Morgenboeken

Aan het begin van de 16e eeuw zorgden verschillende dijkdoorbraken van de Spaarndammerdijk voor veel overlast in Rijnland. De kosten voor het onderhoud van de dijk liepen op. Rond dezelfde tijd werden de meetketting en de driehoeksmeting uitgevonden, waardoor het meten van land eenvoudiger werd. De bekende cartograaf Jacob van Deventer maakte als eerste actief gebruik van de driehoeksmeting bij het maken van zijn kaarten. Dat hielp bij het besluit in 1540 om compleet Rijnland op te gaan meten. Op die manier konden de lasten voor het onderhoud van de Spaarndammerdijk eerlijk door het hoogheemraadschap worden verdeeld. Vier landmeters hebben tussen 1540 en 1544 alle ambachten in Rijnland opgemeten: Pieter en Jacob Sluyter, Sijmon Meeuwsz van Edam en Coenraet Oelensz.

Vanaf 1564 was het de bedoeling dat de ambachtsbewaarders van elk ambacht elk schrikkeljaar een afschrift van de bijgewerkte morgenboeken bij het hoogheemraadschap inleverden. Dat ging niet altijd goed, waarbij de Opstand een belangrijke rol speelde. Het verschilt nogal per plaats hoeveel morgenboeken er beschikbaar zijn. Zo zijn van Esselijkerwoude bijna alle morgenboeken te vinden in het archief van het Hoogheemraadschap van Rijnland, terwijl van Rijnsaterwoude voor 1636 alleen de boeken van 1543, 1580 en 1592 aanwezig zijn. Van Leimuiden zijn voor 1660 alleen 1543 en 1565 aanwezig en van Vriezekoop is tussen 1592 en 1660 ook niets bewaard gebleven.

A-4485 deel van

De spaarndammerdijk is de dikke groene lijn (NL-LdnHHR, A-4485)

In de loop van de tijd vonden er aanpassingen plaats aan de morgenboeken. In een ambacht als Aalsmeer, waar veel land werd uitgeveend, de kwaliteit van het land niet zo goed was en veel land was afgeslagen door het Haarlemmermeer, ontstonden protesten tegen de nieuwe meting. Na de eerste morgenboeken werd ervoor gekozen om het belastbare oppervlakte op te geven, niet het daadwerkelijke oppervlakte. Ik ben transportaktes tegengekomen waarbij de grootte van een stuk land werd weergegeven volgens het morgenboek en het molengeld, de belasting voor de bemaling van een gebied, waarbij de oppervlaktes niet overeen kwamen.

Bij het gebruik van morgenboeken voor genealogisch onderzoek, is het belangrijk om te bedenken dat de eigenaar en bruiker niet altijd actueel waren. Soms bleef iemand al geregistreerd als eigenaar, terwijl de persoon al overleden was.

Bronnen
De morgenboeken van Rijnland: Drie eeuwen ongeregeldheid door M.H.V. van Amstel-Horák
De morgenboeken van Rijnland door M.H.V. van Amstel-Horák
De Rijnlandse morgenboeken: Drie eeuwen prekadastrale registratie van grondbezit door Gert Koese

Fouten in de morgenboeken van Oudshoorn

Dit is een voorbeeld van waarom een morgenboek kritisch moet worden bekeken. Bij deze percelen missen meer eigenaars dan op andere plaatsen in de morgenboeken van Oudshoorn uit deze tijd, maar het zijn niet de enige fouten. De perceelnummers heb ik zelf aan de morgenboeken toegevoegd, die staan niet in de originelen. In de volgende tabel staan de perceelnummers, de eigenaars en het aantal morgen en roeden omgerekend naar het aantal morgen (6 morgen en 289 roeden is 6,48 morgen).

15411564156815801584158815921600
nr.eigenaarmorgeneigenaarmorgeneigenaarmorgeneigenaarmorgeneigenaarmorgeneigenaarmorgeneigenaarmorgeneigenaarmorgen
186Willem Pietersz2.83Pieter Gijsbertsz2.83mr. Gerrit van der Laen4.67jfr. Van Assendelft (bruiker Michiel Pietersz)4.67jfr. Van Assendelft (bruiker Michiel Pieter Ewoutsz)4.67jfr. Van Assendelft te Leiden (bruiker Michiel Pieter Ewoutsz)4.67Michiel Pieter Ewoutsz4.67Michiel Pietersz2.83
187Frans Jansz1.86Pieter Gijsbertsz1.83Michiel Pietersz1.86
188Hendrick Gerritsz3.98MISTMISTNeeltgen Leen Roeten3.92Govert Cornelisz3.92Govert Cornelisz3.92Govert Cornelisz3.92Govert Cornelisz3.98
189Boen Matheusz2.61Boen Matheusz4.25Jonge Boen Matheusz4.25Jan Buemen2.00Jan Buemen2.00Gerrit Bouman2.00Gerrit Bouman2.00Pieter Gerritsz Doven, Gerrit Willemsz Bouman2.61
190Alijt Dirck Jansz weduwe (bruiker Boen Matheusz)1.73Gerrit Buemen2.08Pieter Gerritsz Doven2.08Pieter Gerritsz Doven2.08Pieter Gerritsz Doven2.081.73
191Thijs Jacobsz6.94MISTMISTMISTSint Pieters Gasthuis te Amsterdam (bruiker Dirck Gerritsz Calckoven)7.00MISTMISTSint Pieters Gasthuis te Amsterdam6.94
192Jan Ewoutsz5.30Thonis Sijmonsz, Govert Cornelisz5.25Thonis Sijmonsz, Govert Cornelisz5.25Sijmon Thonisz2.67Sijmon Thonisz2.58Sijmon Thonisz2.58Sijmon Thonisz2.58Sijmon Thonisz2.65
Govert Cornelisz2.67Govert Cornelisz2.67Govert Cornelisz2.67Govert Cornelisz2.67Govert Cornelisz2.65
193Dirck IJsbrantsz1.75die zijde1.75Jacob Schouten zijde1.75MISTMISTMISTMIST1.75
194Marij Toenen3.08MISTMISTHarman Roeten3.08Harman Roeten3.08Alckemade (bruiker Cornelis Jansz)3.17Nicolaes van Alckemade (bruiker Cornelis Jansz Noortlander)3.17Nicolaes Florisz (Amsterdam)3.08
195Willem Jacobsz2.59Jacob Willem Jacobsz2.58Jacob Willem Jacobsz2.58Jan Willem Jacobsz kinderen5.33Jan Willem Jacobsz erfgenamen (bruiker Jan Jan Florisz)5.33Claes Jansz5.33Claes Jansz2.33Claes Jansz2.33
Louris Fransz2.58
196Jan Jansz2.81Aeltgen Jan Jansz weduwe2.75Thomas Jansz2.75Dirck Gerritsz Calckoven3.00Pieter Dircxsz Calckoven3.00
197Pieter Ewoutsz1.70MISTMISTMISTMISTMISTMISTMichiel Pietersz1.70
198Jacob Jansz Mouwen1.79MISTMISTMISTMISTMISTMISTCornelis Jacobsz Sprong1.79
199Marij Toenen2.47Cornelis Dircxsz2.42Cornelis Dircxsz2.42Cornelis Jacobsz Lans2.42Cornelis Jacobsz Lans2.42Cornelis Jacobsz Lans2.42Matheus Cornelisz2.42Cornelis Matheusz met zijn broers en zus2.47

Van de percelen 194, 197 en 198 missen de eigenaars tussen 1541 en 1600. Van perceel 188 is vanaf 1580 de eigenaar weer genoteerd. Van perceel 193 is vanaf 1580 niet duidelijk wie de eigenaar is en dat blijft zo tot ver na 1600. Van perceel 191 blijkt de eigenaar op een gegeven moment het Sint Pieter Gasthuis te Amsterdam te zijn, maar dat wordt niet elk jaar genoteerd.

In 1568 is bij perceel 195 een dubbele eigenaar genoteerd. Zowel Jacob Willem Jaepen als Louris Fransz zijn eigenaar van 2,5 morgen 1/2 hond. Louris Fransz komt in geen ander morgenboek terug. Het is onduidelijk wat Louris Fransz hier op deze plek doet. Misschien was hij in die tijd bruiker van het land van Jacob Willem Jaepen.

De percelen 189 en 190 hebben in 1541 een verschillende eigenaar en dezelfde bruiker. In 1564 en 1568 zijn ze in handen van één eigenaar, waarna ze weer gesplitst zijn in aparte percelen, maar met een ander formaat. In 1600 worden de oppervlakten hetzelfde genoteerd als in 1543, maar met Pieter Gerritsz Doven en Gerrit Willemsz Bouman als gezamenlijke eigenaars. Vanaf 1604 is Pieter Gerritsz Doven eigenaar van 2 morgen 1,5 hond en Gerrit Willemsz Bouman van 2 morgen 48 roeden. In 1628 worden weer de oppervlakten uit 1543 genoteerd. Interessant is dan om naar het morgenboek uit 1656 te kijken, wat meer informatie geeft. Daaruit blijkt weer dat Pieter Gerritsz Doven en Gerrit Willemsz Bouman samen eigenaar waren van 189 en 190. Een vergelijkbaar verhaal speelt zich af met de percelen 195 en 196. Deze percelen komen rond 1580 samen in handen van Jan Willem Jacobsz. In 1592 zijn Claes Jansz en Dirck Gerritsz Calckoven eigenaar, maar met de percelen hebben andere formaten. In 1600 gaat het weer terug naar de originele oppervlakten. Uit het morgenboek van 1656, hieronder weergegeven, blijkt weer dat de twee percelen samen moeten worden gezien.

Fol. 166 en 166v:
Willem Jacobsz eijgenaer ende bruijck groot ij morg iijC liiij roeden
Nu eijgenaer Sijmon Cornelisz met ij mor ij hont
Eijgenaer Claes Jansz met ij morgen ij h.
Jacob Paulsz met iij morg
Jan Jansz eijgenaer ende bruijcker groot ij morg iiijC lxxx roed
Nu eijgenaer Jacob Paulsz
Pieter Ewoutsz eijgenaer ende bruijcker groot j mor iiijC r

De accolade geeft aan dat deze twee percelen bij elkaar horen.

Het gebruik van morgenboeken als genealogische bron

Michiel en Annitgen zijn de kinderen van Sijmon Sijmonsz en Marritgen Claesdr (1). Sijmon Sijmonsz is in 1626 overleden (2) en komt niet voor in het hoofdgeld van 1623. Gezien Sijmon Sijmonsz zijn zoon Michiel had genoemd, leek het mij voor de hand te liggen dat hij op zijn beurt de zoon was van Sijmon Michielsz. Het probleem is echter dat het nergens hard wordt gemaakt in het rechterlijk archief van Oudshoorn. Gelukkig bieden de morgenboeken de oplossing.

160016041608161216161628
nr.eigenaarmorgeneigenaarmorgeneigenaarmorgeneigenaarmorgeneigenaarmorgeneigenaarmorgen
90Sijmon Michielsz2.25Sijmon Michielsz2.25Sijmon Michielsz2.25Sijmon Michielsz2.25Sijmon Michielsz2.25Sijmon Sijmonsz kinderen2.25
146Sijmon Michielsz6.48Sijmon Michielsz6.48Sijmon Michielsz6.48Sijmon Michielsz6.48Sijmon Michielsz6.48Sijmon Sijmonsz kinderen6.48

Sijmon Michielsz is tussen 1600 en 1616 eigenaar van een deel van de percelen 90 en 146. In 1628 zijn in beide gevallen de kinderen van Sijmon Sijmonsz de eigenaren van deze stukken land. In het protocol van opdrachten, overdrachten en kustingbrieven van Oudshoorn (toegangsnr. 113.1.02) zit een hiaat van 1607 tot 1622. De eventuele boedelscheiding van Sijmon Michielsz is dus niet bewaard gebleven. Het archief van de weeskamer van Oudshoorn begint pas in 1631, dus ook daar valt niks te vinden.

1. GA Alphen a/d Rijn, ORA Oudshoorn (toegangsnr. 113.1.02), inv.nr. 3, fol. 93v, d.d. 03-12-1632
2. GA Alphen a/d Rijn, ORA Oudshoorn (toegangsnr. 113.1.02), inv.nr. 2A, fol. 76v, d.d. 13-03-1626

Laatste update: 19-02-2024