both, bruijckt een boomgaertgen groot derd’halff hondt xvij5 st.
Henrick Andriesz de Wilt bruijckt een boomgaert hem ende zijn soon bij testamente toecomende groot drie hondt xxj st.
[Fol. 526]
Noch bruijckt Henrick voorsz een ander boomgartgen groot twee hont hem selfs toecomende xiiij st.
Claes Hillebrantsz, bruijckt een boomgaertgen groot anderhalff hont zijn kijnderen bij testamente toecomende ende is jonge plantage x5 st.
Jan Aertsz Steen bruijckt een boomgaertgen groot thien roeden iij5 st.
Cornelis Dircxsz Collart, bruijckt een boomgaertgen groot xxx roeden iij st.
Mathijs Thijsz bruijckt een boomgaertgen groot een halff hont iij5 st.
[Bestand 535, fol. 526v]
Cornelis Screvelsz bruijckt een boomgaertgen groot een halff hondt, die stede asch cuijl dien annex, daer in niet gereeckent met noch een ander boomgaertgen groot een hondt een quartier ende v roeden xvj st.
Henrick Snell bruijckt een hooffgen groot een halff hondt ende ses roeden iij5 st.
Henrick Snel, bruijckt een boomgaert behorende aen de vicarie van Sint Jan Baptisten altaer inder kercke tot Montfoort groot anderhalff hont x5 st.
Willem Jansz van de Poll, bruijckt een boomgaertgen behoorende aende vicarie voorsz groot vijftigh roeden iij5 st.
Wouter Jeuriaensz bruijckt een boomgaertgen groot lxxvj roeden iiij st.
[Fol. 527]
Gijsbert Dircxsz Capiteijn, bruijckt een boomgart groot anderhalff hont, zijne huijsvrouwe ende hare voormans erffgen. toebehorende, ende bij haer in lijfftocht besittende ende haer huijsinge ende getijmer daer in staende x5 st.
Dammas Cornelisz bruijckt een boomgaert groot een halff hont iij5 st.
Jeronimus Sijbertsz, bruijckt een boomgaert groot een halff hont iij5 st.
Wouter Henricxsz Snel, bruijckt een boomgartgen groot een halff hont iij5 st.
Die vicarie van St. Jacobs altaer inder kerke tot Montfoort daer possesseur off is Jorifaes Real heeft een hooffken groot lxxviij roeden mit een sniepgen saeijlants vij st.
[Bestand 536, fol. 527v]
Anthonis Jansz van Giesen bruijckt een boomgaertgen ende een sniepgen gecost van de wedue ende erffgen. van mr. Cornelis Gerritsz groot een hondt vij st.
Bastiaen Bartsz van Roijen, bruijckt een boomgaert groot anderhalff hont xlij roeden behoorende aende commandurie tot Montfoort xiij st.
Bastiaen Gerritsz bruijckt een hooffken groot liij roeden iij5 st.
Anthonis van Hooff, bruijckt een boomgaert groot anderhalff hondt ende is jonge plantagie x5 st.
Jan Woutersz van der Hoeff, bruijckt een boomgaertgen groot xxv roeden ij st. j oirt
[Fol. 528]
Jan Cobijns, bruijckt een boomgaertgen groot een halff hondt iij5 st.
Buijten Heeswijcker poort
Thomas van Rijnevelt, bruijckt een boomgaertgen groot xxij roeden ij st.
Een hoff groot een hondt seven roeden, tusschen Aeltgen Henricxsz dochter van Hollandt ende de kinderen van Jan Reael t’zamen erffgen. van Henrick Jeurifaesz van Hollandt ter eenre, ende jouffrou Polinarda de Montfoort ter andere zijde in questie vij st.
Henrick Aertsz Obijn, bruijckt een boomgaertgen, groot een halff hont ende is jonge plantagie iij5 st.
[Bestand 537, fol. 528v]
Gijsbert Loijen, bruijckt een boomgaertgen groot xxv roeden ij st. j oert
Peter Gijsbertsz Schijff, bruijckt een boomgaertgen groot een hont, ende is jonge plantagie vij st.
Henrick Gerritsz, bruijckt een boomgaertgen groot xij roeden ende daer zijn huijsken in staet – niet
Andries Thijsz bruijckt een boomgaertgen groot xxx roeden ij5 st.
Thomas Henricxsz Obijn, bruijckt een boomgaertgen groot xlv roeden ende is jonge plantagie iij st.
[Fol. 529]
Joncher Johan de Basserode, bruijckt een boomgaertgen groot t’sestigh roeden hem selffs toebehorende iiij st.
Cornelis Screvelsz bruijckt een boomgaertgen groot twee hondt xiiij st.
Gerrit Capiteijn, bruijckt een boomgaertgen groot xxxij roeden ij5 st.
Jonathas van Duijsel, bruijckt een boomgaertgen groot xliiij roeden hem selffs toebehorende iij5 st.
Bartholomeus Bosch, bruijckt een boomgaertgen groot xv roeden – niet
[Bestand 538, fol. 529v]
Cornelis Jansz Budde, bruijckt een boomgaertgen groot xxx roeden ij5 st.
Willem Jansz van de Poll, bruijckt een boomgaertgen groot xxxiiij roeden ende is nieuws geplant ij5 st.
Jan Bastiaensz bruijckt xij roeden erffs daer zijn huijsken op staet pro deo
Herman Bastiaensz bruijckt ses roeden erffs mit ‘t huijsken daer op staende pro deo
Jacob Gerritsz bruijckt seecker erffken daer zijn huijsken op staet pro deo
[Fol. 530]
Joris Sebastiaensz bruijckt een boomgaertgen groot xxx roeden ij5 st.
Aert Dircxsz Obijn, bruijckt aen verscheijde parthijen anderhalff hont erffs niet wel beplant, ende meest jonge plantagie x5 st.
Jacob Cornelis Dammasz bruijckt een boomgaertgen groot xxiiij roeden ij st.
Jan Zweersz van Blocklandt, bruijckt een boomgaertgen groot xxx roeden ij5 st.
Heer Willem Bosschert vicarius tot Montfoort, bruijckt een boomgaertgen groot xxx roeden ij5 st.
[Bestand 539, fol. 530v]
Dirck Claesz, bruijckt aen twee parthijen ‘t samen een hont boomgaerts wesende nieuwe plantagie vij st.
Anthonis Mathijsz bruijckt een hooffken groot xlviij roeden iij5 st.
De wedue ende kinderen van Jan Cornelisz Backer bruijcken een werffken lants mit een weijnich boomgaerts ‘t samen groot twee hont daer haer huijs op staet xiiij st.
Thomas Jansz Ouwerogge ofte zijns recht hebbende thien hont saeijlants j out schilt xxviij st.
Hector Cornelisz Cobijn driehont saeijlants hem selffs toebehorende ende is thins goet ende wert geconsigneert jaerl. onder den hove van Utrecht, questieux tusschen den huijse van Montfoort ende Coenrard Strick als heer van Heeswijck xxj st.
[Fol. 531]
Noch Hector voorsz drie hont saeijlants genaemt Keijserrijck bij hem gekost vant vrouwenhuijs tot Montfoort ende is gelegen onder den gerechte van Heeswijck xxj st.
Noch Hector voorsz bij beleeninge vanden huijse van Montfoort anderhalff mergen saeijlants onder Heeswijck voorsz gelegen j5 out schilt
Jan Aertsz Steen, bruijckt Vlamings hoff wesende saijlandt ende es thins goet groot negen hondt j5 out schilt
Thomas Breij, bruijckt een boomgaertgen groot xviij roeden, behorende aen de vicarie van Sinte Marie Magdalenen altaer inder kercke tot Montfoort iij5 st.
Aert Dircxsz Obijn, bruijckt een campgen
[Bestand 540, fol. 531v]
landts wesende quaet hermoes weijlant groot anderhalff hont x5 st.
Mechtelt van de Poll bruijckt drie hont gelijcke weijlandt, daer van d’een helft Gerrit van de Poll haer soon, ende d’ander helfte Martin van Endegeest toecompt xxj st.
Buijten Willescopper poort
Jan Hermansz van Hollandt, bruijckt een werfken saeijlants groot een halff hondt iij5 st.
Claes van Cats ende Wouter Thomaasz Ouwerogge, bruijcken seven hondt saeijlants daer aen noortwerts op gelegen geestimeert op j out schilt vij st.
Cornelis Rijckensz bruijckt ij hont saeijlants xiiij st.
[Fol. 532]
Willem Aertsz bruijckt een werffken saeijlants groot een hont vij st.
Anna Adriaen de Wilts dochter bruijckt een boomgaertgen groot lxxvj roeden daer in haer huijsgen staet iij5 st.
Henrick Gerritsz, bruijckt een hoffken groot xxvj roeden ij st.
Jan Henricxsz Obijn, bruijckt een boomgaertgen groot xxvj roeden ij st.
Cornelis Screvelsz bruijckt een hoffken groot lij roeden iij5 st.
[Bestand 541, fol. 532v]
Jan van Campen, bruijckt een boomgaertgen groot lij roeden iij5 st.
Bastiaen Bartsz bruijckt een boomgaertgen groot xxv roeden ij st.
Jan Meijnensz bruijckt een boomgart groot anderhalff hont x5 st.
Mr. Evert van de Poll heeft een boomgart groot anderhalff hont x5 st.
Jan Jansz Tibben, bruijckt een boomgaertgen groot een hondt veertigh roeden vij st.
[Fol. 533]
Andries Thijsz, bruijckt een boomgaertgen groot een halff hont iij5 st.
Margriete Stevens, bruijckt een boomgaertgen groot een halff hont iij5 st.
Mechtelt van de Poll, bruijckt een boomgartgen groot een hont vij st.
Hendrick Andriesz de Wilt, bruijckt een boomgaertgen groot een hondt t’sestigh roeden hem ende zijn soon bij testamente toebehorende xj st.
Adriaen Adriaensz bruijckt een hont landts onbepoot, daer zijn huijs op staet vij st.
[Bestand 542, fol. 533v]
Cornelis Screvelsz, bruijckt drie quartier van een hont boomgaerts v st.
Hoff landt onder ‘t huijs te Montfoort
Gerrit van de Poll bruijckt omtrent drie mergen lands geset op iij out schilt
Anthonis van Hoeff bruijckt vier mergen lants geset op iiij out schilt
Willem Aertsz bruijckt vier mergen lants iiij out schilt
Simon Adriaensz bruijckt drie mergen lants om iij out schilt
[Fol. 534]
Jaspar van Ruijckaesz bruijckt drie mergen landts tsjaers om iij out schilt
Jan Cornelis Dammasz bruijckt twee mergen landts tjsaers om ij out schilt
Cornelis Arisz, bruijckt drie mergen landts ‘t sjaers om iij out schilt
Jan Aertsz Steen, bruijckt drie mergen landts tsjaers om iij out schilt
Jonatas van Duijsel secretaris der stede Montfoort, bruijckt drie mergen landts tsjaers om iij out schilt
[Bestand 543, fol. 534v]
Gijsbert Henricxsz bruijckt derd’halve mergen landts ende word verhuijrt met zijn hoffstede geset op ij5 out schilt
Margriet Adriaen Sijmonsz wedue bruijckt drie mergen landts t’sjaers om iij out schilt
Noch bruijckt de voorsz wedue twee campen groot omtrent vier mergen lants ende wort verhuijrt mit haer hoffstede t’sjaers om iiij out schilt
Jan Hermansz van Hollandt, bruijckt vijffd’halff mergen lants tsjaers om iiij5 out schilt
Peter Huijgen, bruijckt twee mergen landts geestimeert op ij out schilt
[Fol. 535]
Claes van Cats, bruijckt drie mergen landts genaemt De Hooge Meeren tsjaers om iij out schilt
Willem Aertsz bruijckt een mergen lants genaempt als voren tsjaers om j out schilt
Hoogen weert buijten d’IJsselpoort
Thomas Vrij bruijckt omtrent drie mergen landts tsjaers om iij out schilt
Gerrit Spijcker bruijckt eene mergen landts ‘t sjaers om j out schilt
[Bestand 544, fol. 535v]
Cornelis Arisz bruijckt vier mergen landts tsjaers om iiij out schilt
Gerrit Spijcker bruijckt noch zeven hont lants geestimeert tsjaers op j out schilt vij st.
Dammas Cornelisz bruijckt twee mergen twee hondt lants geset t’sjaers op ij out schilt xiiij st.
Steven Bailliu, bruijckt twee mergen landts tsjaers om ij out schilt
Thomas van Rijnevelt, bruijckt drie mergen landts t’sjaers om iij out schilt
[Fol. 536]
Jan Collart, bruijckt drie mergen lants t’sjaers om iij out schilt
Joris Sebastiaensz bruijckt vier mergen landts tsiaers om iiij out schilt
Matheus Adriaensz Schinckel ende Aert den Stichter, bruijcken ‘t samen een camp lants groot twee mergen ‘t sjaers om ij out schilt
Aelbert Sandersz ende Sebastiaen Reijersz bruijcken ‘t samen drie mergen ende vierd’halff hont lants tsjaers om iij out schilt
Anthonis van Hoeff bruijckt omtrent drie mergen landts genaempt d’Heerlijcheijt van der Oij, ende hout te leen van de huijse van Montfoort de mergen geestimeert t’sjaers op j out schilt facit iij out schilt
[Bestand 545, fol. 536v]
Vlooswijck
Jan Willemsz bruijckt twee mergen ende twee hont lants, hem selver toebehorende geset op ij out schilt xiiij st.
Dirck Claesz Bogart, bruijckt twee mergen ende vier hont lants, hem selver toebehorende geset op ij out schilt xxviij st.
Frederick Dircxsz Bogart bruijckt xxvj5 mergen lants, waer van hij xiij5 mergen is bruijckende van Bartolt Gerritsz van Vlooswijck geset op xxvj5 out schilt
* Geroijeert als gecomprehendeert onder ‘t bovengesz. perceel
* Noch bruijckt den selven Frederick Dircxsz seven mergen lants toebehorende die heeren vanden Dom ‘t Utrecht geset op vij out schilt
[Fol. 537]
* Noch bruijckt Frederick voorsz drie mergen lants in erffpacht vande heeren van St. Peters ‘t Utrecht, getauxeert op iij out schilt
* Noch bruijckt den selven Frederick drie mergen landts, hem selven toebehorende, ende gecoft van de Calengie broederschap ‘t Utrecht geset op iij out schilt
Laatste update: 25-9-2024