De familie van Pieter Jansz Louwen
Inleiding
De aanleiding voor het onderzoek naar de familie van Pieter Jansz Louwen is het artikel Sporen naar de buurtschap Nieuwerbrug onder Waarder van Kees van Schaik. Er is niet veel materiaal voorhanden over de familie, dus voorzichtigheid is geboden. Uit de centrale akte is een groot deel van het gezin te herleiden. Pieter Jansz Louwen heeft twee broers met de naam Willem en Adriaen Jansz Louwen, die blijkbaar kinderloos zijn overleden.
De centrale akte
Wij Cornelis Jansz van Cadts schoudt, Jacop Willemsz jegenwoirdich ende Kors Henricxz oudt scepenen inden ambachte van Zwammerdam doen condich eenen ijegelicken dient behoor dat voor ons in p[er]sone gecomen ende gecompareert is geweest Roeloff Simonsz onsen secretaris alhier tot Swammerdam voorsz vuijten naeme ende als speciale procuratie hebbende van den erffgenamen van za. Jan Jansz Louw bij namen Dirck Cornelisz als man ende voocht van Geertgen Jans dochter, Claes Danielsz als man ende voocht van Aechgen Jans dochter, Adriaen Cornelisz voer hem zelven ende als gerechte voocht van d’innocente Joossgen Jans dochter ende Neeltgen Cornelis dochter vervangende in desen Jacob Vrancken van Camerick als meede voocht van den zelve Neeltgen, Dirck Thoenisz voor hem zelven ende intervenieerende voor zijn suster ende zijn joncxsten broeder, Luijt Lueloffsz als man ende voocht van Trijntgen Thoenis dochter, Henrick Thoeren als man ende voocht van Aechgen Thoenis dochter, Jan Thoenisz voor hem zelven, Eelgis Jansz voor hem zelven ende als oudtste zoon ende gerechte voocht van Annetgen Jans dochter zijn moeder meede intervenieerende voor sijn broeder ende susteren, Gerrit Beuijensz als man ende voocht van Annitgen Dircx dochter nagelaten dochter van Dirck Jansz Louw, ende Cornelis Daemsz van Oudtshoirn als man ende voicht van Adriaentgen Jans dochter blijckende bijde acte van den zelve procuratie ofte auctentijck extract vandien voor notaris ende getuijgen gepasseert in dato den xxviijen augusti anno 1596 die ons schoudt ende scepenen voirn. es vertoont ende gebleecken ende oeck vant begin totten eijnde voor gelesen. Ende bekende hij comparant voorn. vuijt crachte zijnder procuratie ende vuijten naem ende van wegen d’voirsz erffgenamen ende constituanten opgedragen, getransporteert ende overgegeven te hebben, draecht op, transporteert ende geeft over mits desen aen handen ende ten behouve van Cornelis Jan Elbertsz als man ende voocht van Marijtgen Jans dochter woenende tot Bodegraven zijnen erven ende nacomelingen in eenen vrijen eijgendomme een perceel lants groot omtrent drie mergen ende vijftalff hont onbegrepen der mate gelegen int Brouckvelt onder den schoudt ambachte van Swammerdam voorsz in alre manijeren als den voorn. Jan Jansz Louwen tselve mitter doot geruijmt ende achtergelaten heeft ende nu jegenwoordich bijden voorn. Cornelis Jan Elbertsz wort gebruijct streckende vanden Oudtbograver dijck tot achter aen Huijch Pieter Hoecken lant toe belent nu ter tijt aende oostsijde Jan Aelbertsz woenende tot Bodegraven ende Jan Jansz Versloot tot Reewijck ende aende westsijde Jan Huijgen aende zuijtsijde ende Jan Dircxz Buijterkerck beijde woenende tot Bodegraven voorsz. Ende hij comparant voorn. bekende vuijt crachte der voorsz procuratie ende van wegen d’voorsz erffgenamen van den voorsz Cornelis Jan Elbertsz van tselffde lant al wel vernuecht, voldaen ende betaelt te zijn den lesten penn. mitten eersten. Belovende hem ende zijnen nacomelingen tselffde rustelick ende vredelick te laten besitten ende gebruijcken van nu ten eeuwigen dagen voort belooft hij comparant van wegen als boven tselffde lant te waeren ende te vrijen onder tverbant van alle die goederen competerende die boven genommeerde personen inde voorsz procuratie genoemt roerende ende onroerende die zij nu ter tijt hebben off noch vercrijgen zullen. Submitterende die ende die huere vandien onder allen heeren, hoven rechten ende rechteren. Compareerde ter zelver tijt voor ons schoudt ende scepenen voorn. Cornelis Pietersz als achtergelaten zoone van za. Pieter Jansz Louw voor hem zelven vervangende ende hem in desen sterck maeckende voor Willem Diertensz als man ende voocht van Geertgen Pietersdr sijn suster ende bekende hij comparant zoe voer hem zelven ende van wegen den voorn. Willem Diertensz voor huer ende hueren nacomelingen meede getransporteert, gecedeert ende overgegeven te hebben gelijck hij transporteerde, cedeerde ende overgeeft midts desen aen handen ende ten behouve van den voorn. Cornelis Jan Elbertsz alle alsulcke gerechticheijt ende eijgendom als heurluijden eenichsins aen den voorsz drie margen ende vijftalff hont lants heeft gecompeteert zoe bij successie ofte erffenisse vanden voorn. Jan Jansz Louw haeren overleeden beste vader als vuijt crachte van zeeckere weddinge ofte naestinge die eertijts bij haere voochden tot haeren behoueve daer van es gedaen. Bekennende den voorn. comparant voor hem ende van wegen den voorn. Willem Diertensz van tselffde lant vuijt handen vn den versz Cornelis Jan Elbertsz ten vollen vernuecht ende betaelt te wesen den lesten penn. mitten eersten. Belovende over zulcx d’voirn. Cornelis Jan Elbertsz ende zijnen nacomers in goede vreetsamige gebruijckt van tselve lant te laeten blijven zonder hem daer eenich hinder off molestatie inne te doen ofte laeten doen ende off den voorn. Cornelis Jan Elbertsz off den possesseur vant voorsz land tot eenigen tijden van hem comparant off vanden voorn. Willem Diertensz off ijemant van hueren tweegen eenijge molestatie zouden mogen gecrijgen ende tselffde lant voor zoe veel als hemluijden angaet nijet rustelick ende vredelicken zouden mogen gebruijcken daer vooren stelt ende verbint voorn. Cornelis Pietersz comparant alle zijn ende zijnen erven goederen hebbende off vercrijgende geen exempt die ende die huere vandien subiect maeckende allen hoven, rechten ende rechteren omme tselffde daer aen te mogen verhalen ende doen executeren mit allen costen daer omme gedaen all zonder bedroch. Des toorconde soe heb ick schoudt voorsz desen brieve met mijnen vuijthangende zegel bezegelt ende wij scepenen voorn. hebben die elcx onderteijckent duer versoecke der voorsz comparanten actum den xviijen meije anno xvjC ende een.2
De erfgenamen van Jan Jansz Louw verkopen een stuk land aan Cornelis Jan Elbertsz. Roeloff Simonsz, de secretaris van Zwammerdam, regelt de overdracht namens een aantal erfgenamen van Jan Jansz Louw. Uit de dikgedrukte zin blijkt dat Cornelis Pietersz en Geertgen Pietersdr, getrouwd met Willem Diertensz, de kleinkinderen zijn van Jan Jansz Louw. De bovenstaande akte geeft dus de gelegenheid om de familie op een rijtje te zetten.
De morgenboeken van Reeuwijk
De Broekvelden vallen onder Zwammerdam, maar het morgengeld wordt betaald onder Reeuwijk. Het gaat om twee delen. Van oost naar west het blok van de Nieuwekade (Ruijge kade) tot de Oude Reeuwijker uitweg (Wt wech) en het blok tussen de uitweg en de Dammenkade (Warmoes kade en waterijng).3
Het stuk land uit de akte, 3 morgen 4,5 hond groot, is in het morgenboek van 1544 terug te vinden in het eerste blok. De genoemde sloeten zijn in de kaart te vinden als de Reeuwijkse en Sluipwijkse Sloen, onder de schou weterijng.
Jan Louwens zoon zijn landt streckende van die sloeten tot die Bougraverdijck ende is groot iij mergen iiijc lj r[oeden]4
Het land is door de loop van de tijd te volgen. Eerst het morgenboek van 1564/1565.
Jan Jansz Lou – iij5 margen j5 hont
Dan in 1567.
Jan Jans Louwen – iii5 mor. i5 hont
Het morgenboek van 1580.
Jan Jansz Louwen erffgenaemen iij m. iiii5 hont
Cornelis Jan Elbertsz ende Ghijsbert Jonge Dircken gebruijckers
In 1584.
Jan Jansz Louwen erffgenaemen – iij morghen iiij5 hondt
In 1588.
Cornelis Jan Elbertsz – iij m. iiij5 hont
En tenslotte in 1600. In dat morgenboek wordt weer teruggegrepen op het morgenboek van 1544.
Nu eijgenaer ende gebruijcker Cornelis Jan Elbertsz
Er is nog een stuk land wat hier relevant is, in 1544 genoemd in het tweede blok onder Broekveld.
Jan Jans zoon Lou met Jonghe Aert Wit haer landt ende is groot ix mergen iiijc xxvj r[oeden]5
Dit land blijkt in 1564 in handen te zijn van Wouter Sijmonsz. Vanaf 1580 is Jannetgen, zijn weduwe, de eigenaresse. In 1600 komt deze inschrijving weer terug.
Nu eijgenaer ende gebruijckster Jannetgen weduwe van Wouter Sijmon zoon
De 9 morgen 4 hond zit in de erfenis die Cornelis Pieter Aelbertsz en Wijventgen Woutersdr nalaten aan hun kinderen en kleinkinderen6. Wijvetgen zal een dochter zijn van Wouter Sijmonsz en Jannetgen, die het land lange tijd in bezit hebben gehad.
Genealogie
I. Jan Louwensz, korenmolenaar, won. te Bodegraven.
Bezit in 1544 bovengenoemde 3 morgen 4,5 hond land in het Broekveld onder Zwammerdam.
Jan Lou/Louwe/Louwen/Louwez wordt genoemd in de kohieren van de 10e penning te Bodegraven van 1543/1544. Hij betaalt als molenaar voor het windrecht en bezit een boomgaard. Hij wordt voor 45 stuivers en nog eens 4,5 carolus gulden aangeslagen onder de noordzijde van de Rijn. In 1553 staan er twee huizen op zijn naam, een leeg huis aangeslagen voor 3 gulden (onveranderd in 1556) en het huis waar hij woont voor 6 gulden (op naam van Jan Jansz Lou in 1556). De korenmolen staat in 1553 geregistreerd op de namen van Jan Louwenz en Adriaen Jansz, zijn zoon. In 1556 wordt Arijen Jansz molenaar genoemd. In 1553 is Jan Louwesz molenaar nog eigenaar of huurder van 7 morgen 4,5 hond land in de Noordzijderpolder.7
Op 22 december 1535 betaalt Jan Louwerijs, molenaar te Bodegraven, 3 carolus gulden voor windrechten voor een korenmolen in Bodegraven.8
Uit dit huwelijk:
1. Jan Jansz Louwen, volgt II.
II. Jan Jansz Louwen, won. te Bodegraven.
Bezit in 1544 samen met jonge Aert Wit bovengenoemde 9 morgen 4 hond land.
Jan Jansz Lou wordt genoemd in de kohieren van de 10e penning te Bodegraven van 1543/1544. Hij is een van de gezworenen en bruikt 35 morgen eigen land en nog eens 2,5 morgen gelegen in de Meije. In 1553 en 1556 is hij een van de taxateurs. Die 2,5 morgen hooiland in de Meije staat ook in de kohieren van 1553, 1556 en 1561. Hij is ook eigenaar van 43 morgen 2 hond land in de Noordzijderpolder. In het kohier van 1561 wordt dit land beter beschreven: met huis en berg, 2 morgen teelland, 16 morgen hooiland en de rest weiland. In 1556 huurt Jan Jan Lou nog 4,5 morgen land van de kerk van Bodegraven en in 1561 verhuurt Jan Janz Lou te Bodegraven een huis in het dorp aan Heijnrick Arijensz.
7-1-1563: Voor Gerrit van Sichem, kastelein van de landen van Woerden, en Dirck van Boshuijsen, baljuw van Voshol, kwamen Adriaen Ghijsbertsz Vriesz, Jan Jansz Lou, Joest Bueckelsz, Jan Rutsz, Daniel Claesz, Cornelis Sijmonsz, Thomas Dircksz, Heijnrick Claes Danielsz en Heijndrick Cornelis Jansz, samen buurluiden te Bodegraven, ook namens de andere buurluiden uit Bodegraven die land bezitten of gebruiken in het Broekveld, gelegen onder de Broekvelder of Reeuwijker molens. Er is gehoor gegeven aan hun verzoek dat ze jaarlijks twee kroosheemraden mogen benoemen die in Bodegraven wonen en hun land in Broekveld hebben. Die hebben mede toezicht op de molens, kaden, bruggen, enz.9
BODEGRAVEN
147. 3 gaarden land gemeen met Huge Gerrit Rampenz. in 9 gaarden, in een weer genaamd Claes Brunertsweer, belend aan de zeezijde: Willem Gijbenz., aan de landzijde: Lambrecht Lambrechtsz.
14-11-1545: Jan Jansz. Lou te Bodegraven na overdracht door Cornelis Jansz.
17-12-1580: Adriaen Cornelisz. te Waerder bij dode van zijn vader Cornelis Jansz., die het leen geërfd had van zijn vader Jan Jansz. Lou.
17-7-1589: Jacob Bam te Haerlem na overdracht door Adriaen Cornelisz. te Waerder.10
Uit dit huwelijk (volgorde onbekend):
1. Jan Jansz Louwen, volgt IIIa.
2. Willem Jansz Louwen, volgt IIIb.
3. Adriaen Jansz, volgt IIIc.
4. Pieter Jansz Louwen, volgt IIId.
5. Dirck Jansz Louwen, volgt IIIe.
6. Annitgen Jansdr, volgt IIIf.
7. Adriaentgen Jansdr, volgt IIIg.
8. Marijtgen Jansdr, volgt IIIh.
9. Cornelis Jansz Louwen, volgt IIIi.
10. Onbekend, volgt IIIj.
IIIa. Jan Jansz Louwen.
Uit dit huwelijk (volgorde onbekend):
1. Geertgen Jansdr, tr. Dirck Cornelisz.
2. Aechgen Jansdr, tr. Claes Danielsz schoenmaker, zoon van Daniel Claesz.
3. Joosgen Jansdr, innocent.
8-6-1593: Op huijden den viijen junij anno xvC drieentnegentich zoe es een does mit brieven inde weeskist gestelt toecomende d’innocente Joosgen Jan Louwen dochter woenende nu ter tijt binnen der steede van Woerden.
23-4-1601: Dese does mitte brieven daer in zijnde es opten xxiijen aprilis ao. xvjC ende een bij Claes Danielsz ende Cornelis Pietersz erffgenamen van den voorsz Joosgen vuijte weeskist gelicht int bij wesen van Cornelis Dircxz, Henrick Andriesz ende Claes Jacopsz weesmrn. tot Bodegraven.11
3-10-1593: Pieter Jacopsz kuiper als man en voogd van Trijntgen Danielsdr, wonende te Bodegraven, verkoopt aan Claes Danielsz, zijn zwager, ook wonende te Bodegraven aan de Zuidzijde, een gerecht vierde deel van ca. 19 morgen land, waarvan Claes Danielsz zelf een gelijk vierde deel bezit, hen aangekomen door het overlijden van hun ouders of broers en zussen. De 19 morgen is gelegen in het Broekveld onder Zwammerdam, strekkende van de Zuidzijderkade tot de Wellekamp, belend ten oosten Adriaen Huijbertsz en Leenaert Huijbertsz, broers, en ten westen voornoemde Claes Danielsz.12
6-12-1595: Claes Danielsz schoenmaker, onze mede broeder in het ambt, machtigt Anthonis van Slichterhorst en Willem Zas, procureurs bij de Hoge Raad en het Hof van Holland, Jacop de Bont en Jan de Bont, zijn zoon, te Leiden, Pieter Cornelisz Soes en Michiel Brontsz te Gouda, Pel Adriaensz te Oudewater, Evert Dielffsz en Anthonis Pietersz te Woerden, Gerrit Ghijsbertsz bode(?), Maerten Goijtensz(?) en Johan Woutersz te Bodegraven, Ermbout Aertsz en Claes Ghijsbertsz Tibbe te Zegveld, Hagen Claesz en Jan Pietersz, Claes Jansz Verheij te Reeuwijck, Johan van Cats oud-schout te Zwammerdam, Bartholomees Meesz te Nieuwkoop, Jan Bouwensz te Aarlanderveen, Claes Woutersz te Ter Aar, Jan Jansz schout van Oudshoorn te Alphen, Roeloff Ariensz en Cornelis Ariensz Lodder te Hazerswoude.13
Claes Danielsz staat vanaf 1580 geregistreerd in de morgenboeken van de Zuidzijderpolder en Weipoortpolder onder Bodegraven. Hij is eigenaar van de percelen 27 en P. Deze percelen zijn afkomstig van Daniel Claesz, zijn vader, die in 1564 de eigenaar is. Dit is uit het morgenboek van 1612.
Daniel Claesz sijn landt geteijckent met xxvij ende es groot – xvj margen ij5 hont xxxiij roe
Nu eijgenaer ende gebruijckers Eeijchgen Claes Daeniels weduwe met Daen Claesz haer soon14
IIIb. Willem Jansz Louwen, won. te Alphen.
Willem Jan Louwen staat in het kohier van de 10e penning van Bodegraven uit 1553 geregistreerd als huurder van 8 morgen 3 hond land met huis, berg en schuur ten zuiden van de Rijn van de kinderen van Aert Jansz.
18-10-1567: Willem Jansz Lou, wonende te Alphen, verkoopt aan Adriaen Jansz alias den Moijen, wonende mede te Alphen, zijn hennep die hij dit jaar heeft geteeld, ca. 800 pond, met een rode koe en de tarwe dat hij in zijn huis heeft liggen om te dorsen, voor 75 gulden. Idem verkoopt hij aan Pieter Jansz Lou, zijn broer, wonende te Bodegraven, een nieuwe wagen en verschillende koeien.15
IIIc. Adriaen Jansz, tr. Annichgen.
Arijen Jansz molenaer staat in het kohier van de 10e penning van Bodegraven uit 1553 geregistreerd als eigenaar van een korenmolen, samen met zijn vader Jan Louwenz. In het kohier van 1556 staat hij geregistreerd als eigenaar van 12 morgen 4,5 hond land in de Noordzijderpolder.
9-5-1586: Daem van Oudtshoirn Pietersz, eertijds door de baljuw en welgeboren mannen van Voshol gesteld tot toeziener over de desolate boedel van Aelbrecht Pietersz molenaar en Marijtgen Maertensdr, zijn huisvrouw, beiden overleden. Eerder was aangesteld tot toeziener Cornelis Verbeeck, secretaris van Voshol, maar die was inmiddels overleden. De korenmolen met uiterdijk, huis en getimmerte, door Aelbrecht Pietersz en zijn huisvrouw achtergelaten, is door voornoemde Verbeeck als curator en onder toezicht van de comparant op 28-12-1581 verkocht aan Cornelis Dircxsz Magerman, waard bij de Overtocht in Zwammerdam. Door Cornelis Dircxsz is het verkocht aan Floris Jansz, die het op zijn beurt heeft verkocht aan Huijbrecht Henricxsz, die het onlangs heeft verkocht aan Cornelis Willemsz, molenaar van Delft. Sinds de koop door Cornelis Dircxsz Magerman zijn er geen eigenbrieven gepasseerd. Voornoemde Oudtshoirn, met consent van Cornelis Dircxsz en Huijbrecht Henricxsz, die mede compareren, geeft over aan Cornelis Willemsz voornoemde korenmolen met uiterdijk, huis en getimmerte, gelegen onder Zwammerdam, strekkende van de Rijn over de Hoge en Lage Rijndijk tot Geerloff Jacop Woutersz, belend ten oosten Willem Jansz en ten westen de erfgenamen van mr. Gerrit Henricxsz. Het is belast met 8 gulden erfpacht per jaar toekomende Geerloff Jacop Woutersz en 4 gulden per jaar aan windrecht. Cornelis Willemsz neemt tot last de rest van de custingbrief, nu 81 gulden, toekomende Annichgen Adriaen Jansz molenaars weduwe; nog de custingbrief van 306 gulden toekomende voornoemde Daem van Oudtshoirn, nu eigendom van Aper Fransz, brouwer in De Dubbele Hellebaard te Delft; nog de custingbrief van 300 gulden toekomende Jan van Cadts schout van Zwammerdam. De koper neemt tot last 53 gulden toekomende het weeskind van voornoemde Aelbrecht Pietersz en Marijtgen Maertensdr en 40 gulden toekomende de schuldeisers van voornoemde Aelbrecht en zijn huisvrouw. Betaald met een custingbrief van 837 gulden.16
De molen in 1653 in handen van Marritgen Meesen van Clevesteijn, weduwe van Hendrick Arijensz Verhoeck. In 1675 blijkt de boedel verlaten en staat de korenmolen bij de Overtocht er niet meer. Deze zal door de Fransen zijn afgebrand.17
De korenmolen bij de Overtocht, voorganger van De Arkduif (Ten Bruggencate-nr. 16161).18
IIId. Pieter Jansz Louwen, tr. N.n. Hagendr, won. te Bodegraven.
Pieter Jan Louwen staat in het kohier van de 10e penning van Bodegraven uit 1561 geregistreerd als huurder van 18 morgen land, waarvan 3 morgen teelland en de rest weiland, met huis en berg te Bodegraven en 16 morgen 1 hond hooiland te Zwammerdam van Willem Jansz Vergou.
Pieter Jansz Louwen bezit in 1564/1565 een stuk land van 4,5 in het Broekveld, in het tweede blok.
Pieter Jansz Lou – iiij5 margen
In 1567 heeft hij nog eens 6 morgen land in bezit.
Pieter Jan Louwen – x5 mor.
18-10-1567: Willem Jansz Lou, wonende te Alphen, verkoopt aan Pieter Jansz Lou, zijn broer, wonende te Bodegraven, een nieuwe wagen en verschillende koeien.19
10-1-1581: Jan Hagensz en Adriaen Cornelisz als gerechte bloedvoogden van de twee weeskinderen, door Pieter Jan Louwen nagelaten, verkopen aan Jannetgen Wouter Sijmonsz weduwe ca. 4,5 morgen land gelegen in het Broekveld onder Zwammerdam, strekkende van de Oud-Bodegraafsedijk tot Jacop Meesz, belend ten oosten de vaarwetering en ten westen de kinderen van Pieter Aelbertsz op de Nesse.20
10-1-1581: Jan Hagensz en Adriaen Cornelisz als gerechte bloedvoogden van de twee weeskinderen, door Pieter Jan Louwen nagelaten, verkopen aan Adriaen Dircxsz schoenmaker ca. 6 morgen land gelegen in de Wonne onder Zwammerdam, strekkende van de Groenewegsewetering tot aan de Ziende, belend ten noorden de erfgenamen van Pieter Dircxsz en ten zuiden Jonge Jan Danielsz.21
12-6-1581: Adriaen Cornelisz als voicht van Pieter Jan Louwen weeskinderen claecht over Henrick Gerrit Loeffsz woenende tot Bodegraven ende zeijt dat hij zeeckere coop gebrocht heeft in onse ongeboden erff welcke coop wij gerechtelicken bewet ende benaest hebben nae rechte ende costume vande lande, ende hebben opte landen geweest met schoudt ende gerechte ende huer zallaris gegeven ende hebben aert roeringe ende gras roeringe gedaen staende met onse wissel ende gereeden gelt, presenterende het zelve opde coop, presenteerende noich zijnder eenige brieven gepasseert wijncoop gegeven gereet gelt betaelt, tselffde all nae te doen dat den coper voor gedaen mach hebben nae rechte ende costume als boven. Concludeert d’eijscher als voicht vande voirsz kinderen alsoet van huere witte vader is gecomen dat den verweerder gehouden zall wesen deese coop in te brengen bij staende vierschaer ende dat mit dit wedde alle wedde geleijt zall worden seggen dat recht is ende versoeckt vonnisse. Actum als boven.
Die voirsz perthije heeft de cope ingebrocht zoe dat mit dit wedde alle wedden geleijt zijn.22
Deze Adriaen Cornelisz is waarschijnlijk de zoon van Cornelis Jansz Louwen, neef van de kinderen. Jan Hagensz is voogd van moederskant. Dan zal Adriaen Cornelisz voogd van vaderskant zijn.
BODEGRAVEN
145. 1 morgen vrij land in het huisweer, waar Allaert Hermansz. woont, belend aan de landzijde: heer Dirck van Egmonde, ridder, aan de zeezijde: Gerrit Ramp Engebrechtsz. en Allaert Hermansz.
26-1-1563: Pieter Jansz. Louwe te Bodegraven na overdracht door Dirck Willemsz.
14-3-1579: Cornelis Petersz. te Bodegraven, onmondig, oom: Adriaen Cornelisz., bij dode van zijn vader Peter Jan Louwenz. aldaar, en draagt het leen over aan Jan Willemsz. mede aldaar.23
De twee stukken land van 4,5 morgen en 6 morgen zijn in 1580 niet meer in het bezit van Pieter Jansz Louwen. De 4,5 morgen wordt door Jannichgen, weduwe van Wouter Sijmonsz, in 1584 verkocht aan Willem Claesz24. De zes morgen wordt in 1587 door Adriaen Dircxsz verkocht aan Aert Cornelisz snijder25. De 6 morgen wordt later in tweeën gesplitst. In 1608 wordt 3 morgen 2 hond verkocht aan Gerrit Pietersz in de Wonne26, maar eerder is 2 morgen 3,5 hond in handen gekomen van Pieter Dircxsz (Pieter Dirck Gerrewertsz) en Geertgen Ariensdr. In 1612 wordt dit land door Dirck Adriaensz Twaelffhoven, oom en voogd van hun kinderen, aan Gerrewert Dircxsz, een andere oom van de kinderen, verkocht27.
BODEGRAVEN
40. 2½ morgen land in Bodegraven, strekkend van de heerweg tot de Oude Mye, oost: Jan Albertsz., west: Bokel Jansz.
17-3-1564: Pieter Lau Jansz. bij overdracht door Joost Bokelsz., LRK 106 fol. 78.
2-8-1568: Pieter Lau Jansz., LRK 107 fol. 15.28
Uit dit huwelijk (volgorde onbekend):
1. Cornelis Pietersz.
2. Geertgen Pietersdr, tr. Willem Diertensz Ramp.
IIIe. Dirck Jansz Louwen, tr. Hillichgen Bouwensdr.
Dirck Janz Lou wordt in het kohier van de 10e penning van Bodegraven uit 1561 genoemd als eigenaar van 18 morgen land met huis en berg, waarvan 2 morgen teelland, 6 morgen hooiland en de rest weiland, gelegen in de Noordzijderpolder.
Dirck Jansz Lou en zijn zwager Harman Bouwensz zijn samen eigenaar van een stuk land van 6 morgen in het tweede blok van het Broekveld in 1564/1565. In 1567 komen hun namen niet meer voor in het morgenboek.
Gerrit Beuijensz en Hillichgen Bouwensdr, weduwe van Dirck Jan Louwen, zijn schoonmoeder, worden genoemd als belenders van Haessgen Willemsdr, weduwe van Jan Hagensz. (Misschien de Jan Hagensz die voogd is van de kinderen van Pieter Jan Louwen.)29
Uit dit huwelijk:
1. Annitgen Dircxdr, tr. Gerrit Beuijensz.
15-11-1621: Gerrit Beuijensz en Anna Dircxdr, echtelieden, wonende aan de Nieuwerbrug onder Bodegraven, beiden gezond, maken hun testament op. Ze benoemen tot erfgenamen Dirck Gerritsz, hun zoon, en Lijsbeth Gerritsdr, hun dochter, mitsgaders de kinderen van Hillichgen Gerritsdr, mede hun dochter, elk voor een derde deel. Hillichgen Gerritsdr krijgt, naast haar legitieme deel, ook de lijftocht van hetgeen haar kinderen zullen erven.30
IIIf. Annitgen Jansdr, tr. Jan Eelgisz.
Ontfanck vande kercken goederen binnen Woerden op toude lant ende huijrente.
Ontfangen van Jan Eelgesz. opden laesten Juni van huijs rente, die zomme van f 2-02-00.
Ontfangen van Jan Eelgesz. voorsz., actie als boeven, die zomme van f 2-10-00.31
Item Jan Eelgisz. opten Rif geeft siaers twee gulden twee stuvers.
Verschijnende sint Jan inde somer, facit f 2-02-00.
Item Jan Eelgisz. geeft jaerlicx van eeuwige renten 2 gulden 10 st.32
Uit dit huwelijk:
1. Eelgis Jansz, tr. 1e Beatris Jansdr, tr. 2e Weijntgen Joostendr.
2. Broer
3. Zus
Eelgis Jansz was in 1590 hoge heemraad van het Waterschap van Woerden.33
13-8-1594: Elijas Jansz is akkoord met Jacob Hugensz de Hooch en Christoffel Jansz als voogden van Jan Eelgisz, weeskind van Eelgis Jansz, verwekt bij Beatris Jansdr, zijn overleden huisvrouw. Het kind heeft recht op 3.200 gulden, waarover jaarlijks 200 gulden aan rente wordt gerekend.34
22-10-1606: Weijntgen Joostensdr, huisvrouw van Eelgis Jansz pannenbakker, burger van Woerden, ca. 42 jaar oud, mitsgaders haar dienstmaagden Marrichgen Pietersdr, ca. 22 jaar, Neeltgen Cornelisdr, ca. 23 jaar, en Jannichgen Heijnricksdr, ca. 22 jaar oud, verklaren op het verzoek van Aeltgen Pietersdr, huisvrouw van Jan Dircksz Penninck.35
8-9-1616: Weijntgen Joostendr, nagelaten weduwe van Elijas Jansz, poorteresse van Woerden, machtigt Clarebout de Jonge, wonende te Tiel, om te ontvangen van Willem van Beugel, schipper te Nijmegen, 46 gulden die zij tegoed had vanwege geleverde pannen en plavuizen.36
WOERDEN
85B. 3 morgen op Oudeland in het kerspel Woerden in het Sticht Utrecht (1440: tiend-; 1511: en tijns-; vrij), boven: de papenprove van de kerk van Woerden, beneden: Jacob die Hoge met nr. 85A.
15-4-1620: Adriaan Jansz. voor Beatrix Eelgisdr. bij dode van Wijntje Joosten, haar moeder, 95 fol. 15.
85F. ½ morgen, waar de steenoven op staat, van voren in te meten.
4-4-1620: Gijsbert Eliasz. van Meerland bij overdracht door Beatrix, dochter van Eelgis Jansz., 95 fol. 15v.
90C. De eerste boomgaard met huis, timmering, bepoting en beplanting buiten Woerden naast de boomgaard, gebruikt door Eelgis Jansz., oost: Jan van Linschoten.37
IIIg. Adriaentgen Jansdr, tr. Cornelis Daemsz van Outshoorn.
Cornelis Daemsz van Oudtshoorn is in 1606 arbiter of getuige in de akte waarin de familie van Jan Jacobsz Trompetter, nedergeslagene, een regeling treft met Aelbert Gerritsz van Benthem, handdadige, zoon van Gerrit Aelbertsz, schout van Waarder.38
Dat is meteen de enige vermelding die ik heb kunnen vinden van Cornelis Daemsz van Outshoorn. Hij is de zoon van Daem Pietersz van Outshoorn, eerst schout van Bodegraven (voor 1580), later van Kortenhoef (vanaf 1591).
Uit dit huwelijk o.a.:
1. Pieter Cornelisz van Outshoorn.
De volgende akte geeft inzicht in de nakomelingen van Daem Pietersz van Outshoorn.
5-10-1645: Pieter Cornelisz van Outshoorn, met procuratie van za. Laurus Daemensz van Outshoorn, gepasseerd voor notaris Jan Cornelisz Verlaen en getuigen te Weesp op 13-1-1641, voor een vierde deel, voornoemde Pieter Cornelisz, voor zichzelf en zich sterkmakende voor zijn broer en de kinderen van zijn broers en zussen, voor het tweede vierde deel, Jan en Cornelis Jacobsz Coppert, voor hen zelf, naast hun broer Barent Jacobsz Coppert, erfgenamen van hun overleden ouders voor het derde vierde deel, Huijch Jacobsz de Hooch als voogd van de weduwe van Pieter Florisz, benevens Daem Florisz, tot het laatste vierde deel gerechtigd, machtigen Daem Florisz van Outshoorn en Barent Jacobsz Coppert om uit hun naam te ontvangen en Meijnert Gout, gewezen secretaris van Kortenhoeff, tegenwoordig wonende te Amsterdam, de resterende kooppenningen van een stuk veenland, gelegen in het gerecht van Kortenhoef, waar in twee akkers lenroerig zijn aan het huis van Loendersloot, door de constituanten aan Meijnert Gout verkocht volgens de koopcedul van 22-1-1642.39
IIIh. Marijtgen Jansdr, tr. Cornelis Jan Elbertsz Wiltenburg.
Cornelis Jan Elbertsz heeft een zus Trijntgen, in 1585 reeds overleden, die met Willem Claesz drie kinderen heeft gekregen, en een zus Oetgen, ook overleden in 1585, die met Jan Ghijsbertsz van Noorden twee kinderen heeft gekregen40. Hij wordt in 1593 genoemd in de weeskamer van Bodegraven, samen met zijn zus Trijntje Jan Elberts en nichtje Joosje Jan Louwens41.
De weeskinderen van Marijtgen Jansdr, verwekt bij Cornelis Jansz Wiltenburg, een inventaris en kavelcedul van hun moeders boedel, een rekening van de gemene boedel, een rekening van de kinderen, allen van 23-3-1634, met verschillende acties en obligaties met de vertichtbrief in en doos, samen op een inventaris gestelt, samen berustende bij voornoemde Cornelis Jansz en de inventaris in de weeskist.
2-5-1649: Een doos met brieven gelicht door de kinderen van Cornelis Jansz van Wiltenburg, ten overstaan van Cornelis Jansz, Jan Huijbertsz Vermij en Huijbert Cornelisz van Wiltenburg. Het betreft Gijsbertgen en Cornelia, verwekt Cornelis Jansz en Marrigien Jansdr, ter afronding van de voogdij.42
26-10-1643: Dirck Jansz Koukercker, wonende te Bodegraven, verkoopt aan de drie kinderen van Cornelis Jansz Wiltenburch, verwekt bij za. Marrijtgen Jansdr, een perceel hooi- en weiland gelegen in het Broekveld onder Zwammerdam, ca. 4 morgen 5,5 hond groot, strekkende van de Oudbodegraverdijk tot de Wonne of Groenewegsewetering, belend ten zuiden Mathijs Cornelisz Verhoeck en ten noorden Pieter Jansz van der Giessen, belast met een memorie van 9 duiten per jaar aan de pastorie van Reeuwijk.43
26-10-1643: Cornelis Dirck Gerrewertsz, voor zichzelf en zich sterkmakende voor zijn kinderen, verkoopt aan de drie kinderen van Cornelis Jansz Wiltenburch, verwekt bij Marrijtgen Jansdr, een perceel hooiland gelegen in het Broekveld onder Zwammerdam, ca. 4,5 morgen, strekkende van de Oudbodegraverdijk tot Jacob Gerritsz Craen c.s., belend ten westen Cars Willemsz van Leeuwen en ten oosten Jan Huijbertsz Vermij de oude.44
Uit dit huwelijk (volgorde onbekend):
1. Huijbert Cornelisz Wiltenburg, tr. Stijntje Cornelisdr uit Linschoten.
2. Cornelia Cornelisdr Wiltenburg, tr. Gerrit Aertsz Verswaen.
3. Gijsbertje Cornelisdr Wiltenburg, tr. Jan Huijbertsz Vermij (de oude of de jonge).45
IIIi. Cornelis Jansz Louwen.
Uit dit huwelijk:
1. Adriaen Cornelisz.
2. Neeltgen Cornelisdr.
BODEGRAVEN
147. 3 gaarden land gemeen met Huge Gerrit Rampenz. in 9 gaarden, in een weer genaamd Claes Brunertsweer, belend aan de zeezijde: Willem Gijbenz., aan de landzijde: Lambrecht Lambrechtsz.
14-11-1545: Jan Jansz. Lou te Bodegraven na overdracht door Cornelis Jansz.
17-12-1580: Adriaen Cornelisz. te Waerder bij dode van zijn vader Cornelis Jansz., die het leen geërfd had van zijn vader Jan Jansz. Lou.
17-7-1589: Jacob Bam te Haerlem na overdracht door Adriaen Cornelisz. te Waerder.46
18-5-1617: Ermpgen Gerritsdr, weduwe van Pieter Adriaensz van de Lange Weide, wonende in de Zuidzijde van Bodegraven, geassisteerd door jonge Gerrit Jansz Vermij en Bouwen Willemsz, haar voogden, Heijndrick Pietersz, voor zichzelf, en Jan Jacopsz, wonende in de Lange Weide, als oom en voogd van de minderjarige kinderen van Pieter Adriaensz, hebben op 8-5-1617 voor het gerecht van Bodegraven ten behoeve van Neeltgen Cornelisdr, weeskind van jonge Cornelis Jan Lauwen, wonende in het dorp Bodegraven, voor Ghijsbert Corstiaensz schout, Claes Danielsz en Gerrit Dircxsz kleermaker, schepenen aldaar, gepasseerd een losrentebrief met een hoofdsom van 1.100 gulden met een losrente van 35 gulden 15 stuivers. Als onderpand geldt ca. 6 morgen 1 hond land met huis, berg en schuur gelegen in de Zuidzijde van Bodegraven en een partij land van ca. 3 morgen gelegen in de Bodegraver Kampen onder Zwammerdam, strekkende van de Afwetering tot de Oudbodegraverdijk, belend ten oosten Claes Roeloffsz en ten westen het Weeshuis te Leiden.38
Adriaen Cornelisz is waarschijnlijk de voogd van Cornelis en Geertgen, weeskinderen van Pieter Jansz Louwen.48 Dat is al in 1581. Blijkbaar is Neeltgen Cornelisdr in 1601 alleenstaand (ongehuwd of weduwe), aangezien Adriaen Cornelisz en Jacob Vrancken uit Kamerik voor haar optreden als voogd. Het zou vreemd zijn dat deze Neeltgen Cornelisdr in 1617 nog beschouwd zou worden als een weeskind van Cornelis Jan Lauwen, want ze zal toch wel minimaal 50 jaar oud zijn. Het kan haast niet anders dan dat bovenstaande Neeltgen Cornelisdr een ander persoon is.
NB. Niet te verwarren met de Cornelis Jan Lourisz en Neeltje Aertsdr uit Hazerswoude49. De zonen noemen zich later Lock.
XII. Onbekend.
Uit dit huwelijk (volgorde onbekend):
1. Dirck Thoenisz.
2. Zus
3. Trijntgen Thoenisdr, tr. Luijt Lueloffsz.
4. Aechgen Thoenisdr, tr. Henrick Thoeren
5. Jan Thoenisz.
6. Jongste broer
Luijt Lueloffsz geeft vanwege zijn naam de meeste aanknopingspunten. Een (te) vroege vermelding van een Luijt Luloffsz is te vinden in de weeskamer van Montfoort. Daar zou op 8-8-1571 (o.s.) een Luijt Luloffsz geldverstrekker zijn50. Ik denk niet dat dit correct is. In de akte lees ik dat Lelijff Jansz, wonende te Diemerbroek, 200 schilden leent van de weeskinderen van Jan Jaspersz. In de marge worden Claes en Luijt Luloffsz, broers, genoemd met als datum 8-8-1591 (o.s.). Luijt Ludolphsz leent geld van de weeskinderen van de overleden Anna Luijten, verwekt bij Ludolph Claesz51.
Luijt Leuloffsz en Anthonis Luijtensz verkopen, als bloedvoogden van Maritgen Pietersdr, het onmondige weeskind van de overleden Pieter Luijtensz, aan Neeltgin Roelen, weduwe van Pieter Luijtensz, alles wat Pieter Luijtensz door zijn dood heeft achtergelaten. Ze zijn betaald met een uitkoopbrief52. Deze Anthonis Luijten, broer van Pieter en zoon van Luijt, woont in Papekop. Hij heeft o.a. nog een broer met de naam Leuloff53. Teunis Luijten wordt op 6-5-1651 begraven in de kerk van Oudewater.
AFKORTINGEN
AHR: Archief Hoogheemraadschap Rijnland
ELO: Erfgoed Leiden e.o.
GAAR: Gemeentearchief Alphen aan den Rijn
NA: Nationaal Archief
OV: Ons Voorgeslacht
RHCRL: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard
NOTEN
1 Ons Voorgeslacht 774, 2024.
2 GAAR, ora Zwammerdam 15A, fol. 140v, 18-5-1601 (FS scan 266/535).
3 AHR, Collectie kaarten, A-4121.
4 AHR, morgenboeken Reeuwijk 6391, fol. 12.
5 Ibidem, fol. 24v.
6 GAAR, ora Zwammerdam 18, fol. 109v, 21-1-1627 (FS scan 252/375).
7 De 10e penning van Bodegraven van 1543/1544, 1553, 1556 en 1561 zijn bewerkt door N.P. den Hollander.
8 NA, 3.01.27.01, inv.nr. 152/192.
9 AHR, Oud Archief Rijnland 6401.
10 Repetorium op de lenen van de hofstad te Hontshol, 1253-1770 door C. Hoek.
11 RHCRL, wk Bodegraven 5A, fol. 11.
12 GAAR, ora Zwammerdam 15A, fol. 53av (FS scan 178/535).
13 RHCRL, ora Reeuwijk 1, fol. 47 (FS scan 53/393).
14 AHR, morgenboeken Bodegraven 9410a, 1612 (scan 55/92).
15 ELO, ona Leiden 1, fol. 202v (pagina 157/204) .
16 GAAR, ora Zwammerdam 15, fol. 62 (FS scan 68/535).
17 GAAR, ora Zwammerdam 23, fol. 131v, 28-10-1675 (FS scan 439/500).
18 Als noot 3.
19 Als noot 15.
20 GAAR, ora Zwammerdam 15, fol. 8v (FS scan 14/535).
21 Ibidem, fol. 9 (FS scan 14/535).
22 GAAR, ora Zwammerdam 1 (FS scan 28/550).
23 Als noot 10.
24 GAAR, ora Zwammerdam 15, fol. 42v, 31-5-1584 (FS scan 49/535).
25 Ibidem, fol. 73v, 9-8-1587 (FS scan 80/535).
26 GAAR, ora Zwammerdam 16, fol. 14v, 14-4-1608 (FS scan 329/535).
27 Ibidem, fol. 93, 30-11-1612 (FS scan 407/535).
28 Repertorium op de lenen van de hofstede Brederode, 1264-1803 door J.C. Kort.
29 GAAR, ora Zwammerdam 15A, fol. 139v, 9-5-1601 (FS scan 265/535).
30 RHCRL, ona Woerden 8499, aktenr. 193.
31 Geannoteerde goederen, inv.nr. 4589, Rekening van Jan Wijten (A. van der Tuijn).
32 Geannoteerde goederen, inv.nr. 250, Blafferd van de geestelijke goederen en van de gilden van Woerden (A. van der Tuijn).
33 RHCRL, ona Woerden 8496, aktenr. 261, 14-2-1590.
34 RHCRL, ona Woerden 8502, aktenr. 1.
35 RHCRL, ona Woerden 8498, aktenr. 64.
36 RHCRL, ona Woerden 8499, aktenr. 126a.
37 Repertorium op de lenen van de hofstede De Haar, 1382-1666 door J.C. Kort.
38 RHCRL, ona Woerden 8498, aktenr. 54, 26-5-1606.
39 RHCRL, ona Woerden 8510, aktenr. 42, 5-10-1645.
40 GAAR, ora Zwammerdam 15, fol. 53v, 11-8-1585 (FS scan 60/535).
41 Als noot 11.
42 RHCRL, wk Bodegraven 2, fol. 15.
43 GAAR, ora Zwammerdam 20, fol. 11v (FS scan 326/645).
44 Ibidem, fol. 12 (FS scan 326/645).
45 RHCRL, ora Bodegraven 1, fol. 87v, 23-7-1674 (FS scan 103/488).
46 Als noot 10.
47 GAAR, ora Zwammerdam 16A, fol. 39 (FS scan 517/535).
48 Als noot 21 en 22.
49 GAAR, ora Hazerswoude 18, fol. 197, 23-2-1579.
50 RHCRL, wk Montfoort 109, fol. 14.
51 Ibidem fol. 139, 22-8-1582 (o.s.).
52 RHCRL, ora Reeuwijk 3, fol. 5, 22-6-1620 (FS scan 10/665).
53 RHCRL, ona Woerden 8532, aktenr. 76, 30-12-1650.
Laatste update: 23 december 2024.