Oudschildgeld 1600
Het register van het oudschildgeld is te vinden in het archief van Het Utrechts Archief: HUA (toegangsnr. 37).
Een paar opmerkingen:
– Van de meeste percelen worden eerst de eigenaar en bruiker genoemd in 1536 en daarna in 1599.
– De meeste afkortingen zijn uitgeschreven. Uitzonderingen zijn St./Ste. (Sint), gl./gul. (gulden) en st. (stuivers).
– De meeste getallen zijn geschreven in Romeinse cijfers (viij5 = 8,5 en derdalve = 2,5).
– Er worden een aantal muntsoorten omgerekend naar oudschilden (42 stuivers), namelijk de schild (14 stuivers), philippusgulden (phls. gul., 25 stuivers), carolusgulden (carl. gul./k. gul., 20 stuivers), filipsgulden (fp. gul., 20 stuivers), gouden gulden (28 stuivers), andriesgulden (29 stuivers) en het wilhelmusschild (29 stuivers).
Hieronder staan de verschillende invoernummers:
1673 Nederkwartier deel 1
1674 Nederkwartier deel 2
1675 Nederkwartier deel 3