Oudschildgeld - Nederkwartier deel 2
Het register van het oudschildgeld is te vinden in het archief van Het Utrechts Archief:
HUA, Inventaris van de archieven van de financiële instellingen van de landsheer 1529-1581 en van daarop volgende gewestelijke besturen (toegangsnr. 37), inv.nr. 1674.
In de eerste regel worden de eigenaar en bruiker genoemd uit 1536 met het bedrag verschuldigd aan oudschildgeld. In de tweede regel volgt de situatie uit 1599. Het register van het oudschildgeld is zelf gedateerd op 1600. Oudschild werd hier m.n. gebruikt als rekeneenheid en heeft een waarde van 42 stuivers.
[Bestand 5, fol. 1]
Tweede deel vanden oudtschiltboucke vamdem Nederquartiere s’landts van Utrecht inhoudende de oude en nieuwe aengebrochte landen, mitsgaders de namen van de oude ende nieuwe eijgenaers ende bruijckers der selver landen, aengebracht in jaare xvC negen ende tnegentich ende bij de gedeputeerden vande staten s’lands van Utrecht voorsz, inden jaare van sestienhondert aldus gedresseert
t’Nederquartier
tweede deell
[Bestand 6, fol. 2]
Taeffel
Brueckelen der ed. heeren staten gerecht folio 7
Brueckelen Niemoedes gerecht 17
Brueckelen proostije 39
Brueckelre-waart St. Mariens gerecht 49
Brueckelreveen 55
Die Vijff-houven 67
Oost-weert 68v
Maerssen 70
Maerssen-broeck 91
Maersse-veen 105
Thien-hoeven 115
Suijlen 122
West-broeck 131
[Bestand 7, fol. 2v]
Achthien-hoeven 145
Oost-veen 168
Willigen ende Langerack 216
Lopick 239
Seven-hoeven 294 [= Lopikerkapel]
t’Gheijn 299
t’Nedereijndt van Jutphaes 303
Galencoep 336
Papendorp 353
Ouden Rhijn ende Heijcop 355
[Bestand 11, fol. 7]
Brueckelen der ed. heeren staten gerecht
Dat autaer van onser liever vrouwen tot Brueckelen acht hondt lands, bruijckt Ghijs Jansz t’sjaars om twee karl. gul. vijfftien st., facit j oudt schilt xiij st.
Nu eijgenaar die heere van Nijenrode, ende wert gebruijckt bij Henrick Thonisz Timmerman
Noch Ghijs Jansz voorsz drijmergen lands, hem selven toebehoorende, geestimeert bij eede t’sjaars de mergen om twee kar. gul. facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar die heere van Nijenrode, ende wert gebruijckt bij Hendrick Thonisz Timmerman
Gerrit Fredricxz een acker lants van omtrent een mergen lants, bruijckt Gerrit Gerritz t’sjaars om j oudt schilt xiiij st.
Nu eijgenaar Jan Gerritsz van Atteveldt, ende wert bij hem selffs gebruijckt
[Bestand 12, fol. 7v]
Sijmon de Waal twee mergen lands bruijckt Gerrit voorsz ‘t sjaars om viij kar. guldens facit iij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Gerritsz van Atteveldt voorn.
Cornelis Jan Pouwelsz drij mergen lands bruijckt Gerrit voorsz ‘t sjaars om vj phs. gul. [facit] iij oud schilt xxiiij st.
Nu Barbara Aerts weduwe eijgenaerster, ende wert gebruijckt bij Bartholomaeus Aertsz
Heer Gerrit de Waal vier d’halve mergen lands, bruijck Gerrit voorsz, ‘t sjaars om iij mudt weijdts, ‘t mudt xxxv st. ende een stop botteren xxxv st. facit iij oud schilt xiiij st.
Nu heer Gerrit van Schadijck als possesseur van een vicarie, ende bruijckt Jan Wouterz
Heer Aert in Westbroeck, thien hondt lants, bruijckt Gerrit voorsz ‘t sjaars om iiij kar. guldens facit j oud schilt xxxviij st.
Nu toebehoorende deselve vijcarije, ende bruijckt d’heer van Nijenrode
[Fol. 8]
Die pastorije tot Brueckelen thien honds lands, bruijckt Gerrit voorsz ‘t sjaars om viij5 kar. guldens facit iiij oud schilt ij st.
Nu toebehoorende d’selve vicarije, ende bruijkt d’heer van Nijenrode
Jan van Doernick, een halve hoeff lands, bruijckt Gerrit voorsz ‘t sjaars om x oud schilt
Nu eijgenaar Henrick Cornelisz van Pallaes, ende wert gebruijckt bij Jan Wouterz
Mijn vrouw van Schagen, t’waelff mergen lands, bruijckt Jacob Joosten t’sjaars om xix kar. guldens iiij st. facit ix oud schilt vj st.
Nu eijgenaersse die vrouw van Saesfelt, ende wert gebruijckt bij Jan Woutersz
Henrickgen van der Hoest vijfft’halve mergen lands, bruijckt Jacob voorsz d’mergen t’sjaars om twee gouden gulden facit vj oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgenamen van Gijsbertgen Aert Kievits weduwe ende bruijckt Cornelis Jaspersz
[Bestand 13, fol. 8v]
Die Calander broeders, ses mergen lands, bruijckt Jacob voorsz d’mergen sjaars om ij phs. gulden facit vij oud schilt vj st.
Nu toebehoorende deselve broederschap, ende bruijckt Cornelis Thonisz
Die maerschalck van der Eem, thien mergen lands, bruijckt Herman Wernartz ‘t sjaars om xxiiij k. gul. facit xj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar van vijff mergen jonckr. Jan van Gernen, bruijcker Evert Gerritz, ende van de andere vijff mergen, eijgenaar ende bruijcker Jan Woutersz
Die capell tot Brueckelen, drij mergen lands, bruijck Herman voorsz t’sjaars om viij k. gul. x st. facit iiij oud schilt ij st.
Nu toebehoorende deselve vicarije, ende bruijckt Dirck Spijcker
Noch bruijckt Herman voorsz drij mergen lands, hem selven toebehoorende, bij eede sjaars om viij k. guldens facit iij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter Melissen
[Fol. 9]
Heer Gerrit van der Wall, een mergen lands, bruijckt Herman voorsz t’sjaars om xx st.
Nu eijgenaar Jan van den Bongaert, ende bruijckt Cornelis Peter Theuniz
Noch die pastoer tot Brueckelen een mergen lands, bruijckt Herman voorsz t’sjaars om xx st.
Nu Jan van den Bongaert voorsz in eeuwige onversuijmelijcken erff-pacht competerende, ende wert gebruijckt bij Cornelis Peter Thoenisz
Joffrouw Ruijschen mit haar adherenten twee mergen lands, bruijckt Herman voorsz t’sjaars om j oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Peter Tonisz
Die heeren van Ste. Marien ‘t Utrecht vier hondt lands, bruijckt Herman Loeffsz t’sjaars om ij phs. gulden facit j oud schilt viij st.
Nu eijgenaars deselve heeren van Ste. Marien, ende bruijckt Willem Ansemsz
[Bestand 14, fol. 9v]
Pauwels Jansz en Pauwels … acht mergen lands, hen beijden toebehoorende, geestimeert bij eede ‘t sjaars de mergen twee phs. gul. facit jx oud schilt xxij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Jacob Cornelisz van derdalff mergen, ende Cornelis Jan Thoenisz vande reste
Die kerck tot Brueckelen seven hondt landt, bruijckt Goost Ponsz ‘t sjaars om x kar. guldens facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaars Cornelis Jansz van Tricht iij5 hont, Willem Jansz Wildt van een hont lxxv roeijen, ende Gijsbert Reijersz van een hondt lxxv roeijen
Jan van Schroijesteijn acht mergen landt, bruijckt Evert Dircxsz ‘t sjaars om xj oudt schilt, ij stoppen botteren, elcke stop xxxv st. facit xij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar jonckr. Dirck Canter, ende bruijcker Cornelis Peter Thoenisz
Jan van Leeuwen met sijn adherenten twee mergen lands, bruijckt Evert voorsz t’sjaars om iiij5 kar. gulden facit ij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Peter Thoenisz
[Fol. 10]
Alijdt Zalms derdehalff mergen lands bruijckt Jan Willemsz t’sjaars om ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Woutersz
Jacobgen Jan die Basters, acht hondt landt haar selver toebehoorende, t’sjaars om j oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Reijersz
t’Convent van Oude-neerden, achthien mergen lands, bruijckt Ghijsbert Petersz t’sjaars om xxvj phs. gulden facit xv oud schilt xx st.
Nu eijgenaars ‘t selve convendt, ende bruijcker Gerrit Cornelisz Broeck
Die weduwe Ruijsschen met hare adherenten vijff mergen lands, bruijckt Gerrit Jacobsz tsjaars om elff gouden gulden facit vij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars den armen poth van St. Jacob t’Utrecht, die kinderen van Cornelis Adriaessen Brouwer, ende Peter Hendricxsz elck voor een derdendeel, ende wert gebruijckt bij Peter Hendricx voorsz
[Bestand 15, fol. 10v]
Noch twee mergen lands hem selffs te weten Gerrit Jacobsz voorsz toebehorende geestimeert bij eede de mergen op drij kar. guldens facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaersse Anna Adriaen Jansz Brouwers weduwe, bruijcker Jan Cornelisz
Brand Willemsz vier hondt landt hem selffs toebehoorende t’sjaars om j oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jasper Jansz
Mijn vrouw van Schagen, zeven mergen lands, bruijckt jonckr. Willem Torck
Nu eijgenaar Hendrick Corssen van Pallaes
t’Convent vande Carthuijsers derde-halff mergen landts, bruijckt Jan Danielsz de mergen t’sjaars om xxx st. facit j oud schilt xxxiij st.
Nu eijgenaars t’selve convent ende bruijcker Jacob Cornelisz
[Fol. 11]
Noch deselve ander-halve mergen lands, bruijckt t’convent voorsz selffs geestimeert bij eede t’sjaars om vijff phs. guldens facit ij oud schilt xlj st.
Nu eijgenaars t’selve convent vande Carthuijsers, bruijcker Jacob Cornelisz voorsz
Noch bruijckt Jan Danielszen voorsz twee mergen lands hem selven toebehorende t’sjaars bij eede den hoop om j oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jacob Cornelisz voorsz
Eelgis Jansz, bruijckt drij mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede t’sjaars den mergen om twee phs. gul. facit iij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Anthonis Huijgensz
Cornelis Dircxz een halve mergen lands, hem selven toebehorende bruijckt Hendrick Woutersz t’sjaars om vij kar. gulden facit iij oud schilt xiiij st.
Nu toebehoorende de kerck van Brueckelen ende bruijckt Cornelis Jansz de Rijck
[Bestand 16, fol. 11v]
Wouter Ghijsbertz seven hondt landt bruijckt Dirck Henricxz t’sjaars om j oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Jacob Janssen
Die heeren van Oude-Munster t’Utrecht een mergen lands, bruijckt Jan Hendricxz t’sjaars om xl st.
Nu eijgenaersse ende bruijckster Berber Aerts
Noch anderhalff hondt lands Jan voorsz selver toebehoorende, geestimeert bij eede t’sjaars om vj kar. gul. facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaersse ende bruijckster Barber Aerts
Goert van Voorn, acht mergen lands bruijkt Jan Reijerz t’sjaars om xxj k. gul. ij stoppen botteren de stop xxxv st. facit xj oud schilt xxviij st.
Nu toebehoorende d’erffgen. van Loenresloot mit haar mede-werckers, die daar toe gerechticht souden mogen wesen ende bruijkt J.J. Jansz
[Fol. 12]
Die kerck tot Brueckelen, twee mergen lands, bruijckt Jan voorsz t’sjaars de mergen om twee gul. facit j oud schilt xxxviij st.
Die kerckmeesters van Brueckelen persisteren bij t’voorgaende, ende Jan Jacob Jansz seijt dat de voorsz twee mergen hem toebehooren, ende dat hij daar jaarlijcx seecker geldt uijt reijckt, ten behouve vande kercke tot Brueckelen, die vrouwe broederschap, ende die pastorije aldaar, ende bruijckt de voorn. Jan Jacobsz deselve twee mergen
Herman Fredericxz negen-d’halve mergen lands hem selver toebehoorende, t’sjaars bij eede geestimeert op een oudt-schilt den mergen facit viij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaar die heer van Nienroede, bruijcker Dirck Spijcker
Noch Harman Fredericxz acht-thalff hont lands, Arent Oncoop ‘t sjaars om x k. gul. facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar die heer van Nienroede, bruijcker Dirck Spijcker
[Bestand 17, fol. 12v]
Die heeren van St. Marien t’Utrecht thien mergen ende vier hondt lands, bruijckt Ghijs Schoudt ‘t sjaars om vij oud schilt
Nu eijgenaars d’selve heeren van Ste. Marien, bruijckster Weijn Gerrit Spijckers weduwe
Willem Turck, een hoff-stede daar Hendrick Wouterssen een huijs op staende heeff t’sjaars om j5 oudt schilt
Nu eijgenersse Elsjen Henricx, bruijcker Joost van Hernen
Frederick Jansz tot Maerssen achtien mergen lands, bruijckt Ghijsbert Jan Bennen ‘t sjaars om lx k. gul. facit xxviij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaar van negen mergen Aelt Jansz, bruijcker Jan Jansz in d’Proestije, ende vande ander negen mergen eijgenaars d’erffgenamen van Ghijsbertien Aert Kievets weduwe, bruijcker Cornelis Jaspertsz
[Fol. 13]
Noch die pastoer tot Bruecken, zesthien mergen lands, bruijckt Ghijsbert voorsz ‘t sjaars om xviij oudt schilt
Int aenbrengen van desen is gemist, soo daar niemand eenige wetenschap van en heeff, noch oijt oudt-schilt-gelt daar van betaalt is geweest, ende oock inde legger die in dit voorsz gerecht gehouden wort, geroijeert is
Noch onse lieve vrouwe autaer tot Brueckelen, acht hondt lands, bruijckt Ghijsbert voorsz t’sjaars om ij k. guldens xvij5 st. facit j oud schilt xv5 st.
Nu toebehoorende ‘t selve autaer, bruijckers Jan Gerritz van Attevelt voorde een helfft, ende Worm Wormsz voor d’ander helft
Jacob Wernartz een huijsinge, ende een hoffstede geestimeert op j oud schilt
Nu eijgenaar Jan Jacobsz Brouwer, bruijcker Ernst Jasperssen
[Bestand 18, fol. 13v]
Noch wat erven tot Brueckelen
Mijn vrouw van Schagen negen mergen lands, bruijckt Gerrit Marcelisz t’sjaars om ix kar. guldens, facit iiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaar jonckr. Gerrit van Rede heer van der Horst, bruijcker Willem Ansemsz
Noch de kerck van West-brouck derde-halff mergen lands, bruijckt Gerrit voorsz ‘t sjaars om iiij k. gulden facit j oud schilt xxxviij st.
Die heeren van St. Peters ‘t Utrecht een mergen lands, bruijckt Reijer Jansz t’sjaars om j oud schilt
Nu eijgenaars deselve heeren, bruijckt Jan Gerritsz in erff-pacht
[Fol. 14]
Joncker Willem Turck een hoffken, bruijckt Jan Cornelisz t’sjaars om xxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker die heere van Nienroede
Willem Jansz, een huijsken geestimeert op j oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Petersz de Leeuw
Jacob Cornelisz, een huijsken geestimeert op xxx st.
Nu eijgenaar Cornelis Jacobsz molenaar, bruijcker Jan Ruijterz Raeijmaker
Joncker Willem Turck, ses ende vijfftich mergen lands, bruijckt Cornelis Gerritz ‘t sjaars om jC l kar. guldens facit lxxj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar de heer van Nienroede, bruijcker Cornelis Joostenz sijn bouwman
[Bestand 19, fol. 14v]
Noch joncker Willem Turck vier mergen lands, bruijckt hij selver, geestimeert op viij gulden, facit iij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker die heer van Nienroede
Item noch een camp van den pastoir groot twee mergen, bruijckt Willem Turck voorsz, geestimeert op iiij gulden facit j oud schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijfft aen den pastorije, ende bruijct die heere van Nienroede
Noch een camp van twee mergen de mergen geestimeert op twee phs. gul. facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker die heere van Nienroede
Item noch een camp van vier mergen geestimeert op ix kar. gulden facit iiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker die heer van Nienroede
[Fol. 15]
Item noch ses mergen bruijckt joncker Willem voorsz om xiij kar. gulden xiiij st. facit vj oud schilt xxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker die heer van Nienroede
Novalia
Mijn vrouw van Schagen, seven mergen lands, bruijckt joncker Willem Turck
Nu eijgenaar Henrick Corssen van Pallaes, ende bruijckt Jan Woutersz geestimeert ‘sjaars op v oudt schilt
[Bestand 21, fol. 17]
Brueckelen Nienroedes gerecht
Sijmon Martz thien mergen lands, bruijckt Henrick Willemz tsjaars om x phs. gul. facit v oud schilt xl st.
Nu eijgenaar ende bruijcker J. Hermanz gisen
Frans van Marten, vierdehalff mergen lands, bruijckt Aelbert Henricxz t’sjaar om iij5 gulden gulden facit ij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar joncheer Willem van Zuijlen van Nieveldt, ende bruijckt Cornelis Peterz
Onse lieff-vrouwen autaer, ende St. Anna autaer tot Brueckelen eenen mergen lands, bruijckt Aelbert Heijn bij eede t’sjaers om eenen gouden gulden facit xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Petersz
Noch ‘twaelff-thalve mergen lands Aelbert
[Bestand 22, fol. 17v]
voorsz selver toebehoorende, geestimeert bij eede ‘t sjaars om xj5 gouden gulden facit vij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Petersz
Thomas Aelbertsz weduwe een hoeff landts bruijckt Cornelis Jacobsz t’sjaars om xl gouden guldens facit xix oud schilt ij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Jan van Druenen, ende bruijckt Ghijsbert Jacobsz
Neelken Thomas ende Folpert Foeijt, een halve hoeff lands, bruijckt Cornelis voorsz t’sjaars om x gouden gulden facit vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars de voorsz erffgen., ende bruijckt Ghijsbert Jacobsz voorsz
Herbert van Mijnden, een hoeff lands, bruijckt Eldert Lubbertz om xxv kar. gul. facit xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar joncr. Wouter van Mijnden, ende bruijckt Pauwels Pauwelz
[Fol. 18]
Noch heer Jan Briele, een halve hoeff lands, bruijckt Elbert voorsz ‘t sjaars om vij5 kar. gulden facit iij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den vicarie van Ruwiel, ende bruijckt Pouwels Pouwelz voorsz
Noch heer Jan voorsz een hoff-stede bruijckt Cornelis Adriaenz ‘tsjaars om iij k. gul. facit j oud schilt xviij st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz vicarije van Ruwiel, ende bruijckt Barber Aerts weduwe
Pelgrum van Hoeijs weduwe twaelff mergen lands, bruijckt Heijn Roelen t’sjaars om xvij5 phs. gulden, een stop botteren voor xxxv st. facit xj oud schilt x5 st.
Nu eijgenaars mr. Anthonis van Loon mit juffr. Elisabeth van Loon sijn suster, ende bruijckt Ernst Peterz
Jan van den Nees, vier mergen lands, bruijckt
[Bestand 23, fol. 18v]
Heijn voorsz t’sjaars om vj phs. gulden facit iij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaers de erffgen. van joncker Bentinck, ende bruijckt Ernst voorsz
Noch Peter Gerrit Franckensz vier mergen landts, bruijckt Heijn voorsz t’sjaars om iiij kar. guldens facit j oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Ernst Petersz
Noch vier morgen lands Heijn voorsz selffs toebehoorende geestimeert bij eede ‘t sjaars om vj phs. gulden facit iij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaars Ernst Petersz ende Henrick Anthoenisz Oncoep,met Petertgen Anthonisdr sijn suster, ende bruijckt Ernst Petersz voorsz
Die kerck van St. Marien ‘t Utrecht vier
[Fol. 19]
mergen lands, bruijckt Roeloff Willemsz ‘t sjaars om iiij phs. gulden facit ij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft aen den kerck voorsz, ende wert gebruijckt bij Ernst Petersz
Noch mijn vrouw van den Daal acht mergen lands, bruijckt Roeloff voorsz ‘t sjaars om jx phs. gulden facit v oud schilt xv st.
Den eijgendom blijft aen den voorn. vrouwe, ende bruijckt Ernst voorsz
Noch t’convent van de Witte-vrouwen ‘t Utrecht acht mergen lands, bruijckt Roeloff voorsz t’sjaars om acht phs. gulden facit iiij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijfft aen ‘t convent voorn., ende bruijckt Ernst voorsz
Noch Jacob Gerrit Henricksz, een halve
[Bestand 24, fol. 19v]
mergen lands, bruijckt Roeloff Willemsz t’sjaars om iiij kar. gulden facit j oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter Jansz
Noch Jacob voorsz omtrent drij hondt lands, hem selver toebehoorende, ende hij bruijckt ‘t sjaars om iij kar. gulden facit j oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck Willemsz
Mijn vrouw van St. Servaes ‘t Utrecht, thien mergen lands, bruijckt Jan Eelgisz tsjaars om x5 stop botteren, die stop om xxxv st. [facit] viij oud schilt xxxj5 st.
Den eijgendom blijfft aende voorn. vrouwe, ende bruijckt Jasper Bastiaensz
Noch Lambert Snoeij, vier-d’halve mergen lands bruijckt Jan voorsz geestimeert tsjaars om viij k. gul. facit iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom behoort nu toe Lambert Snoeij, ende bruijckt Jasper voorsz
[Fol. 20]
Noch Eelgis Jansz thien mergen lands bruijckt Jan voorsz ‘t sjaars om x phs. gul. [facit] v oud schilt xl st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jasper Bastiaenz
Noch onse lieff vrouwen autaer in Westbroeck, acht-thalve mergen lands, bruijckt Jan voorsz t’sjaars om xv kar. guldens facit vij oud schilt vj st.
Den eijgendom blijfft aen ‘t voorsz autaer, ende gebruijckt Gerrit Cornelisz Broeck
Noch Jan Eelgisz anderhalve mergen, ende is geestimeert op j5 stop botteren gereeckent tot j oud schilt x5 st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jasper Bastiaensz
Noch die kerck van Brueckelen een utterdijck, bruijckt Jan voorsz t’sjaars om v phs. gulden facit ij oud schilt xlj st.
Den eijgendom blijft aen den voorsz kerck, ende bruijckt Jasper Bastiaensz
[Bestand 25, fol. 20v]
Henrick Jansz acht mergen lands, bruijckt Eelgis Jansz ‘t sjaars om xviij gouden gul. facit xij oud schilt
Nu eijgenaar Jacob Jacob Eelgisz, ende bruijckt Jacob Gijsbertz
t’Convent vande Brigitten thien mergen lands, bruijckt Reijer Elbertsz ‘t sjaars om v gouden gulden een stop botteren gereeckent op xxxv st. facit vij oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft aent voorsz convent, ende bruijckt Hans Jansz
Die kerck van St. Marien t’Utrecht veerthien mergen lands, bruijckt Reijer voorsz t’sjaars om x oud schilt
Den eijgendom blijft aen den voorsz kerck, ende bruijckt Hans voorsz
Noch die kerck voorsz twee ende twintich mergen lands, bruijckt Cornelis Pietersz tsjaars om xxij phs. gul. facit xiij oud schilt iiij st.
Den eijgendom blijft aen den selve kerck, ende bruijckt Cornelis Cornelisz Cocq
[Fol. 21]
Beerntgen Francken een mergen lands, bruijckt Cornelis Petersz ‘t sjaars om iiij5 k. gul. [facit] ij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar Jasper de Sart, ende bruijck hij selver
Den abt van St. Pauwels ‘t Utrecht acht mergen lands, bruijckt Gerrit Sweeren t’sjaars om een half-vadt botteren geestimeert om viij kar. gulden facit iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijft aen den abdije voorn., ende bruijckt Jacob Jacob Eelgisz
Cornelis Ottensz vier-dehalve mergen lands, bruijckt Herman Louffsz tsjaars om iiij kar. gulden facit j oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar Willem Ansemsz, ende bruijckt hij selver
Noch die kerck tot Brueckelen een halven mergen
[Bestand 26, fol. 21v]
lands, bruijckt Herman voorsz t’sjaars om x st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz kerck, ende bruijckt Willem Ansemsz voorn.
Noch Henrick Jansz anderhalven mergen lands, bruijckt Herman voorsz ‘t sjaars om viij kar. gulden facit iij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijckers elck van den helft Jan Henricxz Roos ende Marij Baltus weduwe
Mijn vrouw van den Dale, ses ‘thalff mergen lands, bruijckt Gerrit Huijgensz ‘t sjaars om vj phs. gulden facit iij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den voorn. vrouwe, ende bruijckt Gerrit Ghijbsertz
Noch den abt van St. Pauwels ‘t Utrecht, drij mergen lands, bruijckt Gerrit voorsz ‘t sjaars om lviij st. [facit] j oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijft aen den abdije voorsz, ende bruijckt Gerrit Ghijsbertz voorn.
[Fol. 22]
Noch Peter Gerrit Franckensz een mergen lands, bruijckt Gerrit voorsz ‘tsjaars om xix st.
Nu eijgenaar ende bruijcker G. Ghijbertz voorn.
Gerrit Huijgen ende Gerrit Henricxsz sijnen swager drijentwintich en een halve mergen lands, bruijckt Gerrit Huijgen voorsz bij eede ‘t sjaars om xij gouden gulden facit viij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker G. Ghijsbertz voorsz
Die heeren van St. Peters t’Utrecht, acht mergen lands, bruijckt Peter Henricxsz ‘t sjaars om vij k. gulden iiij st. facit iij oud schilt xviij st.
Den eijgendom blijft aen den selve heeren, ende bruijckt Sijmon Reijersz
Die Ziel-priesters twaelf mergen lands, bruijckt
[Bestand 27, fol. 22v]
Gerrit Mercelisz, ‘t sjaar om vij k. gul. facit iij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom van den acht mergen blijfft aen den voorn. Ziel-priester, ende de resterende vier mergen behooren aen den vicarije van Ruwiel, soo te vooren daar inne gemist is, ende bruijckt d’voorsz twaelf mergen Willem Anssemsz
Noch thien mergen lands Gerrit voorsz selver toebehoorende bij eede geestimeert t’sjaars om x k. gul. facit iiij oud xxxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Willem Anssemz voorsz
Noch die pastoer tot Brueckelen een halve mergen lands, bruijckt Gerrit voorsz ‘tsjaars om x st.
Den eijgendom blijfft aen den pastorije voorsz, ende bruijckt Willem voorn.
Cornelis Dircxz seven d’halve mergen lands
[Fol. 23]
bruijckt Jan Danielz t’sjaars om xx5 k. gul. facit ix oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar Jan Cornelisz Bongenaar, ende bruijckt Cornelis Jansz Huijsman
St. Anna autaar tot Brueckelen vier mergen lands, bruijckt Jan Gerritz t’sjaars om iiij oud schilt iiij st.
Den eijgendom blijfft aan ‘t selve autaar, ende bruijckt Herman Henricxz
Gerrit Spijcker, een mergen lands, bruijckt Cornelis Jansz ‘t sjaars om ij phs. gul. facit j oud schilt viij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Gerritz van Atteveldt
Onse lieff vrouwen altaar tot Brueckelen een mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz ‘t sjaars om xl st.
Den eijgendom blijfft aen ‘t selve autaar, ende bruijckt Jan Gerritz van Atteveldt
[Bestand 28, fol. 23v]
Noch een mergen lands Cornelis voorsz selver toebehoorende ‘t sjaars bij eede om ij phs. gul. facit j oud schilt
St. Martens capell, vier mergen lands, bruijckt Aert Gerritz ‘t sjaars om viij k. guldens facit iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz capel, ende bruijckt Cornelis Jan Dirckxz
Noch die heeren van St. Peters ‘t Utrecht, vier d’halve mergen lands, bruijckt Aert voorsz ‘t sjaars om vij car. gulden facit iij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren ende bruijckt Cornelis voorsz
Noch een halve mergen lands Aert voorsz selver toebehoorende, bij eede ‘t sjaars om xx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Jan Dircksz voorsz
[Fol. 24]
Noch Gerrit Spijcker, drij mergen lands, bruijckt Aert voorsz ‘t sjaars om vj phs. gulden facit iij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers elck van den helffte, mr. Adriaen Jansz de Strick ende d’erffgen. van Cornelis Janssen Bongenaar
Noch een halve mergen lands daar Aert Gerritsz de een helfft, ende Gerrit Spijcker d’ander helfft aff toebehoort, bruijckt Aert voorsz ‘t sjaars om xxv st.
Nu eijgenaars ende bruijckers van d’een helffte mr. Adriaen Jansz de Strick, ende van d’ander helfft de erffgenamen van Cornelis Jansz Bongenaar
Juffrouw Grauwerts, sesthien mergen landts bruijckt Jan de Rijck t’sjaars om xxxvj kar. guldens facit xvij oud schilt vj st.
Nu eijgenaersse juffr. van der Maet weduwe van Nievelt, ende bruijckt Cornelis Jansz Hues
Delijaen Wittenssen ‘t Utrecht genoemt Cornelis
[Bestand 29, fol. 24v]
drij mergen lands, bruijckt Ghijsbert Janssen drooch-scheerder ‘t sjaars om iij oud schilt ix st.
Nu eijgenaersse ende bruijckxter Barber Aerts weduwe
Noch een vicarije op Ste. Peters autaer te Brueckelen een mergen lands, bruijckt Ghijsbert voorsz ‘t sjaars om j oud schilt iij st.
Den eijgendom blijfft aen den selve vicarije, ende bruijckt Berber Aerts weduwe
Die heeren van Ste. Peters ‘t Utrecht, sesthien mergen landts, bruijckt Cornelis Ghijsbertz ‘t sjaars om xvj phs. gulden facit ix oud schilt xxij st.
Den eijgendom blijfft aende selve heeren, ende bruijckt Jan Joostensz
Oth die kistemaker, vier d’halve mergen lants
[Fol. 25]
bruijckt Reijer Janssen, ‘t sjaars de mergen xxxviij stuvers facit iij oud schilt vij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Reijersz
Noch ‘t convent van den Dael, derd’halve mergen lands, bruijckt Reijer voorsz, die mergen om xxxviij stuijvers facit ij oud schilt xj st.
Den eijgendom blijfft aen ‘t selve convent, ende bruijckt Jan Reijersz voorsz
Noch de papelicke proven ende kerck tot Brueckelen, een mergen lands, bruijckt Reijer voorsz ‘t sjaars om xxxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Reijersz
Noch die heeren van Ste. Peters ‘t Utrecht, een hoffstede van vier hondt landts, bruijckt Reijer voorsz ‘t sjaars om vj k. gulden facit ij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Willem Jansz Wilt
[Bestand 30, fol. 25v]
Die heeren van Ste. Marien ‘t Utrecht, twintich mergen lands bruijckt Cornelis Petersz ‘t sjaars om xvij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren, ende bruijckt Jan Jansz van Rhijn
Noch Floris van Pallaes, ses mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz ‘t sjaars om xiij5 k. gul. [facit] vj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar Joost van Camons, ende bruijcken d’een helfft Jan Jansz van Rhijn, ende d’ander helfft Worm Wormsz
Noch Cornelis van Leeuwen, seven mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz ‘t sjaars om x oud schilt een stop botter tot xxxv st. facit x oud schilt xxxv st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Rijck van Bockhoven, ende bruijckt Jan Jansz van Rhijn
Heer Jan van Huchtenbroeck, sesthien mergen
[Fol. 26]
lands, bruijckt Gerbrant Cornelisz ‘t sjaars om xx oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Cornelis Jansz de Rijck, van thien mergen vier hondt, ende Gerrit Henricxz Backer van den resterende vijff mergen twee hondt
Noch Cornelis van Leeuwen, seven mergen lands, bruijckt Gerbrant voorsz ‘t sjaars om x oud schilt xxxv st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Rijck van Bockhoven, ende bruijcken daar van Cornelis Jansz de Rijck vier mergen vier hondt, ende Gerrit Henricxz Backer twee mergen twee hondt
Noch Cornelis voorsz vijff mergen landts, bruijckt Mees Aertz ‘t sjaars om xiiij k. guldens j stop botteren tot xxxv st. facit vij5 oud schilt
Nu eijgenaersse mijn vrouw van den Daell, ende bruijckt Worm Wormsz
Die heeren van Ste. Katrijnen ‘t Utrecht, acht-t’halve
[Bestand 31, fol. 26v]
mergen lands, bruijckt Heijmen Toorn ‘t sjaars om xiij kar. gulden ij5 st. facit vj oud schilt x5 st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz heeren, ende bruijckt Jan Wouterz
Noch vijffthalve mergen lands Heijman voorsz selver toebehoorende bij eede ”t sjaars om xiij5 kar. guldens facit vj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaersse juffr. van Leeuwen, bruijcker Jan Woutersz
Noch Floris van Pallaes, seven mergen lands, bruijckt Heijmen voorsz ‘t sjaars om xiij phs. guldens facit viij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar Joost van Camons, bruijcker Jan Woutersz
Noch die heeren van St. Jacobs ‘t Utrecht, vijff mergen lands, bruijct Heijmen voorsz t’sjaars om x phs. gulden facit v oud schilt xl st.
Den eijgendom blijft aen den selven heeren, ende bruijckt Cornelis de Weert inde Struijs
[Fol. 27]
Noch een vicarije St. Jacobs ‘t Utrecht daar Anssem Boll besitter off is, bruijckt Heijman voorsz ‘t sjaars om x phs. gulden facit v oud schilt xl st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz vicarije, ende bruijckt Cornelis voorsz
Noch die heeren van Oude-Munster ‘t Utrecht vijff-thalff mergen lands, bruijckt Heijman voorsz ‘t sjaars om vier gouden gulden facit ij oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen den selven heeren, ende bruijckt Gerrit Cornelisz Broeck
Mijn vrouw van den Dael, veerthien mergen lands, bruijckt Jan Thijmansz t’sjaars om xxxvj k. guldens facit xvij oud schilt vj st.
Den eijgendom blijfft aen den selve vrouwe, ende bruijckt de weduwe van Cornelis Claessen
Henrick Dircxz, drij mergen twee hondt lands
[Bestand 32, fol. 27v]
bruijckt Jan Thijmanz ‘t sjaars om vj phs. gulden xviij st. facit iiij oud schilt
Nu eijgenaar joncker Dirck Canter, ende bruijckt Herman jonge Joostensz
Juffr. van Wijck, thien mergen lands ende vier hondt, bruijckt Thijman Gerritsz ‘t sjaars om x oud schilt
Nu eijgenaar joncker Dirck Canter, ende bruijckt Herman voorsz
Henrick Passert, vier mergen lands erff-pachts behoort Thijman Gerritsz ‘t sjaars om xij kar. gulden facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar joncker Dirck Canter, ende bruijckt Herman voorsz
Noch seven morgen lands hem selffs toebehoorende bij eede ‘t sjaars om x oud schilt xv st.
Nu eijgenaar joncker Dirck Canter, ende bruijckt Herman voorsz
[Fol. 28]
Gherrit Willemsz ende Frans van Nienroede sesthien mergen lants bruijckt Gerrit Willemz t’sjaars om l k. gulden facit xxiij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar d’heer van Noortwijck, ende bruijckt Sijmon Jansz weduwe
t’Heijlich cruijs buijten de Wittevrouwen, acht mergen lands, bruijckt Gerrit Willemsz ‘t sjaars om viij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen ‘t selve gasthuijs, ende bruijcken Jan Thijssen ende Sijmon Jansz weduwe elck de helffte
Joncker Willem Turck, een mergen lands bruijckt Jan Woutersz ‘t sjaars om viij phs. guldens facit iiij oud schilt xxxij st.
wordt nu verhuert bij de kerckmrs. tot Brueckelen, ende gebruijckt bij Neeltien Ghijs Bierweerts weduwe
Noch Jan voorsz drij mergen lands hem selffs toebehoorende
Nu eijgenaersse ende bruijckster Neeltgen Ghijs Bierweerts weduwe
[Bestand 33, fol. 28v]
Die kelweertster van den Dael, seven mergen lands bruijckt Gerrit Gerrits die mergen ‘t sjaars om lv stuijvers facit ix oud schilt vij st.
Den eijgendom blijfft aen den selve kelweert., ende bruijckt Jonge Jan Gerrit Hermansz
Noch de heeren van Ste. Peters ‘t Utrecht acht mergen lands, bruijckt Gerrit voorsz ‘t sjaars om acht phs. guldens, facit iiij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren, ende bruijckt Jonge Jan voorsz
Noch Ste. Anna autaer tot Brueckelen, ses mergen lands, bruijckt Lubbert die B. t’sjaars om xij k. gulden facit v oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aen ‘t selve autaer, ende bruijckt mr. Adriaen Jansz de Strick
Lambert Snoeijen wed. twaelf mergen lands
[Fol. 29]
bruijckt Dirck Gerritz ‘t sjaars om xiij k. gulden iij stop botteren die botter getaxeert op xxxv st. facit vij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar Lambert Snoeije, ende bruijcken d’erffgen. van Ael Ermbouts
Die pastorije tot Brueckelen twee mergen lands, bruijckt Katrijn Aert Wouters weduwe t’sjaars om v k. gulden facit ij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz pastorije, ende bruijckt Worm Wormsz
Die abdisse van den Dale, sesthien mergen lands, bruijckt Cornelis Bruijnen t’sjaars om xxx5 k. gulden facit xiiij oud schilt xxij st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz abdisse, ende bruijckt Peter Jansz
Noch die maerschalck van der Eem, vier mergen
[Bestand 34, fol. 29v]
lands, bruijckt Cornelis voorsz ‘t sjaars om v k. gulden xiiij st. facit ij oud schilt xxx st.
Noch Adam van Diemens weduwe twee mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz ‘t sjaars om drij phs. gul. facit j oud schilt xxxiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Pieter Jansz voorsz
Noch de weduwe van Snellenbergh twee mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz ‘t sjaars om ij k. guldens xviij st. facit j oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Pieter voorsz
Noch Gerrit Hermansz een mergen lands, bruijkt Cornelis voorsz ‘t sjaars om xxxvij5 st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Pieter Jansz voorsz
[Fol. 30]
Die pastorije van Brueckelen, acht mergen lands, bruijckt Cornelis Aertz ‘t sjaars die mergen xxxiij st. facit vj oud schilt xij st.
Den eijgendom blijft aen den selve pastorije, ende bruijckt Jan Woutersz
Noch Trij Pouwels Ghijsberts weduwe vier d’half mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz, die mergen t’sjaars om xxxij st. facit ij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Woutersz
Noch Ghijs Danielsz erffgen. vierd’halff mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz die mergen ‘t sjaars om xxxij st. facit ij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Woutersz
Den abt van Ste. Pauwels ‘t Utrecht vijff mergen lands, bruijckt Ghijsbert Gerrit Dircxsz om v k. gulden x st. facit ij oud schilt xxvj st.
Den eijgendom blijfft aen den selve abdije, ende bruijckt Cornelis Ghijsz
[Bestand 35, fol. 30v]
Wouter Aertsz erffgen. tot Maerssen een halve hoeff lands, bruijckt Thijs voorsz bij eede ‘t sjaars om viij phs. gulden facit iiij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijft aen den voorn. Wouwe, ende bruijckt Thoems Jan Claesz
Noch Cors Jansz Pottebacker, acht mergen lands bruijckt Ghijs voorsz bij eede ‘t sjaars om viij phs. gul. facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar Willem Thomasz ende bruijckt Cornelis voorsz
Henrick Passert mit sijn mede werckers, twee mergen lands, bruijckt Jan Reijersz tsjaars om vj k. gulden facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Hendrick Frederixz Coster
Mijn vrouwe van den Daal, drij mergen lands
[Fol. 31]
bruijckt Lijsbert Rijck Ghijsbertz weduwe ‘t sjaars om iij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorn. vrouwe, ende bruijckt Thoems Jan Claessen
Ste. Martens capel ‘t Utrecht, twee mergen lands, bruijckt Floor Reijersz ‘t sjaars om iiij5 phs. gul. facit ij oud schilt xxviij5 st.
Den eijgendom blijft aen den selve capel, ende bruijckt Worm Wormsz
Marichien Gerrits Henricx weduwe ende Jacob Gerritsz haar zoon, derthien-d’halve mergen lands, bruijckt Huijch Jansz t’sjaar om xxxj k. gul. facit xiiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers elcx van den helffte D. Willemsz ende J. Jansz sijn swager
Wouter Petersz, ses mergen lands bruijckt
[Bestand 36, fol. 31v]
Thonis Peterz t’sjaars om xviij k. gul. [facit] viij oud schilt xxiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Anthonis Huijgensz
Noch de kelweerster van den Daal, ‘twaelf mergen lands, bruijckt Thonis Peterz voorsz ‘t sjaars om xxvj k. gul. facit xv oud schilt xx st.
Den eijgendom blijft aen den selve ende bruijckt Thonis Jan Claesz
Noch die Balier van St. Katharijna ‘t Utrecht vier mergen lands, bruijckt Thonis voorsz ‘t sjaars om xj k. gul. facit v oud schilt x st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz Balier ende bruijckt Thonis Jan Claesz
Die vrouw van Schagen thien morgen lands
[Fol. 32]
bruijckt Gerrit Marcelisz tsjaars om x k. gul. facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar joncker Gerrit van Rede heer van der Horst, ende bruijckt W. Anssemz
Noch Wouter Willen-ham ‘twaelff mergen lands, bruijckt Gerrit voorsz ‘t sjaars die mergen om een goudt gul. facit viij oud schilt
Nu eijgenaar joncker Aelbert van Armelen, ende bruijck W. Anssemz
Gerrit van Raephorst acht mergen lands bruijckt Harman Dircxz ‘t sjaars om xv phs. gul. een stop botteren, tot xxxv st. facit ix oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Herman Joostensz
Joncker Willem Turck, twaelff morgen lands
[Bestand 37, fol. 32v]
bruijckt Hendrick Wouterz ‘t sjaars om xiiij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker joncker Floris van den Bongaert heer tot Nienrode ende Terlucht
Ghijsbert van Pieck, veerthien mergen lands bruijckt Elbert Clementz ‘t sjaars om xiiij oud schilt
Nu eijgenaar Peter Vos, ende bruijckt Ghijs Gerriden
Noch Gerrit Spijcker, twee mergen lands bruijckt Elbert voorsz ‘t sjaars om iiij k. gul. facit j oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar Peter Vos, ende bruijckt Ghijs Gerriden, als boven
Dirck van Brueckelen, een mergen lands bruijckt Jan Eelgisz ‘t sjaars om j oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jasper Bastiaensz
[Fol. 33]
Juffr. van der Aa, een hoeff lands bruijckt Frederick Lubbertz ‘t sjaars om xij k. gulden facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar joncker Jan van Renesse Domkr., ende bruijcken Jan Jacobsz Meulenaar, Willem Jansz Kaen, ende Aert Dircxz Schipper
Jan Reijersz twee hondt lands, bruijckt Frederick voorsz
Noch Frederick voorsz vier mergen min t’wee hondt lands, ende noch twee mergen buijten-dijcken, hem selven competerende bij eede ‘t sjaars om xvij k. gulden facit viij oud schilt iiij st.
Van den voorsz twee mergen buijten-dijcx, behoort W. Jansz Kaen j mergen, ende Marichjen Baltus weduwe oock j mergen, die sij elck selver gebruijcken, ende van den andere vier mergen behoort mr. Adriaen Jansz de Strick twee mergen aen ‘t oost eijnde gelegen, ende die andere twee mergen aent west eijnde gelegen behooren Hendrick Fredericxz Coster, die hij selver gebruijckt, ende bruijckt d’selve Hendrick daar toe noch twee hondt vande twee mergen vanden voorn. Strick, ende de thien hondt bruijckt Aert Dircxz Schipper van den voorn. Strick
[Bestand 38, fol. 33v]
Joncker Willem Turck, zeven mergen lant, bruijckt Henrick Joosten, ‘t sjaars om xj k. gul. xviij st. facit v oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar joncker Floris van den Bongaerdt heere tot Nienroode, ende Ter Lucht, ende bruijckt Eldert Jansz Hoepenbuijger
Noch Willem Turck voorsz twee mergen lands, bruijckt Henrick Aertz t’sjaars om v car. guldens facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker d’heer van Nienroede
Noch Florens van Pallaes, ses mergen lands, bruijckt Henrick voorsz tsjaars om xij5 st. facit v oud schilt xl st.
Nu eijgenaar jor. Joost van Camens, ende bruijckt Herbert Jansz opde Heemsteech
Noch de pastorije tot Breuckelen, vijff mergen
[Fol. 34]
lands, bruijckt Henrick voorsz die mergen t’sjaars om xxxv st. facit iiij oud schilt vij st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz pastorije, ende bruijckt Jan Jacob Jansz
Noch Jan Robbertz, drij mergen lands, bruijckt Henrick voorsz t’sjaars om iij oud schilt
Nu eijgenaar Oth van Eck, ende bruijckt Jan Jacob Jansz
Noch die heeren van Ste. Peters ‘t Utrecht vier mergen lands, bruijckt Henrick voorsz ‘t sjaars om viij k. guldens facit iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz heeren, ende bruijckt Claes Isbrantz
Noch heer Jan de Koning St. Peters derthien,
[Bestand 39, fol. 34v]
hondt landts, bruijckt Henrick voorsz ‘t sjaars om iiij k. gulden, facit j oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar die heeren van Oude-Munster, ende bruijckt Ael Cornelis Hendricx weduwe op ‘t Slick
Noch Henrick Joosten voorsz, elff hondt landt hem selffs toebehoorende bij eede t’sjaars om ij phs. gulden, facit j oud schilt viij st.
Nu eijgenaars ende bruijcxter Ael voorsz
Noch die heeren van Oude-Munster ‘t Utrecht acht mergen lands, bruijckt Henrick voorsz ‘t sjaars om xiiij k. guldens, facit vj oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren ende bruijckt Gerrit Cornelisz Broeck
Die maerschalck van der Eem, acht mergen
[Fol. 35]
lands bruijckt Ghijsbert Petersz, ‘t sjaars om xxv k. gulden, facit xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar van den een helfft Hend. van Gent bruijckt Bartholomeus Aertz, ende van d’ander helfft, eijgenaar ende bruijcker Adr. Jansz Hopenbuger
Noch Ghijsbert Peters vijff t’halff mergen lands, bruijckt Ghijsbert voorsz s’jaars om ix k. gul. facit iiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Cornelisz Broeck
Noch die erffgen. van Ghijsbert Fredricxz vier-d’halve mergen lands, bruijckt Ghijsbert voorsz s’jaars om iij oud schilt v st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit voorsz
Egbert Taets, vier mergen lands, bruijckt hij van
[Bestand 40, fol. 35v]
Marij Jan Regelinks weduwe ‘t sjaars om ix5 k. gul. facit iiij oud schilt xxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Jansz Jonge Jannen zoon
Harman Fredericxz twee bomgaerden groot vijff hondt, xiiij roeden lands, t’sjaars om xv k. gul., facit vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar ende bruijckers, van den eenen bomgaart Jasper de Swart, ende van den anderen Albert Jansz Hoepenbuijger
St. Anna autaer tot Brueckelen, een bongaert van omtrent een halff hondt, xviij roeden lands, bruijckt Cornelis Adriaensz tsjaars om v k. guldens, facit ij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft aen ‘t voorsz autaer, ende bruijckt Albert Jansz Hoepenbuijger
Wouter Gerritz een boomgaertien groot omtrent
[Fol. 36]
een halve mergen lands, bruijckt Wouter voorsz ‘t sjaars voor j5 oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Jansz d’Rijck
Mijn vrouw van den Daall, seven mergen lands, bruijckt Gerrit Ruijsch ‘sjaars om xij k. guldens, facit v oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aen den voorn. vrouwe, ende bruijckt Cornelis Cornelisz Cock
Gerrit Hermantsz met sijn kinderen, ses mergen lands, geestimeert den morgen bij eede om een oudt schilt, facit vj oud schilt
Nu eijgenaar joncker Floris van den Bongaert heer tot Nienroede ende Ter Lucht, ende wert gebruijckt bij de weduwe van Cornelis Janz in Cortrijck
Gerrit Spijcker, ses mergen lands sijn eijgen
[Bestand 41, fol. 36v]
bij eede s’jaars om xij goude guldens, facit viij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Gerritz van Attevt.
Noch heeft hij vier mergen bij eede ‘t sjaars om acht goude gulden, facit v oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker d’heer van Nienroede
Die heeren van St. Peters vierd’halve mergen lands, bruijckt Gerrit Spijcker, ‘sjaars om viij k. gul. facit iij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den voorn. heeren, ende bruijckt Cornelis Jan Dircxz
Joost Dircxz erffgen. drij mergen lands
[Fol. 37]
bruijckt Gerrit Ghijsbertz t’sjaars om xv5 k. gulden facit viij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Anthonis Huijgensz
Joost van Schroijesteijt, twaelff mergen lands bruijckt Jacob Jansz t’sjaars om xxxvj k. guldens twee stoppen botteren, elcke stop gereeckent op xxxv st., facit xviij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar d’erffgen. van joncker Bitter van der Mast, ende bruijckt Hendrick Cornelisz Spijcker
Juffr. Ridders vier mergen lands, bruijckt Jacob voorsz ‘sjaars om viij k. gul. facit iij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar joncker Lambert Canter, ende bruijckt Henrick voorsz
d’Heeren van Ste. Katrijnen, vijff mergen lands bruijckt Jacob voorsz sjaars om v oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren, ende bruijckt Henrick voorsz
[Bestand 42, fol. 37v]
Mijn vrouw van den Daall sesthien mergen lands, bruijckt Dirck Aertz ‘sjaars om xvj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorn. vrouwe, ende bruijckt Herman Joostensz
d’Heeren van Ste. Katarijna ‘t Utrecht seventhien mergen, bruijckt Dirck voorsz tsjaars om xvj oud schilt
Novalia
Noch leggen elff mergen lands op den Otterspoerbroeck int gerecht Nienroede, toebehoorende het convent van Ste. Catharina, ‘t Utrecht, ende werden gebruijckt bij Herman Henricxz, geestimeert s’jaars op xj oud schilt [doorgestreept]
Marge: bij resolutie vande gedeputeerden vande staten U. 12 aug. 1602 geroijeert.
[Bestand 43, fol. 39]
Brueckelen Proostije die van St. Pieters gerechte
Die maerschalck van der Eem, vijff mergen lands, bruijckt Jan Danielz ‘s jaars om v oud schilt
Nu eijgenaars de kinderen van joncker Johan Momx, ende bruijckt Jonge Worm Wormsz
Noch de selve maerschalck, vijff mergen lands, bruijckt Jan Reijersz tsjaars om v oud schilt
Nu eijgenaar d’kinderen als boven, ende bruijckt Jonge Worm Wormsz
Noch d’Balijer van Ste. Kathrijnen ‘t Utrecht vier ende dertich mergen lands bruijckt Jan Gerritz ‘t sjaars om xxxij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorn. Balijer, ende bruijckt Herman Hendricxz
Noch d’heeren van Ste. Peters ‘t Utrecht, vijff
[Bestand 44, fol. 39v]
mergen lands, bruijckt Jan voorsz ‘t sjaars om vij5 k. gulden facit iij oud schilt xxvj st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz heeren, ende bruijckt Herman Henricxz
Noch Gerrit Spijcker, acht hondt lands, bruijckt Jan voorsz ‘t sjaars om jj phs. gulden facit j oud schilt viij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Herman Henricxz
Noch ses mergen lands, Jan voorsz selffs toebehoorende geestimeert bij eede ‘s jaars om v oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Herman voorsz
Henrick Dircxz acht-thalff hondt landts bruijckt Thijman Gerritz ‘t sjaars om ij phs. gulden xvij st. facit j oud schilt xxv st.
Nu eijgenaar Aert de kaes-cooper t’Utrecht, ende bruijckt Herman Joosten
[Fol. 40]
Noch d’selve acht-thalff hondt landts, bruijckt Thijman voorsz ‘t sjaars om ij phs. gulden xvij st., facit j oud schilt xxv st.
Nu eijgenaar Aert de kees-coper, ende bruijckt Herman Joosten voorz
Noch de pastorije tot Brueckelen, een halve mergen lands, bruijckt Thijman voorsz tsjaars om xx st.
Den eijgendom blijff aen den pastorije, ende bruijckt Herman voorsz
d’Heeren van Ste. Peters ‘t Utrecht acht mergen landts, bruijckt Cornelis Anssemsz ‘t sjaars om ix k. gulden, facit iiij oud schilt xij st.
Den eijgendom blijfft aen den voorn. heeren, ende bruijckt Jan Loeffsz
d’Pastorije tot Maerssen, een mergen lands
[Bestand 45, fol. 40v]
bruijckt Ghijsbert Pietersz ‘s jaars om xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz pastorije, ende bruijckt Gerrit Cornelisz
Noch bruijckt Ghijsbert voorsz vijff mergen min twee hondt lands, hem selven toebehorende bij eede tsjaars om v oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Corneliz
d’Proostije twaelff mergen lands bruijkt Thonis Loeffsz tsjaars om xiiij phs. gul. facit viij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar van negen mergen Anthonij Huijgensz, ende van drij mergen d’erffgen. van Herman van der Steech, ende werden gebruijckt bij den voorn. Anthonij Huijgensz
Mijn vrouw van den Daal, thien mergen lands
[Fol. 41]
bruijckt Lijsbet Rijck Ghijsbertz weduwe tsjaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorsz vrouwe, ende wort gebruijkt bij Thonis Jan Claesz
Noch Willem van Oostrum, drij mergen lants, bruijckt Lijsbet voorsz tsjaars om iij oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgen. van Claes van Oostrum, ende bruijckt Thonis voorn.
Gerrit Jansz zeven mergen lands, bruijckt Floor Reijersz tsjaars om xvij k. gulden facit viij oud schilt iiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Gerritsz van Attevelt
Jan van Duijvenvoort acht ende veertich mergen lands, bruijckt Thonis Petersz ‘t sjaars om jC phs. gulden facit lix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaar Francois van Sneeck, ende bruijckt Anthonis Huijgenz
[Bestand 46, fol. 41v]
d’Cappel tot Brueckelen mijn jonckers cappel, vijff mergen lands, bruijckt Thonis Petersz tsjaars om ix phs. gulden, facit v oud schilt xv st.
Nu eijgenaar Jan Jacobsz Huijden-cooper tot Amsterdam, ende bruijckt d’selve Jan Jacobz
Noch d’pastorije tot Brueckelen, vier hond lands, bruijckt Thonis voorsz tsjaars om xxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Jacobz voorn.
d’Kerck tot Brueckelen, seven-d’halve mergen lands, bruijckt Willem Thonisz die mergen tsjaars om xxx st., facit iiij oud schilt xxvij st.
Den eijgendom blijfft aen den selve kerck, ende bruijckt Hendrick Cornelisz Spijcker
Noch Willem Foeijt, derd’halve mergen
[Fol. 42]
lands bruijckt Willem voorsz d’mergen tsjaars om xxxiij st. facit j oud schilt xl5 st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Hendrick Cornelisz Spijcker
Noch Folpert Foeijt, anderhalve mergen lands, bruijckt Willem voorsz d’mergen tsjaars om xxxiij st. [facit] j oud schilt vij5 st.
Nu eijgenaar Henrick Cornelisz Spijcker ende sijn broeder Gerrit Spijcker, ende bruijckt Henrick voorsz
Noch Oth d’kistemaker anderhalve mergen lands, bruijckt Willem voorsz ‘sjaars om j oud schilt iij st.
Nu eijgenaars Henrick met sijn broeder voorsz, ende gebruijckt deselve Henrick
Aert Wemmersz vierd’halve mergen lands,
[Bestand 47, fol. 42v]
bruijckt Ghijsbert Jansz t’sjaars om viij5 k. gulden, facit iiij oud schilt ij st.
Nu eijgenaars die weduwe en kinderen van Bruxelles, ende bruijckt mr. Adriaen Jansz secretaris tot Brueckelen
Noch Gerrit Deell, d’helff van vier-d’halve mergen lands, bruijckt Ghijsbert voorsz tsjaars om iiij gul. v st., facit ij oud schilt j st.
Nu eijgenaars d’weduwe van Bruxelles mit haar kinderen, ende bruijckt mr. Adriaen voorsz
Noch Steven van Ween zuster, d’wederhelfft van den vier-d’halve mergen lands voorsz, bruijckt Ghijsbert voorn. ‘t sjaars om iiij k. gul. v st., facit ij oud schilt j st.
Nu eijgenaar d’weduwe voorsz met haare kinderen, ende bruijckt mr. Adriaen voorsz
Die maerschalck van der Eem, negen mergen
[Fol. 43]
lands, bruijckt Jan Wermen ‘t sjaars om x oud schilt
Nu van vier mergen eijgenaars Jan Momx kinderen, bruijcker jonge Worm Wormsz, ende van den vijff mergen eijgenaars d’kinderen van Aert Bartholomeusz, ende bruijckt Bartholomeus Aertsz
Noch d’selve een ende twintich mergen lands bruijckt Cornelis Joosten, tsjaars om xl k. gul. facit xix oud schilt ij st.
Nu eijgenaars van zeven mergen Jan Momx kinderen, bruijcker Bastiaen onder Abosch, ende van veerthein mergen eijgenaar Oprode, ende bruijcker Ghijsbert Jansz van Abcoude
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht, drij ende twintich mergen lands, bruijckt Cornelis Joosten voorsz tsjaars om xxiij goude gulden facit xv oud schilt xiiij st.
Nu hout Jan Gerrit Hermansz daar van xij mergen in een erff-pacht, die hij selver bruijckt, ende den eijgendom van den resterende elff mergen blijfft aen den voorsz heeren, ende bruijckt Jan Gerritsz van Atteveldt
[Bestand 48, fol. 43v]
Noch Willem van Oostrums erffgen. thien mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz ‘s jaars om xiiij k. guldens, facit vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars Elisabeth van Oostrums erffgen., ende bruijcken daar van Jonge Worm Wormsz vier mergen, ende Jan Gerritsz van Attevelt ses mergen
Noch juffr. Alidt Salms twee mergen ende een vierendeel van een mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz om iij k. guldens, facit j oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jonge Worm Wormsz
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht een hoeff lands, bruijckt Willem Aertsz ‘t sjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren, ende bruijckt Cornelis Aalbertsz
Noch d’maerschalck van der Eem, een halve
[Fol. 44]
hoeff lands, bruijck Willem voorsz ‘t sjaars om xvij5 k. gulden j st. facit viij oud schilt xv st.
Nu eijgenaar …, ende bruijckt Cornelis Aalbertsz
Noch t’convent van den Daall vierd’halve mergen lands, bruijckt Willem voorsz d’mergen om ij phs. gulden, facit iij oud schilt xxxvj5 st.
Den eijgendom blijfft aen ‘t selve convent, ende bruijckt Cornelis Aelbertz
Noch Willem Aertsz voorsz, vierdhalve mergen lands, hem selver toebehoorende d’mergen ij phs. gulden facit iij oud schilt xxxvj5 st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Aelbertz voorsz
d’Maerschalck van der Eem, acht ende veertich
[Bestand 49, fol. 44v]
mergen lands, bruijckt Henrick Joosten tsjaars jC xxxv k. gulden facit lxiiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaars van xxxij mergen d’weduwe van Bruxelles, bruijcker Joost Jansz, van elff mergen eijgenaar ende bruijcker Cors Gerritz Spijcker, ende vande resterende vijff mergen, eijgenaars de kinderen van joncker Jan Monicx, ende bruijckt Cors voorsz met sijn zoon Gerrit Corssen
d’Heeren van den Dom ‘t Utrecht, elff t’halff hondt landt, bruijckt Jan Willemz tsjaars om j gouden gulden
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren, ende bruijckt Jan Jansz
Noch Gerrit Janssen anderhalff hond lands bruijckt Jan voorsz tsjaars om x st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan van Attevelt
Noch vier mergen lands, Jan voorsz elver toebehorende
[Fol. 45]
bij ede ‘t sjaars om vij k. gulden, facit iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jonge Worm Wormsz
Noch d’heeren van den Dom ‘t Utrecht, sesthien morgen lands, bruijckt Jan voorsz t’sjaars om xix gouden gulden, facit xij oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren, ende bruijckt Jan Janz
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht, een ende twintich mergen lands, bruijckt Gerrit Spijcker t’sjaars om xxj davids gul. xij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren, ende bruijckt Cors Gerritz Spijcker
Noch d’vicarije Ste. Peters voorsz achter mergen lands, bruijckt Gerrit voorsz, ‘sjaars om xiij k. gul. [facit] vj oud schilt viij st.
Den eijgendom blijfft aen den selve vijcarije, ende bruijckt Cors Gerritz Spijcker
[Bestand 50, fol. 47v]
Noch derdehalven mergen lands, Gerrit voorsz met sijn kinderen toebehoorende, geestimeert bij eede s’jaars op iij k. gulden, facit j oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cors voorsz
Noch d’ziel priesters Ste. Peters t’Utrecht vijff en twintich mergen lands, bruijckt Gerrit voorsz tsjaars om xxiiij gouden guldens j stop botteren tot xxxv st., facit xvj oud schilt xxxv st.
Den eijgendom blijfft aen den voorn. ziel-priesteren, ende bruijckt Cors Gerritz Spijcker
Willem ANssemsz ses mergen lands, bruijckt Dirck Gerritz ‘t sjaars om xvj phs. gul. [facit] ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Anthonis Huijgenz
Noch Meins Peter Huijgenz ende Willem Anssemsz, twee mergen landts, bruijckt Dirck Gerritz
Nu eijgenaar ende bruijcker Anthonij Hugensz
[Fol. 46]
Jan van der Mast tot Swoll, elff mergen lands, bruijckt Jacob Janssen tsjaars om xxxiiij k. guldens ij stoppen botteren d’stop xxxv st., facit xvij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar …, ende bruijckt Henrick Cornelisz Spijcker
Noch Joost van Schroijensteijn twee mergen lands, bruijckt Jacob voorsz t’sjaars om vj k. gulden, facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Spijcker voorsz
Noch mijn vrouw van den Daall, derthien-d’halve mergen lands, bruijckt Jacob voorsz d’mergen lv st. ende een stop botteren tot xxxv st., facit xvij oud schilt viij5 st.
Den eijgendom blijfft aen den voorn. vrouwe, ende bruijckt Hendrick Cornelisz Spijcker
Noch d’heeren van Ste. Peters t’Utrecht
[Bestand 51, fol. 46v]
ses mergen landt, bruijckt Jacob voorsz s’jaars om v oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorsz heeren, ende bruijckt Thonis Jan Claesz
Mr. Rutgert van der Kerck, achtien-d’halve mergen lands, bruijckt Dirck Wermer de mergen om xxxv st. facit xiiij oud schilt xxiiij5 st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van mr. Dirck van der Kerck, ende bruijckt Gerrit Corsz Spijcker
Noch Joost van Schroijensteijn, vijff mergen lands, bruijckt Dirck voorz t’sjaars om vj oud schilt
Nu eijgenaars Dirck van der Kerck erffgen., ende bruijckt Gerrit Spijcker
Noch Jan Keuijting vier mergen lands
[Fol. 47]
bruijckt Dirck voorsz t’sjaars om vj oud schilt
Nu eijgenaars mr. Dirck van der Kercks erffgen., ende bruijckt Spijcker voorsz
Noch Herbert van Mijnden, derd’halve mergen lands, bruijckt Dirck voorsz ‘sjaars om iij oud schilt
Nu eijgenaars mr. Dirck van der Kercks erffgen., ende bruijckt Spijcker voorsz
Noch Gerrit van Swols kinder, daar Jan van Broeckhuijsen mombair off is, ses mergen lands, bruijckt Dirck Wermer voorsz s’jaars om vj k. guldens, facit v oud schilt x st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van mr. Dirck van der Kerck, ende bruijckt Gerrit Corssen Spijcker
Noch mr. Rutgert van der Kerck, twee mergen
[Bestand 52, fol. 47v]
lands, bruijckt Dirck voorsz ‘t sjaars om iiij k. guldens x st. facit ij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Jacobsz Huijde-cooper tot Amsterdam
Cors Willemsz, eenen boomgaert van een hondt lands, ‘t sjaars om xl st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter Gerritz
[Bestand 53, fol. 49]
Brueckelrewaart, Sinte Mariens gerecht
Jan van Waal, seven mergen lands, bruijckt Jan Reijersz sjaars om xxiij k. gulden facit xj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers joncker Bartholomeus van der Waels erffgen.
Noch mijn vrouw van Schagen, elff mergen lands, bruijckt Jan voorsz tsjaars om xviij k. gulden facit viij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaars joncker Guert van Rhedes erffgenamen, ende bruijckt Jan Jacob Jansz
Juffr. van Wijck acht mergen lands, bruijckt Evert Dircxz ‘t siaers om viij5 oud schilt
Nu eijgenaar joncker Lambert Canter, ende bruijckt Cornelis Jan Thonissen
[Bestand 54, fol. 49v]
Noch Gerrit Spijcker, drij mergen lands, bruijckt Evert voorsz tsjaars om viij k. gul. v st. facit iij oud schilt xix st.
Nu eijgenaar Canter voorsz, ende bruijcker Cornelis voorn.
Noch d’heeren van Ste. Marien t’Utrecht ses mergen lands, bruijckt Evert voorsz tsjaars v5 oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren, ende bruijckt Cornelis voorn.
Noch een vicarije in die West-brouck, twee mergen lands, bruijcker Evert voorsz tsjaars om v k. guldens facit ij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft aen den selve vicaije, ende bruijckt Cornelis voorsz
Noch drij mergen lands, Evert voorsz selver
[Fol. 50]
toebehoorende geestimeert op vij gulden v st., facit iij oud schilt xix st.
Nu eijgenaar Canter voorsz, ende bruijckt Cornelis voorn.
Juffr. van Renesse, seven mergen lands, bruijckt Jan Danielz die mergen tsjaars om iij5 k. gulden, facit xj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar joncker Jan van Suijlen, ende bruijckt Aelbert Jansz Brouwer
Geertruijt Lenwers dochter, vier mergen lands, bruijckt Jan voorsz d’mergen ‘sjaars om twee gouden gulden, facit v oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar de voorn. Suijlen, ende bruijckt Eldert voorn.
Noch t’convent van den Karthuijsers, derd’halve
[Bestand 55, fol. 50v]
mergen lands, bruijckt Jan voorsz ‘sjaars die mergen om xxx st. facit j oud schilt xxxiij st.
Den eijgendom blijft aen t’selve convent, ende bruijckt Jacob Cornelisz
Noch Jan voorsz, een mergen lands, hem selven toebehoorende, ende hij bruijckt bij eede op j oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jacob Cornelisz
Noch mijn vrouw van Schagen, sevend’halve mergen lands, ende is Hollands landt, bruijckt Jan voorsz tsjaars om xj k. gulden, facit v oud schilt x st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van joncker Goert van Rhede ende bruijckt Jacob Cornelisz voorsz
Cornelis van Muijden, acht ende twintich mergen
[Fol. 51]
lands, bruijckt Herman Henricxz tsjaars om lxx oud schilt
Nu eijgenaar joncker Arnoldt van Aesswijn, heer tot Ruwiel, ende bruijckt G. Jansz
Mr. Rutger van der Kerck, ende Aelbert van Leeuwens erffgen., acht en twintich mergen lands, bruijckt Cornelis Aertz tsjaars om xxxv oudt schilt iij stoppen botter die stop xxxv st. facit xxxvij5 oud schilt
Nu eijgenaar d’heer van Ruwiel voorsz, ende bruijckt Cornelis Jacobz
Jan van Wijck, acht mergen lands, bruijckt Aert Jansz tsjaars om xvj k. gul. facit vij oud schilt xxvj st.
Nu eijgenaar d’heer van Gendt, ende bruijckt Dirck Spijcker
Frederick Jansz tot Maerssen, veertien mergen
[Bestand 56, fol. 51v]
lands, bruijckt Ghijsbert Jan Bennes, ‘t sjaars om xxxvj k. guldens, facit xvij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar Cornelis Jansz koeckebacker, ende bruijckt Cornelis Jaspersz
Wouter Ghijsbertz, veerthien mergen lands, bruijckt Dirck Henricxz t’sjaars om xxx5 phs. gulden, j stop botters facit xix oudt schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Jacob Jansz
Noch eene mergen lands, Dirck voorsz selver toebehoorende, bij eede t’sjaars om j oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker elck van den helffte Frederick Adriaenz ende Weijntgen Gerrits Spijckers weduwe
Die maerschalck van der Eem, elff mergen
[Fol. 52]
twee hondt lands, bruijckt Reijer Jansz tsjaars om x oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Jan Thonisz
Barbara Jan Claesz weduwe, veerthien d’halff hondt lands, bruijckt Pauwels Jansz d’mergen tsjaars om ij phs. gulden, facit ij oud schilt viij5 st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Jan Thonisz
Juffr.van Drijbergen, ses mergen lands, bruijckt Ghijsbert Henricxz schoudt ‘t sjaars om xiiij k. gulden, facit vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar joncker Bernt van den Bongaert, jonge heer tot Nienroede, ende bruijckt Weijntgen Gerrit Spijckers weduwe
Noch Goerdt van Voird Henricxz, seven
[Bestand 57, fol. 52v]
mergen lands, bruijckt Ghijsbert voorsz t’sjaars om viij oud schilt
Nu eijgenaersse ende bruijckxter Weijntgen Gerrit Spijckers weduwe
Noch Ghijsbert Pieck, veerthien hondt landt, bruijckt Ghijsbert voorsz tsjaars om v k. guldens, facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaerster ende bruijcxter Weijntgen Gerrit Spijckers weduwe
Noch een mergen lands, hem selven toebehorende bij eede ‘sjaars om j oud schilt
Nu eijgenaersse ende bruijcxter Weijntgen voorsz
Gerrit Spijcker, bruijckt veerthien hondt lands, hem selven toebehorende tsjaars om vij k. guldens facit iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Anthonis Huijgenz
[Fol. 53]
Thijman de Waall, vier mergen lands, bruijckt Jacob Henricxz tsjaars om x k. gul. facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Frederick Adriaenz
Noch Willem Foeijten weduwe, ses mergen lants, bruijckt Jacob voorsz t’sjaars om xv k. gulden, facit vij oud schilt vj st.
Nu d’erffgenamen van Batholomeus van Waal
Noch eende mergen lands, Jacob voorsz selver toebehorende bij eede tjsaars om j oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Frederick Adriaenz
[Bestand 59, fol. 55]
Brueckelre-veen
Heer Dirck van Malssen ende die capel in Thien-hoven it haar medewerkckers, drij viertell van xxxvj mergen lands, daar off xxiiij mergen van is, bruijckt Eelgis Petersz t’sjaars om xxij5 k. gulden facit x oud schilt xxx st.
Nu eijgenaars de capel voorsz, Cornelis Dircxz burger t’Utrecht, Anthonis Huijgen ende Jan Ghijsbertz, ende gebruijcken d’voorn. Jan Ghijsbertssen ende Anthonis Huijgen
Jan Vermeij, met sijn mede-werckers, een ende twintich mergen lands, daar off xiiij mergen is veen off onlandt, bruijckt Jan Willemsz t’sjaars om ix k. gulden facit iiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaar Duverden burger ende brouwer t’Utrecht, ende bruijckt Govert Willemz
Jan van Swoll mit sijn mede0werckers xv mergen lands, daar off thien mergen is veen off ontlandt
[Bestand 60, fol. 55v]
bruijckt Peter Jacobz tsjaars om ix k. guldens, facit iiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaars Gerrit Willemsz ende Egbert Thonisz, ende bruijcken d’selve Gerrit ende eenen Egbert Ghijssen
Goert Willemz mit sijn mede werckers, negen-ende-dertich mergen lands, daar off xxvj mergen lands is veen ofte onlandt, bruijckt Goert voorsz selver, tsjaars bij eede om xiij phs. gulden, facit vij oud schilt xxxj st.
Nu eijgenaars Anthonis ende Dirck van Haeften, burgers ‘t Utrecht, Gerrit Willemz ende Gerrit Dircxz ende d’heeren van Ste. Peters, ende bruijcken Jan Cornelisz, Dirck van Houff, Gerrit Dircxz ende Gerrit Willemsz
Sophia Oth Harmanz weduwe, bruijckt xxxj5 mergen lands, daar off xxj mergen is veen off onland, haar kinderen mit haar mede-werckers toebehoorende tsjaars om xij5 k. guldens, facit v oud schilt xl st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van als boven, d’heeren van St. Peters tot Utrecht, ende Anthonis Huijgen, ende wert bij de voorn. Anthonis Huijgensz ende Joost Petersz gebruijckt
[Fol. 56]
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht, mit haar mede-werckers, ses en dertich mergen lands, daar aff xxiiij mergen veen off onlandt is, bruijckt Gerrit Peterz t’sjaars om xiiij k. gul. facit vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars die heeren voorsz mit Cornelis Anthoniz Roosboom, ende wert bij den selven Roosboom gebruijckt
Noch d’heeren voorsz vier ende twintich mergen lands, daar aff xvj mergen veen off onland is, bruijckt Cornelis Rutgerz tsjaars om vij k. gulden iiij st. facit iij oud schilt xviij st.
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende bruijckt Jan Ghijsbertz
Noch d’selve ‘t sestien mergen lands, daar aff xl mergen veen off onlandt is, bruijckt Jan Jansz Schoudt tsjaars om xxij k. guldens x5 st. facit x oud schilt xxx5 st.
Nu eijgenaars Aelt Jansz, d’heeren voorn. W. Gerrids, mr. Adriaen secretaris tot Brueckelen, d’Buerkerck tot Utrecht, ende bruijcken W. Gerritz, Jaep Francken ende P. Thonisz
[Bestand 61, fol. 56v]
Cornelis Ottensz twee mergen lands, bruijckt Herman Fredericxz tsjaars den hoop om ij k. gul. x stuijvers facit j oud schilt viij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Gerritz
Ste. Peters t’Utrecht ende Jacob Aelbertz, ses en dertich mergen lands, daar aff xxiiij mergen veen off onlandt is, bruijckt Aelbert Lambertz tsjaars om xj k. guldens, facit v oud schilt x st.
Nu eijgenaars d’heeren van Ste. Peters t’Utrecht, Worm Wormsz ende d’weduwe van Cornelis Adriaenz, ende bruijckt Sijmon Jansz ende de voorn. Worm
d’Heeren van den Dom t’Utrecht een halve hoeff van vier-entwintich mergen lands daar aff die sesthien mergen veen off onlandt sijn, bruijckt Ghijsbert Claesz tsjaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorsz heeren, ende bruijckt Jan Adriaenz
[Fol. 57]
Cornelis Danielz xlvj5 mergen lands daar aff xxxj5 mergen veen off onland zijn tsjaars om xvij k. gulden v st. facit viij oud schilt ix st.
Nu eijgenaars Cornelis Jansz den Jongen, mr. Adriaen secretaris tot Breuckelen, ende Anthonis van Haesten, ende bruijckt Cornelis Jansz voorn.
Weijndelmoet Gerrit Sassen weduwe, mit haar mede-werckers, drij en dertich mergen lands, daar aff xxij mergen veen off onland sijn, t’sjaars om xj k. guldens vj5 st. facit v oud schilt xvj5 st.
Nu eijgenaars d’heeren van St. Peter, Jan Jaep Jansz, Jan Gerritz Heer, Egbert, ende Peter Cornelisz, ende bruijcken Peter Cornelisz, Jan Jaep Janz ende Jan Gerritz voorsz
d’Heeren van den Dom t’Utrecht met haar mede-werckers, drij viertel xxxvj mergen lands, daar aff xxiiij mergen veen is, bruijckt Henrick Dircxz t’sjaars om xvj k. gul. facit vij oud schilt xxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Claes Henricxz
[Bestand 62, fol. 57v]
Anna Jan Snellersz dochter met haar mede werckers, een halve hoeff van xxiiij mergen lants, daar off xj mergen is veen offte onlandt, bruijckt Jan Eelgiz tsjaars om ix k. guldens vj st. facit iiij oud schilt xviij st.
Nu eijgenaars Dirck van Hoeff, Gerrit Ellertsz, Cors Spijcker, ende d’erffgen. van Harman Harman Ottenz, ende bruijcken d’voorn. Gerrit Corsz ende Dirck van Hoeff
d’Erffgenamen van Oth Hermansz achthien mergen lands, daar aff xij mergen veen is off onlandt, bruijckt Jacob Woutersz tsjaars om viij k. gulden xiiij st. facit iiij oud schilt vj st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Herman Otthensz, ende wort bij Jacob Francken gebruijckt
Joost Andriesz, met sijn medewerckers, xviij mergen lands, daar aff xij mergen veen is, off onlandt bruijckt J. Wouterz tsjaars om vij5 k. gul. facit iij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaars Herbert Crijnen, Cornelis Pieterz, Wouter van Bosch, W. Adriaenz, ende Cornelis Claesz, ende wert bij den voorsz … ende Jan Dircxz gebruijckt
[Fol. 58]
d’Heeren van Oude-Munster ende van St. Peters t’Utrecht, mit haar mede-werckers, lxj5 mergen lands, daar aff xlj mergen veen is offte onlandt, bruijckt Goert Armbrechts t’sjaars om xvij k. gulden xviij st. facit viij oud schilt xxij st.
Nu eijgenaars Aelbert Goortz, Cors ende Goort Aelbertz, d’heeren van St. Peters, Dirck van Houff, mit Ste. Barbara, ende Bartholomeus gasthuijs binnen Utrecht, ende wert bij d’selve gebruijckt
Gijsbert Evertsz ende Metgen Everts weduwe een viertal lands, twaelff mergen, daar aff viij mergen veen is, offte onlandt, bruijckt Ghijsbert voorsz tsjaars om v k. guld. facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Willemz
Jan Snellertsz ende die capel in Thein-hoven, negen mergen lands, daar aff is vj mergen onlandt, bruijckt Dirck Jacobz tsjaars om vij k. guldens ij5 st. facit iij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaars d’capel midt de gemeente van Brueckelre-veen, ende bruijcken Herbert Crijnen, Willem ende Jaep Francken
[Bestand 63, fol. 58v]
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht een virtel van twaelff mergen lands, daar aff viij mergen sijn veen, bruijckt Willem Wouterz s’jaars om v phs. gulden facit ij oud schilt xlj st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz heeren, ende bruijckt Willem Adriaenz
Noch d’selve, een ende twintich mergen lands, daar aff veerthien mergen is veen offte onlant bruijckt Jan Gerritz t’sjaars om xij k. gul. [facit] v oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz heeren, ende werdt gebruijckt bij Huijbert Sijmonz, ende Gerrit Ellertz
t’Convent van Oudt-wijck ende Ste. Bartholomeus gast-huijs, mit haar medewerckers, drij-en-dertich mergen lands, daar aff die xxij mergen sijn veen off onland, bruijckt Jan Jan Snellersz tsjaars om xj k. gul. xv st. facit v oud schilt xxv st.
Nu eijgenaars t’voorsz gast-huijs Cornelis Jan Ellertz ende Jantgen Ghijsen, ende werdt bij d’selve gebruijckt
[Fol. 59]
Ste. Peters t’Utrecht, drij vertiel xxxvj mergen lands, daar aff xxiiij mergen veen is, bruijckt Lubbert Gerritz tsjaars om xij5 k. gulden, facit v oud schilt xl st.
Den eijgendom blijfft aen voorsz heeren, ende bruijcken Jacob Woutersz, ende Adriaen Jacobz
Noch deselve, dertich mergen lands, daar aff xxij mergen van is, bruijckt Jan Sijmonsz tsjaars om xj k. gulden facit v oud schilt x st.
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz ende Jannichgen Ghijsbert Jansz weduwe, ende wert bijde selve weduwe gebruijckt
Noch Ste. Peters t’Utrecht, ende Alidt Jan Snellerts weduwe, mit haar medewerckers, vier ende twintich mergen lands, daar aff xvj mergen veen is, bruijckt Henrick Geerloffsz tsjaars om ix5 k. gulden facit iiij oud schilt xxij st.
Nu eijgenaars d’heeren voorsz mit Balt Gerritz ende Aelt Jansz, ende bruijcken Balt Gerritz ende Frederick Adriaensz
[Bestand 64, fol. 59v]
Noch St. Peters voorsz, ende mr. Rutger van der Kerck een hoeff van acht ende veertich mergen lands, daar aff xxij mergen veen is, off onlandt, bruijckt Pauwels Adriaenz tsjaars om xxj k. gul. een mudt haveren gerekent x st. [facit] x oud schilt x st.
Nu eijgenaars d’heeren voorsz, mit d’erffgen. van mr. Dirck van der Kerck, ende bruijcken Gerrit Willemz ende Dirck Aelbersz
Noch Ste. Peters voorsz ses mergen lands, daar aff de vier sijn ontlandt, bruijckt Willem Thonisz tsjaars om xxiiij st.
Nu eijgenaars d’heeren voorsz met Dirck Spijcker, ende wert bij Dirck Spijcker gebruijckt
Den Dom t’Utrecht, mit Jacob Ghijsbertz ende Goert Brechten, xviij mergen lands, daar aff xij mergen is onlant, bruijckt Aert Roeloffz ende Jacob Ghijsbertz tsjaars om x5 k. guldens, facit v oud schilt
Nu eijgenaars d’heeren van den Dom voorsz, ende bruijckt Frederick Jansz
[Fol. 60]
Jacob Lam, derthien mergen lands, bruijckt Gerrit Jacobsz tsjaars om vij k. gul. xv st. facit
Noch Gerrit Jacobsz bruijckt van de kerck van Houff voor v5 carolus gulden, geestimeert dit erste met het voorsz t’samen op xiij phs. gul. [facit] vij oud schilt xxxj st.
Nu eijgenaars de kerck van St. Jacob voorsz mit Dirck van Houff, Willem Gerritz, Lau Bosch, d’erffgen. van Jacob Gerritz, Jan Jansz Visch-coper, ende Gerrit Jansz Brouwer
d’Heeren van den Dom een mergen lands bruijckt Jan Willemsz t’sjaars om xxv st.
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende bruijckt Jan Jacobz
Jan Keijtingh twee mergen, bruijckt Cornelis Willemz tsjaars om v k. gulden facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar …
[Bestand 65, fol. 60v]
Elijsabeth Jan Snellerts weduwe, een mergen lands, bruijckt sij selver tsjaars om xxxvij5 st.
Nu eijgenaar …
De schoudt Goerdt Brecht, een viertel van een mergen, waardich seijt hij (en weetet niet) naderhandt seijt – 1 phs. gulden
Jan Schout mit sijn moeder, vier hondt veens waardich
Thiman Otten, mit sijn broeder anderhalff hont waardich
Cornelis Thonisz die twee deelen van een vierdell van een mergen
Die schoudt ende Jan Schoudt ende Herman Ottenz brengen aen voor Eelgis Peterz anderhalff hondt, ende Gerrit Jacobz anderhalff vierdel
t’Samen geestimeert d’voorsz vier aengetogen perceeltjes op j5 oudt schilt
[Fol. 61]
Landen na date van d’instellinge van ‘t eerste oudt-schild-boeck aengemaekt,ende bij den gerechte van Brueckelre-veen geestimeert als volcht
Willem Gerritz Ploos verklaert in de
[Bestand 66, fol. 61v]
[Alsoo alle dese parthijen eertijts aengebrocht en onder de respective bruijckeren in Brueckeler-veen, daarom volgende t’appoinctement van de heeren gedeputeerden van den staten, t’Utrecht ixen novemb. 1604 geroijeert]
voorsz aengemaekte landen te hebben leggen derdalff mergen ende achthien … mit d’weer ende weer vall, ende alsoo den voorsz Willem Gerritz bij sijn eed niet en begeerde te estimeren; heeft ‘t gerecht over sulcx t’selve gewaerdeert tsjaars om xij k. guldens facit v oud schilt xxx st. [doorgestreept]
Jan Gerritsz bruijckt in erff-pacht drij mergen toebehoorende d’heeren van St. Peters t’Utrecht t’sjaars om ses guldens, bij desen gerechte geestimeert om ses guldens behalven de voorsz ses gul. makende t’sjaars t’samen xij gulden facit v oud schilt xxx st. [doorgestreept]
Ghue Gerritsz bruijckt in erffpacht twee mergen toebehoorende d’heeren voorsz tsjaars om vier gul., ende bij t’gerecht geestimeert op vier gul. behalven d’voorsz vier guldens, makende t’samen t’sjaars acht guldens facit iij oud schilt xxxiiij st. [doorgestreept]
[Fol. 62]
Jan Egbertsz, bruijckt drij mergen van den voorsz heeren van St. Peters tsjaars in erff-pacht om ses gulden, ende bij t’gerecht geestimeert tsjaars om ses gulden behalven de voorsz ses gulden, makende t’samen tsjaars xij gulden facit v oud schilt xxx st. [doorgestreept]
Jaep Schoelvaer, drij mergen, die hij van den voorsz heeren in erff-pacht bruijckt, tsjaars om ses gulden, ende bij t’gerecht geestimeert t’sjaars om ses gulden, behalven de voorsz ses gulden, makende t’samen t’sjaars xij k. gul. [facit] v oud schilt xxx st. [doorgestreept]
Peter Jacobz twee mergen, die hij van den voorsz heeren in erff-pacht bruijckt ‘sjaars om vier gul. bij t’gerecht geestimeert op vier guldens, behalven d’voorsz vier gulden, makende t’samen tsjaars viij k. guldens, facit iij oud schilt xxxiiij st. [doorgestreept]
[Bestand 67, fol. 62v]
Cornelis Petersz omtrent een vierdell van een mergen lands, hem toebehoorende, ende bij t’gerecht geestimeert t’sjaars om xxv st. [doorgestreept]
Peter Centen omtrent een vierdel van een mergen lands, hem selver toebehoorende, ende bij t’gerecht geestimeert tsjaars om xxv st. [doorgestreept]
Egbert Anthonisz anderhalff vierendeel van een mergen hem toebehoorende bij t’gerecht geestimeert t’sjaars om xxxvij5 st. [doorgestreept]
Gerrit Banckers omtrent een halff mergen hem toebehoorende bij t’gerecht geestimeert t’sjaars om ij gulden x st. facit j oud schilt viij st. [doorgestreept]
[Fol. 63]
Jaep Huijbertz drij vierendeel van een mergen hem toebehoorende bij t’gerecht geestimeert tsjaars om iij gulden xv st. facit j oud schilt xxx st. [doorgestreept]
Jansen Jan Goorts, anderhalff vierendeel van een mergen, hem toebehoorende bij t’gerecht geestimeert tsjaars om xxxvij5 st. [doorgestreept]
Claes Dircxz anderhalff vierendeel van een mergen, hem toebehoorende, bij t’gerecht geestimeert tsjaars om xxxij5 st. [doorgestreept]
Noch houdt hij van den heeren van St. Peters t’Utrecht in erff-pacht 1/4 van een mergen tsjaars om xv st., ende bij t’gerecht geestimeert tsjaars om x st. behalven d’voorsz xv st. makende t’samen tsjaars xxv st. [doorgestreept]
[Bestand 68, fol. 63v]
Willem Harbertz, anderhalff vierendeel van een mergen, hem toebehoorende bij t’gerecht geestimeert t’sjaars om xxxij5 st. [doorgestreept]
Lijsgen Cornelis Adriaensz weduwe, omtrent een vierendeel van een mergen, haar toebehorende bij t’gerecht geestimeert t’sjaars om xxv st. [doorgestreept]
Cornelis Jan Ellertz, omtrent een vierdeel van een mergen, hem toebehoorende bij t’gerecht geestimeert t’sjaars om xxv st. [doorgestreept]
Cornelis Jan Thonisz off sijn kinderen vijff mergen, bij t’gerecht geestimeert t’sjaars om xxv gulden, facit xj oud schilt xxxviij st. [doorgestreept]
[Fol. 64]
Elbert Adriaen Elbertz omtrent een mergen hem toebehoorende, t’sjaars bij eede geestimeert om vj gulden, facit ij oud schilt xxxvj st. [doorgestreept]
Gerrit Elbertz, omtrent een halve mergen, hem toebehoorende bij t’gerecht geestimeert t’sjaars om ij gulden x st., facit j oud schilt viij st. [doorgestreept]
Daniel Claesz een halff mergen, hem toebehorende bij t’gerecht geestimeert t’sjaars om ij gul. x st., facit j oud schilt viij st. [doorgestreept]
Dirck Aelbertz een mergen mit een vierendeel van een mergen, hem toebehoorende bij t’gerecht geestimeert, t’sjaars om ses guldens vijff st., facit ij oud schilt xlj st. [doorgestreept]
[Bestand 69, fol. 64v]
Jan Hermansz, een mergen, hem toebehoorende, bij t’gerecht geestimeert t’sjaars om vijff gulden, facit ij oud schilt xvj st. [doorgestreept]
Mr. Adriaen de Strick, omtrent een groote mergen vullinges landt, te pacht bij raminge soe aen turff als anders ses gulden vijff stuijvers facit ij oud schilt xlj st. [doorgestreept]
Gerrit Willemsz, een mergen mit een vierendeel van een mergen, hem toebehoorende bij t’gerecht geestimeert tsjaars om vj gul. v st. facit ij oud schilt xlj st. [doorgestreept]
Claes Henricxz, anderhalff vierendeel van een mergen, hem toebehoorende, bij t’gerecht geestimeert tsjaars op xxxvij5 st. [doorgestreept]
[Fol. 65]
Aelbert Goorts, omtrent anderhalff mergen geestimeert op iij oud schilt xxiiij st. [doorgestreept]
[Bestand 71, fol. 67]
Vijff-hoeven Vutenhams gerecht
Heer Willem Pauwelsz twee mergen lands bruijckt Henrick Henricxsz tsjaars om ij phs. gul. [facit] j oud schilt iij st.
t’Convent van den Duijtschen-huijs, xvj mergen lands, bruijckt Herman Dircxz ‘sjaars vijfftien oud schilt een halff vadt botteren gereeckent tot viij k. guldens, facit xviij oud schilt xxxiiij st.
Hier van blijven xiiij mergen aent convent voorsz, ende de resterende twee mergen aen den gemeen gebueren van Cortrijck, ende bruijckt Cornelis Cornelisz
Noch t’selve convent sesthien mergen lands bruijckt Jan Mathijz ‘sjaars om xiiij oud schilt 1/2 vadt botteren tot viij gulden gereeckent facit xvij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom aen t’convent, ende bruijckt Jan Thijsz
[Bestand 72, fol. 67v]
Aelbert Adriaensz t’Utrecht, thien mergen lands, bruijckt Cornelis Jansz tsjaars de mergen xxxj st. facit vij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar Cornelis Verhaar t’Utrecht, ende bruijckt Cornelis Jansz Huesz
Noch Joost Adriaensz, twee mergen lands bruijckt Cornelis voorsz tsjaars om j oud schilt xx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Aert Cornelisz
Noch Cornelis voorsz twaelff mergen lands hem selver toebehoorende ende hij bruijckt tsjaars d’mergen om xxxv st. facit x oud schilt
Nu eijgenaar Cornelis Verhaar voorsz, bruijckt Cornelis Jansz Hues
Jan Cornelisz, drij mergen lands, bruijckt Aert Gerritz tsjaars den hoop om viij k. gul. facit iij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Aert voorsz
[Fol. 68]
Noch eenen mergen van sijn wijffs kinderen bruijcker Aert voorsz bij eede tsjaars om xxv st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Aert voorsz
Marij Reijers weduwe, twee mergen lands bruijckt sij selver, haar met haar kinderen toebehoorende, bij eede tsjaars de mergen om twee phs. gulden, facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck Dircxz
t’Convendt van den Duijtschen-huijs, sesthien mergen landts, bruijckt Jacob Claesz t’sjaars om xvij oud schilt een halff vadt botteren gereeckent tot viij k. gulden, facit xx oud schilt xxiiij st.
Den eijendom blijfft aen ‘t voorsz convent, ende bruijckt d’weduwe van Ghijsbert Cornelisz
[Bestand 73, fol. 68v]
Oost-weert
Dat convent van Oudt-wijck, hondert en twaelff mergen lands, bruijckt Jan Henricxz op Oost-weert ‘s jaars om clxxiij oud schilt twee mudt groene erwitten t’mudt tot xxv st. facit clxxiiij oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijckt nu Herman Dircxz op Oost-weert
[Bestand 74, fol. 70]
Maerssen der e. heeren staten gerecht
Willem van Amerongen, vier hondt lands, bruijckt Herman Willemz ‘s jaars om vijff Beijersche guldens, facit ij oud schilt xviij5 st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Sanderz
t’Convent van Oudt-wijck, derd’halve mergen lands, bruijckt Cornelis Willemsz tsjaars om vj k. guldens v st. facit ij oud schilt xlj st.
Den eijgendom blijfft aen ‘t convendt voorsz, ende bruijckt Jaob Cornelisz schoenmr.
Heer Frederick van Gent, ruijm eene mergen lands, bruijckt H. Loeffz tsjaars om iiij gouden gulden [facit] ij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Dircxz
[Bestand 75, fol. 70v]
Noch vijff ziel-priesters St. Jans t’Utrecht een mergen lands, bruijckt Henrick voorsz geestimeert bij eede tsjaars om ij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorsz ziel-priesters, ende bruijckt Cornelis Dircxz
Noch Claes van Hindersteijns weduwe een mergen vier hond landts, bruijckt Henrijck voorsz t’sjaars om v k. gulden, facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Dircxz
Noch onse lieff vrouwe autaer tot Maerssen twee mergen lands, bruijckt Henrick voorsz t’sjaars om iij k. gul. xvj st. facit j oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’selve autaer, ende bruijcken J. Cornelisz ende Gerrit Huijgensz
Noch die ziel-priesters ten Dom t’Utrecht
[Fol. 71]
twee ackeren lands, bruijckt Henrick voorsz bij eede ‘sjaars om j5 oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den ziel-priesters voorsz, ende bruijckt Cornelis Dircxz
Frederick Jansz bruijckt vijff hondt lands, hem selffs toebehoorende geestimeert bij eede tsjaars om ij phs. gulden, facit j oud schilt viij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Hendricxz
Heer Hendrick Loeffsz vijffthien-d’halve mergen lands, bruijckt Wouter Gerritz ‘sjaars om xxix guldens, facit xix oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Dircxz
Juffr. Ruijsschen, achthien mergen landt bruijckt Jan van Schaeijck t’sjaars om xliiij oud schilt xl st.
Nu eijgenaersse juffr. van Noortwijck
[Bestand 76, fol. 71v]
Gerrit Vos van Anesaet, ende Peter Cornelisz, ende bruijckt Peter Cornelisz voorsz
Willem van Amerongen, vier hond lands bruijckt Dirck Gerritz tsjaars om vj5 k. gul. facit iij oud schilt iiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Sandertz
Ghijsbert Jansz Schout in de Weerde twee mergen lands, bruijckt Jan Henricxz ‘sjaars om vij k. guldens, facit iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar d’erffgen. van Gerrit Fransz, ende bruijckt Cornelis Dircxz
Peter Dier, een vuijterdijckien, bruijck Jan Willemsz tsjaars om iiij k. gulden facit j oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar Adriaen van Leeuwen, ende bruijckt d’weduwe van Ghijsbert Peterz Ka
[Fol. 72]
Henrickjen Verhorst, vier hondt ende een hoffstede van j5 hond lands, bruijckt Oth Claesz tsjaars om vijfftien k. guldens facit vij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Joost van Beijndop
Jan van Doernick, vier mergen lands, bruijckt Gerrit Willemsz tsjaars om vij oud schilt
Nu eijgenaersse ende bruijcxter Aeltgen Cornelisz Henricxz weduwe
d’Kinderen van Willem van Oostrum v5 mergen lands, bruijckt Lijsgen Rijck Ghijsbertsz tsjaars om xxviij k. guldens facit xiij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Claes van Oostrum, ende bruijcker T. Jansz
Jan van Swoll ende Jan Boomgaert vijff
[Bestand 77, fol. 72v]
mergen lands, bruijckt Lijsjen voorsz t’siaars om xxviij k. gulden, facit xiij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaersse Aeffgen Aert Thijssenz weduwe, ende bruijckt Thonis Janssen voorsz
Noch een hoffstede van een halve hondt lands, Lijsgen voorsz toebehoorende bruijckt Thonis Rijcken t’sjaars om v k. gulden, facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Goeijersz
Mijn vrouwe van den Daall, twaelff mergen lands bruijckt Adriaen Brouwer tsjaars om xx oud schilt xiij st.
Nu eijgenaars Claes van Merkerck, Ghijsbert Jelisz ende de weduwe van Dirck Hendricxz Snoeck, ende bruijckers Peter Cornelisz ende Henrick Ghijsbertsz
Peter Jansz thien mergen lands, bruijckt
[Fol. 73]
Gerrit Ghijsbertz tsjaars om xiiij5 oud schilt ij stoppen botteren ‘t stuck xxxv st. facit xvj oud schilt vij st.
Nu eijgenaar Adriaen van Leeuwen, ende bruijcker Gerrit Egbertz
Anthonis Rijckensz vier hondt lands, hem selver toebehoorende t’sjaars om ij k. gulden [facit] xl st.
Nu eijgenaersse ende bruijckxter Haesgen weduwe van Claes Hendricxz
t’Convent van St. Servaes t’Utrecht, ses mergen lands, bruijckt Thonis Ghijsbertz ‘t sjaars om viij5 oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt Aeltgen Cornelis Henricksz weduwe
Noch mijn vrouwe van den Daall, acht mergen
[Bestand 78, fol. 73v]
lands, bruijckt Anthonis voorsz tsjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorsz vrouwe, ende bruijckt Aeltgen voorn.
Noch de landt-commandeur, vier mergen lands, bruijckt Thonis voorsz t’sjaars om xiiij k. gulden [facit] vj oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen den landt-commandeur voorsz, ende bruijckt Geertgen weduwe van Joost Cornelisz
Noch die Reguliers t’Utrecht, mit Jan Wantenaar, vier mergen lands, bruijckt Thonis voorsz om xij k. guldens, facit v oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aen den selve, ende bruijckt Henrick Botter van Snellenb.
Arent Dircxz twaelff mergen lands hem
[Fol. 74]
selffs toebehoorende, geestimeert bij eede de mergen iij k. guldens, tsjaars facit xvij oud schilt vj st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Peter Cornelisz ende Gooijert Cornelisz
Noch een broederschap te Buerkerck, twee mergen lands, bruijckt Aert voorsz tsjaars om vij k. gulden, facit iij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den selve broederschap, ende bruijckt Peter Cornelisz
d’Heeren van St. Jan t’Utrecht negenthien mergen lands, bruijckt Henrick Gerritz daar mede ingetogen den boomgaert metten rijsweert, welck Henrick voorsz moeder bruijckt tsjaars om xvj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorsz heeren, ende bruijckt Grietgen weduwe van Rutger Cornelisz
Noch die heeren van den Dom, vijff mergen lands
[Bestand 79, fol. 74v]
daar mede ingetogen den wterdijck, bruijckt Henrik voorsz tsjaars om xij andries guldens facit viij oud schilt xij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Henricxz
Noch de pastoor vijffthalve [mergen] lants bruijckt Henrick voorsz tsjaars om xviij k. guldens, facit viij oud schilt iiij st.
Den eijgendom blijfft aen den pastorije, ende bruijcken Cornelis Jacobsz ende Joost Dircxz
Noch mijn vrouwe van den Daall vijff hond lands, bruijckt Henrick voorsz tsjaars om xl st.
Den eijgendom blijfft aen den vrouwe voorsz, ende bruijckt Zeger Cornelisz
Noch die deecken t’St. Jans t’Utrecht ses mergen lands, bruckt Henrick voorsz tsjaars om xx k. gul. facit ix oud schilt xxij st.
Den eijgendom blijfft aen den deecken voorsz,ende gebruijckt Grietgen weduwe Rutger Cornelisz
[Fol. 75]
Noch Willem van Amerongen seven hondt landt, bruijckt Henrick voorsz tsjaars om iiij k. gul. facit j oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar Henrick Botter van Snellenborgh, ende bruijckt Cornelis Janssen Jacobz
Noch Ghijsbert van Hardenbroeck, drij mergen lands, bruijckt Henrick voorsz tsjaars om vj k. guld. [facit] ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Anthonis Jaspersz
Noch Claes van Hindersteijns erffgenamen vijff hond lands, bruijckt Henrick voorsz tsjaars om xxx st.
Nu eijgenaar Cornelis Henricxsz ende bruijckt Grietgen weduwe Rutger Cornelisz
Noch een hoff-stede van twee hond lands, bruijckt Henrick voorsz bij eede tsjaars om k. gulden facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaersse bruijckersse Grietgen voorn.
[Bestand 80, fol. 75v]
d’Weduwe van Huijch Janssen met haar kinder vier mergen ende twee hondt lands, bruijckt Aert Cornelisz tsjaars om xij k. guldens, facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Hendrick Hubertz Beijer
Frederick Janssen een halff mergen lands, bruijckt Ghijsbert Petersz tsjaars om v k. gul. v st. [facit] ij5 oud schilt
Nu eijgenaars de gemeente van Maerssenb., ende gebruijckt Hendrick Gerritz Capp
Noch bruijckt Ghijsbert voorsz een mergen lands, van een hoffstede die een helfft van den heeren van St. Jan, ende d’andre helfft vant convent van Brandolij tsjaars om iiij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Hendrick Botter van Snellenbergh
t’Convent van Oudt-wijck, vier mergen lands
[Fol. 76]
bruijckt Aelbert Joosten, tsjaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt Wouter Petersz
Noch die pastoor ende coster tot Maerssen twee mergen lands, bruijckt Aelbert voorsz tsjaars om ij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de selve, ende bruijcken Peter Cornelisz ende Gerrit Jansz van Rijpp
Noch d’weduwe Bollen seven-d’halve mergen lands, bruijckt Aelbert voorsz ten halven bij eede tsjaars op vij oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgenamen van Adriaen Ram, ende bruijckt Peter Cornelisz
Noch d’selve weduwe Bollen, derd’halve mergen
[Bestand 81, fol. 76v]
lands, bruijckt Cornelis Gerritz tsjaars om vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Adriaen Ram, ende bruijckt Peter Cornelisz
d’Landt-commandeur, vier mergen lands, bruijckt Jan Claesz tsjaars om xxxij k. gul. facit xv oud schilt x st.
Den eijgendom blijfft aen den selve, ende bruijckt Gerrit Claesz
Heer Dirck Ghijsbertz van Zuijlensz vijff mergen lands, bruijckt Thonis Petersz t’sjaars om ix phs. gulden, facit v oud schilt xv st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Hudecoper
Dominicus Petersz acht hond landt gemengder voor hem selfs toebehorende, noch twee huijsgens met hoffgens geestimeert t’samen op viij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Wijnelt
[Fol. 77]
Petersz, Dirck Willemsz, ende de weduwe van Claes Hendricxz
Noch bruijckt Jan Woutersz, vier hondt lands, hem selver toebehoorende tsjaars om xl st.
Nu eijgenaersse ende bruijckersse Haesken weduwe van Claes Hendricxz
Noch t’convent van Oudt-wijck, seven hondt lands, bruijckt Jan voorsz bij eede tsjaars om xxv st.
Nu eijgenaarse ende bruijckerse de voorsz weduwe
Noch t’selve convent, vier en twintich mergen lands, bruijckt Jan voorsz t’sjaars om xxxvj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen ‘t convent voorsz, ende bruijckt Aeltgen weduwe van Cornelis Hendricxz
[Bestand 82, fol. 77v]
Noch juffr. Ruijsschen weduwe twee mergen lands, bruijckt Jan voorsz tsjaars om iij oud schilt xxvj st. iiij pen.
Nu eijgenaarse ende bruijcxter Aeltgen voorsz
Noch Alidt Salms, twee mergen lands, bruijckt Jan voorsz tsjaars om iij oud schilt xxvj st. iiij pen.
Nu eijgenaarse ende bruijcxter Aeltgen weduwe voorn.
Noch Jan van Swol ende Heijltgen twee mergen lands, bruijckt Jan voorsz tsjaars om vj k. guldens facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Spijcker
Willem van Amerongen een hoff-stede van vier hondt lands, bruijckt Ghijsbert Willemsz tsjaars om iij oud schilt xxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck Hendricxz
[Fol. 78]
d’Heeren van Ste. Katharina t’Utrecht een hoff-steechgen van een halve mergen lands, bruijckt Aert Willemsz tsjaars om vij k. guldens, facit iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Hermansz
Heer Gerrit Pastoor in die oude kerck, vier mergen lands, bruijckt Dirck Joostensz tsjaars om ix k. guldens, facit iiij oud [schilt] xij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Thonis Willemsz Oostrum, Jan van Goch ende Joost Dircxz
d’Kinderen van Willem van Oostrum twaelff mergen lands, bruijckt Jan Willemsz Breij tsjaars om xlv k. guldens facit xxj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaars d’erffgenamen van Claes van Oostrum, ende bruijckt Meus Jansz van Goch
Noch mijn vrouw van den Daal, drij mergen
[Bestand 83, fol. 78v]
lands, bruijckt Jan voorsz t’sjaars om viij k. guldens facit iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den vrouwe voorsz, ende bruijckt Aeltgen weduwe voorsz
Noch derthien mergen lands, daar die een helfft Claes van Halteren, ende d’ander helfft Jan van Swoll off toebehoort, bruijckt Jan Willemz t’sjaars om xxvj oud schilt
Nu eijgenaars Henrick Botter van Snellenbergh, Dignus Claesz, d’heeren van St. Peters, ende Peter Adriaensz van Wijcker-sloot, ende bruijckers Meus Jansz van Goch, ende Gerrit Jansz Slocker
Wouter Gerritz bruijckt van sijn moeder thien mergen lands, die mergen t’siaers om ij phs. gul. [facit] xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaersse de weduwe van mr. Adriaen Versteech, ende bruijckt Joost Jansz
[Fol. 79]
Noch meijster Peter St. Jans t’Utrecht, anderhalve mergen lands, bruijckt Wouter voorsz die mergen om ij k. guldens, facit j oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar als boven, ende bruijcker Cornelis Dircxz
Noch een halve mergen boomgaerts, ende een mergen lands, toebehoorende sijn moeder, bruijckt Wouter voorsz geestimeert t’samen op v oud schilt xl st.
Nu eijgenaarse Belichgen weduwe van mr. Adriaen Versteech, ende bruijckt Cornelis Dircxz
Willem van Amerongen, een hoffstede groot wesende anderhalff hondt lands, erff-pachts bruijckt Aertgen Hermans Jansz weduwe geestimeert op ix oud schilt xxvij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Jansz schoenmr.
Juffr. van Snellenbergh, een hoffstede van
[Bestand 84, fol. 79v]
anderhalve mergen lands, bruijckt Ghijsbert Woutersz tsjaars om vij5 k. gulden facit iij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Aert van Sijll
Noch d’selve juffr. een hoff-stede van een halff hondt lands, bruijckt Jan Henrijcxz tsjaars om iij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit W. Cuijper
Die broederschap van ons lieff vrouwen autaer tot Maerssen, een hoff-stede groot wesende een hondt lands, bruijckt Willem Gelisz tsjaars om x k. gulden, facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan van Wijck schout
Cornelis van Hardenbroeck, een hoff-stede van omtrent een hond lands, bruijckt Marij Alpher Jansz weduwe tsjaars om iij5 k. gulden, facit j oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Sandertz
[Fol. 80]
Heer Jan Verhuel, een hoff-stede van een hondt land, bruijckt Gerrit Hendricksz mit een boomgaert tsjaars om vij k. gulden facit iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck Hendricxz
Joncker Turck een boomgaert van omtrent twee hond lands, bruijckt Hendrick Woutersz geestimeert op ij oud schilt
Peter Hermansz Brouwer tot Utrecht drij mergen lands, bruijckt Anthonis Adriaensz t’sjaars om ix k. guldens facit iiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Jacob Thonisz int Lam t’Utrecht, ende bruijckt Cornelis Jacobsz
Engbert van Nienroede, sijn hoff-stede mit
[Bestand 85, fol. 80v]
zijn boomgaerden
Noch vier hondt lands daar huijs ende boomgaert op staet ende men van de heeren van St. Jans t’Utrecht in erff-pacht heefft tsjaars t’samen geestimeert op xxv k. gulden facit xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Henrick Botter van Snellenberch
Mijn vrouw van den Daal, acht mergen lands bruijckt sij selver geestimeert bij eede tsjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den vrouwe voorsz, ende bruijcken Herman Dircxz ende Herman Jacobz
Gerrit Jansz drij mergen lands, bruijckt Jan Willemsz tsjaars om xij k. guldens facit v oud schilt xxx st.
Ende bruijcken Cornelis H. Loeffsz ende Aeltgen weduwe voorsz, ende eijgenaars den armen pot St. Jacob
[Fol. 81]
Jan Jansz kinder van der Meer, seven mergen lands, bruijckt Jan voorz tsjaars om xxiij gulden v st. facit xj oud schilt iij st.
Nu eijgenaarse de weduwe van Steven Lauwerman, ende bruijckt Cornelis Loeffsz
Noch juffr. van Snellenbergh xiiij hondt lands, bruijckt Jan voorsz tsjaars om xiiij k. gul. facit vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar Jan van de Vecht, ende bruijckt de weduwe van Ghijsbert Aelbertz
Dirck van Oostrum, negenthien mergen lands, bruijckt Gilles Janssen
Noch mr. Frans van Amersfoort iij mergen lands bruijckt Gelis voorsz t’sjaars t’samen om xxxj oud schilt xj st.
Nu eijgenaar jr. W. van Nievelt, ende bruijckt Meus van Goch
[Bestand 86, fol. 81v]
d’Pastoor tot Maerssen, vijff mergen lands bruijckt Martgen Cornelis Aertsz dochter, tsjaars om xvj5 k. gulden, j stop botteren xxxv st. facit viij oud schilt xxix st.
Den eijgendom blijfft aen den pastorije voorsz, ende bruijckt Anthonis Willemz Oostrum
Noch juffr. van Drij-bergen, xvj mergen lands, bruijckt Maertgen voorsz tsjaars om xxiiij oud schilt
Nu eijgenaar jr. Bernt van den Boomgaert, ende bruijckt Jan Anthoniz
Noch d’heeren van St. Jans t’Utrecht vijff-t’halve mergen lands, bruijckt Maertgen voorsz tsjaars om vj5 oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren, ende bruijckt Jan Thonisz voorsz
Noch d’heeren van Ste. Katrijnen t’Utrecht
[Fol. 82]
elff mergen lands, bruijckt Marichgen voorsz tsjaars om xxij k. guldens, facit x oud schilt xx st.
Engbert van Gruenenbergh ses mergen lands, bruijckt Lambert Jansz tsjaars om ix oud schilt x st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Hermanz
Noch d’heeren van den Dom, t’Utrecht acht mergen lands, bruijckt Lambert voorsz tsjaars x oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren, ende bruijckt Jan Hermanz voorz
Noch Roetert van Lands-croon v mergen lands, bruijckt Lambert voorsz tsjaars om xx k. gl. [facit] ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaar Herman de Witt, ende bruijckt Jan Hermanz voorz
[Bestand 87, fol. 82v]
Noch heer Jan van Amerongen, twee mergen lands, bruijckt Lambert voorsz tsjaars om ix k. guldens, facit iiij oud schilt xij st.
Noch juffr. Foeijten vier hond lands, bruijckt Lambert voorsz t’sjaars om xlj st.
Nu eijgenaar Floris Foeijt, ende bruijckt Jan Hermanz
d’Koster tot Maerssen, een klein mergen lands, bruijckt die koster voorsz tsjaars om ij phs. gul. facit j oud schilt viij st.
Den eijgendom blijfft aen den selve coster, ende bruijckt Jan Hermansz voorsz
d’Costerije tot Maerssen, een groote mergen lands, bruijckt die koster voorsz tsjaars om v k. gul. [facit] ij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft aen den selve costerije, ende bruijckt Jan Hermansz voorsz
[Fol. 83]
Gerrit Spijcker, vijff mergen lands bruijckt Cornelis Ghijsbertz tsjaars om xviij k. guldens xv st. facit viij oud schilt xxxix st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Hendricxz
Den Heijligen geest t’Utrecht, vier mergen lands, bruijckt Cornelis Ghijsbertz tsjaars om xij k. guldens, facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaarse ende bruijckxter Aeltgen weduwe voorn.
Noch d’landt-commandeur t’Utrecht twee mergen ende twee hond lands, bruijckt Cornelis voorsz t’sjaars om viij oud schilt
Nu eijgenaarsse die weduwe van joncker Gerrit Zoudenbalch, ende bruijckt Jan Peterz
Noch drij mergen leech lands, Cornelis voorsz
[Bestand 88, fol. 83v]
selver toebehoorende geestimeert bij eede ‘t sjaars op ix k. gulden, facit iiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jacob Sandersz
Mr. Rutger van der Kerck, seventhien mergen lands, bruijckt Dirck Werm, tsjaars om xxix k. guld. xv st. facit xiiij oud schilt vij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van mr. Dirck van der Kerck, ende bruijcker Gerrit Spijcker
Noch Coert de Gruijters weduwe, drij mergen lands, bruijckt Dirck voorsz tsjaars om viij k. gul. facit iij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker mr. Cornelis van Otterspoor
Jan van Swoll, ende Claes van Halderen, thien mergen lands, bruijckt Cornelis Hendricxz tsjaars om xvij5 oud schilt
Nu eijgenaars Henrick Botter van Snellenbergh d’heer van Suijlen, ende Pieter Adriaensz van Wijckersloot, ende bruijcken Meus van Goch, ende Cornelis Janz Casenbrogen
[Fol. 84]
Noch mijn vrouw van Oudt-wijck, anderhalve mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz tsjaars om ij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorsz vrouwe, ende bruijckt Cornelis Jansz Vogel
De coster tot Maerssen, een mergen lands, bruijckt Jan Jansz tsjaars om iiij k. gul. facit j oud schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijfft aen den coster voorsz, ende bruijckt …
Mijn vrouw van den Daal, drij mergen lands, ende een hogen acker van eene mergen lands bruijckt Cornelis Hendricxz voorsz t’sjaars om viij oud schilt
Nu eijgenaars mijn vrouw voorsz ende Hendrick Botter van Snellenbergh, ende bruijckt Louwens Solle
Noch Gerrit Jansz vijff mergen lands
[Bestand 89, fol. 84v]
bruijckt Cornelis voorsz tsjaars om xv5 k. gulden facit vij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaars Henrick Botter van Snellenbergh ende Henrick Huijbertz Beijer, ende Henrick Beijer is bruijcker
Noch Jan van der Meersch kinderen, drij mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz tsjaars om viij k. gl. [facit] iij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar Snellenbergh voorn., ende bruijcker Cornelis Jacobz
Noch Ghijsbert Jacobsz schoudt in die Weerde seven d’halve mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz tsjaaars om xix k. guldens facit ix oud schilt ij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Gerrit Fransz, ende bruijckt Cornelis Dircxz
Jan Gerritsz bruijckt een hoffgen, tsjaars om iij k. gulden facit j oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Dircxz voorsz
[Fol. 85]
Balier Ste. Katrinen t’Utrecht vijff mergen lands, bruijckt Gerrit Thijmansz tsjaars om vj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorn. Balier, ende bruijckt Thonis Willemsz Oostrum
Noch Gerrit voorsz ses mergen lands, hem selver toebehoorende bij eede geestimeert tsjaars om vj oud schilt
Nu eijgenaars van vier mergen Thonis Willemsz voorsz, ende van den twee mergen Folphert Mertensz, ende bruijckt t’samen d’selve Thonis Willemsz
Gerrit Spijcker, vier mergen min twee hondt lands, bruijckt Cornelis Jansz tsjaars om xij k. gulden, facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Jansz van Rhijn
Noch d’heeren van Ste. Katrijnen t’Utrecht twintich
[Bestand 90, fol. 85v]
mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz tsjaars om lx k. guldens facit xxviij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen voorsz heeren, ende bruijckt Jan Peterz
Mijn vrouw van Oudtwijck, thien mergen lands, bruijckt Gerrit Thijmansz sjaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft aen mijn vrouw voorsz, ende bruijckt Thonis Willemz Oostrum
Juffr. Ruijschen ende Alidt Salms, ses mergen lands, bruijckt Dirck Hendricxz tsjaars om vj5 oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck Gerritz
Noch ons lieff vrouwen broederschap tot Maerssen twee mergen lands, bruijckt Dirck voorsz t’sjaars om iij phs. gulden, facit j oud schilt xxxiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz broederschap, ende bruijckt Dirck Gerritz voorsz
[Fol. 86]
Noch een hoffstede groot omtrent een halve mergen, daar Dirck voorsz huijs op staet, tsjaars om een pondt groot, facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck voorsz
Juffr. van Drij-bergen, seven mergen lands bruijckt Dirck Jacobsz t’sjaars om x oud schilt xxxv st.
Nu eijgenaar jr. Beernt van den Boomgaert, ende bruijckt Jan Hermansz
Willem Bartsz hoff-stede is groot omtrent twee hondt lands, ende buerlandt daar aen tsjaars om vj k. guldens facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Aert Goessensz ende Jacob Goessensz
Floris Hermansz schoudt tot Maerssen een
[Bestand 91, fol. 86v]
hoff-stede van een hondt lands, geestimeert bij eede op viij k. guldens, facit iij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Jacobz schoenmaker
Willem van Amerongen, een hoff-stede van een hond lands, bruijckt Peter Cornelisz tsjaars om iiij k. guldens, facit j oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Hendricxz schoen-lapper
d’Erffgen. van Joost van Hardenbroeck een hoff-stede van omtrent een hond lands, bruijckt Jan Jansz t’sjaars om iij gulden [facit] j oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Herman Ellertssen
Cornelis Ghijsbertz bruijckt een hoff-stede van twee hond lands, hem selver toebehoorende geestimeert op vij k. guldens, facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Jansz
[Fol. 87]
Marichgen Dircxz dochter van Zuijlen een hoff-stede van een halve hond lands, haar selffs toebehoorende geestimeert op vij k. guldens facit iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Jelisz
d’Juffr. van der Haar, een hoff-stede van twee hond lands, bruijckt Huijbert Jacobsz t’sjaars om v k. guldens facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaarse ende bruijckerse Belichgen mr. Adriaen Versteechs weduwe
Frederick Jansz om huijs ende een hoffstede daar hij inwoont geestimeert op x k. guldens facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Henrick Huijbertz Beijer
Henrick Aelbertsz, een huijsinge ende hoff-stede daar in hij woont tsjaars om vij k. gulden facit iij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Goijertsz
[Bestand 92, fol. 87v]
Mijn vrouw van Oudt-wijck, omtrent een halve mergen lands, bruijckt Joosgen Verweijde t’sjaars om vier gulden, facit j oud schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijfft aen mijn vrouw voorsz, ende bruijckt Jan Petersz
Noch mijn vrouw van Oudtwijck voorsz, achtien mergen lands, bruijckt Jacob Hermansz tsjaars om xxv oud schilt
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt Herman Jacobsz
Noch Cornelis van Herdenbroeck, acht en twintich mergen lands, bruijckt Jacob t’sjaars om lxxviij k. guldens, een halff vadt botteren voor viij k. guldens, facit xl oud schilt xl st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Cornelis van Heemskerck, ende Arent ten Grootenhuijsen
Noch bruijckt Jacob voorsz achthien mergen
[Fol. 88]
lands, hem selver toebehoorende, bij eede geestimeert op xxv oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Herman Jacobz
Noch twee hoff-steden van twee hond lands, bruijckt Jacob voorsz geestimeert op ix5 k. gulden, facit iiij oud schilt xxij st.
Nu eijgenaars d’weduwe van jr. Gerrit Zoudenbalch ende Cors Jaspersz, ende bruijcken d’heer van Loeckeren met Cors voorsz
Gelis van Cronenborgh, een hoff-stede van een halve mergen lands, bruijcken Maritgen van Voirdts kinderen om v oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Claes van Vlooswijck
Mijn vrouw van den Daal, acht mergen lands
[Bestand 93, fol. 88v]
bruijckt Jan Gerritz t’sjaars om xij oud schilt
Noch mijn vrouw van den Daal, een hoff-stede van vier hond lands, bruijckt Peter Jacobz tsjaars om ij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Augustijn Isackz
Roeloff Lubbertsz ses mergen lands, hem selven toebehoorende geestimeert bij eede tsjaars op ix oud schilt
Nu eijgenaar Henrick van Snellenborgh, ende bruijcker Meus Jansz van Goch
Mr. Rutger van der Kerck, een hoff-stede van omtrent een halve mergen lands, daar Ghijsbert Stael een huijs op staende heeft tsjaars om ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck Ghijsbertz den Vroomen
[Fol. 89]
Noch mr. Rutgert voorsz een hoffstede daar een huijs op staet bruijckt Engbert Dircxz t’sjaars om xxj st.
Nu eijgenaerssen ende bruijckerssen d’weduwe van Ellert Hermansz, ende de weduwe van Cornelis de Schipper
Pauwels Thijssen, een mergen lands, hem selffs toebehoorende geestimeert bij eede op drij k. gulden, facit j oud schilt xviij st.
Nu eijgenaarse Geertgen van de Voort, ende bruijckerse Grietgen weduwe van Rutger Cornelisz
[Bestand 95, fol. 91]
Maerssen-broeck Henrick van Snellenberch s'gerecht
t’Convent van de Celle-broeders t’Utrecht twee mergen lands, bruijckt Joosgen Willem Verweijs weduwe, tsjaars om vij k. gul. facit iij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den Celle-broeders voorsz, ende bruijckt Jan Petersz
Noch Cornelis Hendricxz van Vijanen, Valentijns swager, twee mergen lands, bruijckt Joosgen voorsz tsjaars om vij k. guldens, facit iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Peterz
Mijn heer van Rennenborgh ende Jacob van Mijnden t’samen vj mergen lands, bruijckt Floris Hermansz ende G.G. op Zuijlen, t’sjaars om xvij5 k. gul. facit viij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars den grave van Egmond ende Joost van Mijnden, ende bruijckers J. Dircxz ende d’weduwe Cornelis Ernstensz
[Bestand 96, fol. 91v]
Noch mijn heer van Rennenborgh, ses mergen lands bruijckt Dirck Joosten tsjaars om xix k. gulden x st. facit ix oud schilt xij st.
Nu eijgenaar den grave van Egmondt, ende bruijckt Willem Joachimsz
Jacob van Mijnden ses mergen lands, bruijckt Dirck voorsz tsjaars om ix oud schilt
Nu eijgenaar Joost van Mijnden, ende bruijcker Willem Joachimsz
d’Heeren van den Dom, vier mergen lands, bruijckt Dirck voorsz tsjaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende bruijckt Jacob Cornelisz schoenmr.
Noch thien mergen lands Dirck voorsz
[Fol. 92]
selffs toebehoorende, bij eede t’sjaars om xv oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Henrick Botter van Snellenberch
Mijn vrouw van vrouwen-clooster, vijffthien mergen lands, bruijckt Jan Jansz tsjaars om xj oud [schilt] xxj st.
Den eijgendom blijfft aen mijn vrouw voorsz, ende bruijckt Aeltgen Cornelis Henricxz weduwe
Noch mijn vrouw van St. Servaes, vier mergen lands, bruijckt Jan Jansz voorsz tsjaars om v oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den selve vrouwe, ende bruijckt Cornelis Jansz
Mijn heer van Rennenborch, ses mergen lands, bruijckt Willem Claesz t’sjaars de mergen ij phs. gul. [facit] vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar den graeff van Egmondt, ende bruijckt Huijch Henricxsz
[Bestand 97, fol. 92v]
Noch Jacob van Mijnden, ses mergen lands bruijckt Willem voorsz om xij phs. gulden facit vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar Joost van Mijnden, ende bruijcker Huijch voorsz
Noch Willem van Amerongen twee mergen lands, bruijckt Willem voorsz tsjaars om v k. guldens xv st. facit ij oud schilt xxxj st.
Nu eijgenaar Cornelis Jan Loeffsz, ende bruijcker Cornelis Goeijerz
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht acht mergen lands, bruijckt Cornelis Ghijsbertz t’sjaars van xvj k. guldens facit vij oud schilt xxvj st.
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende bruijckt Meus Jansz van Goch
Wouter Gerritz bruijckt van sijn moeder
[Fol. 93]
acht mergen lands, bij eede ‘t sjaars om vijffthien k. guldens facit vij oud schilt xxvj st.
Nu eijgenaar Cornelis Henricxz, ende bruijckt d’weduwe van Rutger Cornelisz
Mijn heer van Rennenborgh, vier mergen lands, bruijckt Dirck Govertz tsjaars om vij phs. gulden, facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar den grave van Egmond, ende bruijcker Huijgh Hendricxz
Noch Jacob van Mijnden vier mergen lands, bruijckt Dirck voorsz tsjaars om ix k. gulden j st. j oirtgen, facit iiij oud schilt xiij st. iiij pen.
Nu eijgenaar Joost van Mijnden, ende bruijcker Huijch voorsz
Noch Willem van Amerongen twee mergen
[Bestand 98, fol. 93v]
lands, bruijckt Dirck voorsz tsjaars om v k. gulden xv st. facit ij oud schilt xxxj st.
Nu eijgenaar Cornelis Jan Loeffsz, ende bruijcker Cornelis Goijersz
t’Convent van Hierusalem vier mergen lants, bruijckt Lijsbeth Rijck Ghijsbersz om x k. guldens, facit iiij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijfft aen ‘t convent voorsz, ende bruijckt Thonis Jansz
Lijsbeth Rijck Ghijsbertz voorsz vier mergen lands, haar selffs toebehoorende geestimeert bij eede op x k. gulden facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar d’erffgen. van Claes van Oostrum, ende bruijcker Anthonis Jansz
Cornelis Valentijns Swager vier mergen lands, bruijckt Anthonis Rijckensz tsjaars om xiiij5 k. guld. [facit] vj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar Jan van Heusden, ende bruijcker Sander Cornelisz
[Fol. 94]
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht een halve hoeff lands, bruijckt Jan Janz tsjaars om xiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren, ende bruijckt Cornelis Jacobz
Willem de Schrijver, vier mergen lands, bruijckt Jan Jansz tsjaars om x phs. gulden [facit] v oud schilt xv st.
Nu eijgenaar d’heer van Hoevelaecken, ende bruijcker Dirck Gerritsz
Noch d’heeren van St. Jans voorsz een vierdel lands, bruijckt Oth Claesz tsjaars om v5 oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende bruijckt Henrick van Snellenbergh
Noch Gerrit Jansz een vierdel lands, bruijckt Oth voorsz tsjaars om v5 oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Henrick Snellenbergh
[Bestand 99, fol. 94v]
Willem van Leeuwen, seven mergen lands bruijckt Cornelis Heijnricxz tsjaars om xx k. gul. [facit] ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaarse Emmichgen Feijtgen ende bruijcker Cornelis Jan Loeffsz
Willem Goertsz vier mergen lands, bruijckt Jan Willemsz tsjaars om xij k. guldens facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Thonis Oostrum
d’Pastoor t’St. Jacobs t’Utrecht, ses mergen lands, bruijckt Jan Woutersz tsjaars om xviij k. gulden, facit viij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Lubbert van Cleeff, ende bruijcker Jan Ghijsbertz van Goch
Noch Jan Wijnter ses mergen lands, bruijckt Jan Wouterz tsjaars om xviij k. guldens [facit] viiij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Lubbert voorsz, ende bruijcker van Goch voorn.
[Fol. 95]
Juffr. van Rijneveldt, vier mergen lands, bruijckt Marichgen Cornelis Aertz dochter, tsjaars om xij k. gulden ij stoppen botteren t’stuck xxxv st. facit vij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaarse d’weduwe van Claes Henrickxz, ende bruijckt deselve weduwe
Noch mijn vrouw van den Daal ende juffr. van Drie-bergen, een halve hoeff lants, bruijckt Marichgen voorsz tsjaars om viij oud schilt een stoppe botter voor xxxv st. facit viij oud schilt xxxv st.
Nu eijgenaars mijn vrouw van den Daal voorsz ende joncker Bernt van den Bongert, ende bruijckt Jan Thonisz
Noch juffr. van Drie-bergen voorsz vier mergen landts bruijckt Marichgen voorsz tsjaars om iiij oud schilt xxxv st.
Nu eijgenaar jr. Beernt voorn., ende bruijcker Jan voorz
d’Cathuijsers acht mergen lands, bruijckt Frederik
[Bestand 100, fol. 95v]
Jansz tsjaars om xxxv k. guldens facit xviij oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen Carthijssers voorsz, ende bruijckt Cornelis Jacobz
Frederick Jansz vier mergen landt, bruijckt Thijman Gerritsz tsjaars om xiij5 k. gul. facit vj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter Cornelisz
Aelbert Beijndorp, vier mergen lands bruijckt Adriaen Claesz tsjaars om xvij k. gul. facit viij oud schilt iiij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Huijbert Pauw, ende bruijckt Cornelis Adriaenz
Noch Jan Keijtingh drie mergen lands, bruijckt Adriaen voorsz t’siaers om xij k. gul. facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Pauw voorsz, ende bruijcker Cornelis Adriaensz voorsz
[Fol. 96]
Noch Bruijn Foeck een mergen lands, bruijckt Adriaen voorsz tsjaars om iiij k. gul. facit j oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Pauw voorsz, ende bruijcker Cornelis Adriaensz
t’Convent van den Daal, acht mergen lants, bruijckt Cornelis Ghijsbertz tsjaars om xiiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt Cornelis Jan Loeffz
Noch d’heeren van den Dom, t’Utrecht vijff t’halve mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz tsjaars om viij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren, ende bruijckt Willem Dircxz Hor
Noch Neel van Cleeff derd’halve mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz tsjaars om iiij5 oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Willem voorsz
[Bestand 101, fol. 96v]
Noch t’convent van den Daal twee mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz tsjaars om vj phs. gulden facit iij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt Willem voorsz
Mijn heer van Rennenborgh, een halve hoeff lands, bruijckt Cornelis Willemz t’sjaars om x oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar den grave van Egmondt, ende bruijckers Joost Dircxz ende d’weduwe van Ghijsbert Aelbertz
Noch t’convent van Oudt-wijck, een halve hoeff lands, bruijckt Cornelis Willemsz voorsz tsjaars om xxvij k. gulden facit xij oud schilt xxxvj st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt Elbert Cornelisz
Noch juffr. Ruijsschen ende Alidt haar
[Fol. 97]
suster, vier mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz tsjaars om vij phs. guldens facit vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaarse juffr. van Noortwijck, ende bruijcker Peter Cornelisz
Henrick Taets, xij mergen lands, bruijckt Jan Henricxz tsjaars om xlviij k. gulden een halff vadt botteren gereeckent tot viij k. gul. [facit] xxvj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar Ghijsbert Cornelisz van Culenb., ende bruijcker Gerrit Willemz Ploijs
d’Melaten buijten Utrecht, vier mergen lands, bruijckt Jacob Hermantz tsjaars om xvj k. guldens, facit vij oud schilt xxvj st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz Melaten, ende bruijckt Thonis Jaspertsz
Noch bruijckt Jacob voorsz thien mergen lands
[Bestand 102, fol. 97v]
hem ende eensdeels mede sijn broeders ende susters toebehoorende geestimeert bij eede tsjaars op xvj oud schilt viij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Dirck Ghijsbertz ende Thonis Jasperz
Mijn heer van Rennenburgh anderhalff mergen lands, bruijckt Gerrit Willemsz tsjaars om iiij phs. gulden, facit j oud schilt viij st.
Nu eijgenaar den grave van Egmond, ende bruijcker Thonis Oostrum
Noch d’heeren van St. Jans t’Utrecht vier mergen lands, bruijckt Gerrit voorsz tsjaars om vij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorsz heeren, ende bruijckt Cornelis Jansz Vogel
[Fol. 98]
een halve hoeve lands, bruijckt Lambert Jansz t’sjaars om xj oud schilt
Nu eijgenaars mijn vrouw van den Daal ende Henrick Verbeeck vicaris van den Dom t’Utrecht, ende bruijcker Jan Hermansz
Noch juffr. Foeijten, vier mergen lands, bruijckt Lambert voorsz tsjaars om xij k. gul. [facit] v oud schilt xl st.
Nu eijgenaar Floris Foeijt ende bruijcker Cornelis Jacobz
Mijn heer van Rennenborgh, vier mergen lands, bruijckt Henrick Gerritz tsjaars om xij k. gul. j mudt haveren x st. facit v oud schilt xl st.
Nu eijgenaar den grave van Egmondt, ende bruijcker Thonis Oostrum
Noch Cornelis Ottensz vier mergen lands, bruijckt
[Bestand 103, fol. 98v]
Henrick voorsz tsjaars om vij5 k. gul. facit v oud schilt xl st.
Nu eijgenaar ende bruijcker H. Dircxz
d’Heeren van St. Peters t’Utrecht thien mergen lands bruijckt Anthonis Ghijsbertz tsjaars om xxx k. guldens facit xiiij oud schilt xij st.
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende bruijckt Jeremias Meeusz
Willem Goertsz in de Kolck, vier mergen lands, bruijckt Aert Cornelisz tsjaars om xiiij k. gulden facit vj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Thonis Oostrum
Mijn vrouw van Oudt-wijck veerthien mergen lands, bruijckt Aelbert Joosten t’sjaars om xviij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen mijn vrouw voorsz, ende bruijckt Wouter Petersz
[Fol. 99]
Mijn vrouw van den Daal, achthien mergen lands, bruijckt Aert Dircxz s’jaars om xxxij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen mijn vrouw voorn., ende bruijckt Goeijert Cornelisz
Noch mijn vrouw voorsz een hoeff lands bruijckt t’convent selver geestimeert bij eede tsjaars om xxiiij oud schilt
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijcken Peter Cornelisz ende Goeijert Cornelisz
Noch mijn vrouw voorsz een hoff lands bruijckt sij selver geestimeert bij eede tsjaars om xvj oud schilt
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijcken Cornelis Adriaensz ende de weduwe van Ghijsbert Aelbertz
Jan Wijnter ses mergen lands, bruijckt Peter
[Bestand 104, fol. 99v]
Huijgen t’sjaars om xv k. gulden facit vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Lubbert van Cleeff, ende bruijcken van Goch
Jan Woutersz twee mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede tsjaars de mergen om ij phs. gulden facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaars d’erffgen. als boven, ende bruijcker Jan van Goch voorsz
Floris van Pallaes, vier mergen lands, bruijckt Dominicus Petersz tsjaars om viij5 oud schilt
Nu eijgenaar Balthazar van der Vecht, ende bruijcker Cornelis Dircxz
Jacob van Mijnden, acht mergen lands
[Fol. 100]
bruijckt Ghijsbert Henricxz tsjaars om xx k. gul. [facit] ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaar Joost van Mijnden, ende bruijcker Willem Jochemsz
Noch Henrick Claesz twee mergen lands bruijckt Ghijsbert voorsz tsjaars om vj k. gul. [facit] ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Henrick Botter van Snellenbergh
d’heeren van Ste. Katrijnen t’Utrecht een hoeff lands, bruijckt Dirck Jacobsz tsjaars om xl k. guldens, facit xix oud schilt ij st.
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende gebruijckt Ghijsbert Gerritz
Noch Jacob van Mijnden vij mergen lands
[Bestand 105, fol. 100v]
bruijckt Dirck voorsz, de mergen ‘sjaars om iij phs. gulden facit xij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaar Joost van Minden, ende bruijckers Gerrit ende Jan Egbertsz
Noch mijn heer van Rennenborgh, seven mergen lands, bruijckt Dirck voorsz om xxij k. guldens xv st. t’sjaars facit x oud schilt xxxv st.
Nu eijgenaar den grave van Egmondt, ende bruijckers als boven
d’Heeren van Ste. Katrijnen t’Utrecht vier mergen lands, bruijckt Cornelis Jansz t’sjaars de mergen om iij k. gulden facit v oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende bruijckt Jan Petersz
Noch Peter Ruijsschen weduwe twee mergen
[Fol. 101]
lands bruijckt Cornelis voorsz t’sjaars de mergen om ij gouden gulden facit ij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaarse juffr. van Noortwijck ende bruijcker Gerrit Jan van Rijn
Noch Alidt Salms twee mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz tsjaars d’mergen om iij k. gulden facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaarse juffr. van Noortwijck, ende bruijcker van Rijn als boven
Noch d’weduwe Foeijten vier mergen lands bruijckt Cornelis voorsz tsjaars om x phs. gul. [facit] v oud schilt xl st.
Nu eijgenaar Floris Foeijt ende bruijcker Cornelis Jacobz
Gerrit van Reness, xxiiij mergen lands
[Bestand 106, fol. 101v]
bruijckt Henrick Gerritz de mergen tjsaars om iij k. guldens, facit xxxiiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Henrick Corsz van Pallaes, ende Jeremias Meeusz
d’Land-commandeur t’Utrecht, vier mergen lands, bruijckt Gelis Jansz tsjaars om xvj k. gul. facit vij oud schilt xxvj st.
Den eijgendom blijfft aen den land-commandeur, ende bruijckt Henrick Hubertz Beijer
Juffr. van Wijck, vier mergen lands bruijckt Jan Heijmansz tsjaars om vij k. gul. xiiij st. facit iij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar jr. Dirck Canter, ende bruijckt Jan van Goch
Noch Jan Loeffz vier mergen lands, bruijckt
[Fol. 102]
Jan voorsz tsjaars om x k. guldens, facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan van Goch
Noch Maerten Claesz steenhouder twee mergen lands bruijckt Jan voorsz tsjaars om iiij k. gul. facit j oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaars Folpert Mertenz met sijn nicht ende Jan van Goch, ende bruijckt Jan van Goch voorn.
d’Capelle tot Loenre-sloot vier mergen lants bruijckt Gerrit Thijmanz tsjaars om xv k. guldens facit vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaarse Weijntgen van Mijnden, ende bruijcker Thonis Willemz Oostrum
Noch Jan van Wede ende Willem van Leeuwen
[Bestand 107, fol. 102v]
een halve hoeff lands, bruijck Gerrit voorsz t’sjaars om xxxij k. gulden facit xv oud schilt x st.
Nu eijgenaars het onmondige kindt van Gerrit Gerritsz ende Willem Fredericxz, ende bruijckt Wouter Peterz ende d’voorz Willem Fredericxz
d’Capelle tot Loenre-sloot, een halve smale vierdeltgen lands, bruijckt Oth Gerritz t’siaers xl st.
Nu eijgenaarse Weijntgen van Mijnden, ende bruijcker Thonis Willemsz Oostrum
Heer Aelbert van Leeuwenberch, een hoeff lands, bruijckt Jan Hues tsjaars om xxx oud schilt
Nu eijgenaars de Carthuijsers, ende bruijcker Dirck Jacobz
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht een hoeff
[Fol. 103]
lands, bruijckt Dirck Henricxz t’sjaars om xxiiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorsz heeren, ende bruijckt Dirck Gerritz
St. Agnieten acht mergen lands bruijckt Lambert Ghijsbertz tsjaars om xx k. gul. facit ix oud schilt xxij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt Jan Ghijsbertz van Goch
d’Balier Ste. Katrijnen t’Utrecht veerthien mergen lands, bruijckt Gerrit Lambertz tsjaars om xv oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorsz Balijer, ende bruijckt d’heer van Loeckeren
t’Convent van den Cellebroeders vier mergen
[Bestand 108, fol. 103v]
lands, bruijckt Gerrit Dircxz tsjaars om xix k. guldens facit ix oud schilt ij st.
Nu eijgenaar Ghijsbert Cornelisz van Culenb., ende bruijckt Gerrit Willemz Ploijs
Herman van Weede twaelff mergen lands, bruijckt hij selver geestimeert op xviij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit de Langh
Frederick Uten-engh sesthien mergen lands bruijckt Jan Henricxz t’sjaars om xxxiiij oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgen. van Uten-engh voorsz, ende bruijckers Gerrit Adriaenz Cap ende Willem Thonisz
[Bestand 109, fol. 105]
Maersse-veen
Mechtelt Adriaens Aertsz weduwe, met haar medewerckers derthien mergen landts, daar aff ses mergen is veen off onlandt, bruijck Bruijn Jacobsz ‘t sjaars om xviij k. gulden facit viij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaars d’heeren van Oude-Munster ende Anthonis Jaspertz, ende bruijcken de voorn. Anthonis ende Peter Rijckxz
Rijcker Rijckensz achtentwintich mergen landts, daar aff xiiij mergen is veen off onland, bruijckt Gerrit van Hoeff ‘s jaars om xxx k. guldens v st. facit xiiij oud schilt xvij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Mathijs Jansz ende Gerrit Janssen
Thonis van Amerongen xviij mergen lands, bruijckt Jan Jansz ‘t sjaars om xiiij k. gulden facit vj oud schilt xxviij st.
Nu toebehoorende de Domeijnen s’landts van Utrecht, ende bruijckt Herman Jacobz
[Bestand 110, fol. 105v]
St. Jans t’Utrecht, acht mergen lands bruijckt Wouter Gerritsz ‘s jaars de mergen om xxxvij st. facit v oud schilt vj st.
Den eijgendom blijft aen St. Jans voorsz ende bruijckt Cornelis Dircxz
Cornelis van Herdenbroeck acht ende twintich mergen lands, bruijck Jacob Harmanz tsjaars om x oud schilt
Nu eijgenaars Heemskercken tot Amsterdam ende bruijckt Geert Joosten
t’Convent van Oudt-Wijck viij mergen lands, bruijckt Jan Henricxz dit is getauxeert in de bouwinge van Oost-weert ergo nihil
Heer Gerrit van Lockhorst, sesthien
[Fol. 106]
mergen lands, daar aff viij mergen is veen off onlandt, t’sjaars om xxv k. guldens facit xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar jonckheer Beernt van Nijenrode, ende bruijcken Jacob Jacobz ende Neeltgen Peter Cornelisz weduwe
Wijer Ghijsbertz met Ste. Elisabeth gasthuijs, ende met haar mede werckers, acchthien mergen lands, daar aff ses mergen is veen off onland, bruijckt Jacob Eelgis, tsjaars om xxij k. gulden, facit x oud schilt xx st.
Nu eijgenaars t’voorsz gasthuijs Cornelis Ottensz ende Margriet Rutger Cornelisz weduwe ende bruijcken d’voorn. Margriet ende Cornelis Ottensz
t’Convent van Oudt-Wijck iiij mergen lands bruijckt Mechtelt Adriaen Aertsz weduwe om iiij k. gul. [facit] j oud schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijft aen t’voorsz convent ende wert gebruijckt bij Peter Petersz ende Herman Pauwelz
[Bestand 111, fol. 106v]
Noch Peter Hermansz een mergen lands, bruijckt Mechtelt voorsz t’sjaars om xxv st.
Noch Mechtelt voorsz seven mergen lands, Mechtelt voorsz selver toebehoorende om x k. gulden [facit] iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Peter Petersz ende Herman Pauwelsz met haar consoorten
Juffr. Lijsbeth Gerrit Knijffs weduwe sesthien mergen lands, daar aff xij mergen is veen off onlands, bruijckt Willem Jansz t’sjaers om xxxv k. guldens, facit xvj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar jonckheer Johan Rotter van Snellenbergh, ende bruijckt Cornelis Cornelisz
Noch d’selve sesthien mergen lands, daar aff
[Fol. 107]
acht mergen is veen off onlandt, bruijckt Cornelis Mathijsz tsjaars om x k. guld. facit iiij oud schilt xxxij st.
van dese xvj mergen sijn viij mergen inde bruijcker van Cornelis Cornelisz offte Jan Botter, ende d’ander viij mergen behooren Jacob Claesz ende Mathijs Jansz, ende wert bij hem gebruijckt
Peter Hermansz sesthien mergen lands, daar aff acht mergen is veen off onlandt, bruijckt Jan Gerritz tsjaars om xxv k. guldens facit xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Jacob Jaspersz ende Cornelis Jansz Kees
Heer Gerrit van Lockhorst, sesthien mergen lants, daar aff is viij mergen veen of onland t’sjaers om xxv k. guldens facit xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaars jonckheer Beernt van Nienroede, ende bruijcken Jacob Jacobz ende Neeltgen Pieter Cornelisz weduwe
[Bestand 112, fol. 107v]
Jan Eerstenz bruijckt twee mergen lands, hem selver toebehoorende, t sjaars om j oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck Hermansz
Ste. Bartholomeus gasthuijs, vier-ende-veertich mergen lands, bruijckt Goert Gerritsz t sjaars om xx oud schilt
Den eijgendom blijft aent voorn. gasthuijs ende bruijcken Peter Petersz ende Jan Cornelisz
Noch d’pastoor t’St. Jacobs t’Utrecht acht mergen lands, bruijckt Goert Gerritz t sjaars om vij k. guldens, facit iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Herman Jacobz
Aert Willemz met sijn mede werckers
[Fol. 108]
thien mergen lands, daar aff is iiij mergen veen off onlandt, bruijckt Gerrit Ghijsbertz t’sjaars om xj k. guldens, facit v oud schilt x st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Herman Jacobsz, Cors Joosten, Jantgen Egberts weduwe ende Cors Dircxz
St. Jans t’Utrecht xxxij mergen lands, daar aff xvj mergen is veen off onland, bruijckt Jan Rijckerz tsjaars om xxvij oud schilt
Den eijgendom blijft aen St. Jantz voorsz ende bruijcken Louf, Aert, Pieter Cornelisz ende L. Gerrisz
De kerck tot Oude-Munster t’Utrecht twaelff mergen lands, bruijckt Jan Ghijsbertz tsjaars om viij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de kerck voorsz ende bruijckt Adriaen Barts
Noch t’convent van Oud-Wijck twaelf
[Bestand 113, fol. 108v]
mergen lands, bruijckt Jan voorsz s’jaars om ix oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent ende bruijckt Herman Cornelisz
Noch Jan Ghijsbertsz voorsz twaelff mergen lands, hem selver toebehoorende ende bij bruijckt tsjaars om viij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Adriaen Bartsz
St. Jans t’Utrecht xxxiiij mergen lands, daar aff is veen xvj mergen Jacobgen Jan Pauwelsz weduwe met haar kinderen sjaars om xvij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Herman Hermanz Heemskerck ende Adriaen Bartsz
Juffr. Lijsbeth Gerrit Knijffs weduwe sesthien mergen lands, daar aff acht mergen
[Fol. 109]
in veen bruijcken Aert Petersz ende Dirck Jansz Schoudt in West-broeck tsjaars om xvij k. guldens, facit viij oud schilt iiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Cornelis Dircxz ende Jan Cornelisz
t’Convent van Oudt-Wijck, met haar medewerckers, xiiij mergen lands, bruijckt Thijman Dircxz tsjaars bij eede, geestimeert op v oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent mit Herman Dircxz ende Goert Lambertsz, ende wert bij henluijden ende Ghijsbert Thonisz gebruijckt
Noch Thijman voorsz acht mergen lands, bruijckt den selven, bij eede geestimeert op v oud schilt
Nu eijgenaarse Emmichgen van Cordenoort ende bruijckt Ghijsbert Thonisz
Adriaen Ottensz dochter mit haar medewerckers twaelff mergen lands, daar aff ses mergen
[Bestand 114, fol. 109v]
is veen off onlandt bruijckt Adriaen Claesz tsjaars om xij k. guldens facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaars Aeltgen Bernt van Schaijcken weduwe ende Willemtgen Winters, mit Jan Bijlers, ende bruijcken Jan Cornelisz ende Ghijsbert Aelbert Aertsz
Onser liever vrouwen autaer, inde kerck van West-broeck, vier mergen lands, bruijckt Cornelis Jan Pauwelsz tsjaars om iiij phs. guld. facit ij oud schilt xvj st.
Noch Cornelis voorsz sesthien mergen hem selver toebehoorende, tsjaars op xij phs. gul. bij eede, facit vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Herman Cornelisz, Gerrit d’Langh, Bart Reijerz, Ael Jaspers, Willem Adriaensz ende Adriaen Aartz
Noch Cornelis voorsz veerthien mergen lands
[Fol. 110]
hem mit sijn medewerckers toebehoorende t’sjaars bij eede, op xij k. gulden, facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Cornelis Dircxz, Aert Henricxz ende Gerrit Cornelisz
t’Convent van St. Servaes t’Utrecht acht mergen lands, daar aff is iiij mergen veen, bruijckt Aert Henricxz tsjaars om iiij5 oud schilt
Den eijgendom blijfft aen ‘t convent voorsz, ende bruijckt Peter Petersz
Hannichgen Gerrit Aelbertsz weduwe mit haar mede-werckers, acht mergen lands, bruijckt Cors Thijmansz tsjaars om vj k. guldens, facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaars Anthonis Jacobsz ende Gerrit d’Roeij ende bruijckt J. Hubertz
Noch Cors voorsz acht mergen lands hem selver
[Bestand 115, fol. 110v]
toebehoorende bij eede tsjaars om vj k. gul. facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar Herman de Wilde, ende bruijcker Claes Cornelisz
d’Heeren t’St. Jans t’Utrecht, sesthien mergen lands, bruijckt Steven Henricx tsjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de voorsz heeren, ende bruijckt Cornelis Gerritsz
Noch t’convent van Oudt-Wijck buijten Utrecht acht mergen lands, bruijckt Steven voorsz t’sjaars om iij5 k. gulden, facit j oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt Cornelis Goortsz
Noch Steven voorsz acht mergen landts bruijckt
[Fol. 111]
Steven voorsz hem selfs toebehoorende bij eede tsjaars om v oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Goortz
Jan Garsten weduwe achthien mergen lands, daar aff viij mergen veen is, off onlandt, haar ende haar kinderen toebehoorende, ende sij bruijckt bij eede t’sjaars om xxv k. guldens, facit xj oud schilt xxxviij st.
t’Convent van Oudt-Wijck, Gerrit Cornelisz ende Thijman Lambertz t’samen een veertell lands, geestimeert op v oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijcker Jacob Claesz Nieuwendaal ende Herman Dircxz
Henrick Stevensz vj mergen lands, daar aff is iij mergen veen, hem selffs toebehoorende bij eede tsjaars om vj k. gulden, facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Ghijsbert Aertsz en consorten
[Bestand 116, fol. 111 v]
Jan Ghijsbertz met sijn medewerckers, sesthien mergen lands, daar aff viij mergen is veen off onlandt, bruijckt Peter Cornelisz tsjaars om xix k. guldens, facit ix oud schilt ij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Peter Petersz, Joris Jansz ende Henrick Hermansz
t’Convent van Oudt-Wijck buijten Utrecht achthien mergen lands, daar aff is x mergen veen, bruijckt Aelbert Kersgens, tsjaars om ix k. gul. facit iiij oud schilt xij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent ende bruijckt Claes Cornelisz
Jan Willemsz ende Herman van Wede, sesthien mergen lands, daar aff is viij mergen veen off onland, bruijckt Hubert Jacobz s’jaars om xx k. gul. [facit] ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers D. van Leemput, H. Hermansz, W. Petersz, H. Cornelisz, Jasper Jacobz, M. Jansz, Pieter Aertsz, Joost Adriaensz, Jasper Adriaensz ende Adriaen Hermansz
[Fol. 112]
Henrick Jansz acht mergen lands, bruijckt Aert Goertz tsjaars om xx k. gul. facit ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Cors Joosten, Cornelis Dircxz, Seger Cornelisz ende Ghijsbert Aelbertz
Noch Aelbert Petersz ende Herman van Wede acht mergen lands, bruijckt Aert Goertz
Nu eijgenaers ende bruijckers als boven de voorn. vier persoonen
Dirck Dircxz sesthien mergen lands, daar aff acht mergen is veen off onlandt, bruijckt Henr. Jansz tsjaars om xvj5 k. gul. facit vij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaerssen Aeltgen Beernt van Schaijcken weduwe mit Willentgen Winter ende bruijckt Ghijsbert Aelbertz
Cornelis Pauwelsz vier mergen lands daar
[Bestand 117, fol. 112v]
aff ij mergen is veen off onland, bruijckt hij ende behoort hem eijgen tsjaars om iiij5 k. gulden facit ij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar Henrick Huijbertz ende bruijckt hij mit sijn consorten
Mathijs Herbertsz acht mergen lands, daar aff vier mergen is veen off onlands, bruijckt Mathijs Herbertsz bij eede tsjaars om ix5 k. gul. facit iiij oud schilt xxij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Jasper Adriaenz ende Ruth Jansz
Dirck Jan Pauwelsz ende Adriaen sijn broeder acht mergen lands, bruijckt Cornelis Mathijsz tsjaars om x k. guldens, facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Jacob Claesz ende Mathijs Jansz
Mijn heer van Renneborch een halve
[Fol. 113]
hoeve, bruijckt Andries Cornelisz tsjaars om xxiij k. guldens, facit x oud schilt xl st.
Nu toebehoorende de capell tot Suijlen ende bruijcken Jan Huijbertz, Peter Rijcken ende Goort Aelbertz
[Bestand 119, fol. 115]
T'hien-hoeven
Maerten Pauwelsz een viertell van sesthien mergen lands, daar t’veen Jacob Lam mit sijn mede-werckers aff toebehoort, bruijckt Maerten voorsz tsjaars om x k. guldens, facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaars juffr. Verborch, Ghijsbert Meertensz, Jasper Adriaensz den Backer, ende wert bij de voorsz persoonen, midsgrs. Margriet Rutger Cornelis weduwe gebruijckt
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht drij mergen lands, bruijckt Jasper Ottensz tsjaars om iij k. guldens iij st. facit j5 oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorn. heeren, ende gebruijckt Gijsbert Meertensz
Noch Pauwels Adriaensz derd’halve mergen lands, bruijckt Jasper voorsz tsjaars om ij k. gl. xv st. facit j oud schilt xiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Ghijsbert Meertensz
[Bestand 120, fol. 115v]
Noch Jasper voorsz met sijn mede-werckers xxvj5 mergen lands hem toebehoorende bij eede tsjaars om xv k. guldens, facit vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Ghijsbert voorsz
Jacob Lam ende Goert Gerritz elck mit haar medewerckers dertich mergen lands, bruijckt Aert Petersz tsjaars om xvj k. guldens facit vij oud schilt
xxvj st.
Nu eijgenaar Gerrit Corneliz, ende bruijcken Jasper Jacobz ende Jan Gerritz
Noch Jacob Lam voorsz, met sijn mede-werckers, negen-ende-twintich mergen lands bruijckt Sijmon Petersz tsjaars om ix oudt schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Ansemz
d’Erffgen. van Goessen van Schaeijck, mit
[Fol. 116]
haar mede-werckers, een halve viertell van acht mergen, bruijckt Meus Jacobsz tsjaars om ij phs. gul. facit j oud schilt viij st.
Nu eijgenaarse Janneken weduwe van Gerrit Fransz woonende binnen Utrecht, ende bruijckt Dammas Fransz
Jacob Lam, een halve hoeff van twee-en-dertich mergen lands, bruijckt Gerrit Petersz met sijn mede-werckers tsjaars om xxiiij k. gul. facit xj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar Claes van Oostrum burger binnen Utrecht, ende bruijckt Jan Dircxz
Alidt Jan de Roeijen weduwe, een viertell min een sestendeel van derthien mergen lands, bruijckt Luijt Helmichsz tsjaars om v k. gul. facit ij oud schilt xxvj st.
Nu eijgenaarse Janneken Gerrit Fransz weduwe, ende bruijckt Dammis Jansz
Dirck Jan Pauwelsz ende Jacob Lam, een
[Bestand 121, fol. 116v]
halve hoeve van twee-en-dertich mergen lands, henluijden selver toebehoorende tsjaars om viij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Pauwels Dircxz
t’Convent van de Carthuijsers, sesthien mergen lands, bruijckt Claes Gerritz tsjaars om xv k. gul. facit vij oud schilt vj st.
Den eijgendom blijfft aen ‘t voorsz convendt, ende bruijckt Jacob Cornelisz
Heer Arent de Jonge, mit sijn mede-werckers, een viertel van sesthien mergen lands bruijckt Cornelis Claesz mit sijn mede-werckers tsjaars om v k. guldens, facit ij oud schilt vj st.
Nu eijgenaars t’convent voorsz, ende bruijckt Jacob Cornelisz voorn.
t’Veen van heer Arent de Jonge
[Fol. 117]
Jacob Lam, een halve hoeff van twee-en-dertich mergen lands, bruijckt Dirck Jacobsz t’sjaars om xix k. guldens, facit ix oud schilt ij st.
Nu eijgenaar Jacob Foeijt binnen Utrecht, ende bruijckt Cornelis Ottensz
t’Veen van Jacob Lam
t’Convent van Ste. Cecilia t’Utrecht een halve hoeff van twee-en-dertich mergen lands, bruijckt Peter Claesz tsjaars om xix k. guldens facit ix oud schilt ij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt Meerten Cornelisz
Noch heeft dat convent voorsz een hoffstede van een halve mergen lands, tsjaars om iij k. gul. facit j oud schilt xviij st.
Den eijgendom ende bruijckt als boven
[Bestand 122, fol. 117v]
Metgen Everts ende Ghijsbert Evertz met haar mede-werckers twee viertelen, een viertel van veertich mergen lands, bruijckt Ghijsbert Evertsz voorsz tsjaars om xviij k. guldens facit viij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Louwerents Woutersz Bos schoudt, Jacob en Meerten Cornelisz, Geerloff Beertz, Pauwels Dircxz, Gerrit Thijssen, ende Aert Peterz
Item Jannetgen Jan Jansz dochter een vierendeel van een viertel bruijckt sij selve
Nu eijgenaars ende bruijckers de voorsz persoonen geestimeert op j oud schilt
Jan Claesz met sijn mede-werckers een viertel van xvj mergen lands, bruijckt Ewout Fredericxz tsjaars om viij k. guldens, facit iij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaars D. de Goijer burgemr. t’Utrecht, Gerrit Dircxz, Ghijsbert Aertz, ende Herb. van Haeften, ende bruijcker Ghijsbert Aertz, ende Gerrit Dircxz
[Fol. 118]
Adriaen Claesz mit sijn mede-werckers sesthien mergen lands, bruijckt Pauwels Mathijsz tsjaars om x k. guldens, facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaars Jan Jacobsz Huijde-coper woonende binnen Amsterdam ende Fred. Ansemsz, ende bruijcken d’selve Jan Jacobsz, Fred. Ansemsz ende Wouter van Bosch
Noch Pauwels Mathijssen voorsz xvj mergen lands hem selven toebehoorende tsjaars om x k. gul. facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers de voorn. persoonen
Noch Pauwels voorsz een mergen lands oock hem selven toebehoorende tsjaars om twee phs. guldens facit j oud schilt viij st.
Nu toebehoorende tot Naerden, ende bruijckt Dammis Jansz
Jacob Lam ende Ghijsbert Mathijsz een halve
[Bestand 123, fol. 118v]
hoeff van twee en dertich mergen lands bruijckt Jan Thonisz tsjaars om xxv phs. gul. vj stuijvers, facit xv oud schilt j st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Geerloff Beertz
Brand Aelbertz met sijn mede-werckers een halve hoeff van twee en dertich mergen lands, bruijckt Goert Brechtens tsjaars om xxviij k. guldens, facit xiij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Goert Cornelisz, Jan Willemsz ende Anthonis Willemsz
Rijck Rijckensz een halve viertel van acht mergen lands, hem selven met Gerrit van Hoeff toebehoorende tsjaars om v k. gul. facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Dircxz
Brand Aelbertz, Paulus Mathijsz ende Jacob Ghijsbertz, een halve hoeff van twee ende dertich
[Fol. 119]
mergen lands, bruijckt Jacob Ghijsbertsz t’sjaars bij eede om xxiiij k. guldens, facit xj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Gerrit Dircxz, Thonis Willemsz ende Jan Willemsz
Dirck Jansz in den Els, drij viertell van acht en veertich mergen landts, hem, d’weduwe van Jan Gharst, Goosen Melisz ende Jan Jansz toebehoorende, tsjaars om xx phs. gul. facit xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Jan Hermansz, Gerrit Mathijssen ende joncker Boeikop
Herman Goertz veertich mergen lands daar in gereeckent is veen, ende onland, toebehorende Ghijsbert Henricxz, maerschalck, ende Hillegont Dirck Henricxz weduwe, mit haar kinderen, ende mede-werckers, t’sjaars om xxiiij k. guldens, facit xj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaars d’weduwe Anthoniz M. Cornelisz, d’capel in Thienhoeven, Sijpesteijn tot Utrecht, ende de kerck van Maerssen, ende bruijcken d’voorsz weduwe ende Meerten Cornelisz
[Bestand 124, fol. 119v]
Pauwels Mathijsz ende Bart Dircxz een viertel van sesthien mergen lands, bruijckt Herman Jacobsz tsjaars om xiiij k. gul. [facit] vj oud [schilt] viij st.
Nu eijgenaars d’weduwe van mr. Dirck van der Kerck, ende Rutger Cornelisz, ende wort gebruijckt bij de voorn. persoonen midsgrs. Gerrit Spijcker
Ghijsbert Mathijsz mit sijn medewerckers een viertell van sesthien mergen landts, bruijckt Herman Jacobz tsjaars om x k. gul. [facit] iiij oud schilt xxxij st.
Ghijsbert Mathijsz mit sijn mede-werckers een viertell van sesthien mergen landts, bruijckt Thijman Cornelisz tsjaars om x k. gul. facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Geerloff Beerntsz ende Goert Cornelisz
Ste. Barbara ende Ste. Laurens gasthuijsen
[Fol. 120]
een viertel lands, bruijckt Frederick Dircxz den eijgendom blijfft aen den voorsz gasthuijsen, ende bruijckt Jan Adriaensz
Noch bruijckt Frederick voorsz een halff viertel lands, hem selver toebehoorende, ‘sjaars om xxj k. guldens, facit x oud schilt
Nu toebehoorende d’voorsz gasthuijsen, ende wert gebruijckt bij Jan Adriaenz voorsz
Mr. Rutger van der Kerck, drij mergen lands, bruijckt Dirck Wermen tsjaars om iij k. gulden facit j oud schilt xviij st.
Nu eijgenaarse d’weduwe van zalr. Dirck van der Kerck, ende bruijckt Gerrit Corssen Spijcker
Mechtelt Adriaen Aertsz weduwe, een
[Bestand 125, fol. 120v]
halve viertell van acht mergen lands haar selffs toebehoorende, tsjaars om iij k. gul. x st. [facit] j oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Jan Willemsz ende Anthonis Willemsz
Reijer Jansz ende Bart Dircxz twee mergen velts ende veens, bruijckt Rijck Adriaensz t’sjaars om ij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaarse ende bruijckerse d’weduwe van Jan Anthonisz
[Bestand 126, fol. 122]
Suijlen
Mijn heer van Rennenburch vier mergen lands, bruijckt Adriaen Jansz t’sjaars om xij k. guldens, facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar d’heer van Wissen in ‘t landt van Luijck, ende bruijcken Anthonis ende Herman Huijbertz
t’Convent van Ste. Mariendaal, vijfftich mergen lands, bruijckt Cornelis Willemsz tsjaars om xlvj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt Ellert Cornelisz
Mijn heer van Rennenburch xl mergen lands, bruijckt Ghijsbert Gerritsz t’sjaars om lxvij … lvij oud schilt xxvj st.
Nu eijgenaar den grave van Egmondt, ende bruijckt Pieter Jansz Bauwman tot Suijlen
[Bestand 127, fol. 122v]
d’Heeren van St. Jans ende t’convent van Ste. Cecilien t’Utrecht, twee hoeven lands, daar de heeren van St. Jans het rechte vierendeel in hebben, ende bruijckt Cornelis Adriaensz t’sjaars om xxxvj mudt weijts, t’mudt xxxv st., ende noch xviij k. guldens facit xxxviij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt Anthonis Jaspersz in den Leech weijde
Noch d’heeren van Oude-munster t’Utrecht, twee mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz tsjaars om ij oud schilt
Den eijgenaar ende bruijcker is nu Anthonij Jaspersz voorsz
Noch t’convent van Bethlehem buijten Utrecht twee mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz t’sjaars om iij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorz, ende bruijckt Ghijsbert Jelisz
[Fol. 123]
t’Gast-huijs ten Heijligen cruijs buijten Utrecht xx mergen lands, bruijckt Evert Engbertsz tsjaars om xxxix oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz gast-huijs, ende bruijckt Ghijsbert Willemz in de Leech-weijde
t’Bagijnhoff t’Utrecht, vijff-t’halve mergen lands, bruijckt Cornelis Ghijsbertsz s’jaars om iiij5 oud schilt
Den eijgendom blijft aen t’voorsz Bagijnhoff, ende bruijckt Willem Dircxz in de Leech-weijde
Noch Ghijsbert Fredericxz off sijn erffgen. anderhalve mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz t’sjaars om iij mud-weijts, t’mud tot xxxv st. facit ij5 oud schilt
Nu eijgenaar t’convent van den Daal, ende bruijckt Willem Dircxz voorsz
Juffr. Anna Beernts weduwe van Nimmegen
[Bestand 128, fol. 123v]
seven mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz t’sjaars om x5 oud schilt
Nu eijgenaars Willem Dircxz voorsz t’convent van Bethlehem, ende Floris Claesz tot Suijlen, ende bruijcken Willem ende Floris voorsz
Noch bruijckt Cornelis voorsz ses mergen landt, daar t’convent van den Daal, Jacob ende Marten Petersz gebroeders ende Cornelis selver elck haar aen part aen hebben, t’sjaars om xviij k. gul., facit viij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaars Willem Dircxz voorsz, ende de Buer-kerck binnen Utrecht, ende bruijck Willem Dircxz voorsz
Cornelis van Leeuwen t’Utrecht twee mergen lands, bruijckt Henrick Harmanz tsjaars om xvij k. gulden, facit vj oud schilt viij st.
Nu eijgenaars Aert van Seventer met sijn consorten, ende bruijckt Gerrit Egbertz
Den boomgaert houdt Cornelis aen hem
[Fol. 124]
Mijn heer van Renneburch, omtrent een halff hondt lands, bruijckt Anthonis Hermansz tsjaars om j k. gul.
Nu eijgenaar ende bruijcker Wouter Willemsz Mostert tot Suijlen
t’Convent van Oudt-wijck buijten Utrecht, vier mergen ende twintich mergen lands, bruijckt Wijchert Beernts tsjaars om xxiiij oud schilt
Den eijgendom van den xxiiij mergen lands blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt Adriaen Jansz
d’Proost van St. Jans t’Utrecht vier mergen lands bruijckt Wijchert voorsz tsjaars om v oud schilt
Nu eijgenaar d’heer van Gendt, ende bruijckt Adriaen Jansz voorsz
Noch mijn heer van Huchtenbroeck ende Lubbert
[Bestand 129, fol. 124v]
van Alenderp, vier mergen lands, bruijckt Wichert voorsz t’sjaars om v oud schilt
Nu eijgenaar jr. Frederick van Renesse van Wulven, ende bruijckt Adriaen Janz voorsz
Noch d’Poth St. Jacobs t’Utrecht, twee mergen lands, bruijckt Wichert voorsz tsjaars om v k. gulden, facit ij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijft aen den Poth voorsz, ende bruijckt Adriaen Jansz voorn.
Noch d’sackendragers t’Utrecht, twee mergen lands, bruijckt Wijchert voorsz tsjaars om v k. guldens, facit ij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft aen den zackedragers voorsz, ende bruijckt Adriaen Jansz voorsz
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht, twee ende
[Fol. 125]
twintich mergen lands, bruijckt Cornelis Hermensz tsjaars om xxij phs. guldens schilt, facit xv oud schilt viij st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz heeren, ende bruijcken Ghijsbert Willemsz ende Ghijsbert Dircxz in den Leechweijde
Noch d’heeren van Oude-munster t’Utrecht twaelff mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz tsjaars om xviij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende bruijckt Willem Cruijff in den Leechweijde
Juffr. van Rijneveldt, derthien mergen lands, bruijckt Adriaen Gerritz tsjaars om xviij oud schilt
Nu eijgenaar Willem van Rijneveldt t’Utrecht, ende bruijckt Jan Aelbertz op den Noort
d’Heeren van Ste. Katrijnen t’Utrecht, vier
[Bestand 130, fol. 125v]
mergen lands, bruijckt Thijman Willemsz s’jaars om ix k. guldens, facit iiij oud schilt xij st.
Den eijgendom blijfft aen den voorn. heeren, ende bruijckt Willem Fredericxz
Noch Gerrit Coman Jansz t’Utrecht, twee mergen lands, bruijckt Adriaen voorsz tsjaars om iij oud schilt
Nu eijgenaar Henrick van Snellenberch, ende bruijckt Cornelis Gerrit Schouten in de Leech weijde
Noch d’heeren van St. Jans t’Utrecht, viij mergen lands, bruijckt Adriaen voorsz tsjaars om x oudt schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorn. heeren, ende bruijckt Cornelis voorsz
Noch d’heeren van Ste. Marien t’Utrecht vier mergen lands, bruijckt Adriaen Gerritz tsjaars om v oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de voorn. heeren, ende bruijckt Cornelis Schouten voorsz
[Fol. 126]
Noch die selve heeren, acht mergen lands, bruijckt Herman Adriaensz t’sjaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorn. heeren, ende bruijckt Willem Cruijff voorsz
Noch d’selve heeren derd’halve mergen lands, bruijckt Henrick Jansz tsjaars om v oud schilt
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt Willem Cruijff voorsz
t’Convent van den Daal, bruijckt selver hondert twaelff t’halve mergen lands, midsgrs. de bruijck-ovens ende tichel-ovens die daar mede in begrepen sijn, bij eede geestimeert op jC lvxij oud schilt x5 st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijcken d’weduwe van Jan Adriaensz ten Dael, Adriaen Jansz ende Ghijsbert Dircxz in de Leechweijde, Baert Cornelisz ende Gerrit Egbertz tot Zuijlen, Aris Janz aen den Roijbrugge, Ghijsbert Willemz, ende Herman Peterz in de Weert, Jan Thonisz op den Noort offte sijn zoon, Aelbert Jacobz op den Noort, ende Willem Fredericxz tot Suijlen
[Bestand 131, fol. 126v]
Mijn heer van Rennenborch, een halve mergen lands, metten boomgaert, bruijckt Hillegont Jan Hugensz weduwe geestimeert op xviij5 k. guldens vj5 st. facit viij oud schilt xl5 st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Jacob Foeijt ende Jannichgen Thonis Henricxz weduwe
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht, acht ende dertich mergen lands, bruijckt Gerrit Claesz tsjaars om xlvj oud schilt
Den eijgendom blijft aen den voorn. heeren, ende bruijckt d’weduwe van Claes Hendricxz in den Leechweijde
Noch een vicarius ten Dom, t’Utrecht twee mergen lands, bruijckt Gerrit voorsz tsjaars om v k. guldens, facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar Thonis Jan Kuijck, ende bruijckt d’weduwe voorsz
t’Convent van Bethlehem buijten Utrecht, ses
[Fol. 127]
mergen lands, bruijckt Jan Dircxz t’sjaars om l k. guldens, facit xxiiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt Dignus Claesz Sael casteleijn van den huijse tot Suijlen
Jan Keijtingh, ses mergen lands bruijckt Gerrit Willemsz t’sjaars om x oud schilt
Nu toebehoorende Ste. Barbara gasthuijs, ende bruijckt Cornelis Schouten voorn.
Juffr. Gruijters, ses mergen lands, bruijckt Gerrit Willemsz t’sjaars om vj oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Gerritsz Schouten voorsz
Noch ‘t convent van den Daal, seven mergen lands
[Bestand 132, fol. 127v]
bruijckt Gerrit voorsz tsjaars om vij oudt schilt een mudt weijts tot xxxv st. facit vij oud schilt xxxv st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt Cornelis Schouten voorsz
Noch t’convent van den Witte-vrouwen t’Utrecht omtrent vier mergen lands, bruijckt Gerrit voorsz t’sjaars om xij phs. guldens, facit vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Dignus Claesz Sael
Noch twee mergen lands Gerrit voorsz selver toebehorende ende hij selver bruijckt bij eede tsjaars om ij5 oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Thonis Jasperz
Adriaen Jansz vijff-ende-twintich roeden lands, bij sijnen eede tsjaars om xij k. guldens, facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaarse ende bruijckerse d’weduwe van Ghijsbert Lambertsz
[Fol. 128]
d’Heeren van Ste. Marien t’Utrecht acht mergen lands bruijckt Wouter Petersz tsjaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende bruijckt Willem Cruijff voorn.
Lambertgen Casijn Anthonisz weduwe vier mergen lands, haar selver toebehoorende ende sij bruijckt, bij eede geestimeert op vj oud schilt
Nu eijgenaar Aert van Zevender, ende bruijckt Gerrit Egbertz tot Zuijlen
t’Convent van den Daal, vijff ende dertich mergen lands, bruijckt Dirck Ghijsbertz ‘sjaars om xlviij mudt weijts, elcke mud xxxv st. facit xl oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorn., ende bruijckt Ghijsbert Dircxz in den Leechweijde
Mijn heer van Rennenburgh, een halve
[Bestand 133, fol. 128v]
hondt lands, bruijckt Henrick Ghijsbertz, t’sjaars om j oud schilt
Nu eijgenaarse ende bruijckerse d’weduwe van Dirck Henricxz Snoeck tot Suijlen
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht, acht mergen lands, bruijck Dirck Adriaenz tsjaars om xvj oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Dignus Claesz Sael voorn.
Mijn heer van Rennenburgh, omtrent een halff hondt lands, bruijckt Claes Wijburgh tsjaars om xij k. guldens, facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Thonis Petersz van Nes t’Utrecht
Matthaeus de Backer, een huijs vier cameren
[Fol. 129]
mit erff ende boomgaerden, geestimeert t’samen op xx k. guldens, facit ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaarse d’weduwe van Dirck Henricxz Snoeck
Goert Dalen, een hoffstede met een huijs ende een boomgaertgen, bruijckt Gerrit Proeijt tjsaars om vj k. guldens, facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Baert Cornelisz voorn.
[Bestand 135, fol. 131]
West-broeck
Mijn heer van Rennenborch, een halve hoeff daar geen veen in is, groot omtrent vijff-ende-dertich mergen, daar mijn heer voorsz selver off bruijckt acht mergen, ende dat ander gebruijcken voorts twee gebroeders genoemt Jacob Ghijsen ende Dirck Ghijsen, te weten, Jacob Ghijsen omtrent xiij5 mergen, ende Dirck sijn broeder xiij5 mergen, die acht mergen geestimeert bij eede tsjaars om xvj k. gulden, Jacob Ghijsbertz xxiiij phs. guldens, ende Dirck Ghijsbertz xxj phs. gulden, facit t’samen xxxiiij oud schilt xvij st.
Nu toebehoorende den grave van Egmondt, ende werdt gebruijckt bij Cornelis Ottensz, Peter Gerritz, ende Peter Jansz Bauman tot Suijlen
Dat convent van den Carthuijsers buijten, ende t’convent van den Reguliers binnen Utrecht een halve hoeff xxxv mergen, daar in is een halve mergen veens, bruijckt Goert Gerritz tsjaars om xxxiij oudt schilt
Den eijgendom blijfft aen den conventen voorsz, ende bruijckt Ghijsbert Aelbertz
Sannichgen Dirck Lauwen weduwe seven-ende-
[Bestand 136, fol. 131v]
twintich mergen lands, ende een mergen veens, bruijckt Sannichgen voorn. tsjaars bij eede om xxxij oud schilt
Nu toebehoorende t’convent van Bethlehem, ende bruijckt Jacob Adriaenz den Bilters weduwe
t’Convent van Bethlehem, anderhalve mergen elsen-bosch bij eede tsjaars om j oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt d’voorn. weduwe
t’Convent van Brigitten t’Utrecht acht mergen lands, bruijckt Ghijs Mathijsz tsjaars om x k. gulden, facit iiij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijfft aen t’selve convent, ende bruijckt Jan Cornelisz den Heldt
Henrick Jansz een halve-hoeff van xxxv mergen
[Fol. 132]
lands, hem selver toebehoorende bij eede tsjaars om xlv oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Bartholomeus Bosch in den Achthien-hoven, Beernt Peterz, Marichjen Fred. Jansz weduwe, Aelbert Hendricxz weduwe Anna, Jacob Adriaenz weduwe, in Westbroeck, Cornelis Egbertz, Intgen Goossen Thonisz van Schaeijck, Henrick Egbertz in den Achtien-hoeven, Lauwerens Woutersz van Bosch op Thien-hoeven, ende Peter Jansz Bauwman tot Suijlen
Michiel Ram, een derdendeel, ende Henrickgen Verhorst de twee deelen van een halve-hoeff van xxxv mergen lands, ende een mergen veens, bruijckt Gerrit Janssen tsjaars om x oud schilt j schouw swarts tot xx st., ende noch xxviij oud schilt facit t’samen xxxviij oud schilt xx st.
Nu eijgenaar Willem van de Nijpoort t’Utrecht, ende bruijcken, Jacob Adriaensz ende Thonis Goijertz, noch eijgenaars ende bruijckers Adriaen Dircxz Guijchelaer in den West-broeck, ende Willem Thonisz Weijlich in de Weert, ende noch eijgenaars d’erffgen. van Rijck Verhorst, ende bruijckt Cornelis Adriaensz binnen Utrecht
d’Poth St. Jacobs ende Ste. Bartholomeus
[Bestand 137, fol. 132v]
gasthuijs t’Utrecht een viertel lands, bruijckt Mathijs Pauwelsz tsjaars om xxxviij k. guldens, facit xviij oud schilt iiij st.
Den eijgendom blijfft aen den Poth, ende t’gasthuijs voorsz ende bruijcken Dirck Petersz in de West-broeck, ende Jan Walingsz in den Oost-veen
Gerrit Jansz twee mergen lands, hem toebehoorende bij eede tsjaars om v k. gul., facit ij oud schilt xvj st.
Peter Aelbertz twee mergen lands, hem toebehoorende bij eede tsjaars om v k. gul. facit ij oud schilt xvj st.
Gerrit de Backer een mergen lands hem toebehorende
Nu eijgenaar ende bruijcker van den bovengesz. drij parthijen Peter Gerritsz t’Utrecht
Willem Dener, vier mergen ende een vierdel mergen veens, hem toebehoorende tsjaars om vj k. guldens, facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaars de Poth, St. Jacobs ende Ste. Partholomeus gasthuijs, ende bruijcker Dirck Petersz ende Jan Walichz
[Fol. 133]
d’Carthuijsers buijten bij Utrecht een halve hoef van achtendertich mergen lands, ende een halve mergen veens, bruijckt Dirck Jansz Schout tsjaars bij eede geestimeert op xxxij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorsz Carthuijsers, ende bruijckt Dirck Petersz
Gerrit Huijbertz erffgen. een viertel van xvij mergen lands, ende een halve mergen veens, bruijckt Herman Roijersz, tsjaars om xxiiij oudt schilt iiij scon swart torfs, facit t’samen xxvj oud schilt xvj st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van jonckheer Foeck t’Utrecht, ende wert gebruijckt bij Aelbert Foeck ende Thoems Bartholomeusz in de Westbroeck
Aelbert Henrickxz een halve hoeff van xxxv mergen lands, ende anderhalve mergen veens, bruijckt hij selve tsjaars om xlv oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Jan Willemsz Hol in den Oostveen, Hillichgen Ghijsbertz Buijssen weduwe, Aelbert Henricxz weduwe, Dirck Peterz, Jan Bruijnenz in de West-broeck, Bartholomeus Bosch in den Achtien-hoeven, Adriaen Elbertsz weduwe oock aldaar, joncker d’Boecop, mit joncker Sloot, ende Cornelis Petersz t’Utrecht
[Bestand 138, fol. 133v]
Mijn heer van Rennenborgh, een halve hoeff van xxxv mergen lands, ende een mergen veens, bruijcken Herman Buijs, ende Sannichgen Jan Willemsz dochter, t’sjaars om lxx phs. gul. facit xlij oud schilt vj st.
Nu behoorende aen een vicarije in den capelle tot Suijlen, waar van jegenwoordelijck possesseur is Geniets in den Hage, ende bruijcken Jan Claesz ende Jan Henricxz beijde in de West-broeck
Juffr. van Driebergen een viertel van derthien d’halve mergen lands bruijckt Peter Aelbertz ende is lijff-pacht, ende daar is noch in een halve mergen veens, tsjaars om xxxij phs. gulden, facit xix oud schilt ij st.
Nu eijgenaar d’soon van den heer van Nijenrode, ende bruijcken Gerrit Willemsz in den Westbroeck ende J. Ram t’Utrecht
Mijn heer van Rennenborch ij mergen lands, bruijckt mijn heer voorsz selver bij eede, tsjaars om iij phs. gul. [facit] j oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar d’voorsz heer van Nijenrode, ende bruijckt Jacob Cornelisz Ram t’Utrecht
[Fol. 134]
Ste. Margrieten gasthuijs een viertel van achthiend’halve mergen lands, ende een halve mergen veens, bruijckt Ghijsbert Eerstensz tsjaars om viij oud schilt viij schouwen swerten turf t’samen xiiij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz gasthuijs, ende bruijckt Beernt Petersz in den Westbroeck
De kerck t’Oude-munster t’Utrecht een halve hoeff van xxxv mergen lands ende een halve mergen veens, daar Willem Aertz de eene helfft, ende Gerrit Hermansz ende Willem Dever de ander helfft off bruijcken, den hoop tsjaars om xxxij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den kerck voorsz, ende bruijcken Beernt Petersz ende Cornelis Jansz weduwe in de West-broeck
d’Kerck t’St. Jans t’Utrecht een viertel van xvij5 mergen lands, ende een mergen veens, bruijckt Sannichgen Jan Willemsz dochter bij eede tsjaars om xx oud schilt
Nu in erf-pacht gehouden bij jr. d’Boecop ende bruijckt Claes Claesz in den Achtien-hoven, item bij Cornelis Jansz weduwe ende Peter Gerritz d’Leech in de Westbroeck, ende bruijcken sijluijden selffs, ende noch bij Peter Jansz van Sijpenez t’Utrecht, ende bruijckt Peter Jansz Bauwman tot Suijlen
[Bestand 139, fol. 134v]
d’Witte-vrouwen t’Utrecht een vierdell van xvij5 mergen lands, ende anderhalve mergen veens, bruijckt Dirck Fredericxz, Goessen Melisz, Jan Jansz ende Frederick Dircxz tsjaars om xvj oud schilt
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt Jasper Claesz in den Westbroeck
Ste. Marien t’Utrecht een viertel van xvij5 mergen lands, scherp ende een mergen veens, bruijckt Claes Joosten tsjaars om xix oud schilt
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt d’weduwe van Frederick Jansz in den Westbroeck
Noch Ste. Marien voorsz een viertel van xvij mergen, ende een halve mergen veens, bruijckt Goessen Melisz bij eede tsjaars om xvj oud schilt
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt Goessen Cornelisz in den Westbroeck
Des Heijligen cruijs vicarije buijten Witte-vrouwen
[Fol. 135]
een viertel van xvij mergen ende een viertel van een mergen veens, bruijckt Evertien Roel Bruijnen met haar kinderen tsjaars om xl k. gul. [facit] xix oud schilt ij st.
Den eijgendom blijfft aen den vicarije voorsz, ende bruijckt Adriaen Dircxz Guijchelaar
Joost van Lent een viertel van xvij mergen ende een halve mergen veens, bruijckt Aeffgen Peter Bruijnen weduwe tsjaars om xviij oud schilt
Nu erff-pacht goet, toebehoorende Franck van der Hoeff t’Utrecht, ende wert in erff-pacht gehouden bij Steven Oloff in den Weert, ende gebruijckt bij Sijmon Cornelisz in den Westbroeck
t’Convent van Bethlehem een viertel van xvij mergen ende een halve mergen veens, bruijckt Cornelis Willemz tsjaars om xviij oud schilt
Wordt nu van den voorsz convente in erfpacht gehouden, ende gebruijckt bij Gerrit Jacobz Hugensz
[Bestand 140, fol. 135v]
Noch een viertell van xvj mergen lands ende een halve mergen veens toebehoorende d’een helfft mijn heer van Rennenborch, ende d’ander helfft Geertruijdt Willems, bruijckt Geertruijdt voorz t’sjaars om xviij oud schilt
NU eijgenaars ende bruijckers Cornelis Aelbersz in den Westbroeck, Jacob Aelbersz in Lauwenrecht, ende Cornelis Verhaar t’Utrecht, noch eijgenaar Willem van Ittervoort in ‘t land van Luijck, ende bruijcker Cornelis Egbertz in den Achtienhoven
t’Convent van Ste. Katrijnen t’Utrecht een viertel van xvj mergen lands, een halve mergen veens, bruijckt Frederick Henricxz bij eede tsjaars om xviij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt Sijmon Cornelisz in den Westbroeck
Truij Alberts ende Jan Potten erffgen. een halve hoeff van xxxij mergen lands, ende een mergen veens, bruijckt Truij voorsz geestimeert bij eede tsjaars om xxxij oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgen. van IJsbrand van Scheij in de Westbroeck, Jacob Aelbertz in Lauwenrecht, Jannichgen Claes den Boer in den Westbroeck, Gerrit van Blockhoven pradicant tot Montfoort, ende bruijcker Henrick Stael in den Westbroeck, noch
[Fol. 136]
eijgenaar Williger van Moerendael deecken Ste. Peters t’Utrecht, ende bruijcker Jacob Aelbertz in Lauwenrecht, noch eijgenaar ende bruijcker Dignus Claesz Saal casteleijn van den huijse tot Suijlen, ende noch eijgenaar Aelbert Proeijs, ende bruijcker Cornelis Adriaensz t’Utrecht
Aernt van Leeuwen, een viertel van xvj mergen lands, ende een halve mergen veens, ende wordt gebruijckt bij Marigen Gerrit Nannensz weduwe tsjaars om xxiiij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Henrick Stael, Henrick Dircxz ende Jan te Groen in den Westbroeck
Jan Willemsz een viertel van xvj mergen lands, ende een halve mergen veens, bruijckt Cornelis Hendricxz tsjaars om x oud schilt
Nu eijgenaars Jutgen Goessen Thonisz van Schaeijck in den Achtienhoven, Aelbert Henricxz weduwe in den Westbroeck, Willem Aertz van Soest, t’Utrecht, ende bruijckt Oth Thijsz in den Westbroeck, noch eijgenaar Jan Willemsz Waijenoij t’Utrecht, ende bruijcker Dirck Claesz Vaachtes(?)
[Bestand 141, fol. 136v]
in de Westbroeck, noch eijgenaars ende bruijckers Jacob Cornelisz Keijser in de Weerdt, Willem Thoenisz Weijlick in den Weert, ende Marichgen Frederick Jansz weduwe in de Westbroeck;
t’Veen, bruijckt Jan Willemsz voorsz selve geestimeert op ijC k. gulden
Cornelis Pauwelsz twaelff mergen lands, ende dat sestendeel van een emrgen veens, hem selven toebehoorende tsjaars bij eede t’samen om xiij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Jan Hendricxz in de Westbroeck, d’erffgen. van Jan J. Lam, Cornelis Aelbertz, Oth Theunisz, noch eijgenaar Willem Aertz van Soest, bruijcker Oth Thonisz voorsz, noch eijgenaar Cornelis Petersz Comen in de Weert, ende bruijckt Cornelis Verhaar t’Utrecht
Noch mijn heer van Rennenborch vier
[Fol. 137]
mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz bij eede tsjaars om vj phs. gulden, facit iij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaar mijn heer van Wissen, woonende int landt van Luijck, ende bruijckt Gerrit Egbertz tot Suijlen
Mijn heer van Huchtenbroeck, Lubbert van Alendorp ende Jan van Wijck, een halve hoeff van xxxij mergen lands, ende een mergen veens, bruijckt Thonis Jansz tsjaars om xxxvj oud schilt
Nu eijgenaar d’heer van Gent, ende bruijckt Walich Beerntz in den Westbroeck
t’Convent van Hierusalem, mit t’convent van den Reguliers binnen Utrecht, een viertel van sesthien mergen lands, ende een halve mergen veens, bruijckt Jan Jansz tsjaars om xvj oud schilt
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt Ghijsbert Jansz in de Westbroeck
Brecht Aertz erffgen. xviij mergen landts
[Bestand 142, fol. 137v]
henluijden toebehoorende, t’sjaars om xx oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Dignus Claesz Sael, casteleijn van Suijlen, Anna Jan d’Roijen weduwe, Aelbert Ghijsen in de Westbroeck, ende Cornelis Verhaar binnen Utrecht
d’Heeren van Oude-munster t’Utrecht een halve hoeff van xxxij mergen lands, ende een mergen veens, bruijckt Dirck Jansz in erff-pacht, bij eede geestimeert tsjaars om xxxiiij oud schilt
Wort nu in erffpacht gehouden bij Dignus Claesz Sael voorsz ende Aert Henricxz van Meerland t’Utrecht, ende gebruijckt bij Peter Jansz Bauwman t’Suijlen
d’Carthuijsers een halve hoeve van xxxij mergen lands, ende een halve mergen veens, bruijckt Anthonis Jansz ende Marie Lubbert Staelen weduwe tsjaars om xxviij oud schilt xxv st.
Den eijgendom blijfft aen den Carthusers voorsz, ende wert nu gebruijckt bij Thijman Gerritsz in de Westbroeck
d’Heeren van Oude-munster t’Utrecht,
[Fol. 138]
een vertel lands, ende een halve mergen veens, bruijckt Niess Garsten, ende is lijff-pacht, geestimeert bij haaren eede tsjaars om xvj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen voorsz heeren, ende bruijckt d’weduwe van Aert Joostensz in de Westbroeck
Frederick Dircxz ende Ste. Loijen gasthuijs, een viertel van sesthien mergen lands, ende een mergen veens, bruijckt Frederick voorsz geestimeert bij sijnen eede tsjaars om xvij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Jan Gerritz in de West-broeck, ende joncker d’Boe-cop t’Utrecht
Aelbert van Leeuwen een viertel van sesthien mergen lands, ende een mergen veen, bruijckt Gerrit Goertz tsjaars om xvij oud schilt ix schouw swerts, elcke schou om xx st. facit xxj oud schilt xij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Willemsz in den Achtien-hoven, noch eijgenaarse d’vrouw van Saeffelt, bruijcker Thonis Dircxz in de Westbroeck, ende noch eijgenaars ende bruijckers joncker de Boecop mit Hendrick Buth
[Bestand 143, fol. 138v]
d’Heeren van den Dom, ende t’Heijlich cruijs St. Jacob, een viertel van xvj mergen lands, ende wat veens, bruijckt Beernt Sweertsz t’sjaars om xxiiij oud schilt xxx st.
Nu toebehoorende d’heeren ende t’Heijlich cruijs voorsz, met joncker de Boecop ende joncker Loot, die daar inne oock een kleijn perceeltgen hebben t’welck sijluijden selffs gebruijcken, ende t’ander wert gebruijckt bij den dom-deecken t’Utrecht
d’Heeren van Oude-munster t’Utrecht een halve hoeve lands van xxxij mergen ende drij mergen veens, bruijckt Jan Eersten ende is erff-pacht bij eede geestimeert tsjaars om xl oud schilt
Nu in erff-pacht voor de vijff deelen toebehoorende Lauwerens Woutersz van den Bosch, schout in Thienhoeven, ende d’reste is eijgen landt, waar van nu eijgenaars sijn joncker Thijman Sloot ende joncker d’Boecop
Noch d’heeren van Oude-munster voorsz
[Fol. 139]
een halve hoeve, ende een derdendeel van een mergen veens, groot xxxij mergen, bruijckt Louw Aelbertz de schoudt, tsjaars om xxvj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorsz heeren, ende bruijcken Adriaen Cornelisz ende Gerrit Jacobsz in de Westbroeck
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht een halve hoeve, ende een halve mergen veens, groot xxxij mergen, bruijckt Ghijsbert Claesz tsjaars om xxiiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren, ende bruijcken Anthonis Reijersz, Oth Thijsz ende Oth Thonisz in de Westbroeck
Pauwels Willemsz, ende Willemtgen sijn moeder, een halve hoeve lands, groot xxxv mergen sonder veen, daar de kerck op staet, bruijcken sij selve, ende bij eede geestimeert tsjaars om xxxij oud schilt
Nu eijgenaars Frederick Jansz weduwe, Ghijsbert Aelbertz, Jan Cornelisz den Heldt, in de West-broeck, Cornelis Egbertz in den Achtienhoeven, Cornelis Zegerm. t’Utrecht, ende bruijcken Jacob Aertz ende Thonis Goijertz in de Westbroeck, noch eijgenaar, Jan Willemsz Waeijenoij tot Utrecht, ende noch eijgenaars ende bruijckers Ghijsbert Lambertz tot Suijlens weduwe ende Goort d’Munter t’Utrecht
[Bestand 144, fol. 139v]
Dirck Jansz ses mergen lands, bruijckt Ghijs Mathijsz tsjaars om x k. guldens, facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar Jan van den Bongaert t’Utrecht, bruijcken Willem Claesz in de Westbroeck, noch eijgenaars d’erffgen. van IJda Peters Schaeij, ende bruijcker Beernt Petersz in de Westbroeck
Noch Ste. Claes clooster t’Utrecht, achtien mergen lands, bruijckt Ghijsbert Mathijsz voorsz tsjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’selve clooster, ende bruijckt nu Jan Pauwelz in den Westbroeck
Schaeij Goeijersz, bruijckt ses mergen lands tsjaars om vj phs. gulden, facit iij oud schilt xxiiij st.
Nu toebehoorende St. Pauwels t’Utrecht ende bruijckt Joris van Nieveldt subt. schout der stadt Utrecht
Noch St. Pauwels t’Utrecht anderhalve
[Fol. 140]
hoeff scherp, groot xxxij mergen, ende een halve mergen veens, bruijckt Schaeij voorsz tsjaars om lxx k. guldens facit xxxiij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen St. Pauwels voorsz, ende bruijckt Joris van Nijvelt voorsz
Oude-munster t’Utrecht een viertel sonder veen, van xvj mergen erff-pacht, bruijckt Claes Aertz tsjaars om xij oud schilt
Wort nu in erff-pacht gehouden ende gebruijckt bij Claes Janz Bilter, Thonis Reijersz in den Westbroeck, Dignus Claesz Sael casteleijn van den huijse tot Suijlen, ende Beernt Cornelisz in de Weert
Die buer-kerck t’Utrecht, een viertel van xvj mergen sonder veen, bruijckt Aert Schout tsjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt Gerrit Gerritz in den Westbroeck
t’Oude-munster voorsz een halve hoeff lands
[Bestand 145, fol. 140v]
van xxxij mergen sonder veen, bruijckt Wouter van den Bosch, tsjaars om xxiiij oud schilt
Nu in erff-pacht gehouden bij Jacob Stel t’Utrecht, ende bruijckt d’weduwe van Adriaen Jansz Bilter in den Westbroeck, wort noch in erff-pacht gehouden ende gebruijckt bij Dignus Claesz voorsz
Noch Oude-munster voorsz een halve hoef lands, van xxxij mergen, ende een hont veens bruijckt Dirck Fredericxz tsjaars om xx oud schilt
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijcken Jan Thonisz ende Evert Mertensz in de Westbroeck
Noch Oude-munster voorsz een halve hoeff lands, van xxxij mergen sonder veen, bruijckt Dirck Dircxz tsjaars om lv phs. gulden [facit] xxxij oud schilt xxxj st.
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijcken Jan Bruijnz ende Jacob C. Bosch
Roeloff Lubbertz een viertel lands ende een
[Fol. 141]
halve mergen veens, toebehoorende Roeloff voorsz wtgesondert twee mergen, behoorende mijn heer van Rennenborch, bruijckt Roeloff voorsz t’sjaars om xxiij k. guldens, ende dat veen x k. guldens, ende mijn heer van Rennenborchs tsjaars om ij phs. gulden facit xvj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Henrick Petersz weduwe in Westbroeck, Bartholomeus van den Bosch, in den Achtien-hoeven, Wauter van den Bosch tot Putten, noch eijgenaar d’heer van Wissen tot Luijck, ende bruijckt Gerrit Egbertz tot Suijlen
Cornelis Gerritz een viertel lands van xvj mergen sonder veen, hem toebehoorende uijtgesondert drij mergen, toebehoorende mijn heer van Rennenborch bruijckt Gerrit Joosten, tsjaars om xxj5 k. gul. ende mijn heer van Rennenborch iij phs. gul. facit xij oud schilt j st.
Nu eijgenaars d’heer van Gent t’Utrecht ende d’heer van Wissen voorsz, ende bruijcken W. Claesz in den Westbroeck ende Gerrit Egbersz tot Suijlen
Noch twee viertel lands, gemengder voor,
[Bestand 146, fol. 141v]
groot xxxij mergen, ende twee mergen veens, toebehoorende Jan Eerstens van Schaeijck, ende Goeijert Gerritz, wtgesondert ses mergen buijtenweechs, toebehoorende t’Heijlich cruijs St. Jacob bruijcken Jan ende Goeijert voorsz t’voorste, ende Roeloff Lubbertz voorsz de ses mergen
Jan Eersten tsjaars xiij oudt schilt
Hubert Coenraetz xviij k. gul.
Goert Gerritsz xv k. gul.
Roeloff Lubbertz x phs. gul. } facit t’samen xxxiiij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Cornelis Schaeij in den Westbroeck, Wauter van den Bosch op Thienhoven, Adriaen Cornelisz in den Westbroeck, Willemtgen Wijnters in den Weert, Splinter Wijgertz in den Westbroeck, Dignus Claesz voorn., ende den eijgendom van den voorsz ses mergen blijfft aen t’H. cruijs voorsz, ende bruijckt Elbert Cornelisz tot Suijlen
Mijn heer van Rennenborch, een halve hoeff lands, ende een halve mergen veens, bruijckt Beernt Ghijsbertz tsjaars om xxv oud schilt
Nu eijgenaar mijn heer van Wissem int landt van Luijck, ende bruijckers Jacob ende Cornelis Schaeij
Oude-munster t’Utrecht een halve hoef scherp
[Fol. 142]
van xxxij mergen lands, ende een sestendeel van een mergen veens, bruijckt Dilborgh Ghijsbert Aertz weduwe tsjaars bij eede om xxv oud schilt
Wort nu in erff-pacht gehouden, bij Joris van Nijveldt, subt. schoudt der stad Utrecht, bruijckt Jan Adriaensz in de Westbroeck, noch bij Geertgen Egberts dochter binnen Utrecht, bruijckt Ghijsbert Pauwelz, ende noch bij Jan Bruijnenz in den Westbroeck, ende bruijckt selffs
Noch Oude-munster voorsz een viertel lands, sonder veen, van xvj mergen bruijckt Joost Pauwelsz ende Henrick Pauwelz tsjaars bij eede om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijcken Aelbert Ghijsz ende Ghijsbert IJsbrantz in den Westbroeck
Noch Oude-munster voorsz sesthien mergen ende een vierendeel van een mergen veens, bruijckt Dirck Dircxz bij eede, sjaars om xx oud schilt
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt Thonis Willemsz van Amerongen in de West-broeck
[Bestand 147, fol. 142v]
Noch Oude-munster voorsz anderhalve viertell lands, van xx mergen sonder veen, bruijckt Lobborch des Domes, t’sjaars bij eede om xviij oud schilt
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt Ghijsbert Fredericxz in den Westbroeck
Alijdt Jan de Roijen weduwe anderhalve viertel van xx mergen sonder veen, bruijckt Gerrit Huijgen tsjaars om xiiij oud schilt
Nu eijgenaarse d’weduwe van Lubbert Jansz van Pallaes t’Utrecht, bruijckt de weduwe van Aelbert Bartholomeusz in de Westbroeck, noch eijgenaarse d’weduwe van Ghijsbert Lambertz tot Suijlen, ende bruijckt sij selver
Goert Beerentsz mit sijn medewerckers xix mergen landts, uijtgesondert een halve mergen veens, toebehoorende jonge Willen ende Dirck Fredericxz tsjaars om xv oud schilt xxviij st., ende t’veen, v k. guldens ij st. facit t’samen xviij oud schilt iiij st.
Nu eijgenaars Steven van Rumelaar, canonick St. Jans t’Utrecht, bruijcken Peter Cornelisz, d’weduwe van Aelbert Bartholomeusz ende Claes Jansz Bilter, alle in de Westbroeck, noch Jacob Cornelisz Keijser in de Weert,
[Fol. 143]
ende bruijckt selffs, noch Katharijn van Leemput tot Utrecht, ende bruijckt d’weduwe van Ghijsbert Lambertz tot Suijlen, noch Willem Fredericxz tot Suijlen, ende bruijckt selffs
Noch Lobborch des Dovens, een halff viertel lands, ende een honds veens, erff-pachts, bij eede tsjaars om xx k. gul. facit ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaar Steven van Rumelaar voorsz, ende bruijckt Dirck Pauwelz in den Westbroeck
De pape-lijcke proven van Westbroeck een hoef lands, van xxxij mergen, sonder veen bruijckt Henrick Hendricxz tsjaars om xxxij phs. gl. [facit] xix oud schilt ij st.
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt nu Willem Peterz in den Westbroeck
Weijn Pauwels weduwe, mit haar mede-werckers
[Bestand 148, fol. 143v]
een halve hoeff lands, van xxxij mergen ende een halve mergen veens, tsjaars bij eede om xxiiij oud schilt
Nu eijgenaars Cornelis van Monfoort tot Utrecht, Goeijert Lambertz in den Westbroeck, Jacob Claesz op Maerseveen, Thonis van Dalenborch t’Utrecht, ende bruijckt Jan Martensz in de West-broeck, noch Willem van Pijslwaert op ten Noordt, ende Hendrick van Helsdingen t’Utrecht, ende bruijckt Jan Bruijnensz in den Westbroeck, noch Jan van den Bongaert t’Utrecht, ende bruijckt mede Jan Bruijnensz voorsz ende d’ander selffs
Walich Arentsz ende Cornelis Henricxz vierd’halve mergen landts, bruijckende sij selve, tsjaars om vj k. guldens, facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Thonis Reijersz in de Westerbroeck
[Bestand 149, fol. 145]
Achtien-hoven
Ste. Agnieten clooster, ses mergen lands bruijckt Cornelis Splinter tsjaars om xix k. gul. [facit] ix oud schilt ij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz clooster, ende bruijckt Wouter van den Bosch in den Weert
Adriaen Alertz Mouthaen, vijff mergen lands, bruijckt Cornelis Splinter tsjaars om xiij5 k. gulden, facit vj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Reijersz in de Weert
Lijsbeth Jan Verborchs weduwe vier morgen lands, bruijckt Valck Lauwensz tsjaars om ix k. gulden, facit iiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Henrick van Nienroede
[Bestand 150, fol. 145v]
Ste. Bartholomeus gasthuijs, vier mergen lands, bruijckt Willem Claesz Brouwer tsjaars om ij oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz gasthuijs ende bruijckt Dirck Jan Huijgen op de Vecht
Maerten Claesz Steenhouder, vier mergen lands, bruijckt Willem voorsz t’sjaars om iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar mr. Marten van der Meer, ende bruijckt Dirck voorsz
Goijert Maes, erffgen. vijff mergen lands, bruijckt Govert Janz tsjaars om xj k. guldens facit v oud schilt x st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Frederick Jacobsz Pot-backer
De kerck tot Jutphaes, vijff mergen min
[Fol. 146]
een hondt lants, bruijckt Gelis Jansz tsjaars om viij k. guldens, facit iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den kercke voorsz, ende bruijckt Gerrit IJsbrantz in den Weert
t’Convent van den Witte-vrouwen, acht mergen lands, bruijckt Cornelis Jacobsz tsjaars om x phs. guldens, facit v oud schilt xl st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt Thonis Thonisz Drost in de Gagel
t’Convent van Ste. Katharijnen t’Utrecht thien mergen lands, bruijckt Lambert Ghijsbertz, tjsaarsom xvj k. guldens, facit vij oud schilt xxvj st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijcken Herman Gerritsz Schijf, ende Jan Gerritz Block
Henrick de Spoormaker, vier mergen lands
[Bestand 151, fol. 146v]
bruijcken Ghijsbert Jansz ende Oth Cornelisz tsjaars om vij k. guldens v st. facit iij oud schilt xix st.
Nu eijgenaars d’heeren van Ste. Katharina, bruijcker Dirck Jan Huijgen
d’Heeren van den Dom t’Utrecht, acht mergen lands, bruijckt Jan Fredericxz, tjsaars om x gouden gul., facit vj oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen [den] heeren voorsz, ende bruijckt Jan Aertz de Witt in den Weert
d’Heeren van Ste. Katharijnen t’Utrecht xij mergen lands, bruijckt Henrick Joostensz tsjaars om xx k. guldens, facit ix oud schilt xxij st.
Den eijgendom blijfft aen den voorn. heeren, ende bruijckt Cornelis Aertz Coman
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht xij mergen lands bruijckt Evert Schaeij tsjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren, ende bruijckt Gerrit IJsbrantz in den Weert
[Fol. 147]
d’Heeren van Oude-munster t’Utrecht, twaelff mergen lands, bruijckt Alidt Rijcout Ghijsbertz tsjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren, ende bruijcken Cornelis Peterz Comen, ende Alidt IJsbrants in de Weert
t’Convent van Ste. Katharijnen t’Utrecht viij mergen lands, bruijckt Anthonis Korsgensz tsjaars om xiij k. guldens facit v oud schilt xl st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijcken d’erffgen. van Aert d’Coman
Noch t’convent voorsz vier mergen lands, bruijckt Maes Petersz tsjaars om vij k. guldens, facit iij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt Cruijff Gerritz in de Weert
t’Convent van den Brigitten t’Utrecht, viij mergen
[Bestand 152, fol. 147v]
lands, bruijckt Maes voorn. maar daar is een mergen die gepoot is, die t’convent voorsz aen hen behoudt, Maes geeft jaarlijcx xiiij k. guldens, facit vj oud schilt xxviij st.
Ende d’voorsz eene mergen geestimeert op j oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jacob Aelbertz
De Bagijnen vant Bagijn-hoff t’Utrecht acht mergen lands, bruijckt Aert van Lexmonde tsjaars om xvj k. gul. facit vij oud schilt xxvj st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz Bagijnhoff, ende bruijckt Roeloff Dircxz Aerdige-man in de Weert
Mr. Jacob van Broeckhoven griffier drij mergen lands, bruijckt Jan Sandersz, tsjaars om xj5 k. gul. facit v oud schilt xx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker juffr. N. van Amerongen met haare kinderen
Noch mr. Jacob voorsz derd’halve mergen lands
[Fol. 148]
bruijcken Ghijsbert Jansz schout in de Weerde ende Aernt Jansz van Lexmonde, tsjaars om viij5 k. gulden, facit iiij oud schilt ij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers d’voorsz juffr. van Amerongen met haare kinderen
Noch mr. Jacob voorsz twee mergen lands, bruijckt Anthonis Vinck tsjaars om vj k. guldens, facit ij oud schilt xl st.
Nu eijgenaars ende bruijckers als boven
Noch mr. Jacob voorsz, vier mergen lands, bruijckt Adriaen Willemsz tsjaars om xvj5 k. gulden, facit vij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaars ende bruijckers als boven
Noch mr. Jacob voorsz een mergen lands
[Bestand 153, fol. 148v]
bruijckt Adriaen Petersz t’sjaars om vj k. gul. [facit] ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaars ende bruijckers als boven
Lijsbeth Jan Jacobsz weduwe, met haar mede-werckers xvj mergen lands, ende daar is in een halff hond veens, daar de vullingh ende gagell mede ingerekent is, bruijckt Willem Jansz tsjaars om xiij oud schilt
De voorsz halff hond veens is nu tot land gemaekt
Nu eijgenaars ende bruijckers Adriaen Willemz, Willem Fredericxz, Cornelis Petersz Coman, ende Thonis Thonisz Drost
Noch d’heeren van Oude-munster vijfftien mergen lands, bruijckt Willem voorsz tsjaars om xj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende bruijckt Willem Jansz Schuijt in den Achtienhoven
Noch Willem voorsz bruijckt derd’halve
[Fol. 149]
mergen lands, hem selffs toebehoorende tsjaars om vj k. guldens, facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Jacobz Kintgen aen den Achterweteringe
d’Heeren van Oude-munster xvij mergen lands, ende is een part weijlandt, hoijland, gagel landt, vullinge, ende anderhalff hondt veens, off daar ontrent, bruijckt d’weduwe van Joost Aertz tsjaars bij eede om xiij oud schilt
De voorsz anderhalff hond veens is nu tot landt gemaeckt
Den eijgendom blijfft aen den voorsz heeren, ende bruijckt Cornelis Egbertz in den Achtienhoven
d’Weduwe van Wijnssen, acht mergen lands, daar ingereeckent is anderhalf hond veens, ende vullinge, bruijcken Dirck Aertz ende Floris Henricxz bij eede tsjaars om viij oud schilt
D’voorsz anderhalff hond veens is nu aengemaeckt
Nu eijgenaar jo. Johan van de Vecht, ende bruijckt Aert Willemz Backer
[Bestand 154, fol. 149v]
Noch Dirck Aertz voorsz vier mergen lands, hem selver toebehoorende ende hij bruijckt, t’sjaars bij eede om viij k. gul. facit iij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar Jacob van der Maeth cum sius, bruijckt Cornelis Hermansz op de Noort
Noch d’weduwe van Winssen ix mergen daar in is vier hond veens, daar de vullinge mede ingereeckent is, bruijckt Aelbert Beerntz tsjaars bij eede om viij5 oud schilt
D’voorsz vier hond veens, sijn nu aengemaekt
Nu eijgenaar jo. Balthus van der Vecht, bruijcker Claes Corsz
t’Convent van Oudt-wijck ix mergen lands, bruijckt Herman Ghijsbertz, t’sjaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt Ghijsbert Janz in Achtienhoven
Ghijsbert Comen Claesz acht mergen lands
[Fol. 150]
hem selven toebehoorende, ende is weijlandt, hoijland ende gagellandt, tsjaars bij eede om xv k. guldens, facit vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaars ende bruijckers de weduwe van Gosen van Schaijck, Joris Janz beijde in Achtienhoven ende Roeloff Dircxz in den Weert
Deliaen Anthonisz Peterz weduwe, bruijckt drij mergen lands, haar selffs toebehoorende t’sjaars om vij k. guldens, facit iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar joncker Dirck Canter, bruijcker Willem Jansz Mateke, in Lauwenrecht
t’Convent van Ste. Servaes t’Utrecht acht mergen lands, bruijckt Goessen Petersz weduwe t’sjaars om x k. guldens, facit iiij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt Cornelis Reijerz in de Weert
Noch Aelbert de Roij vier mergen lands
[Bestand 155, fol. 150v]
bruijckt Goessen voorsz tsjaars om vj k. guldens [facit] ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar Aelbert Foeck, ende werdt bij hem jaarlijcx verhuert
Folper Foeijt acht mergen lands, bruijckt Jan van Swol tsjaars om xxv k. guldens facit xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar Aelbert Foeck, ende wert bij hem jaarlijcx verhuert
t’Convent van Ste. Katrijnen t’Utrecht, xvj mergen lands, bruijckt Jan Evertz tsjaars om xxiiij k. guldens, facit xj oud schilt xviij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt Jan Gerritz Block inde Gagel
Noch t’convent voorsz ix mergen lands, bruijckt Cornelis Cornelisz tsjaars om xij k. gul. facit v oud schilt xxx st.
Den eijgenaars als boven, ende bruijkt Joost Cornelisz
[Fol. 151]
Noch t’convent voorsz acht mergen lands, bruijckt homas Sweertz tsjaars om xiij k. gul. facit v oud schilt xl st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt Cornelis Stevenz op den Vecht
Noch t’convent voorsz achtien mergen lands bruijckt Cornelis Beerntz ende is weijland, hoijlandt, houtland, veenland, ende vullinge tsjaars om xv oud schilt j oirt
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt Jan Jacobz in Achtienhoven
d’Heeren van St. Peters t’Utrecht, xxij5 mergen lands, bruijkt Cornelis voorsz in erfpacht ‘sjaars om xv oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende bruijcken nu Ghijsbert Adriaenz, Jan Willemz van Waeijenoijen, Jan Hermanz in den Weert, ende Aelbert Foeck
Noch t’convent van Ste. Katrijnen voorsz
[Bestand 156, fol. 151v]
achtien en een halve mergen lands, bruijckt Jan Korsgens Bijll, ende is weijland, hoijlandt, houtlant, ende vullinge, tsjaars om xj oud schilt
D’voorsz vullinge is nu tot land gemaeckt
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt Cornelis Egbertz in den Achtienhoven
Aeltgen de Roij, met haar mede-werckers, xvj mergen lands, bruijckt Zoetgen Jan Claesz weduwe, ende daar leijt omtrent een halve mergen veens in, daar de vullinge mede ingereeckent is, ende is lijff-pacht, jaarlijcx bij eede om xiij oud schilt
D’voorsz halve mergen veens is nu tot land gemaeckt
Nu eijgenaars ende bruijckers Willem Fredericxz, Herman Pauwelz, Sander Jansz ende Oth Thonisz cum socijs
Cornelis Vermaat tot Amersfoort viij mergen lands, bruijckt Jan Gerritz Knijff tsjaars om xxj k. gul. facit x oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgen. van Cornelis Vermaet, bruijcker Jan Peterz Clop op den Noort
Noch Jan Mathaeusz vijff mergen lands,
[Fol. 152]
bruijck Jan Gerritz voorn. tsjaars om xij k. gul. facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Frederick Jacobz Pot-backer
Noch t’convent van den Reguliers, viij mergen lands, bruijckt Jan voorsz tsjaars om xj g. gul. facit vij oud schilt xiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt Sander Jansz in den Gagel
Noch Cornelis van Meerenborch vier mergen lands, bruijckt Jan voorsz tsjaars om xij k. guldens facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Sander voorsz
t’Convent van Oudt-wijck viij mergen lands, bruijckt d’weduwe Lambert Knijff tsjaars om ix k. gul. [facit] iiij oud schilt xij st.
Den eijgendom blijfft aen t’selve convent, ende bruijckt Thonis van Oostrum tot Maerssen
[Bestand 157, fol. 152v]
Noch t’convent van den Daal, vijff mergen lands, bruijckt Lambertgen voorsz tsjaars om ix k. guldens, facit iiij oud schilt xij st.
Nu blijfft den eijgendom aen t’selve convent, ende bruijckt Willem Wijnter
Huijch Poth thien mergen lands bruijckt Gerrit Lauwerz tsjaars om xvij k. guldens facit viij oud schilt iiij st.
Nu eijgenaar Aelbert Foeck, ende Jan van Doijenborch tot Vijanen, ende wert bij hem alle jaar verhuert
Dirck van Zuijlen, sesthiend’halve mergen lands, bruijcken Gerrit voorsz ende Lijsbeth Jan Jacobz weduwe sijn suster ende daar in legt voor vier hond veens, tsjaars bij eede om xij oud schilt
D’voorsz vier hond veen sijn nu tot land gemaeckt
Nu eijgenaar jo. Johan van der Vecht, bruijckers d’wees-kinderen van Gerrit Jansz Voort
Noch bruijckten Gerrit ende Lijsgen voorsz
[Fol. 153]
sesthien d’halve mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede tsjaars om xij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers de voorn. weeskinderen
Aelbert de Roij xvij mergen lands, bruijckt Gerrit Henricxz tsjaars om xiiij oud schilt ij mudt haveren t’mudt x st. facit xiiij oud schilt xx st.
Nu eijgenaar Aelbert Foeck, ende bruijckt d’weduwe van Adriaen Jansz Schuijt
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht, vijffthien d’halve mergen lands, bruijckt Claes Ghijsbertsz bij eede tsjaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorsz heeren, ende bruijcken de weeskinderen van Gerrit Jansz Voort voorsz
Noch d’heeren van Oude-munster t’Utrecht
[Bestand 158, fol. 153v]
elf mergen lants, bruijckt Claes voorsz tsjaars om ix oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorn. heeren, ende bruijckt Cornelis Adriaensz in den Achtienhoven
Herman Lubbertz met sijn consorten, seven mergen lands bruijckt Mari Henricx Claesz t’sjaars om xxij k. guldens facit x oud schilt xx st.
Nu eijgenaars Aert van Zevender cum socijs, bruijckerse d’weduwe van Steven Henricxz
Emmichgen Lambert Snoeijen weduwe mit haar mede-werckers, xxvj mergen lands bruijcken Gerrit Petersz ende Jacob Anthoniz tsjaars om xxij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Ghijsbert Jansz in den Achtienhoven, Jan Cornelisz Nichteveldt, Beernt Cornelisz in den Weert, ende Joris Jansz in den Achtienhoven
Splinter van Nijenroedens weduwe, seven mergen
[Fol. 154]
lands, bruijckt Adriaen Eerstensz tsjaars om ix oud schilt
Nu eijgenaars Cornelis Walinge ende Johan Jacobz Kintge, bruijckers de voorsz Johan Jacobz ende Cornelis Ghijsbertz in den Achtienhoven
Noch Jan Herbertz Tinnegieter, twee mergen lands, bruijckt Adriaen voorsz tsjaars om vj k. guldens facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Jacobsz Kijntge
d’Kerck van Jutphaes, thien mergen lands bruijckt Lijsgen Jan Jacobz weduwe ende daar is een hond veens in tsjaars om vij oud schilt
T’voorsz hondt veens is nu aengemaeckt
Den eijgendom blijfft aen den voorsz kercke, ende bruijckt Bartholomeus Bosch
Aelbert de Roij veerthien mergen lands
[Bestand 159, fol. 154v]
bruijckt Lijsgen Jacob Borren weduwe ende heefftet in lijff-lacht, bij eede tsjaars om viij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Thonis Thonisz Drost
Noch t’convent van den Witte-vrouwen acht mergen lands, bruijckt Lijsgen voorsz bij eede tsjaars om viij k. gulden, facit iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent ende bruijckt den voorn. Thonis Drost
d’Heeren van Oude-munster, t’Utrecht xxxvj mergen lands, bruijckt Ghijsbert Jansz Keijser, in lijff-pacht, ende daar is mede in gelegen omtrent twee hondt veens tsjaars om xxiiij oud schilt
T’veen is niet gewaerdeert, ende is nu tot landt gemaeckt
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorn., ende bruijcken Ghijsbert Jansz ende Henrick Wolphertz
Noch d’heeren van Oude-munster voorsz
[Fol. 155]
sesthien mergen lands, bruijckt Anthonis van Roijen Goessensz, in lijff-pacht, bij eede tsjaars om xvj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den selve heeren, ende bruijckt d’weduwe Goosen van Schaijk
Jan van Leeuwen acht-t’halve mergen lands, bruijckt Jan Willemsz tsjaars bij eede om x oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Ghijsbertz
Ste. Bartholomaeus gasthuijs, xxiij5 mergen lands, bruijckt Jan Willemsz voorsz in erf-pacht met sijn gront eijgen dat hij daar inne heeft, bij eede tsjaars geestimeert op xviij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Beernt Petersz in den Westbroeck, Jan Jacobz in Achtienhoven, ende d’erffgen. van Peter Jansz
t’Convent van Ste. Katrijnen t’Utrecht
[Bestand 160, fol. 155v]
seventhien mergen lands, bruijckt Ruth Henrick Gerritz weduwe in erff-pacht bij eede tsjaars om xiiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt Jacob Hubertz Stael
Noch t’convent van Oudt-wijck negen mergen lands, bruijckt Juth voorsz tsjaars om x oud schilt xx st.
Den eijgendom blijfft aen t’selve convent, ende gebruijckt Jacob Stael voorsz
t’Convent van Ste. Katrijnen t’Utrecht x mergen lands, bruijckt Gerrit Woutersz tsjaars om xvj k. guldens, facit vij oud schilt xxvj st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorz convent, ende bruijckt d’weduwe van Dirck Willemsz in de Weert
Ste. Bartholomaeus gasthuijs,
[Fol. 156]
acht-t’halve mergen lands, bruijckt Jacob Thomisz tsjaars om x oud schilt
Gerrit Poth met sijn consorten, xviij mergen lands, bruijcken Dirck Fredericxz ende Jan Ghijsbertz, in lijff-pacht, ende daar leijt omtrent een halve mergen veens, bij eede tsjaars om xviij5 oud schilt
D’voorsz halve mergen veens is nu tot landt gemaeckt
Nu eijgenaar Johan Poth, bruijckers Jan Willemsz ende Herman Wolphersz in de Achtienhoven
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht twintich mergen lands, bruijcken Dirck ende Jan voorsz in lijff-pacht bij eede tsjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende bruijckt Jan Adriaenz in den Achtienhoven
[Bestand 161, fol. 156v]
t’Convent van Daal, vijff mergen lands, bruijckt Jan Eelgis tsjaars om x phs. gul. [facit] v oud schilt xl st.
Den eijgendom blijfft aen t’selve convent, ende bruijckt Willem Wijnter in den Weert
d’Heeren van Ste. Katrijnen t’Utrecht vijfftich mergen lands, bruijckt Hannichgen Willem Woutersz weduwe in lijff-pacht, ende daar leijt in een vierendeel van een mergen veens, bij eede tsjaars geestimeert om xl oud schilt
T’voorsz veen is nu tot landt gemaeckt
Den eijgendom blijfft aen den voorn. heeren, ende bruijcken Cornelis Beerntz, Henrick Egbertz ende Joris Jansz in den Achtienhoven
Aelbert van Leeuwen weduwe vij5 mergen lands bruijckt Ghijsbert Gerritz tsjaars om xx k. gul. facit ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker de kinderen van Thonis van Schaijck
t’Convent van den Daal sesthien
[Fol. 157]
mergen lands, bruijckt Dirck Jansz in lijf-pacht bij eede tsjaars om ix oud schilt
T’veen bruijckt mijn heer
Den eijgendom blijfft aen t’convente voorsz, ende bruijcken Claes Claesz ende Goijert Jansz in den Achtienhoven
Aelbert Jacobsz de Roij xxvij5 mergen lands, bruijckt Aeltgen Willem Henrickz weduwe, ende daar leijt een halve mergen veens in, ende noch acht-t’halve van den heeren van Ste. Katharijnen, bij eede jaarlijcx om xxxj oud schilt
D’voorsz halve mergen veens is nu tot land gemaeckt
Nu eijgenaars ende bruijckers van de voorsz xxij5 mergen Claes Thonisz ende Adriaen Willemsz in Achtienhoven, ende den eijgendom, van vij5 mergen blijfft aen voorsz heeren van Ste. Katrijnen, ende bruijckt Claes Thonisz
Noch Aelbert voorsz vier mergen lands,
[Bestand 162, fol. 157v]
bruijckt Jan Thonisz tsjaars om viij5 k. gul. [facit] iiij oud schilt ij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter Cornelisz Coman
t’Convent van den Daal derd’halve mergen lands, bruijckt Gerrit Laurentsz tsjaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijcken Claes Claesz ende Goijert Jansz in den Achtienhoven
Noch t’convent voorsz vijff mergen lands, bruijckt Dirck Fredericxz in lijff-pacht, bij eede tsjaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’selve convent, ende bruijcken Claes Claesz ende Goijert Jansz voorsz
Noch t’convent van Oudt-wijck acht
[Fol. 158]
mergen lands, bruijckt Dirck voorsz tsjaars om viij phs. guldens facit iiij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijfft aen t’selve convent, ende bruijckt d’weduwe van Adriaen Gossensz
Ste. Bartholomaeus gasthuijs, vier mergen lands, bruijckt Cornelis Gerritz tsjaars om v phs. guldens, facit ij oud schilt xlj st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz gasthuijs, ende bruijckt Adriaen Jansz op den Noort
Noch t’convent van Ste. Katrijnen t’Utrecht ses mergen lands, bruijckt Cornelis voorsz tsjaars om x k. guldens, facit iiij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijfft aen t’selve convent ende bruijckt Thonis Thonisz Drost
Jan Willemsz Apoteecker twee mergen lands
[Bestand 163, fol. 158v]
bruijckt Cornelis voorsz om iij k. gulden facit j oud schilt xviij st.
Nu eijgenaarse ende bruijckerse de weduwe van Adriaen Goessensz
t’Convent van St. Servaes t’Utrecht vier mergen lands, bruijckt Jacob Jansz tsjaars om vij5 k. gulden, facit iij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt Peter Cornelisz Neeff
Michiel Ram ses mergen lands, bruijcken de gemeene-bueren van Achtienhoven ende Westbroeck, tsjaars om x g. gulden facit vj oud schilt xxiij st.
Nu eijgenaarse de vrouwe van Sompeeck, bruijcker Willem Peterz in den Gagel
Godschalck van Winssens weduwe
[Fol. 159]
vijffthalve mergen lands, bruijckt Gerrit Laurensz tsjaars om viij oud schilt
Nu eijgenaar joncker Johan van de Vecht, bruijcker Willem Petersz in de Gagel
Thomas ende Adriaen Goijersz bruijcken seven mergen lands, henluijden selver toebehoorende bij eede sjaars om xv k. gulden facit vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck Jansz Knijff op Ste. Martens Dijck
Gerrit Lourensz bruijckt vijff mergen landts, hem selver toebehoorende tsjaars om bij eede vj oud schilt
Nu eijgenaar Willem Fredericxz, bruijcker Claes Corsz
t’Convent van den Wittevrouwen twaelff
[Bestand 164, fol. 159v]
mergen lands, bruijckt Dirck Bijll tsjaars om vj oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijcken Sander Jansz ende Thomas Adriaensz
Huijch ende Gerrit Poth acht mergen lands, bruijckt Jan Goessensz tsjaars om v oud schilt
Nu eijgenaarse ende bruijckerse de weduwe van Adriaen Jan Goessensz
Noch Steven van Waal drij mergen lands, bruijckt Jan voorsz om iiij5 k. gul. facit ij oud schilt vj st.
Nu eijgenaarse ende bruijckerse de weduwe Adriaen voorsz
De Brigitten t’Utrecht viij mergen lands bruijckt Willem Knijff tsjaars om xix k. guldens, facit ix oud schilt ij st.
Den eijgendom blijfft aen den Brigitten, ende bruijckt Adriaen Janz op den Noort
[Fol. 160]
Herman Lubbertsz met sijn consorten vier mergen lands, bruijck Willem Jacobz tjsaars om viij k. gul. v st. facit iij oud schilt xxxix st.
Nu eijgenaar Aert van Sevender cum sius, bruijckerse d’weduwe van Steven Hendricxz
d’Weduwe van Hindersteijn ende Henrikgen Verhorst, iiij mergen lands, bruijckt G. Lubbertz tsjaars om x k. guldens, facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Hindersteijn ende Verhorst, bruijckerse d’weduwe Ulrick Willemsz
t’Covent van den Daal hebben veen ende vullingen daar sij selffs eijgenaars off sijn, belopende omtrent v mergen, bij eede tsjaars om x oud schilt
T’voorsz veen is nu toe landt gemaakt, uijtgesondert een halve mergen off daar omtrent twelck voor als noch niet aengemaeckt en is
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijcken Claes Claesz ende Goijert Jansz in Achtienhoven
d’Kerck van Jutphaes omtrent vijff
[Bestand 165, fol. 160v]
mergen lands, bruijckt Claes Jansz tsjaars om xij k. guldens, facit v oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aen den voorn. kerck, ende bruijckt Adriaen Jan Kocx weduwe
d’Heeren van Ste. Katharinen t’Utrecht acht mergen lands, bruijckt Gerrit Roeloffsz tsjaars om xj5 k. guldens facit v oud schilt xx st.
Den eijgendom blijfft aen den voorn. heeren, ende bruijckt Cornelis Beerntz in den Achtienhoven
Steven van Waal, tot Amersfoort vier mergen lands, bruijckt Willem Claesz tsjaars om vj k. guldens facit ij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaarse Lijsken van der Meer, bruijcker Beent Ghijsen
Noch Willem voorsz ses mergen lands
[Fol. 161]
ende daar leijt in twee hondt veens, Willem voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaars om xij k. guldens facit v oud schilt xxx st.
D’voorsz twee hond veens sijn nu tot land gemaeckt
Nu eijgenaarse Lijsken van der Meer voorsz, bruijcker Beernt Ghijsen voorn.
d’Heeren van den Dom t’Utrecht acht mergen lands, bruijckt Roeloff Lubbertz tsjaars om vij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorn. heeren, ende bruijckt Adriaen Willemz in den Weert
Noch d’heeren van Ste. Peters t’Utrecht acht mergen lands, bruijckt Roeloff voorsz tsjaars om v oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den voorn. heeren, ende bruijckt Willemtgen Wijnters in de Weert
Noch d’heeren van Ste. Katharijnen t’Utrecht
[Bestand 166, fol. 161v]
acht mergen lands, bruijckt Peter Hermansz tsjaars om xiij k. guldens, facit vj oud schilt viij st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz heeren, ende bruijckt d’weduwe van Meijns Ghijsbertz
d’Karthuijsers buijten Utrecht vier mergen lands, bruijckt Ghijsbert Korsgens tsjaars om vj phs. guldens, facit iij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den voorn. Carthuijsers, ende bruijckt Aelbert Jacobz int Clooster
Der Carthusers landt gelegen voor, achter, ende rontom t’convent voorsz t’samen groot wesende xxxiij mergen iij hond viij roeden bruijckt Ghijsbert voorsz tsjaars om x5 phs. gl. [facit] liij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt Aelbert voorsz
Jan Dircxsz Leijdecker, een huijs met een
[Fol. 162]
boomgaert, bruijckt Huijch Gerrit tsjaars om ix5 k. gulden facit iiij oud schilt xxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker J. Henricxz
t’Convent van Ste. Katharijnen derd’halve mergen lands, bruijckt Wouter Ghijsbertz tsjaars om iij oud schilt
Aerntgen Peter Maessen ende Joost van Baern, bruijcken anderhalve mergen erffs-pachts, t’sjaars om xiij k. gl. xj st. facit vj oud schilt xix st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jacob Jansz
Maes Petersz een hoeff van twee mergen ende een hondt, bruijckt Bruems Gerritz ende Ghijsbert Willemsz tsjaars om xviij k. gul. xv st. facit viij oud schilt xxxix st.
Nu eijgenaar Dirck van Werckhoven, bruijcker Herman Vermeulen
[Bestand 167, fol. 162v]
t’Heijlich Cruijs drij hond lands, xvij roeden, bruijckt Dirck Jansz tsjaars om iij5 k. gl. [facit] j oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Ghijsbert Jansz
IJtgen Adriaen Ghijsbertsz weduwe twee hondt ende xij5 roeden lands erffpachts bruijckt sij selve geestimeert j oud schilt viij st.
Nu eijgenaarse ende bruijckerse d’weduwe van Peter Woutersz
Dirck van OUcoop twee hond iij5 roeden lands, erffspachts bij eede tsjaars om iij5 k. gul. facit j oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaarse d’weduwe van Cornelis Roeloffsz, bruijcker Cornelis Dircxz
Henrick Joosten vier hond lands ende veertich roeijen, hebben in erff-pachts Henrick Jan Wijertz wees-kinderen
[Fol. 163]
bruijckt Henrick Jansz tsjaars bij eede om vij k. guldens, facit iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Peter Aelbertsz, bruijcker Ghijsbert IJsbrantz
Joostgen Joost Henricxz weduwe seven hond lands, erff-pacht tsjaars om xij k. gl. v st. facit v oud schilt xxxv st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Claes Jacobz
Jan Ghijsbertz Breij een hond lands erff-pachts, tsjaars om iiij k. gulden xij st. facit ij oud schilt viij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Arris Jansz
Cornelis Jansz bruijckt een halve mergen lands erff-pachts, tsjaars om v k. gul. viij st. [facit] ij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaarse Aertgen Cruijne, ende bruijckers Ghijsbert ende Jan Cornelisz Haeck
[Bestand 168, fol. 163v]
Cornelis Jansz bruijckt drie eene tichelrije erffpachts, tsjaars bij eede om x k. guldens, gesedt op ij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Hubertz
Dirck Reijersz de wederhelfft van de tichelrije voorsz tsjaars geestimeert om x k. guldens gesedt op ij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Hubertsz
Jacob Jansz vier d’halff hond lands, erff-pachts tsjaars om v k. gul. x st. facit ij oud schilt xxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter Jansz
Jan Geerloffsz ende Gerrit van Eijck omtrent twee mergen erff-pachts tsjaars om xx k. gl. [facit] ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Lubbert Hermanz ende Wouter Henricxz
[Fol. 164]
Gerritgen Goert Lubberts omtrent drij hondt lands, erff-pachts tsjaars om iiij k. guldens viij st. facit ij oud schilt iiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter Cornelisz Neeff in Lauwenrecht
Jan Jansz kinderen, ende Gerrit Jansz een mergen lands, erff-pachts bruijckt Peter op Zolder, tsjaars om xij k. gul. facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Ghijsbert Claes ende Wouter Hendricxz
Jan Jansz onmondige kinderen, omtrent acht’halff hondt lands, bruijckt Coenraet Jacobz tsjaars om xvij k. guldens facit viij oud schilt iiij st.
Nu eijgenaar Dirck van Werckhoven, bruijckers Herman Peterz ende J. Aertz
t’Convent van den Carthuijsers vier hond ende vier
[Bestand 169, fol. 164v]
roeden lands, bruijckt Jan Gerritz tsjaars om vj k. gul. vj st. facit iij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt Ghijsbert Jansz
Jan Jansz Ganscoper twee hond lands, erff-pachts tsjaars om j oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgen. van Peter Aelbertz, bruijcker Ghijsbert IJsbrantz
Bruijninck Foeck omtrent elff hond lands, bruijcken Jan Jacobz ende Jan Danielz tsjaars om vj oud schilt
Nu eijgenaar Dirck van Werckhoven cum socio, bruijckerse Goort Henricxsz weduwe
Jan Thonisz bruijckt twee hondt lands erffpachts tsjaars om j oud schilt xxj st.
Nu eijgenaar Cornelis den Backer, bruijcker Jan Cornelisz
[Fol. 165]
Bruijninck Foeck vier hond lands, bruijckt Jan Evertz tsjaars om vij k. gul. facit iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar Thonis Verheul, bruijckers Willem Jacobz ende Willem Thonisz
Cornelis Thonisz omtrent anderhalff hond lands, erff-pachts tsjaars om j oud schilt xxv st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Jan Petersz, bruijcker Cornelis Jansz
Peter Andriesz vier hondt lands, bruijckt hij selver tsjaars om iiij k. gul. xj st. ix wit, facit ij oud schilt vij st. ix wit
De stadt van Utrecht omtrent vj mergen lands, bruijckt Ghijsbert Wijnter, geestimeert bij eede de mergen om v k. gul. facit xiiij oud schilt xij st.
Den eijgendom blijfft aen den stad voorsz, ende bruijckt nu Jan Aelbertz
[Bestand 170, fol. 165v]
Noch die stadt voorsz sesthalve mergen lands, bruijckt Willem Thonisz tsjaars om xxviij k. gulden facit xiij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den stad voorsz, ende bruijckt Peter Jansz
Dirck van Breveldt omtrent vierd’halve mergen lands, geheten d’Kuijlen bruijckt Ghijsbert de Moninck tsjaars om xv k. guldens facit vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Cornelis de Verwer, bruijcker Jan Jacobz Molenaar
Peter Gerritsz van Merenbergh, omtrent derd’halve mergen, geheten de Schinckel, bruijckt Pauwels Jansz tsjaars om x phs. gulden, facit v oud schilt xl st.
Nu eijgenaar Herman de Wilt, bruijckers d’erffgenamen van Ghijsbert Willemsz
Herman Lubbertz omtrent vier d’halve mergen
[Fol. 166]
lands, geheten dat Schijt-campgen, bruijckt Pauwels Jansz tsjaars om xv phs. guldens facit viij oud schilt xxxix st.
Nu eijgenaar Thonis Verheul, bruijcker Goert Thoniz Pint
Adriaen Petersz bruijckt van den stadt van Utrecht de kalck-stede tsjaars om vj5 k. guldens, facit iij oud schilt iiij st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz stadt, ende bruijckt Ghijsbert Corsz
d’Stadt van Utrecht derd’halve mergen lands bruijckt Cornelis van Beijnom tsjaars om x phs. gul. facit v oud schilt x5 st.
Den eijgendom blijfft aen den stad voorsz, ende bruijckt nu Aelbert Jacobz
Willem Knijff omtrent ses hond lands
[Bestand 171, fol. 166v]
bruijckt Willem de Moninck, t’sjaars om iij oud schilt
Jan Loeffz van de stadt van Utrecht vijff t’halve mergen lands, bruijckt Philips Gerritz t’sjaars om viij phs. gulden, facit iiij oud schilt xxxij st.
d’Carthuijsers, drij campen weijlandt omtrent drij mergen ende noch de boomgaerden groot omtrent ses mergen, tsjaars elcke mergen iij k. gulden viij st. facit xiiij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den Carthuijsers voorsz, ende bruijckt nu Aelbert Jacobsz
m-h-roeden
240-2,5-8,5
1057 mergen 2 hond 35 roeden
[Bestand 172, fol. 168]
Oost-veen t'gerechte van Herwers-coop
t’Convent van Vrouwen-clooster, ses mergen lands, bruijckt Peter Goessensz tsjaars om vj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Cors Willemsz
Noch t’convent voorsz ses t’halve mergen lands, bruijckt Evert Ghijsbertsz tsjaars om ix k. guldens facit iiij oud schilt xij st.
Den eijgendom blijff aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Jan de Backer ende medewerckers
Noch t’convent voorsz ende t’Bagijn-hoff xij mergen lands, bruijckt Eerst Jansz tsjaars om viij oud schilt x5 st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent ende Bagijnhoff voorsz, ende bruijckt nu Aelbert Anthonisz
[Bestand 173, fol. 168v]
Noch t’convent van Vrouwe-clooster voorn. ses thalve mergen landts, bruijckt Jan Ermb. ende Rumer Henricxz tsjaars om ix k. gul. facit iiij oud schilt xij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijcken Jan Cornelisz Platten ende d’weduwe van Jacob Rutgertz
Wouter Thonisz ses mergen lands, bruijckt Cornelis Jansz tsjaars om xij k. gul. facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter Willemz
Noch t’convent van Vrouwen-clooster voorn. ses mergen lands, bruijckt Cornelis Jansz tsjaars om viij k. gul. x st., facit iiij oud schilt ij st.
Den eijgendo blijfft aen t’convent voorz, ende bruijckt nu Jan Cornelisz
Noch t’convent voorsz ses mergen lands
[Fol. 169]
bruijckt Peter Petersz tsjaars om viij5 k. gul. facit iiij oud schilt ij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt nu Eelgis Jansz
t’Convent van Oudt-wijck sevend’halve mergen lands, bruijckt Luijt Jansz tsjaars om vj oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijcken Cornelis Jansz ende Gerrit Vincentz
d’Heeren van St. Peters t’Utrecht, drij mergen lands, bruijckt Cornelis Jansz tsjaars om x k. gl. [facit] iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Ghijsbertsz Deijl
Wouter Theunisz vier morgen landts, brukt Cornelis Jansz tsjaars om viij k. gulden facit iiij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Philips Herm.
[Bestand 174, fol. 169v]
Arent Thonisz ses mergen lands, bruijckt Arent Thonisz voorsz bij eede t’sjaars om xij k. gul. [facit] v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Joost Cornelisz ende Cornelis Thonisz
t’Convent van Out-wijck, vij mergen lands bruijckt Aert Thonisz tsjaars om xiiij k. gul. [facit] vj oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt nu Cornelis Anthonisz
t’Capittel St. Jans t’Utrecht seven mergen lands, bruijckt Lubbert Jansz tsjaars om vij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz capittel, ende bruijckt Ghijsbert Jansz
Maria Henrick Fredericxz weduwe
[Fol. 170]
bruijckt seven mergen lands, haar selffs toebehoorende bij eede tsjaars om vij oud schilt [facit] vij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Jansz
Heer Goodschalck vier mergen lands, bruijckt Pauwels Evertz tsjaars om ix k. gul. [facit] iiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaars de nasaten van heer Goodschalck voorn. ende bruijckt Henrick Henricxz
Noch heer Goodschalck voorn. drij mergen lands, bruijckt Lubbert Jansz tsjaars om vij5 k. guldens, facit iij oud schilt xxiiij st.
Nu toebehoorende heer Jan Verschoor, ende bruijckt Ghijsbert Jansz
Claes Aelbertsz erffgen. seven mergen
[Bestand 175, fol. 170v]
lands, bruijckt Cornelis Jansz tsjaars om xiiij k. guldens, facit vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Ghijsbert Cornelisz, Goosen Petersz, Jan Lambertsz ende Gerrit Lubbertz
t’Convent van Vredendaal elff mergen lands, bruijckt Evert Jacobsz met sijn mede-werckers, tsjaars om xxix k. gul. [facit] xiij oud schilt xxxviij st.
Dit landt bruijckt nu Henrick Cornelisz
[Fol. 171]
Oost-veen dijck-hoeven groot elcke hoeve xxiiij mergen
Frederick Aertsz erffgen. een halve hoeff groot acht mergen lands, bruijcken Jan Ghijsbertz ende Cornelis Jansz, Cornelis Jansz geeft jaarlijcx x k. guldens, facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaarse ende bruijckerse d’weduwe van Cornelis Petersz Platten
Claes Aelbertsz erffgen. derd’halve mergen lands, bruijckt Cornelis Jansz tsjaars om vj k. gul. facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Lambertsz
Roeloff de Leeuw vijff mergen lands bruijckt Jacob Claesz tsjaars om xviij k. gul. facit viij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Pieter Willemz
[Bestand 176, fol. 171v]
t’Convent van Ste. Katharijnen t’Utrecht acht mergen lands, bruijckt Jan Volckersz tsjaars om xviij k. guldens facit viij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Jan Cornelisz Kouvoet
Noch t’convent voorsz vier mergen lands bruijckt Jan Aelbersz tsjaars om ix k. gul. facit iiij oud schilt xij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Adriaen Cornelisz
Roeloff de Leeuw een vicarije ende Rutger de Glaesmaker met sijn medewerckers vier mergen lands, bruijckt Sijmon Jansz tsjaars om xij k. gul. vijff st. facit v oud schilt xxxv st.
Nu eijgenaars de kerck van Seijst met haar medewerckers, ende bruijcken Anthonis Thonisz Schout ende Cornelis Jansz
Jan Aelbertz ende juffr. van Rijnevelt
[Fol. 172]
ses t’halve mergen lands, bruijckt Jan voorsz selver tsjaars om xj k. guldens facit v oud schilt x st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Peter Willemsz, Aelbert ende Gerrit Lubbertsz
t’Convent van den Duijtschen-huijs twaelf mergen lands, bruijckt Swaan, Aelbert Ghijsbertz weduwe tsjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Peter Willemsz
d’Heeren van Oude-munster t’Utrecht seven mergen lands, erff-pachts, bruijckt Marten Goijertz tsjaars om xxj k. gul. [facit] x oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jasper Mertz
Noch een vicarije een mergen lands,
[Bestand 177, fol. 172v]
bruijckt Maerten voorsz t’sjaars om iij k. gul. [facit] j oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jasper Maertz voorsz
Frederick Willemsz twee mergen twee hondt lands, bruijckt hij selver, tsjaars bij eede om vj k. gul. facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Pieter Willemsz
Ghijsbert Pick vier mergen lands bruijckt Ghijsbert Jansz tsjaars om xij k. guldens facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar Walraven Pick ende bruijcker Jan Cornelisz
Frederick Aertz erffgen. ij mergen ij hondt lands, bruijckt Dirck Rijersz, tsjaars om viij k. gul. [facit] iij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar Nicolaes Lamvijn, ende bruijckt Anthonis Goortsz
[Fol. 173]
Elijsabeth Aert Fredericxz weduwe drij mergen lands, bruijckt Jan Ghijsbertz tsjaars om iiij phs. gulden, facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Pieter Cornelisz
t’Convent van Witte-vrouwen, twee mergen twee hondt lands, bruijckt Jan Joostensz tsjaars om v k. gul. facit ij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Ghijsbert Lambertz
Oud-wijck ses mergen lands, bruijkt Ghijsbert IJsbrantz tsjaars om xij k. gul. facit v oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aen Oudtwijck voorsz, ende bruijckt Jan Cornelisz ende Ghijsbert Lambertz
De Melaten twee mergen lands,
[Bestand 178, fol. 173v]
bruijcken sij selver, dit is dat Melaten-huijs metten boomgaert, daer dat huijs ende kerck op staet
Aelbert Arentz acht mergen landt, bruijckt hij selver bij eede tsjaars om vj oud schilt
Hier van competeren ende bruijkt Jan Cornelisz omtrent ses mergen, ende die ander twee mergen de Melaten
Jan Joostensz twee mergen twee hondt lands, bruijkt hij selver bij eede tsjaars om vij k. gul. [facit] iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Pieter Cornelisz
t’Convent van Ste. Katharijnen een hoef lands, bruijckt Frederick Willemz tsjaars om xxij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu d’weduwe van Jan Fredericxsz
[Fol. 174]
t’Capittel van St. Jan, een hoeff lands bruijckt Gerrit van Seijst, tsjaars bij eede om xvij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’capittel voorsz, ende bruijckt nu Sijmon Gerritz
Oudt-wijck twee hoeven min acht mergen lands, bruijckt Dirck Hermansz tsjaars om jC xxiiij k. guldens, facit lix oud schilt ij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Cornelis Cornelisz van Oostw.
Noch Oudt-wijck voorsz acht mergen lands, gelegen in den voorsz twee hoeven, bruijckt Jan Volckersz tsjaars om viij oud schilt
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt Cornelis Anthonisz
Noch Oudt-wijck voorn. een hoeff lands
[Bestand 179, fol. 174v]
bruijckt Adriaen Gerritz weduwe tsjaars om xxij phs. gulden, facit xiij oud schilt iiij st.
Den eijgendom blijfft aen Oudtwijck voorsz, ende bruijckt nu Cornelis Cornelisz
Noch Oudt-wijck voorsz drij viertelen lands, elcke viertel groot wesende ses mergen bruijckt Marij Henrick Fredericxz weduwe tsjaars om lj k. guldens facit xxiiij oud schilt xij st.
Nu heefft de weduwe van mr. Hubert Pauw dit land in erff-pacht van Oudt-wijck voorsz, ende bruijckt Gerrit Lubbertsz
Noch Oudt-wijck voorsz een halve hoeff lands, bruijckt Jan Aertsz bij eede tsjaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft aen Oudtwijck voorsz, ende bruijcken Jacob Jansz ende Arent Adriaensz
Noch Oudtwijck voorsz een halve
[Fol. 175]
hoeff van xij mergen lands, bruijckt Jacob Henricxz viij mergen, ende Cornelis Goeijerz vier mergen, tsjaars Jacob Henricxz xiiij phs. gulden, ende Cornelis Goijerz ix k. guldens, facit t’samen xij oud schilt xxvj st.
Noch Oudt-wijck voorn. drij viertelen lands, bruijckt Sijmon Laurensz tsjaars om xxxvj k. guldens facit xvij oud schilt vj st.
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt nu Baltus Jansz
Ste. Catharijnen t’Utrecht vier mergen lands, bruijckt Jan Joosten tsjaars om vij k. guldens, iiij st. facit iij oud schilt xviij st.
Den eijgendom blijfft aen Ste. Catrijnen voorsz, ende bruijckt Els Herm. Peterz weduwe
Noch Ste. Catharijnen voorsz twee mergen
[Bestand 180, fol. 175v]
lands, bruijckt Peter de Leech tsjaars om vier k. guldens, facit j oud schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijfft aen Ste. Catrijnen voorsz, ende bruijckt nu Dirck Jorisz
St. Servaes t’Utrecht met haar medewerckers een halve hoeff lands, bruijckt Peter Goijersz tsjaars om ix oud schilt xxj st.
Nu eijgenaars Ste. Servaes voorsz ende den Dom, ende bruijckt Ghijsbert Cornelisz
d’Heeren van den Dom t’Utrecht met haar medewerckers, een halve hoeff van twaelff mergen lands, bruijckt Jan Joostensz tsjaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz met haar mede-werckers, ende bruken nu Jan Gerritsz ende Jan Willemsz
Noch d’heeren voorsz ende St. Catrijnen t’Utrecht
[Fol. 176]
een halve hoeff lands, bruijcken Willem van Deijll ende Dirck Michielz tsjaars om x oud schilt x st.
Den eijgendom blijfft aen den heeren ende Ste. Catharijnen voorsz, ende bruijcken nu Cornelis Cornelisz, Willem Jansz ende Adriaen Jansz
t’Convent van de Witte vrouwen t’Utrecht vier mergen lands, bruijckt Jacob Pauwelz tsjaars om viij k. guldens, facit iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt nu Peter Gerritsz
Noch t’convent voorsz twee mergen lands, bruijckt Dirck Michielsz tsjaars om v k. guldens, facit ij oud schilt
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt nu Cornelis Cornelisz
t’Convent van St. Catrijnen t’Utrecht
[Bestand 181, fol. 176v]
een halve hoeff van twaleff mergen lands, bruijcken Thonis Beerntz ende Wouter Gerrits, Wouter Gerritz geefft vij5 k. gulden, ende Thonis Beerntz xxiiij k. guldens, facit xv oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’selve convent, ende bruijcken nu Cors Roeloffsz, ende d’erffgen. off kinderen van Oth Claesz
t’Capittel van St. Jan t’Utrecht thien mergen lands, bruijcken Jan Jansz buijten Witte-vrouwen, ende Dirck Eerstensz tsjaars om xj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz capittel, ende bruijcken nu Jan Jansz ende Jan Jan Jansz
Noch t’capittel voorsz ses mergen lands, bruijckt den Ouden Jan Jansz tsjaars om xj gouden guldens, facit vij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt Willem Petersz
t’Convent van Ste. Servaes t’Utrecht
[Fol. 177]
vier mergen lands, bruijckt Henrijck Willemz tsjaars om iij oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt nu Claes Stevensz
Noch t’convent voorsz acht mergen lands, bruijckt Aert Brandtz tsjaars om ix oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt nu Marten Cornelisz
t’Capittel van St. Jans t’Utrecht een viertel lands, bruijckt COrnelis Goijertz tsjaars om viij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’capittel voorsz, ende bruijckt nu Anthonis Thonisz schout
De capel int Veer, anderhalve viertel
[Bestand 182, fol. 177v]
lands, bruijcken Willem de Leech, ende Ponts Claesz, Ponts Claesz iiij oudt schilt, ende Willem de Leech vij5 oud schilt facit t’samen xj oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft aen capelle voorsz, ende bruijckt nu Adriaen Sebastiaenz
Ste. Bartholomaeus derd’halve viertel lands, bruijckt Joris de Leech tsjaars om xvj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen Ste. Bartholomeus voorsz, ende bruijckt nu Marten Sandertz
Eerst van Wijck-huijs, hoffstede ende weijlant, bruijckt Roeloff Cortgens tsjaars om vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar d’heer van Gent t’Utrecht, ende bruijckt Willem Ewoutsz
Noch Eerst van Wijck viij mergen lands, bruijckt Henrick Sweertz tsjaars om xxviij k. gl. xij st. [facit] xiij oud schilt xxvj st.
Nu eijgenaar d’heer van Gent, bruijcker Willem Ewoutz voorsz
[Fol. 178]
Noch Eerst voorsz vier mergen lands, bruijckt Elgis Hermansz tsjaars om xij k. gul. [facit] v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar d’heer van Gent voorsz, ende bruijckt Cornelis Henricxz
Noch Eerst voorsz twee mergen lands, bruijckt Cornelis Brantsz tsjaars om vij k. gul. [facit] iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar d’heer van Gent voorsz, ende bruijckt d’weduwe van Cornelis Jansz
De capel int Veen, veerthien mergen lands, bruijckt Jacob Pelgrumsz tsjaars om xiiij oud schilt xl st.
van een mud roggen ende een mud boeckweijts
Den eijgendom blijfft aen den capel voorsz, ende bruijckt Willem Ewoutsz
Anthonis Aertsz ende Jan Jacobsz acht
[Bestand 183, fol. 178v]
mergen lands, tsjaars om xxxj k. gul. v st. [facit] xiiij oud schilt xxxvij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Cornelis de Man, ende bruijckt nu Peter Adriaensz
Marij van Cleeff, drij mergen lands, bruijckt Cornelis Henricxz tsjaars om xvij k. gul. facit viij oud schilt iiij st.
Nu eijgenaarse ende bruijckerse d’weduwe van Peter Jansz
Thijman de Waal vier mergen lands bruijckt Jan Arentsz in erff-pacht bij eede tsjaars om v oud schilt
Wert nu bij de dochter van den weduwe van Gerrit van Straten in erffpacht gehouden van den weduwe van Henrick Borth, ende gebruijckt bij Jan Claesz
Noch Jan Aertsz voorsz derd’halve
[Fol. 179]
mergen lands, bruijckt Claes de Raeijmaker tsjaars om vj k. gul. v st. facit ij oud schilt xlj st.
Wert nu mede in erff-pacht gehouden bij de dochter, ende van den weduwe voorn., ende gebruijckt bij Jan Claesz voorsz
De gemeente inden Oost-veen een mergen lands, bruijckt Henrick Sweertsz tsjaars om k. gl. [facit] j oud schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijfft aen den gemeente voorsz, ende bruijckt nu Henrick Sijmonsz
d’Heeren van den Dom t’Utrecht ses viertelen, bruijcken Alidt Huijgen, Jan Deijll, ende Gerrit Cornelisz, Alidt voorsz geeft sjaars xviij oud schilt, Jan van Deijl xvj oud schilt, Gerrit Cornelisz xij oud schilt, facit t’samen xlvj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorn. heeren, ende bruijcken nu Henrick Sijmonsz, Cornelis Anthonisz, Daem Hermansz, Jan Ghijsbertsz, Joost ende Adriaen Cornelisz
Eerst van Wijck, vier mergen lands,
[Bestand 184, fol. 179v]
bruijckt Herbrants weduwe Geertruijdt tsjaars om xiij5 k. gul. facit vj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Lambert Henricxz
d’School-kinderen van Oude-munster t’Utrecht vijff mergen lands, bruijckt Adriaen Jansz tsjaars om x phs. gulden, facit v oud schilt xl st.
Dit landt bruijckt nu Herman Cornelisz, ende comt toe
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht een halve hoeff, bruijckt Jan Jansz Duijtschen-huijs, met sijn mede-werckers, tsjaars om xviij oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende bruijcken Evert Jansz ende Gerrit Sijmonsz
Aert Wemmersz ende d’kerck St. Jacobs t’Utrecht
[Fol. 180]
een halve hoeff, bruijckt Cornelis Henricxz ses mergen om xiiij k. gul., Cornelis Dircxz iiij mergen om xiiij gulden, ende Pieter Jansz twee mergen om vij k. gulden, facit t’samen xvj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Arent Ram, met mr. van Zijl, ende bruijcken, Gerrit Jansz, Herman Cornelisz ende Adriaen Eerstensz
t’Convent van Ste. Katrijnen t’Utrecht een viertel van ses mergen, bruijcken Reijer de Snier vier mergen, ende Pelgrum Joostensz twee mergen om iiij k. gulden, ende Reijer vier mergen om ix k. guldens, facit v oud schilt xl st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijcken nu Herman Cornelisz ende Cors Roeloffsz
t’Convent van Oudt-wijck een halve hoef, bruijckt Dirck Bijl, met sijn suster, bij eede tsjaars om xxvij k. gul. facit xv oud schilt x st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruken Pieter Aertz, Daem Hermansz ende J. Ghijsbertsz
[Bestand 185, fol. 180v]
Claes Folphertz een viertel, bruijckt Jan Sandertsz met Reijer de Snijder, Jan geeft vij k. gul., Reijer geefft vij5 k. gulden facit t’samen vj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Lambert Henricxsz, ende Thrijngen Gerrits weduwe van G. Goethert
d’Heeren van den Dom, t’Utrecht een viertel lands, bruijckt Cornelis Thonisz, tsjaars om xviij k. gulden, facit viij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den voorn. heeren, ende bruijckt d’heer den Domdeecken
Henrick van der Borch, een viertel lands, bruijckt Jan Volckersz tsjaars om vij5 k. guldens, Jan Jacobz iij oud schilt, Arent Jacobz j k. gulden, facit t’samen vij oud schilt ij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Willem Anthonisz van Middelcoop met haar mede-werckers, ende bruijckt Evert Jansz
De capell int Veen een viertel, bruijckt
[Fol. 181]
Jacob Pelgrumsz vier mergen, ende Dirck Jansz twee mergen, t’samen om xij k. guldens, facit v oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aen den capel voorsz, ende bruijcken Willem Woutz ende J. Vermeulen
Cornelis van Merenburch vier, ende d’kerck twee mergen lands, bruijckt Willem Thonisz tsjaars om xiiij k. guldens, facit vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van den voorn. Merenburch ende d’kerck voorsz, ende bruijckt d’weduwe van Ghijsbert Willemsz
t’Convent van Behtlehem een halve hoeff, bruijckt Frederick Willemsz met sijn mede-werckers, Vrederick vj oud schilt, Pauwels van Eijck xiiij k. guldens, ende Henrick Cornelisz twee mergen vij gulden, facit t’samen xvj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijcken nu Cornelis Jansz, Cornelis Reijersz ende Cornelis Cornelisz
d’Heeren van den Dom t’Utrecht, een halve
[Bestand 186, fol. 181v]
hoeff, bruijckt Adam Henricxz tsjaars om xxiiij k. guldens, facit xj oud schilt xviij st.
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende bruijkt nu mijn heer den Domdeecken
Compostels erffgen. een halve hoeff lands, bruijkt Willem Sandersz vier mergen om vj oud schilt ende Willem voorsz ende Dirck Wijchersz viij mergen om xviij k. guldens, facit xiiij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Gerrit Willemz, d’weduwe van Jan van Hensbrugh, ende Lubbert Thomasz
St. Servaes, een halve hoeff, bruijcken Cornelis Gerritz viij mergen ende Jan Hermansz iiij mergen om x k. gulden, Cornelis viij mergen xiij5 k. gulden, facit t’samen xj oud schilt viij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijcken Reijer Jansz ende Gerrit Jansz ende Jacob Erstensz
d’Kerck St. Jacobs, t’Utrecht, met
[Fol. 182]
haar mede-werckers, een viertel lands, bruijcken Willem Stael ende Goort Jansz twee mergen om vij k. gul. Willem Stael x guldens, facit t’samen viij oud schilt iiij st.
Nu eijgenaars joncker Dirck Canter, Adriaen Willemsz, ende Ghijsbert Claesz, ende bruijcken Adriaen Willemsz, Reijer Jansz ende Ghijsbert Claesz voorsz
d’Weduwe Salms erffgen. met haar medewerckers een viertel lands, bruijckt Katrijn Thijsz tsjaars om xiij k. gulden, facit vj oud schilt viij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Ghijsbert Gerritz
St. Jans t’Utrecht een viertell bruijckt Willem Wijnter t’sjaars om vij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen St. Jans voorsz, ende bruijcken nu Cors Roeloffsz vier mergen ende Ghijsbert Claesz twee mergen
t’Convent van den Daal, een halve hoeff
[Bestand 187, fol. 182v]
bruijcken Cornelis Jacobz ende Cornelis Jansz tsjaars om xij oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijcken Aelbert Cornelisz ende Adriaen Cornelisz
Diewer van Hoven erffgen. een halve viertel, bruijcken Jan Ghijsbertz ende Philips Gerritz tsjaars om v oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Bernt Cornelisz
Oude-Munster t’Utrecht een viertel, bruijckt Thonis Gerritsz tsjaars om vj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen Oude-munster voorsz, ende bruckt nu Willem Wijnter
t’Convent van St. Servaes ende Jan Loefsz een halve hoeff, bruijckt de schout in de Weerde, Gerrit Lubbertz, ende Jan Jacobz,
[Fol. 183]
Gerrit Lubbertz met de schoudt xvij5 k. guldens, Jan Jacobz vier oud schilt facit tsamen xij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorz, ende bruijcken nu Cornelis Reijersz, Gerrit Willemsz ende Cornelis Jansz
t’Convent van den Daal, een viertel bruijckt Philips Gerritz tsjaars om vj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Cornelis Jansz
Jan van Eden erffgen. met haar mede-werckers, een halve hoeff, bruijcken Hubert Adriaensz ende Evert Schaeij t’sjaars om xx k. guldens, facit ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaar mr. Anthonis van Kuijk, ende bruijcken Aelbert Maertensz ende Albert Petersz
Noch een vicarius t’Oude-munster t’Utrecht
[Bestand 188, fol. 183v]
twee mergen lands, bruijckt Hubert Adriaensz tsjaars om vij k. guldens, facit iij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen Oude-Munster voorsz, ende bruijckt nu Thijman Aertz
Ste. Servaes t’Utrecht een halve hoeff bruijcken Splinter van Rossum ende Willem Thonisz iiij5 oud schilt ende Splinter vij5 oud schilt facit t’samen xij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen St. Servaes voorsz, ende bruijcken nu Wouter Bartholomaeusz ende Marichgen weduwe van Ghijsbert Willemsz
Oude-Munster t’Utrecht een halve hoeff lands, bruijckt Adriaen de Gorter, tsjaars om xx k. guldens, facit ix oud schilt xxij st.
Den eijgendom blijfft aen Oude-Munster voorsz, ende bruijckt Anthonis Willemsz
t’Convent van Ste. Katrijnen een halve
[Fol. 184]
hoeff bruijckt Willem Albertsz acht mergen ende Peter Hermansz ses mergen om xiij k. guldens, ende Willem Elbertz om xvj k. guldens, facit t’samen xiij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Dirck Willemz
d’Buerkerck t’Utrecht vier mergen lands, bruijckt Aelbert Petersz tsjaars om vij k. guldens, facit iij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen de selve kerck, ende bruijckt Cornelis Willemsz
d’Juffr. van Drie-bergen sesthien mergen, bruijcken Cornelis Gerritz ende Goijert Jansz ende Adriaen Willemsz, Cornelis heeft xij gul. Goert Jansz xiij gulden ende Adriaen vij phs. gulden, facit t’samen xv oud schilt xx st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van de heer van Lockhorst, ende bruijckt Dirck Willemsz
Ste. Bartholomeus gasthuijs vier
[Bestand 189, fol. 184v]
mergen lands, bruijckt Jan Gerritz tsjaars om viij k. guldens facit iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorz gasthuijs, ende bruijckt nu Aelbert Maertensz
Herman Lubbertz heefft in erff-pacht van Ste. Bartholomaeus gasthuijs seven mergen lands, bruijcken Ghijsbert Wijnter, ende Dirck Jansz vier mergen x k. guldens ende Ghijsbert drij mergen ix k. guldens tsamen ix oud schilt ij st.
Nu eijgenaar Johan van Westrenen, ende bruijckt Herman Vermeulen
Onse vrouwen broederschap te Preeckrs.
[Fol. 185]
seven mergen lands, bruijckt Claes Cornelisz tsjaars om xiiij phs. guldens, facit viij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar eenen van Leijden waar van Willem van Vianen gemachticht is, bruijcker Jan Vermuelen
Ste. Marta gasthuijs, seven mergen bruijckt COrnelis Gerritz tsjaars om xiij k. gul. [facit] vj oud schilt viij st.
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs voorsz, ende bruijckt nu Jan Vermuelen
t’Convent van St. Servaes t’Utrecht vijf mergen lands, bruijckt Willem Claesz om v5 gouden guldens facit iij oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt nu Ghijsbert van Nijendael
[Bestand 190, fol. 185v]
Oost-veen over den Hoeff-dijck aen den Steenwech
t’Convent van de Witte-vrouwen vier-d’halve mergen lands, bruijckent selve twee mergen een hondt om iij oud schilt, ende Willem Thonisz viij hondt om v k. gul. facit t’samen v oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Marten Cornelisz
St. Jans t’Utrecht negend’halve mergen lands, bruijckt Joris de Leeck tsjaars om xj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen St. Jans voorsz, ende bruijckt nu d’weduwe van Aert Jansz
t’Convent van Oudt-wijck vier mergen lands, bruijckt Claes buijten de Witte-vrouwen tsjaars om x k. guldens, facit iiij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu d’weduwe Cornelis Peterz Platten
[Fol. 186]
Noch Oudt-wijck voorsz vier mergen, bruijckt Jan Volckersz tsjaars om vj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Cornelis Anthonisz
Wouter Ghijsbertsz bruijckt een mergen hem selver toebehoorende bij eede tsjaars om vj k. guldens x st. facit iij oud schilt iiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Eelgisz
Noch t’convent van Oudt-wijck drij mergen, bruijckt Jan Jansz tsjaars om iiij oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt nu Adriaen Lambertsz
Noch t’convent voorsz ses hoeven, elcke hoeff van sesthien mergen lands, bruijckt
[Bestand 191, fol. 186v]
t’convent voorsz selver, geestimeert bij eede elcke mergen een halve oud schilt facit xlviij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijcken nu Cornelis Gerritz, Daem Hermansz, Pieter Adriaensz, W. Henricxz, Dirck Henricxz in den Poort, Jan Jansz, ende d’weduwe van Aert Jansz
Noch t’convent voorsz ses mergen lands, bruijckt Cornelis Goijertz tsjaars om vj oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt nu Ghijsbert Rutgersz
Roeloff de Leeuwen zoon als besitter eenre vicarien in den Dom, bruijckt Jan Dircxz tsjaars om xiij k. gul. [facit] vj oud schilt viij st.
[Fol. 187]
Oost-veen acker-landen gelegen tusschen Bisschops-weeteringe ende de Nieuwe-weteringe, ende sijn die twee ackeren groot t’samen vijff mergen, ende is landt, ende heet-velt
d’Heeren van den Dom t’Utrecht twaelff ackeren, bruijckt Peter Goessensz tsjaars om xxv k. guldens facit xj oud schilt xxxviij st.
Nu heeft Joris van Lamswaerde dit landt in erffpacht van den voorn. heeren, ende bruijckt Cors Willemsz
Adriaen van Pallaes erffgen. ses ackeren, bruijckt Pieter voorsz tsjaars om viij mudden roggen Utrechts een schepel, t’mud xxv st. facit iiij oud schilt xxxviij st. ij orts
Nu eijgenaar jo. W. Bor van Amerongen, ende bruijckt Cors Roeloffsz
Peter Pots erffgen. ses ackeren, bruken
[Bestand 192, fol. 187v]
Cornelis Jansz ende Erst Jansz tsjaars om xj mudt roggen t’mud xxv st. facit vj oud schilt xxiij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Bernt Proeijs, ende bruijckt Pieter Willemz ende A. Antoniz
t’Convent van St. Katrijnen t’Utrecht vier ackeren, bruijckt Aert Thonisz tsjaars om x k. guldens, facit iiij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt nu Cornelis Anthonisz
Claes Aelbertz erffgen. drij ackeren ende een derdendeel, bruijkt Cornelis Janz tsjaars om xj k. gl. [facit] v oud schilt x st.
Nu eijgenaars ende bruijckers d’navolgende persoonen Egbert ende Cornelis Jansz, Cornelis Cornelisz Huppel, ende Cornelis Adriaensz, noch eijgenaar Pieter Cornelisz ende bruker Jan Thijmanz
Den Dom t’Utrecht twee derdendeel
[Fol. 188]
van een acker lands, bruijckt Aert Thonisz tsjaars om xxv st.
Den eijgendom blijfft aen den Dom voorsz, ende bruijckt nu Cornelis Adriaensz
Wouter Thonisz twee ackeren, brukt Cornelis Jansz tsjaars om vj mud roggen, t’mud xxv st. facit iij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Cornelisz
Peter Gerritsz van Meerenborch een acker lands, bruijckt Aelbert van Kuijck weduwe, tsjaars om v mudden roggen t’mud xxv st. [facit] ij oud schilt xlj st.
Nu eijgenaar d’zoon van mr. H. Pauw, ende bruijckt Dirckgen, weduwe Cornelis Aelbertz
St. Jan een acker, bruijckt Cornelis Jansz
[Bestand 193, fol. 188v]
t’sjaars om iij mud roggen, elcke mudt xxv st. facit j oud schilt xxxiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Ghijsbert Jansz
St. Servaes, twee ackeren, bruijckt Eerst Jansz tsjaars om vier gouden gulden, facit ij oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen St. Servaes voorsz, ende bruijckt nu Aelbert Anthonisz
Hubert van Renens erffgen. twee ackeren, bruijckt Jacob Hendricxz tsjaars om v mudden roggen t’mud xxv st. facit ij oud schilt xlj st.
Nu eijgenaarse d’weduwe van mr. H. Pauw, ende bruijckt Gerrit Lubbertsz
Willem van Dorschen twee ackeren
[Fol. 189]
bruijckt Gerrit van Zeijst, tsjaars om v mudt roggen t’mud xxv st. facit ij oud schilt xlj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Jansz
d’Pastoor St. Jacob t’Utrecht twee ackeren, bruijckt Maria Henrick Fredericxz weduwe tsjaars om v mud roggen t’mud xxv st. [facit] ij oud schilt xlj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Cornelisz
Joost Cornelisz twee ackeren erffs-pacht van den Duijtschen-huijs, bruijckt Frederick Willemsz bij eede t’sjaars om vj k. gul. [facit] ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Lambertsz
t’Convent van de Witte-vrouwen
[Bestand 194, fol. 189v]
twee ackeren lijffpachts, bruijckt Lambert Laurentsz t’sjaars om vj k. guldens facit ij oud schilt xxxvj st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijkt nu Baltus Jansz
t’Convent van Ste. Catharijnen t’Utrecht vier ackeren lijf-pachts, bruijckt Adam Henricxz bij eede tsjaars om x k. guldens facit iiij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijfft aen t’selve convent, ende bruijkt nu Balthazer Janz voorz
Swaan Goeijert Jacobsz een acker groot vierd’halve mergen, bruijckt Jacob Goeijertz tsjaars om j oud schilt xxj st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Evert ende Herman Jansz gebroeders
Peter de Leech twee ackeren van zeven
[Fol. 190]
mergen, bruijckt hij selve bij eede t’sjaars om ij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers, Jan Lambertsz ende Claes Henricxz
Joost Cornelisz een acker groot vierd’halve mergen, bruijckt Frederick Willemz bij eede tsjaars om iiij k. guldens, facit j oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Pieter Cornelisz
t’Convent van Bethlehem twee ackeren bruijckt Gerrit van Zeijst, tsjaars om vij5 mud roggen, t’mud xxv st. facit iiij oud schilt xix5 st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijckt nu Sijmon Gerritz
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht twee
[Bestand 195, fol. 190v]
ackeren erff-pachts, bruijckt Aelbert Aertsz bij eede tsjaars om iij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Claes Henricxsz
t’Convent van Oudt-wijck vier ackers lijff-pachts, bruijckt Hanneken Ghijsbert Aertsz weduwe bij eede sjaars om vj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Claes Henricxz
Noch t’convent voorsz vier ackers, bruijckt Jan Jansz Duijtschen-huijs met sijn mede-werckers, Jan Jansz xiij k. guldens, Ghijsbert Aertsz viij5 k. gulden, Herman Petersz viij k. gul. facit xiiij oud schilt ij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijcken nu Claes Henricxz ende Jan Fredericxz weduwe
t’Convent van den Duijtschen-huijs, acht
[Fol. 191]
ackeren, bruijckt Jan Jansz t’sjaars om xx oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den Duijtschen-huijs voorsz, ende bruijckt nu Evert Jansz
Goert de Wijse ende sijn huijsvrouw vier ackeren, bruijkt Dirck Jansz tsjaars om xxxij k. guldens, facit xv oud schilt x st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Lambertsz
Oude-munster t’Utrecht, twee breede ackers, groot sest’halve mergen, bruijckt Evert Henricxz t’sjaars om xiij k. guldens vij5 st. facit vj oud schilt xv5 st.
Nu heefft Dirck Roeloffsz dit lant in erff-pacht van Oude-munster voorsz, ende bruijckt hij selver
Noch Florens van Pallaes, drij ackeren
[Bestand 196, fol. 191v]
bruijckt Evert voorsz tsjaars om xxvj k. gul. facit xij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaars joncker Johan van der Vecht ende joncker Willem Bor van Amerongen, ende bruijckt Dirck Roeloffsz
Dirckgen van Hamelenberch twee ackers lijff-pachts, bruijckt Peter de Leech t’sjaars om iiij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck Jorisz
Noch t’convent van Bethlehem, met haar mede-werckers, twee ackers, bruijckt Peter voorsz tsjaars om iij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaar Willem Aertz messemr. int Claverbladt, ende bruijckt Dirck voorsz
Noch bruijckt Peter voorsz twee
[Fol. 192]
ackers lands, hem selven toebehoorende bij eede tsjaars om v k. guldens, facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck voorsz
Dirck van Zuijlen opte Haar, off juffr. van Drakenb. sijns wijffs moeder, twee ackers bruijckt Peter voorsz tsjaars om iiij oud schilt viij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Jacob Aelbertz ende sijn huijsvrouwe
Wouter van Diemen, twee ackeren bruijckt Hannichgen Ghijsbert Aertz tsjaars om xiiij k. gulden, facit vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar Abraham Blommert, ende bruijckt Claes Henricxz
t’Capittel van Ste. Maria t’Utrecht twee ackeren, bruijckt Jan Joostenz tsjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’capittel voorz, ende bruijckt nu Cornelis Cornelisz
[Bestand 197, fol. 192v]
Henrick Lamfen, twee ackeren, bruijckt hij selve, bij eede t’sjaars om iij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaars Cornelis Cornelisz ende Ernst Cornelisz, ende bruijcken Cornelis Cornelisz, ende Jacob Jansz
Jacob Goijertsz drij ackeren erff-pachts vant gast-huijs van St. Barbara, bruijckt Jacob voorsz bij eede tsjaars om v oud schilt
Eijgenaar Ernst Cornelisz voorsz, ende bruijckt Jacob Jansz
Oude-munster t’Utrecht ende haar mede-werckers twee ackeren ende een derdendeel, bruijckt Jan Reijersz tsjaars om viij k. guldens, facit iij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar Oude-munster voorsz, ende Brenninck Gerritz, ende bruijckt Michiel Dircxz
Anthonis Boll, vier ackeren,
[Fol. 193]
bruijckt Jan voorsz s’jaars om x g. gul. facit vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar Dirck van Westrenen, ende bruijckt Ghijsbert Jacobz
t’Convent van St. Servaes t’Utrecht thien ackeren lijff-pachts, bruijckt Henrick Lamfen tsjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Adriaen Sebastiaenz
t’Convent van Brigitten t’Utrecht twee ackeren lands, bruijckt Jan Janz den Ouden tsjaars om vij k. gul. x st. facit iij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Willem Petersz
Splinter van Nienrodens erffgen. drij ackeren bruijckt Jan voorsz tsjaars om v oud schilt
[Bestand 198, fol. 193v]
Noch Splinter van Nienrodens erffgenamen, drij ackeren, bruijckt Henrick Willemsz tsjaars om v oud schilt iiij mud roggen t’mud xxv st. een halve mud haveren v st. [facit] vij oud schilt xxj st.
Nu heefft ende bruijckt hier van Claes Stevensz, een acker in erff-pacht, van den gasthuijsen van Ste. Barbara, ende St. Laurens, ende van d’andere twee ackeren is nu eijgenaar eHenrick Botter van Snellenborch, ende bruijckt Claes voorsz
Pelgrum Joostensz een acker, bruijcken Aert Ghijsbertz swager ende dochter van Pelgrum voorsz bij eede tsjaars om v k. gul. x st. facit ij oud schilt xxvj st.
Nu eijgenaar Aert van de Sande, ende bruijckt d’weduwe van Gerrit Adriaenz
t’Convent van Vrouwen-clooster met haar mede-werckers, drij ackeren, bruijckt Aert Ghijsbertsz voorn. tsjaars om xv k. gl. [facit] vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaars t’convent voorsz, Aert van der Sande, ende d’weduwe van Sparenwoude, ende bruijkt d’weduwe G. Adriaensz
[Fol. 194]
Swaan Gerrit Jacobsz weduwe twee ackeren bruijckt Jacob Goijertsz bij eede tsjaars om xiij k. gul. [facit] vj oud schilt viij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Ghijsbert Adriaensz, Jan Peterz ende Willem Petersz
De Buer-kerck t’Utrecht een acker, bruijckt Jan Ghijsbertsz tsjaars om iiij k. gul. facit j oud schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijfft aen den kerck voorn., ende bruijckt nu Ghijsbert Lambertz
Noch Jan van Schroijensteijn, drij ackeren bruijckt Jan voorsz tsjaars om xij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Ghijsbert Lambertsz
Noch die capel int Veen twee ackeren bruijkt Jan voorsz tsjaars om viij k. gul. facit iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den capelle voorsz, ende bruijckt Ghijsbert Lambertsz
[Bestand 199, fol. 194v]
Dirck Bor van Amerongen, ende Joost van Baern, vier ackeren erff-pachts, bruijckt Jan Ghijsbertz bij eede tsjaars om xvj k. gul. [facit] vij oud schilt xxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Ghijsbert Lambertsz voorsz
d’Weduwe Bollen ende d’weduwe Foeijten vier ackeren, bruijckt Dirck Willemsz tsjaars om xiiij goude Andries guldens facit ix oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaarse d’weduwe van Henrick Both, ende bruijckt Cornelis Peterz
[Fol. 195]
Oost-veen Geerlanden streckende van des Bisschops weteringe na d’Affter-weteringe toe ende is eensdeels gagel-land
t’Convent van Ste. Catharijna een geer van twee mergen lands, bruijckt Pelgrum Joosten, tsjaars om iiij k. gul. facit j oud schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu d’weduwe Gerrit Adriaensz in sijn leven schout in de Oostveen
Florens van Pallaes, een geer twee mergen groot wesende, bruijckt Pieter Gerritsz de Leech om v5 gulden, facit ij oud schilt xxvj st.
Nu eijgenaar mr. Gerrit van Zevender, ende bruijckt nu Marten Gerritz
t’Convent van Witte-vrouwen een geer lands, groot negend’halve mergen, bruijkt Cornelis Evertz tsjaars om xvj k. gul. x st. facit vij oud schilt xxxvj st.
Den eijgendom aen t’convent ende bruijkt Cornelis Cornelisz
[Bestand 200, fol. 195v]
St. Servaes t’Utrecht een geer lands, groot anderhalve mergen, bruijckt Jan Thonisz tsjaars om j oud schilt
Den eijgendom blijfft aen St. Servaes voorz, ende bruijckt nu Jan Jacobz
Joris de Leech ende Willem de Leech, een geer, groot derd’halve mergen lands, bruijcken sij selver, bij eede tsjaars om ij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Lambertsz
Joris de Leech, noch een geer, bruijckt Jan Jansz tsjaars om x k. guldens, facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Berntz
Claes Roecken erffgen. een geer groot ij5 mergen, bruijckt Evert Reijersz tsjaars om vj k. gul. x st., facit iij oud schilt iiij st.
Nu eijgenaars Claes Henricxsz ende Jan Evertz, ende bruijckt Claes Henricxsz voorsz
[Fol. 196]
t’Convent van Ste. Nicolaes t’Utrecht twee mergen bruijckt Cornelis Evertsz tsjaars om iij5 k. guldens facit j oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Cornelis Cornelisz int Veldt
Noch Claes Roecken erffgen. een geer groot drij mergen, bruijckt Cornelis Gerritz tsjaars om v oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Bernt Gerritz ende Thonis Jacobsz
Noch Claes Roecken erffgen. een geer groot anderhalve mergen, bruijckt Dirck Bijll, tsjaars om vj k. guldens, facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Beertz
Heer Johan van Huchtenbroeck, een
[Bestand 201, fol. 196v]
geer groot acht mergen, bruijcken Cornelis Evertsz ende Willem Claesz geeft ij oud schilt ende Cornelis viij gouden guldens, facit t’samen vij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Cornelis Cornelisz ende Anthonis Jacobsz, ende is leen goet
St. Joosten gast-huijs met sijn mede-werckers een geer groot drij mergen, bruijckt Jan Jansz van den Banck tsjaars om iij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaars t’gasthuijs voorsz ende de Cellebroeders, ende bruijckt Cornelis Cornelisz
Jan de Hasen erffgen. een geer, ende is lijff-pacht groot wesende derd’halve mergen, bruijckt Willem Gerritsz bij eede tsjaars om viiij k. gulden, facit iij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaars Jan Jacobz ende Gerrit Aertz, ende bruijcken Cornelis Jansz ende Gerrit voorsz
Thomas Goeijertz een geer groot drij
[Fol. 197]
mergen, bruijckt Cornelis Cornelisz tsjaars om v k. gul. [facit] ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Lambertsz
Noch t’convent van Ste. Catharina, een geer groot acht’halve mergen, bruijkt Cornelis voorsz tsjaars om vj k. guldens, facit ij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Joost Cornelisz
Wouter Ghijsbertsz een geer, groot anderhalve mergen bruijckt Cornelis voorsz tsjaars om lv st. facit j oud schilt xiij st.
De Poth St. Jacobs t’Utrecht, acht-t’halve
[Bestand 202, fol. 197v]
mergen lands, bruijckt Jan Jansz den Ouden ende Cornelis Cornelisz geefft iij phs. gulden, ende Jan Jansz ix k. gul. facit t’samen vj oud schilt iij st.
Den eijgendom blijfft aen den Poth voorsz, ende bruijcken nu Jacob Sandertz ende Joost Cornelisz
t’Convent van Ste. Catharina t’Utrecht een geer groot derd’halve mergen, sij selver geestimeert op ij oud schilt xvj st.
Dit is hout, ende bruijckt t’convent selver
[Fol. 198]
Oost-veen veenviertelen streckende van de Nieuwe weteringe tot de Vuerse toe
De Dom-proost t’Utrecht ses viertelen lands, velts ende veens, elcke viertel groot vijfftien mergen, bruijckt Evert Henricxsz tsjaars om xxv k. guldens, facit xj oud schilt xxxviij st.
Nu heefft Joris van Lamswaert dit landt in erff-pacht van den heeren van den Dom, ende bruijckt Adriaen Jacobz
Noch Floris van Pallaes, drij viertel bruijckt Evert Henricxz voorsz tsjaars om xxv k. gl. [facit] xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaars jo. Johan van der Vecht, ende jo. Willem Bor van Amerongen, ende bruijckt Jan Henricxz
t’Convent van Bethlehem een viertel
[Bestand 203, fol. 198v]
bruijckt Jan Henricxsz t’sjaars om iij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Pieter Henricxsz
Claes Wemmersz een viertel, bruijckt t’veen selve, ende t’landt Willem Staell, geeft voor t’landt ix k. guldens, facit iiij oud schilt xij st.
Noch een huijs met een hoff-stadt, bruijckt Jan Henricxsz om vj k. gul. xv st. facit iij oud schilt ix st.
Noch een huijs met een halve mergen lands, ende anderhalve mergen vullingh, om viij k. gl. xv st. [facit] iiij oud schilt xxix st.
T’voorsz landt, huijsen, ende vullinge hoort nu toe t’Heijlich cruijs-gast-huijs, ende bruijckt Adriaen Willemsz, ende is t’samen een viertel
Den Heijligen cruijs buijten Utrecht twee viertelen, bruijckt Jan Goesensz tsjaars om xvj k. gul. [facit] vij oud schilt xxvj st.
Den eijgendom blijfft aen t’Heijlich cruijs voorsz, ende bruijcker Adriaen Willemz ende L. Sandertsz
[Fol. 199]
Henrick Lamphertsz een viertel, bruijckt Willem Stael, tsjaars om ij phs. guldens [facit] j oud schilt viij st.
Nu eijgenaars d’heeren van den Dom, ende Frederick Adriaenz, ende bruijckt Frederick voorz
d’Heeren van den Dom t’Utrecht met haar mede-werckers derd’halve viertell, bruijckt Willem Staal tsjaars om xxj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorn., ende bruijckt nu Jacob Petersz
Noch d’heeren van den Dom, een halve viertel, leijt ledich, tsjaars om iij mud roggen t’mud xxv st. facit j oud schilt xxxiij st.
Nu eijgenaars d’heeren voorsz ende Henrick Willemsz, ende bruijcken Henrick Willemsz ende Jacob Petersz
t’Convent van Oudt-wijck, een viertel lands
[Bestand 204, fol. 199v]
bruijckt Willem Peterz tsjaars bij eede om x k. guldens facit iiij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Henrick Willemsz
t’Convent van St. Servaes t’Utrecht een viertel, bruijckt Willem Stael tsjaars om iij oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijken Gerrit Jansz ende Cornelis Aertsz
Heer Nicolaes Mathijsz pastoor St. Jacobs t’Utrecht, een viertel, bruijckt Frederick Henricxz tsjaars om iiij oud schilt
Nu heefft Aert Fredericxsz t’voorsz landt in erff-pacht, van Jan van Westrenen, ende bruijckt hij selffs
d’Heeren van den Duijtschen-huijs een viertel
[Fol. 200]
bruijckt Joost Cornelisz off Jan Henricxz tsjaars om xx k. guldens facit ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Ernst Cornelisz, Jacob Ghijsbertz ende Henrick Willemsz
Peter Pauw Hubertsz een viertel, bruijckt hij selver, bij eede tsjaars om iij k. gul. [facit] j oud schilt xviij st.
d’Kinderen van Dorschen een viertel bruijcken sij selver, bij eede tsjaars om iij k. gul. [facit] j oud schilt xviij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers, Gerrit Jansz ende Willem Adriaensz
t’Convent van de Witte-vrouwen een
[Bestand 205, fol. 200v]
viertel, bruijckt Adam Henricxz bij eede tsjaars om x k. guldens, facit iiij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Eerst Gerritz
[Fol. 201]
Oost-veen dese nabeschreven viertelen streckende van de Nieuwe weteringe tot in den Lapeers
t’Convent van St. Catharijnen t’Utrecht twee viertelen lands, velts ende veens, groot wesende elcke viertel xvij5 mergen, bruijcken Adam Henricxz ende Henrick Dircxz, Henrick Dircxz v oud schilt ende Adam Henricxz tsjaars om xvj k. guldens, facit t’samen xij oud schilt xxvj st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorz, ende bruijcken nu Jacob Ghijsbertz ende Erst Gerritz
Henrickgen Sander Jansz weduwe een viertel bruijckt selver, bij eede tsjaars om vij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Jacob Ghijsbertz ende d’erffgen. van Henrickgen Huijgen, met haar medewerckers
De capel int Veen een viertel,
[Bestand 206, fol. 201v]
bruijckt Jan Sandersz tsjaars om viij gouden gul. ende v k. gul. facit t’samen vij oud schilt xxx st.
Nu eijgenaarse de weduwe van Cornelis Dircxz van Werckhoven, ende bruijckt Meijns Jansz
Henrick Cornelisz met sijn medewerckers vijff roeden van een viertel, bruijckt Jan Ghijsbertz tsjaars om xiij k. guldens facit vj oud schilt viij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Adriaenz
d’Melaten buijten Utrecht, vijff roeden van een viertel, bruijckt Jan Jansz tsjaars om v oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Martenz
t’Convent van Oudt-wijck, een viertel, bruijckt Marten Aelbertsz tsjaars om v oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorz, ende bruijckt nu Dirck Jansz Splint
[Fol. 202]
Noch t’convent voorsz een viertel, bruijckt Jan Ghijsbertz tsjaars om ix oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Jan Thonisz
Noch d’heeren van den Dom t’Utrecht een viertel, bruijckt Jan voorsz tsjaars om viij oud schilt
t’Voorsz lant bruijckt nu Jan Goijersz van sijn moeder, die t’selve in erfpacht heeft, van den heeren van den Dom voorsz
Joris de Leech anderhalve viertel, bruijckt hij selver, met Pieter Dircxz tsjaars xvij5 k. gul., Jan Jacobsz v k. gul., Jan Ghijsbertz iiij k. gul. facit t’samen xij oud schilt xxvj st.
Nu eijgenaar Rutger Gerbrantsz brouwer tot Naerden ende bruijckt Willem Aertz
St. Jans kerck t’Utrecht, een viertel
[Bestand 207, fol. 202v]
bruijckt Gerrit Lauwerensz tsjaars om vj oud schilt
Nu heeft t’convent van Oudt-wijck t’voorsz landt in erff-pacht van St. Jans voorsz, ende bruijkt Henrick Willemz
t’Convent van Oudt-wijck, ses viertelen, bruijcken Herman Peterz, Henrick Willem Evertz ix oud schilt ende Herman Petersz xiij oud schilt, facit t’samen xxij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen convent voorsz ende bruijcken nu Peter Dircxz ende Lambert Henricxz
[Fol. 203]
Oost-veen dese nabeschreven viertelen strecken tot aen de Raij die compt van Leeuwen-pael op St. Martens toorn
De land-commandeur van den DUijtschenhuijs vier viertelen, elcke viertel groot wesende seventhien mergen, bruijcken Adriaen Aertz ende geeft jaarlijcx xx oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den land-commandeur voorsz, ende bruijckt nu Ghijsbert Adriaenz
Ste. Barbara gast-huijs een viertel van xvj mergen, bruijckt Willem de Leech om x oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Anthonis Jacobsz, Gerrit Jansz ende Henrick Thonisz
Noch bruijckt Willem de Leech voorsz een viertel van xvj mergen lands, bij eede tsjaars om xij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Willem Ewoutsz ende Ghijsbertgen de Leech met haar mede-werckers
[Bestand 208, fol. 203v]
d’Heeren van den Dom ende Oude-munster t’Utrecht een viertel van xvj mergen, bruijckt Jan Woutersz tsjaars om x oud schilt
Nu heeft Gelis Roeloffsz van Meerland t’voorsz landt in erffpacht, van den heeren van den Dom voorsz, ende bruijcken Thonis Ghijsbertsz ende Dirck Roeloffsz
d’Heeren van den Dom, t’convent van Outwijck ende Floris van Pallaes t’samen anderhalff viertel, de viertel groot anderhalff viertel t’samen xxj mergen, bruijckt Adriaen Aertz ende geeft xj g. gulden ende Jan Elbertz xvij g. guldens, facit t’samen xviij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars jo. Johan van de Vecht, ende jo. Willem Bor van Amerongen, ende bruijcken Ghijsbert Adriaensz ende Jan Egbertz
Andries Jansz een viertel van derthien mergen, bruijckt Andries voorsz ende Willem Ghijsbertz vij oud schilt Andries x k. guldens, facit t’samen xj oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaars den jongen heer van Nienrode ende Willem Beertz elck van de helfft, ende bruijcker Ghijsbertgen de Leech, ende Willem voorz
[Fol. 204]
Oost-veen dese na-beschreven viertelen, strecken van den Nieuwer weeteringe totter Drinschoet offte Hollandsche Raeij toe, ende elcke viertel groot wesende xij mergen
t’Convent van Bathlehem, den H. Cruijs buijten Utrecht, St. Jacobs, ende de Buer-kercken binnen Utrecht, t’samen drij halve viertelen bruijckt Willem Ghijsbertz bij eede tsjaars om xviij oud schilt
Nu bruijcken t’voorsz land Dirck Janz ende Crijn Petersz van Ghijsbertgen de Leech, ende is d’een helfft lijff-goet ende d’ander helfft erff-pacht goet van ‘t H. Cruijs gasthuijs met haar mede-werckers voorsz
Den Dom t’Utrecht een halve viertel, bruijckt Peter de Leech, tsjaars om vier schouwen sweerts, ende elcke schouw bij sijnen wil xxxv st. facit iij oud schilt xiiij st.
Nu toebehoorende Jan Walichsz ende Pieter Jorisz, ende t’gunt Peter Jorisz compt. is erff-pacht van de heeren van den Dom, ende van Jan Walichsz is eijgen, ende bruijcker Walich voorsz ende Dirck Jorisz
[Bestand 209, fol. 204v]
Dirck van Zuijlen, een viertel, bruijcken Walich Cornelisz ende Vastert Adriaensz tsjaars om xiij oud schilt
Nu eijgenaars Jan ende Cornelis Walichsz ende bruijckt Jan Walichsz voorsz
Wouter van Diemen een viertel, bruijkt Aert Jansz tsjaars om xiij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaar Abraham Blommert, ende bruijckt Jan Ghijsbertsz
Meijster Rutger van der Kerck een viertel, bruijckt Thonis Vinck om xij5 oud schilt ij schouwen grauw, de schouw xx st. iij schepels bouckweijt, facit tsamen xiij oud schilt xxx st. j oort
Nu eijgenaarse d’weduwe mr. Dirck van der Kerck, ende bruijckt Adriaen Hendricxz
Noch meijster Rutgert van der Kerck
[Fol. 205]
ende Henrick van Blockhoven een viertel ende een derdendeel van een viertel, bruijckt Peter Dircxz bij eede t’sjaars om xiiij oud schilt
T’voorsz landt bruijcken nu Jacob Erstensz, Jan Fredericxsz ende Jan Thonisz, ende hebbent in erff-pacht van den weduwe van mr. Dirck van der Kerck voorz
Oude-munster t’Utrecht ende t’clooster van Diepenveen, een viertel, ende een derdendeel van een viertel, bruijckt Cornelis Ghijsbertsz tsjaars om xvij oud schilt
Nu eijgenaars Oude munster voorsz ende Henrick Corsz van Pallaes, ende bruijckt Aert Cornelisz ende sijn huijsvrouw
Anthonis Boll, twee viertelen, bruken Roeloff Gerritz, Henrick van Hoeff, ende Henrick Lamphen, Roeloff xij oud schilt, Henrick van Hoeff xv oud schilt ende Henrick Lamphen vj k. gul. facit t’samen xxix oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar Dirck van Westrenen, ende bruijcken Aert Willemsz, G. Jacobz, ende G. Thonisz
t’Convent van Ste. Servaes t’Utrecht, vijff
[Bestand 210, fol. 205v]
viertelen lands, velts ende veens, t’veen bruijkt t’convent voorsz selver ende t’land ende velt bruijkt Lambert Goijertz ende Jan Hermansz, Lambert Goijertz xx oud schilt, xj5 oud schilt, ende Henrick van Hoeff iiij oud schilt, facit t’samen xxxv oud schilt xxj st.
Mijn vrouw bruijckt dat veen bij haaren eede geestimeert tsjaars om xij oud schilt
Den eijgendom van t’voorsz landt blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijken Henrick Ghijsbertsz, Jacob Ernstensz, ende Gerrit Jansz de Vrucht, ende t’veen competeert ende bruijckt nu mijn vrouw van St. Servaes voorn.
d’Brigitten tot Zoest een viertel, bruijckt Peter Ghijsbertsz tsjaars om ix oud schilt
Nu eijgenaar Cornelis van Duevenden, ende bruijckt Goijert Gerritz
Splinter van Nienrode, een viertel
[Fol. 206]
bruijcken Jan Ghijsbertz ende Willem Evertz tsjaars om xij oud schilt
Nu eijgenaar Henrick van Snellenberch, ende bruijcken Lambert Henricxsz, Jan Egbertz ende Frederick Adriaensz
d’Weduwe van Diemen, een viertel bruijckt Gerrit Gerritz tsjaars om x oud schilt
Nu hebben Jan Willemz Holl, ende Willem Ewoutsz t’voorsz landt in erff-pacht van den heeren van St. Peterz, ende bruijcken Lambert Henricxsz ende Willem Ewoutz
Ste. Bartholomaeus gast-huijs twee derdendeel van een viertel, bruijckt Claes Jansz tsjaars om xx k. gul. facit ix oud schilt xxij st.
Nu heefft Jan Cornelisz Splint voorsz landt in erff-pacht, van St. Bartholomees gast-huijs voorn., ende bruijckt selffs
Splinter van Nienrode, twee derdendeelen
[Bestand 211, fol. 206v]
van een viertel, bruijckt Gerrit Lambertsz tsjaars om ix oud schilt
Nu eijgenaars Henrick Snellenberch voorsz ende Jan Cornelisz Splint, ende bruijcken Jan Cornelisz voorsz ende Dirck Jansz
t’Convent van Hierusalem, met haar mede-werckers, twee derdendeelen van een viertel, bruijckt Cornelis Jansz tsjaars om vij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Jan Cornelisz Splint
Goert van Voort twee derdendeelen van een viertel, bruijckt Willem Thonisz tsjaars om ix oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaarse d’weduwe van jo. Gerard van Sparewoude, ende bruijckt Dirck Jansz
t’Convent van de Witte-vrouwen twee
[Fol. 207]
derdendelen van een viertel groot vierd’halve mergen, bruijckt Aert Adriaensz ende is een geer, tsjaars om vj phs. guldens facit iij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Adriaen Gerrits ende sijn huijsvrouw
Lambert Snoijen erffgen., Ste. Barbara, ende Ste. Bartholomaeus gast-huijsen, een viertel, bruijckt Marten Aelbertz tsjaars om xj oud schilt x5 st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Dirck Snoeij, ende de gasthuijsen voorsz ende bruijckt, Adriaen Gerritz ende sijn huijsvrouw voorn.
d’Capel aen den sluijs een viertel, bruijkt Thijman Gerritsz tsjaars om vij oud schilt xxxj5 st.
Den eijgendom blijfft aen den capel voorsz, ende bruijkt nu Thonis Jansz
Ons lieff vrouw ter noodt Goodts te Buer-kerck
[Bestand 212, fol. 207v]
een halve viertel erff-pachts, bruijckt Jan Dircxz bij eede tsjaars om vj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den Buerkerck voorsz, ende bruijckt nu Anthoniz Wouterz
Peter van Doijenburgh, een viertel, bruijckt Adriaen Peterz tsjaars bij eede om xiiij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaars Aert van den Sande ende Thoniz van Middelcoop, ende bruijckt Henrick Willemsz
Jacob Potten erffgen. een halve viertel bruijckt Roeloff Gerritz tsjaars om vij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Joost Willemsz ende Ghijsbert Aelbertz
Dirck Bor van Amerongen erffgen. een viertel erffpachts, bruijckt Jan Dircxz tsjaars om xj oud schilt
Nu eijgenaar Jan Willemsz Holl, ende bruijkt Meeus Jansz
[Fol. 208]
Joost van Baern ende juffr. Margriet, een viertel, bruijckt Jan Ghijsbertz tsjaars om xiiij k. gul. ix st. facit vj oud schilt xxxvij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Erst Cornelisz, Willem Ewoutsz ende Cornelis Cornelisz
d’Weduwe Bollen ende Jacob van der Hoeff een viertel groot negen mergen, bruijkt Aert Adriaensz tsjaars om xxxij k. gul. facit xv oud schilt x st.
Nu eijgenaar Dirck de Goijer, ende bruijckers Claes Willemsz ende Joost Willemsz
Jacob van Buezinchem, een viertel met een geerken groot als boven bruijckt Aert Adriaensz voorsz tsjaars om xxxvj k. gul. [facit] xvij oud schilt vj st.
Nu eijgenaars Gerrit Jansz de Vruch ende Cornelis Walichsz, ende bruijcken Gerrit Jansz voorsz ende Jan Walichsz
Cornelis van Meerenborch ende Henrick
[Bestand 213, fol. 208v]
van Blockhoven een viertel met een geerken, groot een halve mergen, bruijckt Willem Adriaensz tsjaars om xxxvj k. gul. facit xvij oud schilt vj st.
Nu eijgenaars van den erffgen. van den voorn. Cornelis van Merenborch, midsgrs. Gerrit Lambertsz, Jan Peterz ende Henrick Ghijsbertsz, ende bruijcken Gerrit Lambertsz de Roij, Henrick Ghijsbertz, Jan Peterz, Joost Willemsz ende Claes Willemsz
[Fol. 209]
Oost-veen dese nabeschreven viertelen strecken van des Bisschops weteringe totten Drinschoten offte Hollandsche Raeij toe, ende elcke viertel groot wesende xij mergen
t’Convent van Hierusalem en viertel groot vijfftien mergen, bruijckt d’weduwe van Wouter Dircxz ende is lijff-pacht, bij eede tsjaars om xvj oud schilt st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Jan Petersz
Jan van Selck, twee derdendeel van een viertel, bruijckt Jan Sandertz tsjaars om viij oud schilt
Nu eijgenaars Jan Petersz, Gerrit Aertz, Cornelis Jacobz, Dirckgen Rutgers, ende Jan Willemsz, ende bruijcken Jan Peterz, Gerrit Aertz, ende Cornelis Jacobz voorsz
Mr. Rutgert van der Kerck, met sijn medewerckers
[Bestand 214, fol. 209v]
twee derdendeel van een viertel, bruijckt Aelbert Gerritz geefft jaarlijcx xij oud schilt Jan Jacobz vj k. gul. Weijntgen Peterz vij k. gul. facit t’samen xviij oud schilt viij st.
Nu eijgenaars Jan Fredricxz, Jan Lambertz, ende Aert de Wit, ende bruijcken, Jan Fredericxz, Jan Lambertsz, ende Cornelis Jacobsz
Noch t’convent van Ste. Catharina, anderhalve viertel, bruijckt Aelbert voorsz, uijtgesondert drij mergen die Peter de Leech ende noch anderhalve mergen die Jan van Doorn, daer in bruijckende sijn, Peter de Leech geeft iij phs. gulden, Jan van Doorn geefft viij k. gl. facit v oud schilt xxv st.
Den eijgendom van de voorsz drij ende anderhalve mergen blijfft aen t’convent voorn., ende bruijcken nu Jan Petersz ende Dirck Jorisz
t’Convent van Ste. Catharina, haar deel van den voorsz anderhalve viertel geestimeert op v oud schilt xxv st.
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt nu Jan Fredricxz
[Fol. 210]
t’Convent van de Witte-vrouwen twee derdendeel van een viertel, bruijckt Dirck Bijl, tsjaars om xj oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft aen t’selve convent, ende bruijckt nu Thomas Adriaensz
Wouter van Diemen ende Joris d’Leech een viertel, bruijckt Aert Gerritsz behalven drij mergen die Joris selver bruijckt tsjaars om v oud schilt, ende Aernt Gerritz xij oud schilt facit t’samen xvj oud schilt
Nu eijgenaars d’weduwe van jo. Johan van Lanscroon, ende Dirck Roeloffsz, ende bruijcken Gerrit Aertz ende Dirck Roeloffsz voorsz
Oude-munster een viertel bruijckt Jan Sarssz tsjaars om xj oud schilt
Nu heeft Dirckgen Rutgers t’voorsz landt in erff-pacht van Oude-munster voorsz ende mr. Anthonis van Kuijck, ende bruijkt Cornelis Cornelisz
[Bestand 215, fol. 210v]
t’Convent van Ste. Catharina t’Utrecht een viertel, bruijckt Jan Claesz Luijtert behalven derd’halve mergen die Evert Rijcxz daar van bruijckt, om ij oud schilt, ende Jan Claesz xij k. guldens, facit t’samen vij oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt Anthonis Jacobz
De Celle-broeders met haar mede-werckers een viertel, bruijckt Vincent Peterz tsjaars om xiij oud schilt xxvj st.
Nu eijgenaars Peter Jorisz ende d’weduwe van Henrick Berntz, ende bruijkt Peter voorz
Mr. Joost pastoor tot Buer-kerck, een viertel, bruijcken Peter Adriaenz ende Aert Jansz, Aert v oud schilt ende Peter x oud schilt facit t’samen xv oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Bent Gerritz ende Jan Jacobz
Beernts weduwe van der Haar, met
[Fol. 211]
haar mede-werckers, een viertel, bruijckt Hannichgen Cornelis Petersz weduwe bij eede tsjaars om x oud schilt
Nu eijgenaars Bernt Gerritz ende St. Nicolaes binnen Utrecht, ende bruijcken Bernt Gerritsz voorsz ende Bernt Pietersz
Henrick van der Borch, met sijn mede-werckers een viertel, bruijckt Thonis Gerritz tsjaars om xv oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgen. van Willem Thonisz van Middelcoop, ende bruijkt Dirck Jansz
t’Convent van Behtlehem, een viertel bruijckt Thomas Goijertz bij eede tsjaars om xiij oud schilt
Nu is t’voorsz landt erff-pacht van den convente voorsz, ende bruijcken Jan Adriaensz, Peter Jorisz, ende Adriaen Sebastiaensz
t’Convent van Ste. Catrijnen t’Utrecht
[Bestand 216, fol. 211v]
een viertel, bruijckt Jan Luijtez tsjaars om xij oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Anthonis Jacobz Pell
Noch t’convent voorsz een viertel, bruijkt Jan Thonisz tsjaars om xij oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijckt nu Jan Jacobz
t’Convent van Hierusalem,met aar mede-werckers, anderhalve viertel, bruijckt Peter de Leech, daar de viertel off toebehoort Hendrick de Wilde, tsjaars om xvij oud schilt iij schouwen swerts, elcke schouw xxxv st. facit t’samen xix oud schilt xxj st.
Nu eijgenaar Joris van Landsweert ende Bernt Jansz, ende bruijckt Bernt Jansz voorsz
d’Heeren van den Dom, een halve viertel
[Fol. 212]
ende t’convent van Hierusalem voorn. een halve viertel, bruijcken Willem Jansz ende Ghijsbert Jansz geefft x oud schilt ende Willem Jansz viij oud schilt facit t’samen xviij oud schilt
Nu eijgenaars Jan Jacobz ende t’convent van Hierusalem oorsz, ende bruijcken, Jan Jacobsz voorn., Herman Jansz ende Cornelis Cornelisz
Heer Bartholomaeus Pieck ende Peter Ruijsschen weduwe anderhalve viertel, bruijcken Peter Goossensz ende Willem Gerritsz xxxij k. gul. Peter viij oud schilt t’samen xxiij oud schilt x st.
Nu eijgenaars d’heer van Gent, d’erffgen. van heer Sijmon Jacobsz, Adriaen Henricxz, Slot, Cornelis Aertsz cum suis, ende bruijckers Cornelis Aertz, ende Adriaen Jansz
Ste. Maria t’Utrecht, een viertel, bruijckt Jan Jansz van der Berck, tsjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft nu aen St. Marien voorsz ende bruijkt Egbert Jansz
[Bestand 217, fol. 212v]
Dirck van Wijcks erffgen. met haar medewerckers, anderhalve viertel bruijckt Cornelis Gerritsz tsjaars om xx oud schilt
Nu eijgenaars jo. Dirck Canter, ende Herman Jansz ende bruijckt Herman Jansz voorsz
St. Joosten gasthuijs, met haar medewerckers een viertel, bruijckt Jacob Thomasz tsjaars om xiiij oud schilt viij schouwen swertz de schouw xxxv st. facit t’samen xx oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars t’gasthuijs voorsz, t’convent van Braemdolen, ende jo. Willem van Rijneveldt, ende bruijckt Wouter Roeloffsz
Ste. Marien t’Utrecht anderhalve viertel, bruijckt Jan Schutten weduwe tsjaars om xviij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen St. Marien voorz, ende bruijckt nu Jan Adriaensz
[Fol. 213]
Cornelis Gerritsz een halff hondt, geestimeert bij eede tsjaars om xx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Herman Jansz
Oost-veen in de ackerlanden gelegen tusschen de Biscops weteringe ende d’Nije-weteringe sijn bevonden dese novalia
t’Convent van Oudtwijck t’Utrecht omtrent thien mergen lands, bruijckt Cornelis Cornelisz
Den bruijker voorsz verklaert dat dit landt nu jaarlicx in pacht gelt na advt. van sijn ander lant dat hij mede van den voorsz convente met een is huerende omtrent xvj gul. [facit] vij oud schilt xxvj st.
[Bestand 218, fol. 213v]
Noch t’convent voorsz omtrent vijff mergen lands, bruijckt Cornelis Cornelisz voorsz
Den bruijcker verklaert dat dit landt nu jaarlijcx in pacht geldt na advent. als vooren, omtrent viij gul. x st. facit iiij oud schilt ij st.
Noch t’convent voorsz omtrent twee mergen bruijckt Jan Anthonisz
Den voorn. bruijckt heefft verklaert, dat dit landt nu jaarlijcx in pacht geldt mede na advenandt van sijn ander landt dat hij oock van den convente is gebruikende omtrent iiij gulden, facit j oud schilt xxxviij st.
Noch t’convent van Outwijck omt. j mergen twee hond landts, bruijckt Dirck Janz Splint
Dit land geldt jaarlijcx in huere, soo den voorn. huerder die van den gerechte van Oostveen verklaert heefft, omtrent ij gul. xiiij st. facit j oud schilt xij st.
[Fol. 214]
Pieter Cornelisz omtrent anderhalve mergen lands, gebruijckt hij selve, ende heeft hij die van den gerechte verclaart dit landt jaarlijcx in huere te gelden omtrent iiij gul. x st. facit ij oud schilt vj st.
t’Convent van Oudt-wijck, twee mergen een hondt lands, bruijckt Cornelis Cornelisz
Den bruijcker verclaert, dit landt jaarlijcx te gelden na advenant als hij vooren verclaert heefft, omtrent iiij gulden, facit j oud schilt xxxviij st.
Henrick Henricxz ontrent vierd’halve mergen lands, gelegen over den Hooffdijck, ende is erff-pacht vant convent van Oudt-wijck
Dit landt heefft t’gerecht geestimeert jaarlijcx in huere te gelden ont. xiiij gul. x st. facit vj oud schilt xxxviij st.
[Bestand 219, fol. 214v]
t’Convent van Oudtwijck omtrent drij mergen gelegen over den Hooffdijck bruijckt Cornelis Cornelisz
Den bruijcker heefft verclaert dit landt jaarlijcx te gelden omtrent ses gulden, facit ij oud schilt xxxvj st.
[Bestand 220, fol. 216]
Willigen ende Langeraeck
De nonnen van Ste. Elisabeth binnen Schoonhoven, seven mergen lands, bruijckt Joost Anthoniz tsjaars bij eede den hoop om xvj schilt [facit] v oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den nonnen voorn., ende bruijckt nu Peter Jan Bertz
Jan van Nereven, poorter van Antwerpen veerthien mergen lands, bruijct Willem Gerritz tsjaars [facit] xiiij oud schilt
Nu eijgenaar van vij mergen Jan Sebastiaenz, in Cabauw, ende bruijct die selffs, van d’ander vij mergen mr. Pauwels binnen Schoonhoven, ende bruijckt Barth Jansz
t’Convent van Ste. Cecilien t’Utrecht ix mergen lands, bruijckt Cornelis Walichz de mergen om tsjaars iiij schilt facit xij oud schilt
Nu eijgenaarse ende bruijckerse Balich Vuerensz
[Bestand 221, fol. 216v]
Claes Jacobsz bruijckt ses mergen eijgen lands, hem selven toebehoorende bij eede tsjaars de mergen een oud schilt facit vj oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgen. van Claes ende Jacob Fransz binnen Schoonhoven, bruijcker Pauwels Jacobz
Geertruijt Willem Jansz dochter binnen Schoonhoven ses mergen lands, bruijckt Claes Jacobz bij eede tsjaars de mergen een oud schilt facit vj oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgen. voorn., bruijcker Pauwels voorn.
Den Heijligen geest t’Schoonhoven vijff mergen lands, bruijct Jacob Jansz, de mergen sjaars om iij5 schilt facit v oud schilt xxxv st.
Den eijgendom blijfft aen den H. Geest voorsz ende bruijckt nu Cornelis Adriaensz Vetgen
Den Dobbelden Dirck in Lopick, drij
[Fol. 217]
mergen lands, bruijckt Jacob voorsz, de mergen tsjaars om iiij schilt facit iiij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Adriaen Sebastiaensz ende Sebastiaen Sebastiaenz
De kerck van Willigen een mergen lands, bruijct Jacob voorsz tsjaars om j oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Jonge Jan Verschoor, bruijcker Cornelis Adriaensz Vetgen
Noch de Carmeliten binnen Schoonhoven derthien mergen erffpacht lands, bruijckt Jacob voorsz bij eede de mergen iiij schilt facit xvij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom van x mergen blijfft aen d’Carmeliten voorsz ende bruijckt Cornelis Ariensz voorn., ende van den iij mergen nu eijgenaar ende bruijcker Evert Aertz
Noch bruijckt Jacob voorsz twee mergen
[Bestand 222, fol. 217v]
lands, hem selver toebehoorende bij eede de mergen tsjaars om ij schilt facit j oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Jonge Jan Verschoor, bruijcker Cornelis voorsz
Dirck Thin binnen Schoonhoven een mergen lands, bruijckt Jacob voorsz tsjaars om xxviij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Jonge Jan voorsz, bruijcker Cornelis voorn.
d’Carmeliten binnen Schoonhoven seven d’halve mergen lands, bruijckt Jacob voorsz tsjaars om xiij phs. guldens facit vij oud schilt xxxj st.
Den eijgendom blijfft aen den Carmeliten voorsz ende bruijct nu Adriaen Sebastiaensz Cruijck
Ghijsbert Gerritsz bruijckt thiend’halve
[Fol. 218]
mergen lands, ende is schoerdijck bij eede tsjaars de mergen een g. gulden, facit vj oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars van twee mergen d’erffgen. van Jonge Jan Verschoor, bruijcker Cornelis Adriaensz Vetgen, van vierd’halve mergen anderhalff hondt Peter Jan Beerntz, ende bruijck dat selver, ende van den resterende vier d’halve mergen anderhalff hondt Gerrit Vuerens, ende bruijct dat selver
Jacob Holij t’Schoonhoven seven mergen ende vijff hond schoordijcx-land, bruijckt Marten Brennincksz bij eede d’mergen iij5 schilt [facit] ix oud schilt vj st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Henrick Ariensz ende Adriaen Sebastiaenz Cruijck
Noch Marten voorsz seven hondt lands schoordijcx, hem selver toebehoorende bij eede tsjaars j oud schilt xiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Henrick ende Adriaen voorsz
De nonnen tot Oudtwijck vj5 mergen
[Bestand 223, fol. 218v]
lands, bruijckt Jacob van Vueren, de mergen iiij schilt facit viij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaarse ende bruijckerse Balich Vuerenz
Noch acht mergen om x g. guldens, facit vj oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen den nonnen voorn., ende bruijct Balich voorsz
Den Dubbelden Dirck, in Lopick xxiij5 mergen lands hem eijgen toebehorende daar in is xj mergen schoordicks, bruijct Jacob Gerrits bij eede tsjaars den hoop om xxv oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Balich voorn. van acht mergen, Jacob Jacobz den Oudenvueren van xij5 mergen, ende is beijde schoordijck
Jacob Jansz Vueren, bruijckt ix5 mergen
[Fol. 219]
eijgen lands, tsjaars om xxxviij schilt facit xij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter Jan Beerntz
De kerck van Willigen een halve mergen lands, bruijct Wouter Hendricxz tsjaars om xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen den selve kerck, ende bruijckt nu Peter voorz
Noch Bouwen Claesz t’Schoonhoven twee mergen lands, bruijckt Wouter voorsz tsjaars om viij schilt facit ij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Pieter voorn.
Cornelis Jacobz x mergen lands hem selver toebehoorende bij eede tsjaars om xxxvj st. facit xij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Goosen Adriaensz, van ses mergen, ende Sebastiaen Jansz van vier mergen
[Bestand 224, fol. 219v]
Dirck Thin t’Schoonhoven, twee mergen lands, bruijckt Cornelis voorz tsjaars den hoop om j oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Goossen Adriaensz voorsz
Noch den dubbelden Dirck in Lopick een mergen lands, bruijct Cornelis voorn. tsjaars om xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Goosz voorsz
Noch vierd’halve mergen schoordijcks bruijct Cornelis voorsz bij eede tsjaars de mergen een gouden gulden, facit ij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Goosz voorsz
Aert Govertz t’Schoonhoven ses mergen eijgen lands ende vij mergen huerlands, bruijckt Henrick Petersz tsjaars bij eede om lij schilt facit xvij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Barth Jansz van ses mergen, ende Jacob Jacobz de jonge Vuerens, van den zeven mergen
[Fol. 220]
Den Heijligen geest binnen Schoonhoven vijff mergen lands, bruijct Henrick voorsz tsjaars om xx st., facit vj oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen den H. Geest voorn., ende bruijct nu Barth Jansz
De kerck tot Willigen seventhien mergen eijgen lands, noch ses mergen schoordijcks, ende drij mergen huerlandts, bruijct Herman Aertz tsjaars om xxix oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars Johan van Bercheijck van ses mergen, ende bruijct selffs drij mergen, ende d’andere drij mergen bruijckt Goessen Willemsz, de kerck voorsz van noch drij mergen, ende bruijct Sebastiaen Adriaensz d’Coolen, ende Sebastiaen voorsz van den resterende acht mergen, ende bruijct die selffs
Heer Aert Boen tot Schoonhoven vijff mergen huerlands, bruijckt Herman voorsz tsjaars om xx schilt [facit] vj oud schilt xxviij st.
Nu behorende aen den vicarie van St. Ewout, Aelbert Jansz proeven, ende bruijct Jacob Cornelisz Hugen
[Bestand 225, fol. 220v]
Gerrit Jongen bruijckt xij mergen eijgen lands, daar af is vijff mergen schoordijcks, tsjaars om x5 oud schilt
Nu eijgenaar van vijff mergen Gerrit Jansz, ende van den resterende seven mergen eijgenaar ende bruijcker Lambert Cornelisz Vueren
Noch Joris Jansz kinderen binnen Schoonhoven ses mergen huerlands, bruijct Gerrit Jongenz voorsz tsjaars om vij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaars ende bruijckers d’weduwe ende kinderen van zalr. Leendert Gerritz Jongens
Noch Evert Bus kinderen tot Schoonhoven vier mergen lands, bruijct Gerrit voorsz tsjaars om xvj st. facit v oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijckers d’voorsz weduwe en kinderen
Jan van Vueren bruijckt xviij5 mergen ende
[Fol. 221]
anderhalff hondt eijgen lands, de mergen tsjaars om iiij schilt facit xxv oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Cornelis Arien Hubertsz van vijff mergen, ende Lambert Vuerens van den resterende xiiij mergen j5 hond
t’Convent van Ste. Agnieten t’Schoonhoven drij mergen ende anderhalf hondt, bruijct Jan van Vueren voorsz tsjaars de mergen iiij schilt, facit iiij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Lambert voorsz
Noch de kerck tot Willigen anderhalve mergen lands, bruijckt Jan voorsz de mergen tsjaars om iij5 schilt facit j oud schilt xxxj5 st.
Den eijgendom aen den kerck, ende bruijckt Lambert voorz
Noch Aert van Rijn t’Schoonhoven vijff mergen
[Bestand 226, fol. 221v]
lands, bruijckt Jan voorsz tsjaars om xx st. [facit] vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar Dirck Janz Lonck cum sius van ij5 mergen, ende d’weduwe van zalr. Willem Buijck cum sius van de andere ij5 mergen, ende bruijckt d’weduwe van Cornelis Dircxz Cornert
Noch de Nonnen (in de marge: Dirck Thin) binnen Schoonhoven ses mergen lands, bruijckt Willem voorsz tsjaars om viij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Adriaensz Vener
Noch Florens Petersz t’Schoonhoven thien hond lands bruijckt Jan voorsz tsjaars den hoop om ij oud schilt
Nu eijgenaars d’Dom heeren t’Utrecht, bruijcker Cors Adriaensz
Willem Elbertsz bruijckt xj5 mergen
[Fol. 222]
eijgen lands, daar off de vij5 mergen sijn schoordijck tsjaars om x oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Cornelis Adriaensz Vener, van vier mergen, Jacob Cornelisz van vier mergen schoordijck, ende Sijmon Jacobsz van den resterende iij5 mergen
Noch de nonnen binnen Schoonhoven vier mergen huerlands, bruijct Jan voorsz tsjaars v oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den nonnen voorsz, ende bruijct nu d’weduwe van Cornelis Cornert voorsz
Jan Sandertsz bruijckt xvj mergen eijgen lant daar off de vj mergen sijn schoordijck tsjaars om xvij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Dijonis Cornelisz vier mergen vier hond, d’jonge Jacob Vueren vijff mergen ij hond, noch drij mergen toecomende Sophia Goverts met een brouwer tot Delff, ende bruijct Jacob Aertsz van Eijndt-hoven
Noch Jan van Nereven pastoor tot Antwerpen
[Bestand 227, fol. 222v]
vijff mergen lands, schoordijcx, bruijckt Jan Sandersz voorsz tsjaars de mergen xxxv st. [facit] iiij oud schilt vij st.
Nu eijgenaars den H. Geest tot Schoonhoven, bruijcker Jacob Gerritsz
Marten Gerritsz kinderen tot Schoonhoven negen mergen lands, bruijck Willem Brenincx tsjaars om xij oud schilt
Nu eijgenaar mr. Dirck Gerritsz Schats tot Schoonhoven ende bruijct Jacob Jacobz d’jonge Vueren
Bouwen Claesz t’Schoonhoven ses mergen lands, bruijct Willem voorsz tsjaars om xxj st. facit vij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Jaspersz t’Schoonhoven
Noch Bouwen voorsz een mergen
[Fol. 223]
eijgen lands, bruijct hij selve tsjaars den hoop om xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Jasperz voorsz
Den Heijligen geest binnen Schoonhoven seven mergen lands, bruijct Adriaen Elbertsz tsjaars om vij oud schilt
Den eijgendom blijff aen den H. Geest voorsz, ende bruijckt nu Gerrit Cornelisz Vueren
Geertruijt Willem Jansz dochter binnen Schoonhoven vierd’halve mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om x5 schil [facit] iij5 oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Henrick Hermansz
Henrick Jacobsz bruijct xxvij mergen
[Bestand 228, fol. 223v]
lands, daar off ix mergen schoordijck is, de ix mergen elcke mergen twee schilt, ende de xviij mergen elcke mergen iiij schilt facit xxx oud schilt
Nu eijgenaars van xiiij mergen d’erffgen. van juffr. van Nes, bruijcker Jacob Adriaensz Hogendorn, noch eijgenaars ende bruijckers Jacob Jansz van iij5 mergen, Goossen Willemsz oock iij5 mergen, Henrick Hermansz van ij mergen j5 hond ende Adriaen Goosz van xj hondt
Claes Petersz twaelff mergen huerlands bruijct Adriaen Claesz tsjaars om xvj oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgen. van den heer van Cabauw, ende bruijct d’weduwe van Adriaen Braemen
Noch drij mergen eijgen lands, bruijckt Adriaen voorsz bij eede d’mergen iiij schilt facit iiij oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgen. van den heer van Cabauw, ende bruijct d’weduwe voorsz
[Fol. 224]
Peter Claesz drij mergen landts, bruijct Adriaen Claesz bij eede tsjaars d’mergen iiij schilt [facit] iiij oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgen. van Cornelis Hugen, ende bruijckt Willem Jacobsz
Noch de kerck van Willigen een mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om iij schilt, facit j oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van den heer van Cabauw, ende bruijct d’weduwe Adriaen Braemen
Jan Claesz thiend’halve eijgen lands, bruijct Jan voorsz bij eede tsjaars om de mergen iiij schilt facit xij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Sebastiaen Jansz
Noch mr. van Hoeff, vijff mergen
[Bestand 229, fol. 224v]
lands, bruijckt Jan Claesz voorsz tsjaars om xx schilt, facit vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar Govert Egbertz, ende bruijct Sebastiaen Jansz voorsz
Noch de Regulieren t’Schoonhoven in den Hem, een halve mergen lands, bruijct Jan voorsz tsjaars om xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Sebastiaen voorsz
Aeltgen Jan Thonisz weduwe xv mergen lands, bruijct Jan Corssen tsjaars d’mergen om iij5 schilt [facit] xvij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaars ende bruijcker Jacob Ockeren van drij mergen, Jan Pancrasz drij mergen, ende Sebastiaen Jacobsz van negen mergen
Noch bruijckt Jan Cornelisz voorsz een halve
[Fol. 225]
mergen lands, hem selver toebehorende tsjaars om xxiiij5 st.
Nu toebehoorende d’kerck van Willigen, ende bruijct Jacob Ockeren voorsz
Noch vijfft’halve mergen eijgen lands, bruijct Jan voorsz bij eede om tsjaars iij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Goosen Willemsz
Adriaen Gerritsz bruijckt vierd’halve mergen eijgen lands, bij eede de mergen xxxv st. facit j oud schilt xxxviij5 st.
Nu toebehoorende t’gasthuijs tot Schoonhoven ende bruijct Ghijsbert Henricxsz
Noch thien mergen Adriaen voorsz toebehoorende, ende hij bruijct, daar aff de seven mergen sijn schoordijck, bij eede tsjaars om vij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaars van drij mergen t’gasthuijs
[Bestand 230, fol. 225v]
voorsz, bruijcker Dirck Jaspersz, ende van den resterende seven mergen, eijgenaar ende bruijcker Peter Jansz
Noch den Heijligen geest t’Schoonhoven ses mergen lands, bruijckt Adriaen voorsz de mergen tsjaars om iij5 schilt facit vij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den H. Geest voorsz, ende bruijct nu Willem Adriaensz
Noch Jan Willemsz uijt Cabauw, drij mergen lands, bruijct Adriaen Gerritz voorsz de mergen tsjaars om ij5 schildt facit ij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Vrancken
Noch de kerck van Willigen
[Fol. 226]
een mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om xxxv st.
Nu eijgenaars Cornelia Jansz dochter tot Schoonhoven bruijcker D. Jaspersz
Anthonis Hermansz bruijct xj mergen eijgen lands, bij eede d’mergen tsjaars om iij5 schilt, facit xij oud schilt xxxv st.
Nu eijgenaars van iij mergen d’weduwe ende erffgen. van den jonge Jan Verschoor, ende bruijct Jacob Cornelisz, noch eijgenaars ende bruijckers Cornelis Goosz ende Henrick Hermansz elck van vier mergen
Noch den Heijligen geest t’Schoonhoven v mergen lands, bruijct Anthonis voorsz tsjaars om v g. guldens facit iij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen den H. Geest voorz, ende bruijct nu Willem Adriaensz
Goeijert Claesz bruijct xij5 mergen eijgen
[Bestand 231, fol. 226v]
lands, daar vierd’halve mergen schoordijck off is, de ix mergen tsjaars om vier schildt, ende de iij5 mergen de mergen ij schildt facit xiiij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars van ix mergen d’erffgen. van Cornelis Huijgen, bruijcker Cornelis Jacobz ende van de iij5 mergen schoordijck, eijgenaar ende bruijcker Adriaen Jacobz
Govert Thin t’Schoonhoven, vijffthalve mergen lands, bruijct Goeijert Claesz tsjaars den hoop om xviij st. facit vj oud schilt
Nu eijgenaars t’gasthuijs tot Schoonhoven, ende bruijct Dirck Jaspertz
Adriaen Huijch Mathijsz weduwe vijff mergen lands, bruijct Adriaen voorsz bij eede tsjaars de mergen om ij schildt, facit iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter Jan Beerntz
Bruijn Gerritsz bruijckt drij mergen
[Fol. 227]
eijgen lands, bij eede tsjaars den hoop om iij oud schilt
Nu eijgenaarse Cornelia Jansz dochter, bruijcker Dirck Jaspersz
Cort Jan bruijct x5 mergen eijgen lands daar is vij mergen schoordijck off, bij eede de iij5 mergen tsjaars om iij schildt, ende de vij mergen om ij schilt de mergen facit ix oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Gerrit Vuerens, van iij5 mergen, ende Thonis Adriaensz Honswijcker van seven mergen
Noch Jacob Joosten ter Goude twee mergen lands, bruijct Cort Jan tsjaars den hoop om viij schilt [facit] ij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar Jacob Gerritz Cool ter Goude, bruijcker Jan Jansz Verschuer
Gerrit Wolffsz bruijct xj t’halve mergen
[Bestand 232, fol. 227v]
lands, ende is schoordijck, de mergen bij eede om ij schildt facit vij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jacob Adriaensz Hogendorn
Huijbert Jansz bruijckt vierd’halve mergen eijgen lands, ende is schoordijck, tsjaars de mergen ij schildt facit ij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jacob Jansz Vueren
Noch mr. Govert binnen Schoonhoven vijff mergen lands, bruijckt Hubert Jansz voorsz tsjaars de mergen, tot iij toe j oud schilt facit iiij oud schilt
Nu eijgenaar Jan van Hoofft Govertsz, bruijcker Barth Jansz
Noch de selve, een mergen eijgen lands,
[Fol. 228]
bruijckt Hubert voorsz geestimeert jaarlix op j oud schilt
Nu eijgenaars t’gasthuijs t’Schoonhoven, bruijcker Willem Jacobsz
Cornelis Jansz bruijckt vier mergen lands, hem eijgen toebehoorende tsjaars bij eede den hoop iiij g. gul. facit ij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaarse ende bruijckerse d’weduwe van Jan Cornelisz Bastaert
Adriaen Tinnen erffgen. vierd’halve mergen lands, bruijckt Cornelis Jansz voorsz d’mergen tsjaars om j g. gul. facit ij oud schilt xiij st.
Nu eijgenaar Joost van Leeuwen, bruijcker Cornelis Adriaensz Herbertz
Jan Goessensz t’Schoonhoven bruijct xvj mergen
[Bestand 233, fol. 228v]
lands, ende is t’samen schoordijck tsjaars bij eede de mergen xxviij st. facit x oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Adriaen Jacobz van vij mergen, Cors Adriaensz van v mergen, ende Sijmon Jacobz van iiij mergen
Noch t’gasthuijs tot Schoonhoven derd’halve mergen ende anderhalff hondt lands, bruijct Jan Goossensz voorsz d’mergen iij schilt facit ij oud schilt xxxj5 st.
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs voorsz, ende bruijcken nu Cornelis Goosz ij5 mergen, ende Splinter Gooijersz j5 hondt
Herman van Vueren bruijct ix mergen lands, schoordijcx, de mergen bij eede tsjaars om ij schildt facit vj oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Dionis Corsz ende Jacob Corsz elck van vijff t’halve mergen
Noch Jacob Joosten eenen mergen schoordijcx
[Fol. 229]
bruijckt Herman van Vueren voorsz tsjaars om iiij schilt facit j oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar Jacob Gerritz Cool, bruijcker Goeijert Gerritz
Floris Petersz t’Schoonhoven vijff-thalve mergen lands, bruijct Henrick Jansz ende is schoordijck, tsjaars de mergen tot iij5 mergen om iij schildt, facit iiij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaars de Dom-heeren t’Utrecht, bruijckt Cors Adriaenz
Noch d’selve een mergen lands schoordijcx bruijct Henrick voorsz de mergen een g. gul. [facit] xxviij st.
Nu eijgenaars d’Dom-heeren, ende bruijcker Cors Adriaensz voorsz
Herman Jansz t’Schoonhoven bruijct twaelf
[Bestand 234, fol. 229v]
mergen eijgen lands, daar off de ses mergen sijn schoordijck, de ses mergen de mergen een gouden gulden, ende de ander ses mergen xxj schilt, facit xj oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Jacob Gerritz Quel, van vijff mergen, Jan Ghijsbertz oock van vijf mergen, ende de resterende ij mergen competeren t’gasthuijs tot Schoonhoven, ende bruijct Willem Jacobz
Frans Geerloffsz t’Schoonhoven vierd’halve mergen lands bruijct Herman Jacobz tsjaars de mergen iij schilt [facit] iij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaar heer Cornelis Fransz, bruijcker Huijch Cornelisz
Heer Peter Adriaensz een mergen lands, bruijckt Herman voorsz d’mergen tsjaars iij st. facit j oud schilt
Nu toebehoorende t’gasthuijs tot Schoonhoven ende bruijct Jan Hermanz
Beernt Cornelisz erffgen. tot
[Fol. 230]
Schoonhoven vijfft’halve mergen lands bruijct Adriaen Corsz tsjaars de mergen om iiij schilt facit vj oud schilt
Nu toebehoorende t’gasthuijs tot Schoonhoven ende bruijct Willem Jacobz
Noch t’gast-huijs tot Schoonhoven vier mergen lands, bruijckt Adriaen voorsz den hoop tsjaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs voorsz, ende bruijct nu Peter Adriaensz Goosz t’Schoonhoven
Jacob Joosten ter Goude, vier mergen lands, bruijct Wouter Willemz den hoop tsjaars om xvij schilt, facit v oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar Jacob Cool ter Goude, bruijcker Jan Janz Verschuer
d’Carmeliten tot Schoonhoven vierd’halve
[Bestand 235, fol. 230v]
mergen lands, bruijct Elbert Elbertz tsjaars de mergen xxviij st. facit ij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen Carmeliten voorsz, ende bruijct nu Jacob Adriaensz Eijnd-oven
Peter Dircxz t’Schoonhoven, bruijct ses mergen eijgen lands, bij eede tsjaars elcke mergen iiij schilt, facit viij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Gerrits Quell
Noch Frans van der Moolen tot Schoonhoven, vijff mergen lands bruijct Peter Dircxz tsjaars elcke mergen iiij schilt [facit] vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Vrienes, bruijcker Dirck Jasperz
Peter IJsbrantsz tot Schoonhoven
[Fol. 231]
bruijct vier mergen eijgen lands, tsjaars de mergen iij schilt facit iiij oud schilt
Nu eijgenaarse ende bruijckerse d’weduwe van Cornelis Jansz Bastaert
t’Gast-huijs bruijckt sesthien mergen eijgen lands, bij eede van Ghijsbert Adriaensz de mergen tsjaars iij schilt facit xvj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs voorn., ende bruijcken nu Jacob Corsz vijff mergen, Jacob Gerritz Quel vier mergen, Jan de Ridder vier mergen, ende Jan Hermansz drij mergen
Jacob Bent tot Schoonhoven bruijckt vijff mergen, eijgen lands, ende is schoordijck, bij eede tsjaars de mergen om xxviij st. facit iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaarse Cornelia Jans dochter, ende bruijct Dirck Jasperz
Henrick Woutersz ter Goude
[Bestand 236, fol. 231v]
acht’halve mergen lands, bruijct Adriaen Dircxz tsjaars de mergen om iij schilt facit vij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaarse d’weduwe van Gerrit Adriaensz Quel, ende wort bij haar kinderen gebruijct
De nonnen Ste. Agnieten binnen Schoonhoven, ses mergen lands, bruijct Claes Michielz tsjaars de mergen iij schilt facit vj oud schilt
Nu Peter Ariaenz t’Schoonhoven eijgenaar ende bruijcker van vier mergen, ende Jacob Corsen eijgenaar van twee mergen, bruijcker Cornelis Adriaensz Herbertz
Noch de nonnen voorsz bruijcken selver een mergen bij eede tsjaars d’mergen iij schilt facit j oud schilt
Nu eijgenaar Jacob Corsz, bruijcker Cornelis voorsz
Sebastiaen Goossenz vier mergen
[Fol. 232]
eijgen lands, bij eede tsjaars d’mergen iij schilt [facit] iiij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jacob Gerritz Quell
t’Gast-huijs binnen Schoonhoven vier d’halve mergen lands, bruijct Cornelis Sandersz t’Schoonhoven bij eede d’mergen iij schilt [facit] iij oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft aen t’ghasthuijs voorz ende bruijct nu Huijch Jansz t’Schoonhoven
De Carmeliten binnen Schoonhoven ses mergen lands, bruijct Adriaen Nannen t’Schoonhoven tsjaars elcke mergen iij schilt facit vj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen Carmeliten voorsz, ende bruijct nu J. Adriaensz van Eijd-oven
Noch Adriaen Beerntsz t’Schoonhoven
[Bestand 237, fol. 232v]
drij mergen lands, bruijct Adriaen Nannen voorsz elcke mergen iij schilt facit iij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Adriaen van Hooff
Noch t’gasthuijs binnen Schoonhoven acht hond lands, bruijct Adriaen Nannen voorsz bij eede tsjaars den hoop iiij schilt facit j oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs voorsz, ende bruijct nu Splinter Goeijerz
d’Carmeliten binnen Schoonhoven ses mergen lands, bruijct Cors Molenaar bij eede d’mergen tsjaars iij schilt, facit vj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den Carmeliten voorsz, ende bruijct nu J. van Eijnd-oven
De nonnen van Ste. Elisabeth
[Fol. 233]
binnen Schoonhoven vijffthalve mergen lands, bruijct d’weduwe van Jan Claesz ende Herman Gerritz tsjaars om iij schilt facit iiij oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft aen den nonnen voorsz, ende bruijct nu Cornelis Goosz Stoel
d’Pastoor tot Willigen, anderhalve mergen lands, bruijct Cornelis Jansz tsjaars d’mergen iij schilt facit j oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft aen den pastorije voorsz, ende bruijct Jacob Cornelisz Hugen
De Memorij heeren binnen Schoonhoven, vier mergen griendinge off hoven geldt tsjaars t’samen xvj k. guldens ij st. facit vij oud schilt xxviij st.
Henrick Woutersz ter Goude
[Bestand 238, fol. 233v]
twee mergen griendinge off hoven, ende die geeft hij wt., ende de bruijckers sijn dese nabeschreven persoonen
Gerrit Govertz drij hond, nu Schats ende Wouter Jansz
Gerrit Snijer anderhalff hond, nu Claes Louwensz
Gerrit Petersz anderhalff hond, nu Aert de Poirter
Gerrit Cornelisz anderhalff hond, nu Adriaen van Hooff
[Fol. 234]
Borghaert Tinnegieter anderhalff hondt, nu d’weduwe van Jacob Thonisz zalr.
Van eijgen anderhalff hondt, nu int bollwerck
Matthaeus Claesz anderhalff hondt, nu Jan van Binnen
t’samen v oud schilt xiiij st.
Henrick vier hondt, nu Jan de Coster
Jan Cosijnsz twee hondt, nu Jan de Boode
[Bestand 239, fol. 234v]
Matthaeus Claesz twee hondt, nu Jan de Bode voorsz
Bart Ghijsbertz vier hondt, nu Dirck Jan Daen
Bij eede tsjaars den hoop iij oud schilt
Noch acht mergen boomgaenden ende grienden, toebehoorende de burgeren van Schoonhoven, die hier na beschreven staen, ende sijn uijtgegeven van den nonnen van Wijck tot Duersteden
Claes Jacobsz drij hondt, nu Cornelis Goossensz
Bert Ghijsbertsz sevend’halve hondt, nu Dirck Jan Daan
[Fol. 235]
Cornelis Willemsz seven hondt, nu Cornelis Goosz v5 hondt, ende Anna Cornelis Huijgen anderhalff hond
Adriaen IJsbrantsz twee hond, nu Cornelis Goosz Stoell
Willem Gerritsz twee hondt, nu Cornelis Stoell voorsz
Adriaen Dircxz anderhalff hondt, nu Cornelis Stoel voorsz
Dirck Dircxz twee hondt, nu Cornelis Stoel voorn.
[Bestand 240, fol. 235v]
Aell Fredericks anderhalf hond, nu Cornelis Stoel voorn.
Peter Adriaensz vier d’halff hondt, nu Hubert Cornelisz Snijer
Henrick Dircxz anderhalff hondt, nu Cornelis Stoel
Daem Fransz anderhalff hondt, nu Cornelis Stoel voorsz
Peter Plonis ses hondt, nu Anna Cornelisz Huijgen
[Fol. 236]
Peter Petersz twee hondt, nu Anna voorsz
Jan Henricxz vierd’halff hondt, nu Herman Thonisz derd’halff hond ende Cornelis Stoel een hondt
Ghijsbert Adriaensz twee hondt, nu Dirck Thonisz
Anthonis Gerritsz een hondt, nu Cornelis Jansz de Witten
facit den hoop om vierentwintich k. gul., ende is erffpacht van de nonnen, facit xj oud schilt xviij st.
[Bestand 241, fol. 236v]
Novalia offte die noijt gegeven en hebben in eenige ongelden
Aert Coeck een mergen lands aen boomgaert offte hennip-werven
Henrick Hugen een halff hondt
Jan Jacobsz een quaertier honds
Dirck Reijertz een halff hondt
[Fol. 237]
Egbert Splintersz twee hondt
t’Wees-huijs t’Schoonhoven anderhalff hont
Jan Ghijsbertz anderhalff hondt
Cornelis Gerritsz schoenmaker anderhalff hont
Balthazar Sijmonsz d’schoenmaker twee hondt
[Bestand 242, fol. 237v]
Wterweerdekens
Mr. Jan van Berch-eijck wterweert ij5 hont
Claes Aertsz een hondt
d’Weduwe ende erffgen. van zalr. Aelbert Jansz vier hondt
Mr. Frans van Blok-huijsen boomgaart offte wterwaart drij hondt
d’Weduwe van Jan Henricxz grient offte wterwaart twee hondt
Alle dese honden, belopende vier mergen vier honden een quart van een hondt, ende geestimeert t’samen op v oud schilt xxviij st.
[Bestand 243, fol. 239]
Lopick
Jan van Hemerten xxxiij mergen lands, daar een hoeff lands off is heerlijck goet, dar hij te leen houdt van’t Sticht van Utrecht, ende t’ander een hoeff eijgen lands, daar d’erffgen. van Steven van Rutenberch den eijgen aff hebben voor sekere penningen die sij daar op beleent hebben; de mergen bij eede geestimeert op vier schilt facit xliiij oud schilt
Nu eijgenaar de raeds-heer Nijstadt inden Hage, ende bruijckt Jan Henrz.
Heijn Cock, vijff mergen lands hem selffs toebehoorende de mergen ij oud schilt [facit] x oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter Claesz
Henrick van Gent vijfftien mergen lands
[Bestand 244, fol. 239v]
bruijct Peter Engbertz tsjaars om xxviij gul. xvj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar d’heer van Gent, ende bruijct Peter Claesz voorsz
Noch de nonnen tot Oudt-wijck, vier mergen lands, bruijct Peter voorsz tsjaars den hoop vj k. guldens facit ij oud schilt xxxvj st.
Den eijgendom blijfft aen de nonnen voorsz ende bruijct nu Ghijsbert Jansz de Witt
Noch Peter voorsz vijff mergen hem selven toebehoorende
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter Claesz voorsz
Noch drij mergen lands, Peter voorsz
[Fol. 240]
met sijn medewerckers toebehoorende, tsjaars den hoop om xvij k. guldens facit viij oud schilt iiij st.
Nu eijgenaar d’raeds-heer Nijstadt inden Hage, ende bruijct Jan Henrsz.
Adriaen Aertsz tot Ijselsteijn, ses mergen lands, bruijct Cornelis Ghijsbertsz tsjaars om xxiiij st., facit viij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Claes Barten
Noch Cornelis voorsz thien mergen lands, hem selver toebehoorende, bij eede tsjaars om xl schilt facit xiij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Goossen Jansz
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht
[Bestand 245, fol. 240v]
veerthien mergen lands, bruijct Eelgis Joostensz tsjaars om xxviij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Dirck Geerloffsz
Noch Ste. Barbara gasthuijs t’Utrecht een mergen lands, bruijct Eelgis voorsz tsjaars om ij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck Geerloffsz voorsz
Noch de heeren van Oude-Munster t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Eelgis voorsz tsjaars om iiij oud schilt
Govert Willem Aertsz t’Schoonhoven ende St. Agnieten clooster t’Utrecht t’samen acht mergen lands, bruijct
[Fol. 241]
Frans Meeusz tsjaars om xxv g. gul. facit xvj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker van de vier mergen gecomen van Govert Willemsz ende Cornelis Jansz
Den eijgendom van d’andere vier mergen blijfft aen Ste. Agnieten clooster voorsz ende bruijct Cornelis Jansz voorsz
Noch heer Henrick Zegersz priester t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Frans voorsz tsjaars om xij k. gul. xviij st. facit vj oud schilt vj st.
Nu possesseur Alexander van Lamsweert, ende bruijct Adriaen Schrevelz
Noch de kerck van Capell, drij mergen lands, bruijct Frans voorsz, tsjaars om vj phs. gul. [facit] iiij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijft aen de kerck voorsz, ende bruijct nu Adriaen Schrevelz voorsz
Noch Peter van Oostrum t’Utrecht
[Bestand 246, fol. 241v]
drij mergen vijff t’halff hondt, bruijct Frans voorsz tsjaars om achthalve phs. gul. facit iiij oud schilt xix5 st.
Nu eijgenaarse (samen vermoeijt) de juffr. van Coelenberch t’Utrecht, ende bruijct Adriaen voorsz
Noch Adriaen van Rhijn acht mergen lands, bruijct Frans voorsz tsjaars om xxvj g. gul. ende een stop botteren gert. xxxv st. [facit] xviij oud schilt vij st.
Nu eijgenaarse de voorn. juffre. ende bruijct Adriaen voorsz
Noch bruijct Frans voorsz vijfft’halve mergen lands, hem selver toebehoorende tsjaars bij eede de mergen iiij schildt facit vj oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Adriaen voorsz
d’Kerck van Oude-Munster t’Utrecht
[Fol. 242]
vier mergen lands, bruijct Hubert Jansz tsjaars om x oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen de kerck voorsz, ende bruijct nu Dirck Geerloffsz
Noch Willem Stevensz ses mergen lands, bruijct Hubert voorsz
Nu eijgenaars van drij mergen Gerrit Jacobsz ende Willem Henrz. sijn vader van een mergen Brecht Herman Spoors weduwe, ende van de resterende twee mergen de dochters van Jan Buijs, t’Amersfoort, ende bruijct Cornelis Jansz
d’Heeren van St. Katharina t’Utrecht thien mergen lands, bruijct Herman Hubertz tsjaars om xxvj k. guldens facit xij oud schilt xxvj st.
Den eijgendom blijffte aen de heeren voorn., ende bruijcker nu Adriaen Claesz ende Cornelis Ghijsbertz elck de helft
Juffr. van Snellenberch twaelff
[Bestand 247, fol. 242v]
mergen lands, bruijct Breninck Henrz. tsjaars om xxxj k. guldens facit xiiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaarse de dochter van Jan van der Vecht t’Utrecht, ende bruijct Gerrit Jacobz
Noch d’heeren van Oude-Munster t’Utrecht acht mergen lands, bruijct Breninck voorsz tsjaars om viij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Gerrit Jacobz voorsz
Marijcken Beijndops t’Utrecht seven mergen lands, bruijct Dirck Gerritz
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Adriaensz
Noch juffr. van Snellenberch derd’halve mergen lands, bruijct Dirck voorsz tsjaars om xxv k. gl. [facit] xj oud schilt xl st.
Nu eijgenaar Jan van der Vecht t’Utrecht of sijn dochter, ende bruijct Laurens Jacobz
[Fol. 243]
De Reguliers tot Amersfoort thien mergen lands bruijct Gerrit Breninckz
Den eijgendom blijfft aen de Reguliers voorsz, ende bruijct nu Bastiaen Gerrit Brenincxz
Heer Jan van Megen t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Gerrit voorsz tsjaars om xxx5 k. gul. ij mud haver t’mud x st. [facit] xv oud schilt
Gerrit Jacobz seijt dese vier mergen gehuert te hebben van juffre. van Drielenburgh te Witte-vrouwen
t’Convent van Oudt-Wijck drij mergen lands, bruijct Adriaen Gerrit Dircxz de mergen sjaars om xxxvij st. facit ij oud schilt xxvij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Fred. Barten
Noch Jan de Grebber tot Haarlem
[Bestand 248, fol. 243v]
met sijn mede-werckers, vier d’halve mergen lands, bruijct Adriaen voorsz d’mergen xxxvij st. [facit] iij oud schilt iij5 st.
Nu eijgenaar jo. Aelbert Proeijs t’Utrecht, ende bruijct Frederick voorsz
Noch Jan Potten erffgen. t’Utrecht derd’halve mergen lands, bruijct Adriaen voorsz de mergen xxxvij st. facit ij oud schilt viij5 st.
Nu eijgenaar Proeijs voorsz, ende bruijct Frederick voorsz
d’Erffgen. van Floris van Beesde elf mergen lands, bruijct Claes Gerritz tsjaars om xx k. gul. facit ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaars Laurens van Nijhoff, ende bruijct Pell Adriaenz
d’Heeren van Ste. Catharijnen t’Utrecht
[Fol. 244]
seventhien mergen lands, bruijct Pell Reijersz de mergen tsjaars om xliij st. facit xvij oud schilt xvij st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijcken nu Gerrit Jacobz derthien-d’halve mergen, ende Pell Adriaenz vijfft’halve mergen
Noch t’convent van Oudtwijck ende een vicarije Ste. Nicolaes t’Utrecht t’samen vijf t’halve mergen lands, bruijct Pell voorsz de mergen tsjaars om xliij st. facit iiij oud schilt xxv5 st.
Den eijgendom blijfft aen de convent ende vicarije voorsz, ende bruijct Pell voorsz
Noch Willem Aertsz t’Schoonhoven seven mergen lands, bruijct Pell voorn. de mergen xliij st. facit vij oud schilt vij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Ghijsbert Jan de Witt van drij mergen ende Gerrit Jacobz van vier mergen die hij in erff-pacht heefft van de Duijtschen huijs
Noch Jan Ruijsschen erffgen. t’Utrecht
[Bestand 249, fol. 244v]
ses mergen lands, bruijct Pell voorsz de mergen xliij tsjaars facit vj oud schilt vj st.
Nu eijgenaar Dirck van Werckhoven t’Utrecht offte Jan van Noort, ende bruijct Pell Adriaensz voorsz
Truij Hazen erffgen. seven mergen lands, bruijct Wouter Joostensz tsjaars om xv g. gul. facit x oud schilt
Frans Adriaensz seijt dese vij mergen te gebruijcken van Jan van Westrenen t’Utrecht
Noch Wouter Joostensz voorsz vier mergen lands hem selver toebehoorende bij eede tsjaars om iiij g. gul. [facit] ij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Frans Adriaensz voorsz
t’Clooster tot Oudt-Wijck vijff mergen lands,
[Fol. 245]
bruijct Jan Hermansz de mergen tsjaars om xliij st. [facit] vj oud schilt vj st.
Den eijgendom blijft aen t’voorsz clooster, ende bruijct nu Cornelis Adriaensz
Noch t’convent van Witte-vrouwen drije mergen vijffthalff hond lands, bruijct Jan Hermansz voorsz d’mergen tsjaars om xliij st. facit iij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijft aen t’convent voorsz, ende bruijct Cornelis Adriaensz voorz
Noch juffr. Catharijn van der Haar t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Jan voorsz de mergen tsjaars om xliij st. facit iiij oud schilt iiij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van mr. Floris Thin, ende bruijct Gerrit Pellen
Hillegondt Ghijsbert van Roijens weduwe
[Bestand 250, fol. 245v]
thiendalve mergen lands, bruijct Pieter Ghijsbertsz de mergen tsjaars om ij g. guldens facit xij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Adriaensz eene mergen, ende Jan de Witt van de reste
Noch de kerck van Ste. Nicolaes t’Utrecht anderhalve mergen lands, bruijct Peter voorsz tsjaars om iij g. guldens facit ij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de kerck voorsz, ende bruijct nu Cornelis Adriaensz
Noch heer Cornelis, vicarius tot Jaarsveldt anderhalve mergen lands, bruijct Peter voorsz de mergen ij g. guldens facit ij oud schilt
Nu possesseur mr. Roeloff Straets-man offte Ghijsbert Sijloffsz patroon ende bruijct Cornelis Adriaensz voorsz
Noch de pastoor ter Capell, een halve
[Fol. 246]
mergen lands, bruijct Peter voorsz tsjaars om xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen de pastorije voorsz, ende bruijct nu Jan de Witte
Noch de kerck van Capell seven hondt lands, bruijct Peter voorsz tsjaars om j oud schilt xxiij st. j oort
Den eijgendom blijfft aen de kerck voorsz, ende bruijct Jan voorsz
Noch t’convent van Oudt-Wijck vijff mergen lands, bruijct Peter voorsz, geestimeert bij eede de mergen om ij g. gul. facit vj oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Jan voorsz voor iij5 mergen
Noch bruijct Peter voorsz ses mergen lands
[Bestand 251, fol. 246v]
hem selffs toebehoorende bij eede tsjaars om ij g. gul. viij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Pieter Jansz de Witt vijff mergen, ende Frans Cornelisz in Benschop van een mergen
d’Heeren van den Dom t’Utrecht vijff mergen lands, bruijct Schrevel Henricxz de mergen tsjaars om ij phs. gulden facit v oud schilt xl st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Bastiaen Claesz
Snellenborch thien mergen lands, bruijct Schrevel voorsz de mergen tsjaars om ij phs. gulden facit xj oud schilt xxxviij st.
Bruijct nu Bastiaen Gerritz die t’selve seijt te hueren van heer Henrick van Coesfeldt offte sijn gemachtichde
Noch d’heeren van Ste. Maria t’Utrecht
[Fol. 247]
twee mergen lands, bruijct Schrevel voorsz tsjaars om iiij phs. gulden, facit ij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft aen de voorsz heeren, ende bruijct nu Aert Claesz
Noch t’convent St. Nicolaes t’Utrecht drij mergen lands, bruijct Schrevel voorsz tsjaars om vj phs. gulden facit iij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent ende bruijct Aert Claesz voorsz
Noch de heeren van Oude-Munster t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Schrevel voorsz tsjaars om ij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Cornelis Jansz
Noch bruijct Schrevel voorsz vier mergen lands
[Bestand 252, fol. 247v]
hem selven toebehoorende bij eede tsjaars de mergen om ij g. guldens facit v oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers van twee mergen Cornelis Jansz ende van d’andere twee mergen Aert Claesz
Juffr. van Driebergen ses mergen lands, bruijct Jan Ghijsbertsz tsjaars de mergen om xlvij st. facit vj oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar jo. Bernt van den Bongert, heere tot Nijenroede, ende bruijct Geerloff Ghijsbertsz
Noch mijn vrouw van Oudtwijck ses mergen lands, bruijct Jan voorsz de mergen om xlvij st. facit vj oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aen mijn vrouw voorsz, ende bruijct nu Geerloff voorsz
Noch Henrijck van Roijen t’Utrecht
[Fol. 248]
vierd’halve mergen lands, bruijct Jan voorsz tsjaars de mergen om xlvij st. facit iij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar jo. Fred. van Bueren ende bruijct Geerloff voorsz
Noch bruijct Jan voorsz vierd’halve mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede tsjaars om ij phs. gulden de mergen, facit iij oud schilt xxxvj5 st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Geerloff voorsz
t’Convent van Oudtwijck vier mergen lants, bruijct Baert Henrz. d’mergen xlvij5 st. [facit] iiij oud schilt xxij st.
Den eijgendom blijfft aen de convent voorsz, ende bruijct nu Jan de WItte
Noch de kerck van Capel een halve mergen lands, bruijct Baert voorsz tsjaars om xxiij5 st. j oort
Den eijgendom blijfft aen de kerck voorsz, ende bruijct Jan de Wit voorsz
[Bestand 253, fol. 248v]
Noch de kerck tot Jaars-veldt een mergen, bruijct Baert voorsz tsjaars om xlvij5 st.
Den eijgendom blijfft aen de voorsz kerck, ende bruijct Jan voorsz
Noch bruijct Baet Henr. voorsz achtalve mergen lands, haar selven toebehoorende bij eede de mergen tsjaars om xlv st. facit viij oud schilt j5 st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan de Witt voorsz
Jacob Beijndop t’Utrecht negen mergen lands, bruijct Adriaen Jansz tsjaars om xxiiij g. gul. facit xvj oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Adriaensz
Noch Adriaen van Pallaes erffgen. achthalve mergen lands, bruijct Adriaen
[Fol. 249]
Jansz voorsz voor xij5 gulden een mudt haveren, het mudde x st. facit vj oud schilt viij st.
Noch vij gul. den Heijligen geest facit t’samen ix oud schilt ij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Dirck Bol van Amerongen van ses mergen, ende den H. geest voorsz van drij mergen, ende bruijct Daem Jansz
Noch Willem Stevensz twee mergen lands, bruijct Adriaen Jansz voorsz tsjaars om vij k. guldens facit iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars Jan Jacobz in Benschop van anderhalve mergen, ende Jan vande Vecht t’Utrecht van een halve mergen, ende bruijt Cornelis Adriaensz
Adriaen Jan Thinnen weduwe t’Schoonhoven vijff mergen lands, bruijct Jan Henrz. de mergen iij k. gul. vj5 st. facit vij oud schilt xxxviij5 st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Daem Jansz, ende seijt t selve t’wesen maar vier mergen
[Bestand 254, fol. 249v]
Noch Eelgis van Scherpenzeel tot Wijck, negen mergen, bruijct Jan Henricxz voorsz tsjaars de mergen iij k. gul. vj5 st. facit xiiij oud schilt x5 st.
Nu eijgenaar Henrick Botter van Snellenborch, bruijckt Daem voorsz, ende seijt dit te hueren voor thien mergen
Noch Hubert Henricxz vijft’alve mergen lands, bruijct Jan voorsz de mergen tsjaars om iij k. gul. vj5 st. facit vij oud schilt v st. j oort
Nu eijgenaar Jan van de Vecht t’Utrecht, ende bruijct Cornelis Adriaens
t’Convent van IJsel-steijn thien mergen lands, bruijct Joost Eelgis, de mergen iiij k. guldens, facit xix oud schilt ij st.
Bruijct nu Aert Claesz die d’selve verclaert te hueren van’t convent van St. Servaes t Utrecht
Noch t’convent van St. Servaes t’Utrecht
[Fol. 250]
thien mergen lands, bruijct Joost voorsz de mergen tsjaars om iiij k. guldens, facit xix oud schilt ij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz ende bruijct nu Aert Claesz
Noch Claes Cornelisz in Benschop ses mergen lants, bruijct Joost voorsz de mergen tsjaars om iiij k. guldens facit xj oud schilt xviij st.
Behoort nu toe Frans Cornelisz in Benschop, ende bruijctet selver
Juffr. Foeijten veerthiend’halve mergen lands, bruijct Jacob Schrevelsz tsjaars de mergen om lv st. facit xvij oud schilt xxvij5 st.
Nu eijgenaar Lambert Foeijt t’Utrecht, ende bruijckt Gerrit Cornelisz
Noch heer Aelbert Heijmansz
[Bestand 255, fol. 250v]
vicarius in Lopick, derthien hondt lands, bruijct Jacob voorsz de mergen tsjaars om lv st. [facit] ij oud schilt xxxv st.
Nu possesseur heer Michiel Jacobsz ende wert gebruijct bij Gerrit voorsz
Noch Jan Mathijsz tot IJsel-steijn drij mergen lands, bruijct Jacob voorsz de mergen tsjaars om lv st. facit iij oud schilt xxxix st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter Jansz de Witt
Noch bruijct Jacob voorsz twee mergen ende een hondt lands, hem selven toebehoorende bij eede tsjaars de mergen om iiij schildt facit ij oud schilt xxxvij st. j oort
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Cornelisz voorsz
Cornelis Schrevelsz op Jaars-veldt
[Fol. 251]
seven mergen lands, tsjaars bij eede den hoop om xxx schildt, facit x oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Ghijsbert Jansz de Witt
Den abt van Oost-brouck twaelff mergen lands, bruijct Jan van der Hoeff de mergen tsjaars om ij k. gulden facit xj oud schilt xviij st.
Den eijgendom blijfft aen de abdije voorsz, ende bruijct Aert Evertz
Noch de pastoor van de Capell vier mergen lands, bruijct Jan voorsz de mergen tsjaars om ij k. guldens facit iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen de pastorije voorsz ende bruijct nu Aert Evertz voorn.
Noch St. Jobs gasthuijs buijten Utrecht
[Bestand 256, fol. 251v]
vijff mergen lands, bruijct Jan voorsz t’sjaars de mergen ij k. gulden, facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Aert Evertz voorsz
Heer Johan van Huchtenbroeck ridder negen mergen lands, bruijct Gelis Ghijsbertsz de mergen tsjaars om ij phs. gulden, facit x oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar Jacob Fransz van Cortgeen burger t’Utrecht, ende bruijct Thonis Hendz.
Herman van Ravez-waeij burger t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Jan Lutensz de mergen tsjaars om iij schilt facit vj oud schilt
Nu eijgenaars Cornelis Bastiaenz van twee mergen ende d’weduwe van Zijll opt Bagijnhoff tot Utrecht vande rest, ende bruijct t’samen Cornelis voorsz
Meeus Gerritsz t’Utrecht ses mergen
[Fol. 252]
lands, bruijct Henrick Schrevelz de mergen t’sjaars om lvj5 st. facit viij oud schilt iij st.
Nu eijgenaar Jan van Noort t’Utrecht, ende bruijct Jan Bastiaenz
Mr. Dirck … t’Utrecht vier mergen erff-pacht goets bruijckt Henrick Chrevelsz voorsz tsjaars de mergen bij eede, om ij phs. guldens, facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Bastiaenz
Noch d’heeren van Ste. Maria t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Henrick voorsz de mergen tsjaars om lvj5 st. facit v oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijckt nu Jan Sebastiaenz voorsz
Noch de pastoor van Capell ander-
[Bestand 257, fol. 252v]
halve mergen lands, bruijct Henrick voorsz de mergen lvj5 st. facit ij oud schilt j blanck
Den eijgendom blijfft aen de pastorije voorsz, ende bruijct Jan Sebastiaenz voorn.
Noch de kerck van Capell een halve mergen lands, bruijct Henr. voorsz sjaars om xxviij st. j oort
Den eijgendom blijfft aen de kerck voorsz, ende bruijct Jan Sebastiaenz voorn.
Noch Jan Mathijsz tot IJsselsteijn drij mergen lands, bruijct Henr. voorsz de mergen lvj5 st. facit iiij oud schilt j5 st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Pieter Janz de Witt
t’Convent van St. Nicolaes t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Aert Aertsz Busst. tsjaars om v phs. guldens, facit ij oud schilt xlj st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct Sijloff Ghijsbertz
[Fol. 253]
Noch Aert voorsz ses-t’halve mergen lands, bruijct hij selve ende behoort hem toe, bij eede tsjaars om xj phs. gulden facit vj oud schilt xxiij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Vrienes, tot Schoonhoven, ende bruijct Sijloff voorsz
De kerck tot Lopick seven mergen lands, bruijct Reijer Meeusz tsjaars de mergen om j oud schilt facit vij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de kerck voorsz, ende bruijct Jacob Gerritz voor vj mergen
Noch heer Aelbert Heijmansz vicarius in Lopick anderhalve mergen lands, bruijct Reijer voorsz tsjaars om j oud schilt xxj st.
Nu possesseur heer Michiel, ende bruijct Jacob voorsz
Noch de pastoor tot Jaars-veldt
[Bestand 258, fol. 253v]
anderhalve mergen lands, bruijct Reijer voorsz tsjaars om j oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft aen de voorsz pastorije ende bruijct Jacob voorsz
Noch juffr. van Drie-bergen seven mergen lands, bruijct Reijer voorsz tsjaars om vij oud schilt
Nu eijgenaar jo. Bernt van de Bongert voorn., ende bruijct Sijloff Ghijsbertz voorz
Noch t’convent van Outwijck drij mergen lands, erff-pacht-goets, bruijct Reijer voorsz de mergen bij eede, tsjaars om j oud schilt facit iij oud schilt
Bruijct nu in erff-pacht vanden convente voorsz Jacob Gerritz
Noch bruijct Reijer voorsz seven mergen lands hem selver toebehoorende tsjaars bij eede om vij oud schilt
Nu eijgenaar jo. Beernt voorsz, ende bruijct Sijloff Ghijsbertz
[Fol. 254]
De kerck tot Lopick twee mergen lands, bruijct Ewoudt Elgisz tsjaars iiij k. gul. [facit] j oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar Jan van de Bongaert t’Utrecht ende bruijct Dirck Jansz
Noch Willem van Nieveldt ter Aersberch ses mergen lands, bruijct Ewoudt voorsz om xvij5 k. gul. facit viij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Cornelis Joostensz woonende in Jaars-veldt
Noch Adriaen van Nieveldt t’Utrecht vijfftien mergen lands, bruijct Ewoudt voorsz tsjaars om xxx g. guldens facit xx oud schilt
Nu eijgenaar jo. Hubert van Buchel offte t’recht van hem hebbende, ende bruijcken Schrevel Henricxz ende Gilles Adriaensz elck de helft
Noch bruijct Ewout voorsz ses-ende-twintich
[Bestand 259, fol. 254v]
mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede tsjaars de mergen om iij5 schilt facit xxx oud schilt xiiij st.
Nu Gillis Henrz. eijgenaar ende bruijcker van seven mergen, ende Jan vanden Bongert eijgenaar van xix mergen ende bruijct Dirck Jansz
Willem van Hindersteijn achtthalve mergen lands, bruijct Claes Eelgisz tsjaars om xx k. gul. facit ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaarse d’weduwe van Jan Robbertsz van Drienen, ende bruijct Aert Thijsz
Noch bruijct Claes voorsz acht-thalve mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede sjaars om xx k. gulden facit ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Aert Thijsz voorsz
Goert van Voordt t’Utrecht vijffthien
[Fol. 255]
mergen lands, bruijct Evert Adriaenz tsjaars om xxx k. guldens facit xiiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaarse t’weeskindt van Sare-woude, ende bruijct Aert voorsz
Juffr. van Rijneveldt t’Utrecht twaelff mergen lands, bruijct Jacob Meeusz tsjaars de mergen ij g. guldens facit xvj oud schilt
Nu eijgenaarse juffr. van Rijneveldt ende bruijct Gillis Adriaensz
Noch d’heeren van Ste. Marien t’Utrecht derthien mergen lands, bruijct Jacob voorsz tsjaars d’mergen ij g. gulden facit xvij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen de selve heeren, ende bruijcken Jan Gerritz Straner negend’halve mergen ende Ghijsbert Adriaen Ghijsbertz d’reste
Noch Beernt Proeijssen weduwe drij
[Bestand 260, fol. 255v]
mergen lands, bruijct Jacob voorsz tsjaars de mergen ij g. gulden facit iiij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Gerritsz voorz
Noch convent vande Brigitten, t’Utrecht vier mergen lands, erff-pachts, bruijct Jacob voorsz de mergen ij g. gul. facit v oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijffte aen de convent voorsz, ende bruijct nu Henr. Cornelisz in Cabau
Noch Cornelis Cornelisz Aelberts, vier mergen lands, bruijct Jacob voorsz de mergen ij g. gulden facit v oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Henrick Cornelisz voorsz
Noch bruijckt Jacob voorsz xxvj mergen lands hem selven toebehoorende bij eede de mergen om iij k. gul. v st. facit xl oud schilt x st.
[Fol. 256]
Nu eijgenaar t’convent van Bethlehem t’Utrecht van sesthien mergen, bruijcker Schrevel Henricxz, ende van de resterende thien mergen eijgenaar ende bruijcker Sebastiaen Dircxz
Jan Meeusz vijff ende twintich mergen lands, hem selven toebehoorende geestimeert bij eede, de mergen tsjaars om iij schilt [facit] xxv oud schilt
Nu eijgenaar den Domheer Treslongh ende bruijcken Jan Dircxz t’Jaarsfelt, d’een helfft, Schrevel Jacobsz ende Franc Foppen in Benscop, de ander helft
De proest van Ste. Marien t’Utrecht acht mergen lands, bruijct Marten Jansz d’mergen tsjaars om lij st. facit ix oud schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijfft aen de pastorije voorsz ende bruijct Bastiaen Fuijck
De juffr. van Rijneveldt vier mergen
[Bestand 261, fol. 256v]
lands, bruijct Marten voorsz de mergen tsjaars om lij st. facit iiij oud schilt xl st.
Nu eijgenaarse juffr. van Rijneveldt, bruijcker Bastiaen voorsz
Noch bruijct Marten voorsz sesthien mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede de mergen tsjaars om iij5 schildt facit xviij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Gillis Adriaenz van tien mergen, ende Heijman Jansz t’IJssel-steijn van ses mergen
Anthonis Foeijt t’Utrecht veerthien mergen lands, bruijct Anthonis Ewoutsz tsjaars om xxiiij5 phs. gul. facit xvj oud schilt xxxviij st.
Noch bruijct Anthonis Ewoutz voorsz
[Fol. 257]
thien mergen hem selver toebehoorende bij eede tsjaars de mergen om iij5 schilt [facit] xj oud schilt xxiij
Nu eijgenaar ende bruijcker Claes Adriaenz t’IJssel-steijn
d’Heeren van den Duijtschen-huijs veerthien mergen lands, bruijct Willem Henricx Louwensz tsjaars om xxxij kar. guldens x capoenen facit xv oud schilt x st.
Den eijgendom blijfft aen de Duijtschen-huijs voorsz, ende bruijcken Bastiaen Dircxz twaelff mergen ende Laurens Dircxz de resterende twee mergen
Noch t’convent van St. Hieronimus t’Utrecht vijff mergen lands, bruijct Willem voorsz om xij k. guldens facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Laurens voorsz
Noch bruijct Willem voorsz twee mergen
[Bestand 262, fol. 257v]
lands, hem selver toebehoorende, bij eede de mergen ij phs. gulden facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaarse d’weduwe van Jacob vander Burch, ende bruijct Lourens Dircxz voorsz
Gerrit Knijffs t’Utrecht vijff mergen lands, bruijct Cornelis Jordensz tsjaars de mergen om xlv st. facit v oud schilt xv st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Laurens Dircxz in Benschop
Noch Heijltgen Knijffs negen mergen lands bruijct Cornelis voorsz tsjaars d’mergen om xlv st. [facit] ix oud schilt xxvij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jacob Clever
Noch de vicarien Ste. Maria t’Utrecht twee mergen lands bruijct Cornelis als boven a xlv [facit] ij oud schilt vj st.
Den eijgendom blijfft aen de vicarijen voorsz, ende bruijct Jacob Clever voorn.
[Fol. 258]
Jorden Janssoen bruijct xxij mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede tsjaars xxij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijckers Jacob Clever voorn. van xj mergen, ende Bastiaen Dircxz van de andere xj mergen
Hubert Hendricxz bruijct vier mergen lands, hem selven toebehoorende tsjaars bij eede de mergen ij phs. gulden facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gillis Henricxz
t’Clooster int Geijn, ses mergen lands bruijct Jan Jan Lauwensz tsjaars om xviij k. guldens, facit viij oud schilt xxiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’clooster voorsz, ende bruijct Gillis voorn.
Jacob Knijffs t’Utrecht ses-
[Bestand 263, fol. 258v]
mergen lands, bruijckt Adriaen Sweertz de mergen om j oud schilt facit vj oud schilt
Jan Anthonisz woonende tot Jaarsveldt, seijt dese ses mergen te gebruijcken van Henrick Verbeeck vicarius t’Oude-Munster
Noch bruijct Adriaen Sweertsz voorsz veerthien mergen lands, hem selver toebehoorende bij eede tsjaars om xiiij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Jan Thonisz voorsz van ses mergen, Bastiaen Dircxz van vier mergen, Laurens Dircxz van vierd’halve mergen, ende Jan Jacobz in Benschop van een halve mergen
d’Heeren van Ste. Marien t’Utrecht vijff mergen lands, bruijct Heijn Louwen tsjaars om x phs. gulden, facit v oud schilt xl st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijcker Jasper Hubertsz vier mergen, Anthonis Gerritz een halve mergen, ende Laurens Dircxz de resterende halve mergen
[Fol. 259]
Noch St. Jacob gasthuijs t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Heijn Louwen voorsz tsjaars om iiij phs. gul. facit ij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs voorsz, ende bruijct nu Jasper Hubertz
Noch t’convent van Ste. Cecilia t’Utrecht negen mergen lands, bruijct Heijn Louwen voorsz tsjaars om xviij k. guldens, facit viij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct Laurens Dircxz voorsz
Noch t’Doll-huijs t’Utrecht acht mergen lands, bruijct Heijn voorsz tsjaars om xx k. gul. facit ix oud schilt xxij st.
Den eijgendom blijfft aen t’dol-huijs voorsz, ende bruijct nu Anthonis Gerritz
Noch Heijn Louwen voorsz seven
[Bestand 264, fol. 259v]
d’halve mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede tsjaars elcke mergen ij phs. gul. vij oud schilt xxxj st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Jasper Hubertz van vier mergen, ende Laurens Dircxz in Benschop vande reste
De heeren van Ste. Catharina t’Utrecht vijff mergen lands, erff-pachts, bruijct Cornelis Peterz bij eede tsjaars om j oud schilt d’mergen v oud schilt
Bruijct nu in erff-pacht van de heeren voorsz Jan van Noort t’Utrecht
Noch Peter van Doeijenburgh drij mergen lands, bruijct Cornelis voorsz tsjaars om iij g. gul. facit ij oud schilt
Nu eijgenaar Aert van de Sanden buijten Utrecht, ende bruijct Ghijsbert Jansz
Nocht bruijct Cornelis voorsz acht mergen
[Fol. 260]
lands, hem selven toebehoorende bij eede geestimeert tsjaars om viij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Heijman Janz t’IJssel-steijn van vier mergen, ende Jan Jacobz in Benschop van de andere iiij mergen
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Gerrit Hermansz tsjaars de mergen ij k. gul. facit v oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct Gerrit Laurensz in Benschop
Noch d’heeren van St. Jans t’Utrecht drij mergen lands, bruijct Gerrit voorsz de mergen tsjaars om ij k. gul. facit ij oud schilt xxxvj st.
Den eijgendom blijfft aen de voorsz heeren, ende bruijct nu Gerrit voorn.
Noch bruijct Gerrit voorsz vijfft’halve
[Bestand 265, fol. 260v]
mergen lands, hem selver toebehoorende bij eede den hoop tjsaars om iiij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Laurensz voorsz
Aert Woutersz bruijct drij mergen lands hem selven toebehoorende bij eede d’mergen ij p. gul. [facit] iij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Laurens Dircxz in Benschop
Adriaen Gerritsz Sweers acht mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede den hoop tsjaars om viij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Bastiaen Cornelisz Potgen
Mijn heer van Cruijningen xvij mergen lands, bruijct Elbert Corsz tsjaars om xxxvij5 k. gul. facit xvij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaars d’wed. ende erffgen. Loduwijck van Montfoort, ende bruijct Cornelis Gerritz Goes
[Fol. 261]
Eerst van Beesde tot Vijanen, bruijct ses mergen lands, hem selver toebehoorende tsjaars om xij oud schilt
Nu eijgenaar Jan van den Bongaert t’Utrecht, ende bruijct Jan Blom op Jaarsveldt
d’Heeren van St. Peters t’Utrecht acht mergen lands, bruijct Bernt Gilisz
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Jacob Jansz
Noch Elff de Jongh t’Utrecht met haar mede-werckers vier mergen lands, bruijct Beernt voorsz t’samen tsjaars om xix k. gul. iiij st. [facit] ix oud schilt vj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jacob voorsz
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht negen mergen lands, bruijct Dirck Gelis tsjaars om ix oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Cornelis Gerritz Goes
[Bestand 266, fol. 261v]
Noch heer Frans Verhaar vicarius t’Oude-Munster, vijff mergen lands, bruijct Dirck voorsz tsjaars om v oud schilt
Nu possesseur Jacob van Lent, ende bruijct Cornelis voorsz
Noch t’convent van Witte-vrouwen t’Utrecht vier mergen lands, erff-pachts, bruijct Claes voorsz bij eede tsjaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de convente voorsz, ende bruijct Cornelis Gerritz voorn.
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Hubert Claesz tsjaars om vj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Ewoudt Petersz
Noch d’heeren van Oude-Munster t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Hubert voorsz tsjaars om vj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Ewoudt voorsz
[Fol. 262]
De scholaster van Ste. Maria t’Utrecht vijff mergen lands, bruijct Claes Jan Claez tsjaars d’mergen j oud schilt facit v oud schilt
Hier van seijt heer Anthonis Verhuel als vicarius in de kercke van Lopick possesseur te wesen, ende dat daar van gebruijct Jan Thonisz woonende op Jaarsveldt drij mergen, ende Bastiaen Cornelisz Posgen de resterende twee mergen
Noch d’heeren van St. Jans t’Utrecht seven mergen lands, erff-pachts, bruijct Claes voorsz bij eede tsjaars om vij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Thonisz voorsz
Noch Willem van Hindersteijn t’Utrecht vijfft’halve mergen lands, bruijct Claes voorsz t’sjaars om iiij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaarse d’wed. Jan van Groes. t’Utrecht, ende bruijct Bastiaen voorsz
[Bestand 267, fol. 262v]
Noch t’convent van St. Servaes t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Claes voorsz tsjaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Bastiaen voorn.
Noch d’heer van Cruijningen derd’halve mergen lands, bruijct Claes voorsz tsjaars om ij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Bastiaen voorsz
Noch de kerck in Lopick een mergen lands, bruijct Claes voorn. om j oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de voorsz kerck, ende bruijct nu Bastiaen voorsz
Noch een vicarie inde kercke tot Lopirck een mergen anderhalve hond lands, bruijct Claes voorsz de merge tsjaars om j oud schilt facit j oud schilt x5 st.
[Fol. 263]
Noch bruijct Claes voorsz vijff mergen lands, ende vijffthalff hondt Claes voorsz selver toebehoorende bij eede d’mergen j oud schilt [facit] oud schilt xxxj5 st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Cornelis Ghijsbertz van vijff mergen, item Jan Ghijsbertz van vijffthalff hondt
Den deecken Ste. Maria t’Utrecht acht mergen lands, ende anderhalff hondt, bruijct Dirck Willem Jansz de mergen tsjaars om liiij st. facit x oud schilt xxv5 st.
Den eijgendom blijfft aen de deecken voorsz, ende bruijcken nu Jacob Willemz Lam, ende Neeltgen Adriaen Cornelisz wed. elck de helfft
Noch Anthonis Boll t’Utrecht thien mergen lands, bruijct Dirck voorsz tsjaars om liiij st. de mergen, facit xij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar Dirck van Westrenen t’Utrecht, ende bruijct Cornelis Ghijsbertz
Noch juffr. Ruijsschen t’Utrecht
[Bestand 268, fol. 263v]
ses mergen lands, bruijct Dirck voorsz de mergen tsjaars om liiij st. facit vij oud schilt xxx st.
Nu possesseur off giffter Henr. Buth, ende bruijct nu Cornelis voorsz
Noch juffr. van Snellenberch twee mergen lands, bruijct Dirck voorsz de mergen liiij st., facit ij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaar Claes Adriaensz, ende bruijct Cornelis Ghijsbertz voorsz
Den Heijligen geest t’Utrecht twee mergen lants, bruijct Ewoudt Gerritsz de mergen tsjaars om ij k. gulden, facit j oud schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijfft aen de H. Geest voorsz, ende bruijct nu Anthonis Gerritsz
Noch t’convent van Ste. Cecilien ende heer Dominicus vicarius St. Maria t’Utrecht t’samen vierd’halve mergen
[Fol. 264]
bruijct Ewoudt voorsz de mergen ij k. gul. facit iij oud schilt xiiij st.
Nu heer Evert van Alpen possesseur van de vicarije voorsz, ende bruijct Anthonij Gerritsz voorsz
Noch de kerck tot Lopick twee mergen lands, bruijct Ewout voorsz de mergen om ij k. guldens facit j oud schilt xxxviij st.
Bruijct nu d’weduwe Adriaen Anthonisz
Noch bruijct Ewoudt voorsz derd’halve mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede de mergen ij k. guldens, facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Anthonis Gerritsz
De kerck tot Lopick een halve mergen lands, bruijct Jan Joostenz tsjaars om xxj st.
Den eijgendom blijfft aen de kerck voorsz, ende bruijct nu …
[Bestand 269, fol. 264v]
Noch een vicarie in Lopick een mergen anderhalff hondt lants, bruijct Jan voorsz tsjaars om j oud schilt x5 st.
Nu possesseur Schadenbrouc, ende bruijct Joost Mathijsz
Noch d’heeren van Ste. Maria t’Utrecht thien-d’halve mergen lands, bruijct Jan voorsz tsjaars om ix oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Joost voorn.
Noch Cornelis van Amerongen anderhalve mergen lands, bruijct Jan voorsz tsjaars om j oud schilt xxj st.
Nu possesseur den ouden pastoor van Houten, ende bruijct Joost voorsz
Noch d’heer Anthonis Buzer scholr. St. Maria t’Utrecht ij mergen lants, bruijct Jan voorsz ij oud schilt
Nu possesseur heer Anthonis Verhuel, bruijct Joost Mathijsz voorsz
[Fol. 265]
Noch t’convent van Ste. Cecilien t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Jan voorsz tsjaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijct Joost voorn.
Noch d’heeren van Ste. Peters t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Jan voorsz tsjaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de voorsz heeren, ende bruijct Joost voorsz
Noch de juffre. van Draeckenb. drij mergen lands, bruijct Jan voorsz bij eede de mergen j oud schilt facit iij oud schilt
Nu eijgenaar de heeren van Ste. Maria t’Utrecht, ende bruijct Joost Mathijsz voorsz
Noch den deecken van Ste. Maria t’Utrecht
[Bestand 270, fol. 265v]
elffthalff hont lands, bruijct Jan voorsz tsjaars de mergen j oud schilt facit j oud schilt xxxj5 st.
Den eijgendom blijfft aen den deecken voorsz, ende bruijcken nu Jacob Willemsz ende Neeltgen Jacobz elck de helfft
Noch bruijct Jan Joostensz voorsz vijff mergen vijfft’halff hondt lands, hem selver toebehoorende tsjaars om v oud schilt xxxj5 st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Cornelis Ghijsbertz van v mergen, ende Jan Ghijsbertz van de vijffthalff hondt
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht vijff mergen lands, bruijct Adriaen Schrev. de mergen tsjaars xlvj st. facit v oud schilt xx st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz huer Ewout Jacobz ende bruijct nu Willem Adriaensz
Noch Willem van Hindersteijn een
[Fol. 266]
een mergen lands, bruijct Adriaen voorsz t’sjaars om xlvj st. facit j oud schilt iiij st.
Nu eijgenaar Ewoudt voorsz, ende bruijct Willem voorsz
Noch bruijct Adriaen voorsz negend’halve mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede d’mergen om iiij schilt [facit] xj oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar Ewout voorsz, ende bruijct Willem voorsz
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht vijff mergen lands, erff-oachts, bruijct Cornelis Peter Ghijsbertz bij eede tsjaars d’mergen om j oud schilt [facit] v oud schilt
Bruijcken nu in erff-pacht van de heeren voorn. Baernt Jansz ende Cornelis Adriaensz elck de helfft
Noch juffr. Potters in den Hage
[Bestand 271, fol. 266v]
vijff mergen lands, bruijct Cornelis voorsz de mergen tsjaars om xxxvj st. facit iiij oud schilt xj st.
Nu eijgenaars de kinderen van Albout tot Coudekerck, ende bruijcken de voorsz Baernt ende Cornelis
Noch Frederick de Coningh tot Culenb. drij mergen lands, bruijct Cornelis voorsz de mergen tsjaars om xxxvj st. facit ij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaar jo. Fred. van Bueren, ende bruijct Cornelis Ghijsbertsz
Noch de kerck tot Lopick twee mergen lands, bruijct Cornelis voorsz de mergen tsjaars om xxxvj st. facit j oud schilt xxx st.
Bruijct nu d’weduwe van Adriaen Anthonisz
Juffr. Proeijssen thien mergen
[Fol. 267]
lands, bruijct Anthonis Peterz de mergen tsjaars om xlvij st. facit xj oud schilt viij st.
Nu eijgenaar Fred. van Bueren t’Utrecht, ende bruijct Andries Emelisz
Noch d’heeren van Ste. Maria t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Anthonis voorsz de mergen tsjaars om xlvij st. facit ij oud schilt x st.
Den eijgendom blijfft aen de voorn. heeren, ende bruijct Andries voorsz
Noch bruijct Anthonis voorsz vijff mergen lands, hem selver toebehoorende bij eede tsjaars de mergen ij phs. gul. facit v oud schilt xl st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Andries voorsz
Ste. Margrieten gasthuijs drij mergen
[Bestand 272, fol. 267v]
lands, erff-pachts, bruijct Ghijs Jongens, bij eede tsjaars de mergen iij5 schilt [facit] iij oud schilt xj st.
Bruijct nu in erffpacht vant voorsz gasthuijs Jacob Willemz Lam
Noch Hillegont Gerrit Willemsz weduwe thien mergen lands erff-pachts, vande heeren vanden Dom, t’Utrecht, bruijct Ghijs voorsz tsjaars de mergen om xlviij5 st. [facit] xj oud schilt xxiij st.
Bruijcken nu van voorsz heeren Henrick Stoffelz ende Andries Amelisz elck voor d’een helfft
Noch heer Lubbert vicarius ten Dom t’Utrecht derd’halve mergen lands, bruijct Ghijs voorsz de mergen tsjaars om xlviij5 st. facit ij oud schilt xxxvij st. j oort
Noch juffr. van Doijenburch t’Utrecht
[Fol. 268]
derd’halve mergen lands, bruijct Ghijs voorsz de mergen tsjaars om xlviij5 st. facit ij oud schilt xxxvij st. j oort
Nu eijgenaars Baernt Jansz als man ende voocht van Aeltgen van Doijenburch tot Vijanen, bruijct Jacob Lam voorsz
Claes Luijt sevend’halve mergen lands, bruijct Sebastiaen Claes Lutensz sijn soon tsjaars om xv5 k. gul. [facit] vij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Anthonij Gerritsz
Noch de heeren van Ste. Maria t’Utrecht drij mergen lands, bruijct Sebastiaen voorsz tsjaars om vij k. gul. facit iij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct Anthonis voorn.
t’Convent van Ste. Servaes t’Utrecht
[Bestand 273, fol. 268v]
acht-thalve mergen lands, bruijct Marichgen Henrick Goessenz weduwe tsjaars de mergen om xlvj st. facit viij oud schilt ix st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijct nu Henrick Stoffelz
Noch heer Henrick Zegersz priester t’Utrecht derd’halve mergen lands, bruijct Marichgen voorsz de mergen xlvj st. facit ij oud schilt xxxj st.
Nu possesseur Alexander van Lamswaert, ende bruijcker Henrick Stoffelz
Noch heer Henrick voorsz twee mergen lands, bruijct Claes Jan Hermanz de mergen j oud schilt facit ij oud schilt
Nu possesseur van Lamsweert voorz, ende bruijct Aeltgen Henrz. dochter
Noch t’convent van Ste. Cecilien t’Utrecht
[Fol. 269]
ende heer Dominicus vicarius Ste. Maria t’Utrecht, t’samen vierd’halve mergen lands, bruijct Claes voorsz tsjaars den hoop om iij oud schilt x st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Cornelis Ghijsbertsz
Noch bruijct Claes voorsz seven mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede d’mergen iij5 schildt facit viij oud schilt vij st.
Nu eijgenaarse ende bruijckerse de voorsz Aeltgen Henr. dochter
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht elff mergen, bruijct Marten Petersz in erff-pacht bij eede d’mergen om iij5 schilt [facit] xij oud schilt xxxv st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct Dirck Jansz Vuijren
Noch Ste. Barbaren gasthuijs t’Utrecht
[Bestand 274, fol. 269v]
vier mergen lands, erff-pachts, bruijct Marten voorsz de mergen tsjaars om iij5 schilt [facit] iiij oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs voorsz, ende bruijct nu Neeltgen Jacobs dochter
Noch Frederick van Rodenborch vijff mergen lands, bruijct Marten voorsz tsjaars om xviij st. facit vj oud schilt
Nu eijgenaar Jan van Noort t’Utrecht, ende bruijct Dirck Janz Vuijren
t’Clooster tot Bethlehem buijten Utrecht twaelff mergen lands, bruijct Anthonis Jan Hermansz de mergen tsjaars om ij phs. gulden, facit xiiij oud schilt xij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Marten Thijssz
Noch de nonnen ten Daal buijten
[Fol. 270]
Utrecht vier mergen lands, bruijct Anthonis voorsz de mergen tsjaars om ij phs. gul. facit iiij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijfft aen de nonnen voorz, ende bruijct nu Marten voorn.
Noch juffr. Ruijsschen t’Utrecht achtalve mergen lands, bruijckt Anthonis voorsz d’mergen tsjaars om ij phs. gul. [facit] viij oud schilt xxxix st.
Nu eijgenaar Jan van Noort t’Utrecht, ende bruijct Gevert van Amerongen
Aert Woutersz twee mergen lands, bruijct Ghijsbert Woutersz sijn broeder de mergen tsjaars om iiij5 schildt facit iij oud schilt
Noch bruijct Ghijsbert voorsz xxj5 mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede tsjaars de mergen iiij5 schildt facit xxxij oud schilt x5 st.
Van voorsz xxiij5 mergen behoort nu Henrick Cornelisz in Cabau met sijn
[Bestand 275, fol. 270v]
mede werckers thien mergen, bruijct Sander Reijersz, item Peter Cornelisz Vinck negend’halve mergen, ende Cornelis Claez in Jaarsveldt vijff mergen, die t’elck selff gebruijcken
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht vijfft’halve mergen lands, bruijct Cornelis Jacobz in erff-pacht bij eede d’mergen tsjaars om iiij5 schilt [facit] vj oud schilt xxxv st.
Wort nu in erff-pacht van de voorn. heeren gebruijct bij Cornelis Henricxz
Dirck Bollen erffgen. veerthien mergen lands, bruijct Mathijs Joostensz tsjaars om xlij k. gul. j mud haver x st. facit xx oud schilt x st.
Nu eijgenaar Dirck van Westrenen t’Utrecht, ende bruijct Jan van Dijck
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht
[Fol. 271]
elff mergen lands, bruijct Willem Dircxz tsjaars om xxij phs. guldens, facit xiij oud schilt iiij st.
Den eijgendom blijfft aen de voorsz heeren, ende bruijct nu Henrick Jacobsz
Frederick van Rodenborch thien mergen lands, bruijct Sebastiaen Cornelisz tsjaars om xx g. gul. facit xiij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaarse juffr. van Ratingen t’Utrecht, ende bruijckt Dirck Bastiaensz
Heer Govert Govertz vicecureijt in Lopijck vijff mergen lands, bruijct Adriaen Gerrit Dircxz tsjaars om ix k. gul. xvij5 st. facit iiij oud schilt xxix st.
Nu possesseur Jacob Jacobz Boel, ende bruijct Dirck Adriaensz
Noch t’convent van Ste. Servaes t’Utrecht
[Bestand 276, fol. 271v]
vijff mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om ix k. gul. xvij5 st. facit iiij oud schilt xxix5 st.
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijct nu Dirck Adriaenz voorsz
Joost van Ghiessen tot Bommel thien mergen lands, bruijct Jan Jacobsz tsjaars om xxj phs. gulden, facit xij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Dirck Adriaenz van vijff mergen, Jan Dircxz van vijfft’halve mergen, ende claes Marceliz van een 1/2 mergen
Jacob Willem Lammen bruijct xix mergen lands hem ende sijn moeder toe-behoorende, bij eede de mergen tsjaars om iiij schildt facit xxv oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Dirck Jansz Vuijren van ix5 mergen ende een hond, ende Herbert Oloffsz van ix mergen ende ij hondt
d’Pastorije tot Lopick thien mergen
[Fol. 272]
lands, bruijct Herman Jan Dircxz tsjaars om xliij st. facit x oud schilt x st.
Den eijgendom blijfft aen de voorsz pastorije, ende bruijct nu Herbert Oloffsz voorsz
Noch heer Dominicus vicarius Ste. Maria t’Utrecht twaelff mergen lands, bruijct Herman voorsz tsjaars de mergen om xliij st. facit xij oud schilt xij st.
Nu possesseur heer Evert van Alpen, ende bruijct Herbert Oloffsz voorsz
Bruijninck Foeck t’Utrecht met sijn mede-werckers, twaelff mergen lands, bruijct Sebastiaen Lumentz tsjaars om xxxv k. gul. facit xvj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars Aelbert en Jacob Foek gebroeders, die t’selffs te veldt doen brengen hebben
Noch bruijct Sebastiaen voorsz elff mergen
[Bestand 277, fol. 272v]
lands, hem selven toebehoorende bij eede tsjaars de mergen iiij schildt, facit xiiij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Petersz
d’Kerck in Lopick derd’halve mergen lands, bruijct Dirck Jacobz tsjaars om iiij k. gul. facit j oud schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijfft aen de kerck voorsz, ende bruijct nu Dirck Henz. Cock
Noch de koorgesellen van Ste. Peters t’Utrecht vijff mergen lands, bruijct Dirck voorsz tsjaars om viij k. gul. facit iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen de voorsz koorgesellen, ende bruijct nu Dirck Cock voorsz
De kerck in Lopick vijffthien mergen lands, bruijct Sebastiaen Adriaensz tsjaars om xv oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de voorsz kerck, ende bruijct nu Cornelis Cornelisz
[Fol. 273]
Juffr. Grauwers t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Breninck Lamb. tsjaars om vj oud schilt
Nu eijgenaar t weeskint van Jacob van Camont, ende bruijct Ghijsbert Adrz. Brenincx
Noch Mechtelt Bouwens op Vaert ende haar dochter te Vijanen, vijff mergen lands, bruijct Brenincx voorsz om tsjaars v oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Ghijsbert voorsz
Noch bruijct Breningh voorsz vier mergen lands, bruijct hij ende behoort hem toe bij eede tsjaars de mergen ij phs. gul. facit iiij oud schilt xxxij st.
Bruijct nu d’weduwe van Adriaen Brenincxz in lijfftochte
Govert Govertsz vicarius in Lopick
[Bestand 278, fol. 273v]
vier mergen lands, bruijct Marten Cornelisz de mergen tsjaars om lvj st. facit v oud schilt xiiij st.
Nu possesseur van de vicarije Jacob Jacobz Boel, ende bruijct Splinter Andriesz
Noch d’heeren van Ste. Marien t’Utrecht derd’halve mergen ende anderhalff hondt lands, bruijct Marten voorsz d’mergen lvj st. facit iij oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen de voorn. heeren, ende bruijct nu Splinter voorsz
Noch mr. Jan van Amerongen vicarius Ste. Maria t’Utrecht een mergen lands, bruijct Marten voorz tsjaars om j oud schilt xiiij st.
Bruijct nu Splinter voorsz van de voorn. heeren offte den pastoor van Houten
Noch d’heeren van St. Jans t’Utrecht
[Fol. 274]
twee mergen lands, bruijct Marten voorz tsjaars om ij oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen de voorn. heeren, ende bruijct Splinter voorsz
Noch t’clooster van St. Nicolaes t’Utrecht acht-t’halve hondt lands, bruijct Marten voorsz tsjaars om j oud schilt xxviij st.
Den eijgendom aen t’clooster, ende bruijct Splinter voorsz
Noch Roeloff Grauwertsz erffgen. acht-t’halff hondt, bruijct Marten voorsz tsjaars om j oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Splinter voorsz
Noch Sebastiaen … vier mergen lands, bruijct Marten voorz tsjaars de mergen lvj st. [facit] v oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Laurens Jansz
[Bestand 279, fol. 274v]
t’Convent van Brandtolij t’Utrecht elf mergen lands, bruijct Dirck Claesz tsjaars om xj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz convent, ende bruijct Laurens Jansz voorsz
Noch bruijct Dirck voorsz vier mergen lands, hem selven toebehoorende, bij eede tsjaars om d’mergen iiij5 schilt facit vj oud schilt
Nu eijgenaar Henrick Cornelisz in Cabauw, ende bruijct Jan Cornelisz
Peter Jansz Versloot bruijct veerthien-d’halve mergen lands, hem selven toebehoorende d’mergen tsjaars om iiij5 schilt [facit] xviij oud schilt iij5 st.
Nu eijgenaars ende bruijckers d’weduwe van Jan Anthoniz Brenincx van vij5 mergen, ende Cornelis Hendricxz van vj mergen
Ste. Barbara gasthuijs t’Utrecht
[Fol. 275]
acht-t’halve mergen lands, bruijct Willem Woutersz tsjaars om xvij k. guldens facit viij oud schilt iiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs voorsz, ende bruijct nu d’weduwe van Bastiaen Willemsz
Jan de Witt t’Utrecht twaelff mergen lands, bruijct Wouter Dircxz ende is erff-pacht bij eede de mergen iiij schilt [facit] xvj oud schilt
Wert nu in erff-pacht gebruijct bij Cornelis Gerritsz Straver van mr. Balthazar vanden Berch t’Utrecht
Anthonis van Amerongen t’Utrecht vier mergen lands, bruijckt Ocker Cornelisz ende is erff-pacht de mergen tsjaars om iiij schildt facit v oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar Cornelis Ockersz, ende bruijct Bastiaen Adriaensz
Noch heer Govert Govertsz vicecureijt
[Bestand 280, fol. 275v]
in Lopick vijfft’halff mergen lands, bruijct Ocker voorsz tsjaars om ix phs. gul. [facit] v oud schilt xv st.
Nu possesseur van vicarije Jacob Jacobz Boel, ende bruijcken Cornelis Ockersz ende Bastiaen Adriaensz elcx d’helfft
Noch bruijct Ocker voorsz derthien mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede tsjaars d’mergen iiij schildt facit xvij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars t’weeshuijs binnen Utrecht van d’een helfft, ende Cornelis Ockersz van d’ander helfft, ende bruijct Bastiaen Adriaensz
d’Heeren van Ste. Marien t’Utrecht negen mergen lands, bruijct IJemen Jansz tsjaars om xviij phs. gul. facit x oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aende heeren voorsz, ende bruijckt Cornelis Gerritsz Straver
Noch d’heeren voorsz negen mergen lands
[Fol. 276]
bruijct Lambert Hermansz tsjaars om xxij5 k. gulden, facit x oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct Gerrit Cornelisz
Noch bruijct Lambert voorsz acht mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede tsjaars de mergen iiij schildt facit x oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Pieter Jansz woonende in Willigen Langeraeck
t’Convent van Ste. Catharina t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Cornelis Heijn Louwen tsjaars om de mergen ij k. gul. [facit] iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Gerrit Cornelisz
Nocht t’convent van Ste. Cecilien t’Utrecht
[Bestand 281, fol. 276v]
vijff mergen lands, bruijct Cornelis voorsz tsjaars de mergen ij k. gul. facit iiij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Peter Jansz
Noch bruijct Cornelis voorsz vijff mergen lands, hem selven toebehoorende, bij eede d’mergen tsjaars iiij schilt facit vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Cornelisz
Den Heijligen geest t’Schoonhoven thien mergen lands, bruijct Andries Foppen tsjaars de mergen om v schildt facit xvj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Henrick Stoffelsz ende Fopp Henricksz weduwe elcke van de helffte
Noch bruijct Andries voorsz achtt’halve
[Fol. 277]
mergen lands, die hij in erffpacht heefft van de heeren van Ste. Marien t’Utrecht bij eede tsjaars de mergen om iiij schilt facit x oud schilt
Bruijct nu in erff-pacht vande voorsz heeren d’weduwe van Brenincx Janz
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht vijfft’halve mergen lands, bruijckt Ghijsbert Bauwelinxz tsjaars om iiij oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Pieter Cornelisz
Noch heer Cornelis vicarius t’Jaarsveld vijff t’halve mergen lands, bruijct Ghijsbert voorsz tsjaars om iiij oud schilt xxj st.
Nu heer Roeloff Straetsman offte Ghijsbert Sijloffsz patroon, ende bruijct Cornelis Ghijsbertz
Noch bruijct Ghijsbert voorsz negen
[Bestand 282, fol. 277v]
mergen lands, in erff-pacht van de heeren van Ste. Marien t’Utrecht bij eede tsjaars de mergen om iiij5 schildt, facit xiij oud schilt xxj st.
Werdt nu van de voorn. heeren in erffpacht gebruijct bij Pieter Cornelisz voorn.
Gerrit Willemsz ende Hillegondt sijn huijsvrouw in Zevender, derthiend’halve mergen lands, bruijct Willem Willemsz tsjaars om xxv g. gul. facit xvj oud schilt xxviij st.
Noch bruijct Willem voorsz derd’halve mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede d’mergen tsjaars om iiij5 schilt [facit] iij oud schilt xxxj5 st.
Hier van behoort nu Ghijsbert Adriaensz ende Rochus Woutersz elck acht-t’halve mergen
d’Kerck St. Jacobs t’Utrecht twee mergen lands, erffpachts bruijct Cornelis Cornelisz Aelbertz schout tsjaars de mergen om iiij5 schildt, facit iij oud schilt
Word nu van de voorsz kerck in erf-pacht gebruijct bij Jan Cornelisz
[Fol. 278]
Noch de kerck in Lopick een mergen lands, bruijct Cornelis voorsz tsjaars om j oud schilt vj st.
Den eijgendom blijfft aen de voorsz kerck, ende bruijct nu Jan Cornelisz voorsz
Noch Ste. Barbara gasthuijs t’Utrecht, seven mergen lands, bruijct Cornelis voorsz tsjaars de mergen xlviij st. [facit] viij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs voorsz, ende bruijct Ghijsbert Adriaensz
Noch Cornelis Thijsz ende sijn huijsvrouw seven mergen lands, bruijckt Cornelis Cornelis Aelbertz voorsz tsjaars de mergen iiij5 schilt [facit] x oud schilt vij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Ghijsbert Adriaensz voorsz
Noch Ste. Bartholomaeus gasthuijs t’Utrecht
[Bestand 283, fol. 278v]
vijff mergen lands, bruijct Cornelis voorsz de mergen tsjaars om xlviij st. facit v oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs voorsz, ende bruijct nu d’weduwe van Jan Lauwen
Noch Cornelis voorsz negend’halve mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede tsjaars om iiij5 schildt, facit xiij oud schilt vij5 st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Cornelisz
Peter Smith t’Schoonhoven vijff mergen lands, bruijct Jacob Cornelisz tsjaars om xxij schildt, facit vij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Henrick Stoffelsz
Noch bruijct Jacob Cornelisz voorsz vijff mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede de mergen tsjaars om vijff schilt facit viij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Henrick voorsz
[Fol. 279]
Peter Smith t’Schoonhoven twee mergen lands, bruijct Bauweling Ghijsbertz tsjaars d’mergen om xlv st. [facit] ij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Henrz. Foppen
Noch t’gemeene land van Lopick drij mergen lands, bruijct Bauwelingh voorsz d’mergen tsjaars om xlv st. facit iij oud schilt ix st.
Bruijct nu Cornelis voorsz
Noch bruijct Bauwelingh voorsz seven mergen lands, hem selven toebehoorende, bij eede tsjaars de mergen vijff schildt facit xj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar Aelbert Foeck, ende bruijct Cornelis voorsz
De kerck tot Lopick twee mergen
[Bestand 284, fol. 279v]
lands, bruijct Cornelis Foppensz tsjaars om v k. gul. [facit] ij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft aen de voorsz kercke, ende bruijct nu Henrick Stoffelz
Noch d’heeren van Ste. Marien t’Utrecht vier mergen lands erff-pachts, bruijct Cornelis voorsz tsjaars de mergen bij eede iiij schilt, facit v oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen de voorsz heeren, ende bruijct nu Henrick voorsz
Noch bruijct Cornelis voorsz thien mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede tsjaars de mergen iiij schildt [facit] xiij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Henrick Stoffelz voorsz
Henrick Foppensz bruijckt
[Fol. 280]
vijff mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede de mergen tsjaars om v schilt facit viij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaarse ende bruijckerse d’weduwe van Fopp Henricxz
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Reijer Willemsz tsjaars de mergen ij g. gul. facit ij oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Jacob Reijerz
Noch bruijct Reijer voorsz xviij mergen lands hem selven toebehoorende bij eede d’mergen om v schilt [facit] xxx oud schilt
Nu eijgenaar Adriaen van Houff t’Utrecht van iij mergen twee hondt, bruijct Jacob Reijerz voorsz. Item noch eijgenaar ende bruijcker Jacob voorsz van xiiij mergen ende iiij hondt
Reijer Jansz ende Bart Dircxz burgers
[Bestand 285, fol. 280v]
t’Utrecht derthien mergen lands, bruijct Jacob Claesz tsjaars om xviij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars Herman de Witt t’Utrecht van x mergen, ende Bastiaen Michielz van iiij mergen, bruijct t’samen Bastiaen voorsz
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht vier mergen lands erff-pachts, bruijct Jan Joosten de mergen tsjaars om v schildt facit vj oud schilt xxviij st.
Bruijct nu in erffpacht Adriaen Jansz
Noch Anthonis Boll t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Jan voorsz de mergen tsjaars om xlv st. facit ij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Fred. Jansz t’IJssel-steijn
Noch de kerck in Lopick eene
[Fol. 281]
mergen lands, bruijct Jan voorsz de mergen tsjaars om xlv st. facit j oud schilt iij st.
Nu eijgenaar Fred. Jansz tot IJsselsteijn opten uijtgangh van een gulden tsjaars
Noch bruijct Jan voorsz xxix mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede d’mergen tsjaars om v schildt facit xlviij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Henrick Stoffelz van vier mergen, Adriaen Jansz van xiiij5 mergen, Henrick Cornelisz in Cabau van iij5 mergen, ende Fred. Janz tot IJsselsteijn van vij mergen
d’Heer van Cruijningen vier mergen lands, ende anderhalff hondt, bruijct Jan Dircxz tsjaars om v oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Lambertz
Noch bruijct Jan voorsz elfft’halve
[Bestand 286, fol. 281v]
mergen ende anderhalff hondt lands, hem selver toebehoorende bij eede d’mergen om iiij schilt [facit] xiiij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Henrick Cornelisz in Cabau van vj mergen, ende Cornelis Lambertz in Zevender van de reste
d’Heeren van St. Marien t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Jan Willemz Lammen, tsjaars de mergen ij g. gul. facit v oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Jan Bastiaenz in Cabau
Noch Jan voorsz kinderen ses mergen lands, bruijct Jan voorsz tsjaar den mergen ij g. gul j oort facit ix oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Cornelisz in Cabauw
Noch bruijct Jan voorsz vijffthien
[Fol. 282]
mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede de mergen ij g. gul. j oort facit xxij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Henrick Cornelisz in Cabauw, van x mergen, ende Adriaen Dircxz van vijff mergen
d’Heer van Cruijningen vier mergen lands, bruijct oude Jan Corsz tsjaars om ix k. gul. xij st. facit iiij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaar jo. Houcx tot Wijck, ende bruijct Sander Jansz in Zevender
Noch bruijct Jan voorsz seven mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede d’mergen v schilt [facit] xj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Adriaen Dircxsz voorsz
Ste. Geertruijden kerck t’Utrecht
[Bestand 287, fol. 282v]
twee mergen lands, bruijct Jonge Jan Corsz de mergen tsjaars om ij k. gul. facit j oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar Jacob Fransz t’Utrecht, ende bruijct Cent Aertsz
Noch de Bagijnen of Oude Haven tot Schoonhoven drij mergen lands, bruijct Jan voorsz de mergen tsjaars om ij k. gul. facit ij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaars ende bruijckers d’erffgen. van Ris Henr. Ockerz in Benschop
Noch bruijct Jan voorsz xx mergen lands hem selver toebehoorende bij eede d’mergen v schilt facit xxxiij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Dirck Reijerz t’Schoonhoven van vier mergen, Cent Aertz van x mergen, ende d’erffgen. van Ris voorsz, met Bastiaen Adr. Ghijsbertsz vande reste
Gerrit van Rijsenburgh t’Utrecht
[Fol. 283]
elff mergen lands, bruijct Reijer Jansz tsjaars om xxv g. gul. ij mud haveren t’mud x st. [facit] xvij oud schilt vj st.
Noch de heeren vanden Dom t’Utrecht vier mergen lands erffpachts, bruijct Reijer voorsz de mergen v schilt min j oort facit vj oud schilt xiiij st.
Noch bruijct Reijer voorsz elff mergen lands, hem selven toebehoorende, bij eede de mergen om v schilt min j oort facit xvij oud schilt xvij5 st.
Hier van behoort nu St. Bartholom. gasthuijs t’Utrecht sest’halve mergen, bruijct Jan Janz, Anthonis Dircxz ende Cornelis Bastiaenz vj5 mergen, bruijct Jan voorsz, Jan Hove in Benschop viij mergen, bruijct die selver, ende Adriaen van Hoeff t’Utrecht ses mergen bruijct Bastiaen Bors
t’Convent van Ste. Catharijna t’Utrecht
[Bestand 288, fol. 283v]
acht mergen lands, bruijct Anthonij Jan Gerritz tsjaars de mergen xxxix st. facit vij oud schilt xviij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Jan Anthoniz
Noch d’heeren van Ste. Marien t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Anthonis voorsz tsjaars om ij g. gul. de mergen facit v oud schilt xiiij st.
Bruijckt nu in erff-pacht Jan voorsz
Noch heer Cornelis vicarius tot Jaars-veldt vier mergen twee hond lands, bruijct Anthonis voorsz de mergen tsjaars xxxix st. [facit] iiij oud schilt j st.
Bruijct nu Jan voorsz van mr. Roeloff Straetsman possesseur offte Ghijsbert Sijloffsz patroon
Noch de kerck in Lopick vier
[Fol. 284]
hondt land, bruijct Anthonis voorsz tsjaars om xxvj st. facit j k. gul. vj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan voorsz op de uijtgangh van de voorsz xxvj st. t’sjaars
Noch bruijct Anthonis voorsz drij mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede d’mergen ij g. gul. [facit] iiij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Thoniz voorsz
t’Convent van Ste. Catharijnen t’Utrecht thien mergen lands, bruijct Pauwels Jansz tsjaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de convent voorsz, ende bruijct nu Henrick Egbertz
t’Convent van Oudtwijck vij mergen lands, bruijct Adriaen Jacobz tsjaars de mergen xliiij st. facit vij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Andries Jansz
[Bestand 289, fol. 284v]
Noch t’convent van Ste. Catharinen t’Utrecht drij mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars de mergen xliiij st. facit iij oud schilt vj st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Andries voorsz
t’Convent van St. Servaes t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Cornelis Lambert Evertsz de mergen tsjaars om liiij st. facit v oud schilt vj st.
Nu eijgenaar Willem van Nijveldt drost tot Muijden, ende bruijct Adriaen Henricxz
Noch Herman van Ravezwaeij t’Utrecht vijfft’halve mergen lands, bruijct Cornelisz voorsz d’mergen tsjaars om liiij st. facit v oud schilt xxxiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Adriaen Henricxz voorsz
Noch d’heeren van Ste. Maria t’Utrecht
[Fol. 285]
anderhalve mergen lands, bruijct Cornelis voorsz de mergen tsjaars om liiij st. facit j oud schilt xxxix st.
Den eijgendom blijfft aen de voorn. heeren, ende bruijct nu Adriaen vorosz
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht drij mergen lands, bruijct Cornelis Thonisz de mergen tsjaars om xlv st. facit iij oud schilt ix st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Jorden Cornelisz
Noch Adam van Diemens weduwe t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Cornelis voorsz de mergen tsjaars om xlv st. facit iiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaars d’heeren van Ste. Maria t’Utrecht, ende bruijct Jorden voorsz
Noch bruijct Cornelis voorsz seven mergen
[Bestand 290, fol. 285v]
twee hondt lands, hem selven toebehoorende bij eede tsjaars de mergen ij g. gul. facit ix oud schilt xxxij5 st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jorden voorsz
Heer Aert de Leeuw tot Schoonhoven ses mergen lands, bruijct Henrick Jansz de mergen tsjaars om lj st. facit vj oud schilt xxxvj st.
Nu heer Jan Otteland t’Schoonhoven, ende bruijct Jan Jansz Cosgen
Noch d’heeren vanden Dom t’Utrecht acht mergen lands, bruijct Henrick voorsz de mergen tsjaars om lj st. facit ix oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Cornelis Dircxz
Noch … t’Schoonhoven acht honds lands, bruijct Henrick voorsz tsjaars om j oud schilt xxvj st.
Behoort den H. Geest t’Schoonhoven vier hondt, ende den H. Geest in Lopick vier hond, bruijct Cornelisz voorz
[Fol. 286]
Noch de coster tot Lopick vier hond lands, bruijct Henrick voorsz tsjaars om xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen de costerije, ende bruijct nu Cornelis voorsz
Noch bruijct Henrick voorsz vier mergen lands, hem selver toebehoorende, bij eede tsjaars d’mergen om ij g. gul. facit v oud schilt xiiij st.
Behoort nu t weeshuijs binnen Schoonhoven, ende bruijct Pauwels Straver
Cornelis Nijs ses mergen lands, hem selven ende Jacob Jansz kinderen toebehoorende geestimeert op xij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jorden voorsz
Joost Jongens ses mergen lands, hem selven toebehoorende geestimeert op xij oud schilt
Nu eijgenaar Henrick ende Jan Cornelisz gebroeders van iij mergen, ende Jan Bastiaenz van twee
[Bestand 291, fol. 286v]
mergen, ende Cornelis van Nijburchs kinderen van de resterende een mergen, bruijct Hubert Jacobz
Jan Ghijsbertsz ter Goude eene mergen lands, bruijct Marten Willemsz d’mergen tsjaars om iij5 schilt, facit j oud schilt vj st.
Noch bruijct Marten voorsz derthien mergen lands, hem selver toebehoorende, bij eede de mergen v5 schildt facit xxiij oud schilt xxxv st.
Van dese twee perceelen behoort nu d’erffgen. van COrnelis Wouterz in Cabauw de helfft, ende Hubert Jacobz d’ander helfft, ende bruijct t’samen Hubert voorsz
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht drij mergen lands, bruijct Geerloff Gerritz d’mergen tsjaars om iij k. gul. facit iiij oud schilt xij st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz ende bruijct nu Pauwels Gerritz
[Fol. 287]
Noch bruijct Geerloff voorsz xiij mergen lands, hem selven toebehoorende met sijn kinderen, de mergen bij eede tsjaars om iij g. gul. facit xxvj oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Aert Bastiaensz van acht mergen, ende Pauwels Gerritz van vijff mergen
t’Convent van Ste. Catharina t’Utrecht acht mergen lands, bruijct Andries Sijmonsz de mergen tsjaars ij phs. gul. 1/2 st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Bastiaen Cornelisz
Noch t’convent van de Witte-vrouwen t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Andries voorsz tsjaars om ij oud schilt xvij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Cornelis Ghijsbertz ende Jan Bastiaenz Bors
Noch bruijct Andries voorsz twaelff mergen lands, hem ende sijn kinderen toebehoorende daar aff hij ses mergen in erffpacht
[Bestand 292, fol. 287v]
gebruijct van mr. Jan van Gronts-veldt tot Vijanen bij eede tsjaars de mergen om v schilt [facit] xx oud schilt
Nu eijgenaars van ses mergen d’erffgen. van Cornelis Woutersz in Cabauw, bruijct Jan Bastiaensz Bors, ende van de andre ses mergen eigenaars ende bruijckers Cornelis Ghijsbertz ende Jan voorsz
d’Heer van Cruijningen vijff mergen lands, bruijct Sijmon Gerritz getaxeert op x oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgen. van Loduwijck van Montfoort, ende bruijct Cornelis Corssz
Noch bruijct Sijmon Gerritsz voorsz elff mergen lands, hem selven toebehoorende getaxeert op xxij oud schilt
Hier van behoort nu Cornelis Corsz voorsz seven mergen, die hij selffs gebruijct, ende t’clooster op de Oude Haven binnen Schoonhoven d’resterende vier mergen, ende wert gebruijct bij Bastiaen Ghijsbertz
[Fol. 288]
Henrick van Leeuwenberchs erffgen. t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Henrick Willem Loeffsz tsjaars om xviij k. gul. facit viij oud schilt xxiiij st.
Behoort nu toe t’gasthuijs van Leeuwenb., ende bruijct Aert Bastiaenz
d’Heer van Cruijningen veerthien hondt lands, bruijct Wouter Jacobz getaxeert op iiij oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Bastiaen Janz in Lang.
Noch bruijct Wouter Jacobsz voorsz drij mergen vier hondt lands, hem selven toebehoorende, getauxeert op vij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Bastiaen voorsz
t’Gasthuijs t’Schoonhoven vier mergen lands
[Bestand 293, fol. 288v]
bruijct Henrick Jan Louwen om xxiij k. gulden facit x oud schilt xl st.
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs voorsz, ende bruijct nu Aert Adriaenz Cock, woonende tot Schoonhoven
Noch bruijct Henrick voorsz ses mergen lands hem selver toebehoorende bij eede de mergen tsjaars om vij schildt facit xiiij oud schilt
Nu eijgenaar het weeskindt van Jan van der Stael t’Schoonhoven ende bruijct Jan Ghijsbert Cuijper
De Baghijnen op de Oude Haven t’Schoonhoven acht-t’halve mergen lands, bruijct Bauweling Willemsz tsjaars de mergen om liiij st. facit ix oud schilt xxvij st.
Den eijgendom blijfft aen de Baghijnen voorsz, ende bruijct nu Bastiaen Ghijsbertz
Noch de Balier van Ste. Catharina t’Utrecht
[Fol. 289]
ses mergen lands, bruijct Bauwelingh voorsz de mergen tsjaars om liiij st. facit vij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen de Balier voorsz, ende bruijct nu Cornelis Ghijsbertz
Noch d’heer van Cruijningen ses-t’halve mergen lands, bruijct Bauweling voorsz de mergen tsjaars om liiij st. facit vij oud schilt iij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Ghijsbertsz Bors
Noch heer Frans t’Schoonhoven een mergen lands, bruijct Bauwelingh voorsz tsjaars om j oud schilt xij st.
Behoort nu t’weeshuijs t’Schoonhoven, ende bruijct Willem Jansz
Noch bruijct Bauwelingh voorsz
[Bestand 294, fol. 289v]
twaelff t’halve mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede de mergen iij g. gul. facit xxiij oud schilt
Hier van behoort nu Cornelis Ghijsbertz seven mergen, bruijct die selver, noch t’convent op de Oude Haven t’Schoonhoven een halve mergen, bruijct Bastiaen voorsz, ende t’weeshuijs te Schoonhoven vier mergen, bruijct Willem Jansz Strijn
Heer Frans t’Schoonhoven eene mergen lands, bruijct Lambert Willemsz tsjaars om xl st.
Nu possesseur heer Geno t’Schoonhoven, ende bruijct Cornelis Dionijz
Noch bruijct Lambert voorsz negen mergen lands, hem selven toebehoorende bij eede tsjaars de mergen om vj schildt facit xviij oud schilt
Nu eijgenaar van vijff mergen Henrick Cornelisz in Cabauw, bruijct Cornelis Dionijsz, ende van de resterende vier mergen eijgenaar ende bruijcker Cornelis Dioniz voorsz
d’Kerck in Lopick veerthien
[Fol. 290]
mergen lands, bruijct Cornelis Sijmonz in erffpacht bij eede d’mergen tsjaars om iij g. gul. facit xxviij oud schilt
Nu heefft d’kerck voorsz erffpacht wt ses mergen vernoegens de brieven, ende van de reste is eijgenaar Bastiaen Cornelisz die t’selve met den erffpacht voorsz in gebruijckende
d’Baghijnen in de Koe-straet tot Schoonhoven acht mergen lands, bruijct Lambert Cornelisz d’mergen tsjaars om viij schildt facit xxj oud schilt xiiij st.
Hier van behoort nu Henrick Dircxz in Zevender vier mergen gelegen aen de oostzijde, die hij van de heeren staten van Holland gecocht heefft, bruijct die selver, ende die kinderen van Jan Cornelisz de ander vier mergen, bruijct Cornelis Corsz der kinderen schoonvader
Noch bruijct Lambert voorsz seventhiend’halve mergen lands hem selven toebehoorende bij eede tsjaars d’mergen vij schilt [facit] xxxviij oud schilt xxj st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Wouter
[Bestand 295, fol. 290v]
Petersz van vijfft’halve mergen, Jan Ghijsbertz kuijper van ses mergen, ende de resterende ses mergen behooren t’clooster op de Oude Haven tot Schoonhoven, ende werden gebruijct bij Bastiaen Ghijsbertz
d’Kerck in Lopick twee mergen lands bruijct Cornelis Meeusz in erff-pacht bij eede tsjaars d’mergen v schildt [facit] iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Bastiaen Adriaen Ghijsbertz
Noch bruijct Cornelis voorsz twee mergen lands, hem selver toebehoorende bij eede tsjaars de mergen om v schildt facit iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Bastiaen voorsz
Braem Gerritsz ses mergen lands hem selver toebehoorende bij eede tsjaars om vj schildt de mergen facit xij oud schilt
Nu eijgenaarse de weduwe van Gerrit Braem, ende bruijct Jacob Baernsz in Zevender
[Fol. 291]
De memorie heeren t’Schoonhoven vier mergen lands, bruijct Pieter Henricxz de mergen tsjaars om v schilt facit vj oud schilt xxviij st.
Dese iiij mergen sijn bij d’heeren staten van Holland vercocht, ende sijn nu daar van eijgenaars ende bruijckers Willem Roeloffsz ende Cornelis Janz Keijser tot Oude-water
Noch bruijct Peter Henricxz voorsz twaelff mergen lands hem selver toebehoorende de mergen bij eede t’sjaars om v schildt facit xxiiij oud schilt
Hier van behoort nu t’gemeene landt van Lopick vier mergen bruijct Cornelis Lambertz, ende vande restende acht mergen is nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Lambertz voorsz
De choor-gesellen Ste. Maria t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Henrick Jansz
Den eijgendom blijfft aen de choorgesellen voorz, ende bruijct Cornelis Peterz
[Bestand 296, fol. 291v]
d’Heer van Cruijningen twee mergen anderhalff hondt lands, bruijct Henrick voorsz
Nu eijgenaarse d’weduwe van Loduwijck van Monfoort, ende bruijct Cornelis voorsz
Noch Gerrit Schelt t’Schoonhoven xiiij5 hondt lands, bruijct Henrick voorsz t’samen dese drij parceelen bedragen tsjaars om x oud schilt v5 st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Petersz voorsz
Heer Cornelis vicarius tot Jaars-velt anderhalff mergen lands, bruijct Willem Hendricxz tsjaars getauxeert op iij oud schilt
Nu mr. Roeloff Straetsmans possesseur offte Ghijsbert Sijloffsz patroon, bruijct Cornelis Ghijsbertsz
Adriaen van Nijvelt ses mergen
[Fol. 292]
lands, bruijct Cornelis Joostenz tsjaars om viij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Cornelisz Joostensz woonende in Jaarsfeldt
Novalia
Inde hoffstede van Jan Sebastiaensz omtrent den uijtwech, leijt een stuckgen lands t’welck den voorsz Jan Sebastiaensz huert van de weduwe van Herman Spoor t’Utrecht voor thien gulden jaarlijcx facit iiij oud schilt xxxij st.
Noch derd’halve mergen die Jan Ghijsbertsz van wijlen heer Jan Splinter vicarius St. Peters gebruijct, geestimeert tsjaars op ij oud schilt xxij st.
[Bestand 298, fol. 294]
Seven-hoeven [Lopikerkapel]
Bruijn Jansz t’Utrecht veerthien mergen lands, bruijct Adriaen Henricxz tsjaars om xxxv k. gul. facit xvj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar mr. Henrick van Zijll raets-heer in de Hove Provinl. t’Utrecht, ende bruijct Jan Dircxz Verweij, bruger binnen IJsselsteijn
Noch Henrick Laurensz tot Jaarsvelt ses mergen lands, bruijct Adriaen voorz tsjaars om viij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Bastiaen Thijssen
t’Convent tot IJssel-steijn acht mergen landts, bruijct Henrick Schrevelz tsjaars om xxiiij k. gul. facit xj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar sijn Gen. van Hohenloo, als heer ende man van vrouwe Maria geboren princesse van Orange .. als hebbende aengeslagen des voorsz convent goederen, ende bruijct Bastiaen voorz
[Bestand 299, fol. 294v]
Jan de Gribber tot Haarlem twintich hond lands, bruijct Joris Gerritsz tsjaars om x k. guldens, facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Jorisz op Jaars-felder Capel
Mijn heer van Huchtenbrouck ridder ses mergen lands, bruijct Peter Robbertz tsjaars om xiiij k. gul. facit vj oud schilt viij st.
Nu eijgenaars d’weduwe ende erffgen. van zalr. Jan Thijssz van Hensb., ende bruijct Bauwen Adriaensz
Noch Adriaen van Nijeveldt vier mergen lands, bruijct Peter voorsz tsjaars om xij k. gulden, facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar mr. Cornelis van der Nieustadt raed inden Hogen Rade in Hollant ende ambachts-heer op Sevenhouven
Heer Henrick de Jonge ses
[Fol. 295]
mergen lands, bruijct Claes Dircxz tsjaars om xvj k. guldens facit vij oud schilt xxvj st.
Nu possesseur heer Henrick van Millingen vicarius Ste. Peters t’Utrecht, ende bruijct Bauwen Adriaensz
Jan vande Voort ses mergen lands, bruijct Claes voorsz tsjaars om xij phs. gul. [facit] viij oud schilt xij st.
Nu leenvolger Jan Ram, ende bruijct Ghijsbert Ghijsbertz
d’Heeren van Oude-Munster t’Utrecht thien mergen lands, bruijct Claes Reijerz tsjaars om xx phs. gulden facit xj oud schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijfft aen de voorsz heeren, ende bruijct nu Bastiaen Thijssz
Noch mijn juffr. van Crommendijk
[Bestand 300, fol. 295v]
ses mergen lands, bruijct Claes voorz tsjaars om xviij k. guldens facit viij oud schilt xxiiij st.
Nu leenvolger ende bruijcker Claes Adriaensz
Noch Claes Reijersz voorsz vierdhalve mergen lands, bruijct hij selver, geestimeert bij eede tsjaars om v oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Claes Adriaensz voorsz
Bert Jansz bruijct eene halve mergen lands, hem selver toebehoorende geestimeert bij eede xxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Claes Adriaensz voorsz
Claes Bertsz weeskinderen tot Jaarsvelt iiij5 mergen een hond lands, bruijct Jacob Jansz tsjaars om xiiij5 k. gul. facit vj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van Aert Ram, ende bruijcken Bauwen Adriaenz voorsz
[Fol. 296]
Noch Ste. Jacobs gasthuijs t’Utrecht seven mergen lands, bruijct Jacob voorz tsjaars om xxj k. gul. facit x oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs voorsz, ende bruijct nu Adriaen Claesz
Noch t’convent van de Regulieren t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Jacob voorsz tsjaars om iij5 k. gul. facit j oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Goessen Jansz
Noch Jan van Duvoorden twee mergen lands, bruijct Jacob voorsz tsjaars om iiij phs. schildt facit ij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar Frans Gerritsz Brauwer ende bruijcker Jacob Jacobsz
Noch Aelbert Beijndop vier
[Bestand 301, fol. 296v]
mergen lands, bruijct Jacob voorsz tsjaars om xij5 k. gulden, facit v oud schilt xl st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Goosen Jansz van vierd’halve mergen, ende Adriaen Claesz van de resterende 1/2 mergen
Noch de kerck ende pastoor vander Capelle elck een mergen lands, bruijct Jacob voorsz den hoop tsjaars om iij5 k. gul. facit j oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen de kerck ende pastorije voorsz, ende bruijckt nu Goessen Jansz voorn.
Noch vierd’halve mergen lands, daar Jacob voorsz de drij deelen ende Ghijsbert Gerritz ende Elborch Ghijsbrant Adriaensz weduwe dat vierendeel aff toebehoort, geestimeert bij eede tsjaars om ix5 k. guldens facit iiij oud schlit xxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Goossen Jansz voorsz
Cornelis Corsz d’Man seven mergen lands
[Fol. 297]
daar heeren Jacob cappellaen Ste. Geertruijts t’Utrecht de twee deelen, ende Cornelis voorsz dat derdendeel aff toebehoort, geestimeert bij eede tsjaars om xvij k. gulden, facit viij oud schilt iiij st.
Nu eijgenaars Adriaen Claesz voor 1/3 deel, ende Henrick Jacobsz voor 2/3 deelen, ende bruijct int geheel, Adriaen Claez voorz
Jan van Duvenvoorde vier mergen lands, bruijct Cornelis Brenincx tsjaars om viij phs. gulden, facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu leenvolger ende bruijcker Cornelis Cornelisz Post
Heer Jan Jansz pastoor ter Cappelle, bruijct eene mergen lands, behoorende tot de papelijcke proven bij eede tsjaars om ij g. guldens facit j oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars d’kerck ende pastorije op Sevenhoven, ende bruijct Jan Henricxz Budt
Adriaen Ghijsbertsz bruijct een huijsinge
[Bestand 302, fol. 297v]
ende hoffstede daar vier off vijff appelbomen op staen, geestimeert bij eede tsjaars om x schilt [facit] iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Ghijsbertsz
Noch thien mergen lands, bruijct Jan van Hemert dan hij seijdt dat sijn, sijn overhoeven voor hem ende voor sijn schoudt geestimeert op xiij oud schilt xiiij st.
Novalia
Noch eene mergen competerende t’gemeene landt van Lopick geestimeert op j oud schilt xiiij st.
[Bestand 303, fol. 299]
't Gheijn
t’Convent van t’Gheijn bruijct liiij mergen lants, wterweerden hooch ende leech mit onlandt daar in gereeckent geestimeert bij eede tsjaars om l oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Thomas Damsz
Noch bruijct t’convent voorsz vier mergen omtrent t’selve convent leggende daar den boomgaert in begrepen is, geestimeert bij eede tsjaars om x oud schilt
Den eijgendom van stijff twee mergen blijfft aen t’convent ende bruijct nu Thomas Daemsz voorsz, item Claes Cornelisz van Vlooswijck is nu eijgenaar ende bruijcker van een mergen, ende Jan Henricxsz oock eijgenaar ende bruijcker van omtrent 1/m
De kerckmeester van de Buer-kerck ende
[Bestand 304, fol. 299v]
t’convent vande Witte-vrouwen t’Utrecht vijff mergen lands, bruijct Gerrit Lambertz tsjaars om viij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de Buerkerck ende t’convent voorsz, ende bruijct nu Dammus Jacobsz
t’Convent van Hierusalem binnen Utrecht vijffthien mergen lands, bruijct Cornelis Henricxz tsjaars om xl k. gul. facit xix oud schilt ij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Hubert Ghijsbertz
Noch t’convent van t’Gheijn voorsz vijff mergen lands, bruijct Cornelis voorsz tsjaars om xvij k. gulden facit viij oud schilt iiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Hubert Ghijsbertz voorsz
d’Heeren van Oudemunster t’Utrecht
[Fol. 300]
seven mergen landt, bruijcken Ghijsbert Hermanz van Jutphaes, ende Adriaen Stevensz tot Utrecht tsjaars om viij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen heeren voorsz, ende bruijct nu Claes Willemz Snel
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Elsgen Aelbert Jansz weduwe tsjaars om x5 k. gul. facit v oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Dirck Roos
Noch heer Thijman van Moerendael vicarius ten Dom t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Elsgen voorsz tsjaars om iiij oud schilt
Nu possesseur heer Cornelis Aertz, ende bruijct Dirck Roos voorsz
Noch Cornelis van Merenborch
[Bestand 305, fol. 300v]
vijff mergen lands, bruijct Elsgen voorsz om xix k. gul. j mud garsten xviij st. facit ix oud schilt xx st.
Nu eijgenaar mr. Gerrit van Merenborch bruijcker Dirck Roos voorsz
Noch bruijct Elsgen voorsz twee hondt lands, haar selffs toebehoorende tsjaars bij eede xxj st.
Nu eijgenaar mr. Johan Schade, bruijcker Maes Thonisz
Willem van Heusden twee mergen lands, bruijct Jan Ghijsbertsz tsjaars om vij k. guldens, facit iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar mr. Thomas Sosius ende Claes Cornelisz van Vlooswijck, ende bruijct Claes Cornelisz van Vloeswijck voorsz
Item noch den boomgaert bruijct
[Fol. 301]
Willem van Heusden selver geestimeert tsjaars op ij oud schilt
Nu eijgenaars mr. Thomas Sosius ende Claes Cornelisz van Vlooswijck voorsz ende bruijct deselve Claes Cornelisz
Jacob Sweers bruijct vijff hond lands hem selven toebehoorende geestimeert bij eede tsjaars om j oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Aertz
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Anna Thonis Aertsz weduwe tsjaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen heeren voorsz, ende bruijct nu Gerrit W. Snell
Jan van Egmond xiiij mergen lands, bruijct Aelbert Jansz tsjaars om jC phs. gul. facit lix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker jo. Johan Bax
[Bestand 306, fol. 301v]
Noch Jan voorsz negen d’halve mergen lands, bruijct Elsgen voorsz tsjaars om xxvj k. gulden facit xij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker jo. Johan Bax
Noch Jan voorsz vijff mergen lands, bruijct Gerrit Lambertz tsjaars om xv phs. gul. [facit] viij oud schilt xxxix st.
Nu eijgenaar ende bruijcker jo. Johan Bax
Noch Jan voorsz ses t’halff mergen lands, bruijct Jan Roijen tsjaars om vij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker jo. Johan Bacx
Noch Jan voorsz ses mergen lands bruijct lijen Dirck Lamb., tsjaars om vij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker jo. Johan Bax
[Fol. 302]
Novalia
Het kerck-hoff vant Gheijn groot omtrent twee hondt, geestimeert tsjaars op xxj st.
[Bestand 307, fol. 303]
t'Neder-eijnt van Jutphaes
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht twaelff mergen lands, bruijct Dirck Lambertsz tsjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Jan Willemsz in Jutphaes
Noch Evert Lambertsz Cremer vier mergen lands, bruijct Dirck voorsz tsjaars om iiij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan voorsz
Noch Steven van Waal iij5 mergen lands bruijct Dirck voorsz tsjaars om x k. gul. facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaarse juffr. Godefrida D. van Wijngaerden dochter, bruijcker Jan voorsz
Noch Michiel Ram iiij5 mergen
[Bestand 308, fol. 303v]
lands, bruijct Dirck voorsz t’sjaars om iiij5 oud schilt
Nu eijgenaars d’weduwe ende kinderen van zalr. Adriaen Ram bruijcker Jan Willemsz voorsz
Noch d’heeren vanden Duijtschen-huijs t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Dirck voorsz tsjaars om iiij5 oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de Duijtschen huijs voorsz ende bruijct nu Jan W. voorsz
Noch Goert Boll vier mergen lands, bruijct Dirck voorsz tsjaars om v oud schilt
Nu eijgenaarse juffr. Roecken, bruijckt Jan Willemsz voorsz
Noch Jan Willemsz Cremer xij mergen lands bruijct Dirck voorsz ten halven tsjaars om xij oud schilt
Nu eijgenaars den armen pott in St. Jacob kercke, bruijcker Jan W. voorsz
[Fol. 304]
Noch den abt ende convent van Ste. Pauwels t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Dirck voorsz tsjaars om x g. gul. facit vj oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen de abdije voorsz, ende bruijct Jan Willemz voorn.
d’Kerck van Jutphaes drij mergen lands, bruijct Dirck Willemsz tsjaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen kerck voorsz, ende bruijct nu Splinter Jansz
Noch heer Aelbert van Leeuwenberch ende Steven van Ruijtenberch sijn swager woonende tot Arnhem, een mergen lands, bruijct Dirck Willemz voorsz tsjaars om j oud schilt vij st.
Behoort nu toe d’voorsz kercke tot behouff van de armen, ende bruijct Splinter Jansz voorsz
Noch t’convent van Ste. Nicolaes t’Utrecht
[Bestand 309, fol. 304v]
acht mergen lands, bruijct Dirck voorsz tsjaars om viij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’voor convent, ende bruijct Splinter Jansz
Noch d’heeren van Oude-Munster t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Dirck voorsz tsjaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de voorsz heeren, ende bruijct nu Splinter Jansz
Noch vier mergen lands, Dirck voorsz selver toebehoorende geestimeert bij eede tsjaars om viij phs. gul. facit iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck Willemz
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Jan Eerstenz tsjaars om v5 oud schilt
Den eijgendom blijfft aen heeren voorsz, ende bruijct Claes Willemsz
[Fol. 305]
Heer Cornelis Peelt vicarius t’Oude-Munster t’Utrecht acht mergen lands, bruijct Cornelis Dircxz tsjaars om ix oud schilt
Nu possesseur heer Jan Tilborch vicarius t’Oudemunster, bruijckt Anthonis Cornelisz
Noch d’heeren van Ste. Maria t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Cornelis voorsz tsjaars om v5 oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijckt Anthonij Cornelisz
Noch de vicarien te Buerkerck t’Utrecht vier mergen lands bruijct Cornelis voorsz tsjaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de voorsz vicarius, ende bruijct Anthonij Cornelisz
Noch Ste. Barbara gast-huijs
[Bestand 310, fol. 305v]
vier mergen lands, bruijct Cornelis voorsz tsjaars om iiij5 oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’voorsz gasthuijs, ende bruijct nu Anthonij Cornelisz
d’Heeren vanden Dom t’Utrecht een hoeff lands, bruijct Willem Jansz tsjaars om xxvj k. guldens viij st. facit xij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Adriaen Willemsz
Noch Henrick van Bommel twee mergen lands, bruijct Willem voorsz tsjaars om xj5 k. gulden, facit v oud schilt xx st.
Nu eijgenaar Thijman van Kuijck cum socio, bruijck Henrick Henricxsz
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht
[Fol. 306]
acht mergen lands, bruijck Ghijsbert Jacobsz tsjaars viij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de voorsz heeren, ende bruijct nu Cornelis Dirckxz
Willem van Nievelt ses mergen lands, bruijct Andries van Dijck tsjaars vj oud schilt een mud garsten xviij st. j mud haveren x st. facit vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar Abraham Lus t’Leijden, ende bruijct Ghijsbert Adriaensz van Dijck
Noch mr. Dirck van Malssen de Jonge vicarius ten Dom t’Utrecht een halve hoeff lands, bruijct Andries voorsz tsjaars om ix oud schilt xx5 st.
Nu eijgenaar Willem Splinter Henricxz, bruijcker Ghijsbert Adriaenz van Dijck
Noch d’heeren van Ste. Peters t’Utrecht
[Bestand 311, fol. 306v]
een hoeff van xviij mergen lands, bruijct Andries voorsz tsjaars om xxvj g. guldens [facit] xvij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Ghijsbert van Dijck
Willem van Heusden vier mergen lands, bruijct Cornelis Henricxz tsjaars om xvj k. gul. [facit] vij oud schilt xxvj st.
Nu eijgenaar Willem van Drielenb., ende bruijct Jan Henricxsz Coott
Noch t’H. Cruijs gast-huijs buijten Utrecht vier mergen lands, bruijct Cornelis voorsz tsjaars om xvj k. gul. facit vij oud schilt xxvj st.
Nu eijgenaar Sebastiaen de Wijs, ende bruijct Henrick Jansz Goes
Noch Goert Jansz inden Bock
[Fol. 307]
vier mergen lands, bruijct Cornelis voorsz tsjaars om xxiiij k. guldens, facit xj oud schilt xviij st.
Nu toebehoorende den H. Geest binnen Utrecht, ende bruijct Pieter Jansz van Nes
t’Convent van Witte-vrouwen t’Utrecht xxj mergen lands, bruijct Cornelis den Olislager ten halven geestimeert bij eede tsjaars de mergen om xxx st. facit xv oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijcken nu Adriaen Dircxz Vonck xvij mergen, ende Gerrit Gerritz de resterende vier mergen
Noch t’convent voorsz een-ende-vijfftich mergen lands, bruijct Splinter van Rossum ten halven, geestimeert bij eede tsjaars den hoop om xlvj oud schilt
Den eijgendom als boven bruijct Adriaen Gerritz
Henrick van Gent woonende int
[Bestand 312, fol. 307v]
landt van Gelre, twee hoeven lands, bruijct Henrick Jansz tsjaars om jC k. gul. [facit] xlvij oud schilt xxvj st.
Nu eijgenaar d’heer van Gent, ende bruijct Hubert Cornelisz
Joost van Riet ses mergen lands, bruijct Gerrit Willemsz tsjaars om vj oud schilt
Nu eijgenaar Adam van der Meulen ende bruijct Sweer Dircxsz
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht een halve hoeff van acht mergen lands, bruijct Adriaen Ghijsbertsz tsjaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct Claes Ghijsbertz
Noch Hillgond van Zuijlen
[Fol. 308]
een halve hoeff lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om vij oud schilt
Nu eijgenaar Coenraet Strick bruijcker Claes Ghijsbertz
Noch d’heeren van Ste. Maria t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om iij5 oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de voorsz heeren, ende bruijct nu Claes Ghijsbertz voorsz
Noch t’convent van Vrouwen-clooster seven mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om ix5 oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent, ende bruijct Claes Ghijsbertz voorsz
Noch eene mergen lands, Adriaen voorsz selver toebehoorende ende hij bruijct, geestimeert bij eede tsjaars v k. gul. [facit] ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar Thijman van Kuijck cum socio, ende bruijcker Jan Adriaensz
[Bestand 313, fol. 308v]
d’Heeren vanden Dom t’Utrecht ses mergen lands, bruijckt Willem Adriaenz tsjaars om vij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den voorn. heeren, ende bruijct nu Jan Adriaenz
Noch Ste. Barbara gasthuijs t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Willem voorsz tsjaars om viij5 mud weijts t’mud xxxv st. facit vij oud schilt viij5 st.
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs, ende bruijct nu Jan Adriaenz voorsz
Noch Willemtgen Spijckers een hoeff lants, daar Jan Wantenaar twaelffde-deel aff toebehoort, bruijckt Willem voorsz tsjaars om xviij oud schilt
Nu eijgenaar Cornelis van Dierhoudt van de elff deelen, ende Jan Adriaenz vant xije deel ende bruijct t’samen Jan Adriaenz voorsz
d’Heeren van Ste. Catharina t’Utrecht
[Fol. 309]
vijff mergen lands, bruijct Adriaen Jansz tsjaars om vij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen heeren voorsz, ende bruijct nu Jan Willemz in Jutphaes
Juffr. Knijffs ses mergen lands, bruijct Goert Dircxz tsjaars om xxiiij k. gul. j stop botteren tot xxxv st. [facit] xv oud schilt v st.
Nu eijgenaar jo. Floris van Hackvoort, ende bruijct Anna Aert Gerritz weduwe
Noch Michiel Ram twaelff mergen lands, bruijct Goert voorsz tsjaars om xiij oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgen. van za. mr. Dirck Verbeeck, ende bruijcken Jan Claesz van Roijen, d’eene helfft, ende Gerrit Adriaenz Keijser d’ander helfft
Heer Arent Venroeij ses mergen
[Bestand 314, fol. 309v]
lands behoorende totter eenre portie der kercke tot Jutphaes, heeft Goert voorsz tot nochtoe gebruijct, maar sijn hem nu ontwaart, geestimeert bij eede tsjaars om vj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de kercke voorsz, ende is nu collater d’heer van Gendt, ende wert gebruijct bij Gerrit Willemsz
Jan van Kuijck acht mergen lands bruijct Willem Henrick Danielsz tsjaars om xiij oud schilt x st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van zalr. mr. Dirck Verkerck, ende bruijct Henrick Jansz Keijser op’t Overeijndt
Noch Bruijn van Kuijck sest’halve mergen lands, bruijct Willem voorsz tsjaars om vij oud schilt
Noch Wouter van Weede drij mergen lands, bruijct Willem voorsz om ix ph. gul. [facit] v oud schilt xv st.
[Fol. 310]
Noch Catharijn Damen als. deel anderhalve mergen lands, bruijct Willem voorsz tsjaars om j5 oud schilt
Dese voorsz drij parcelen maecken t’samen thien mergen, ende Willem van Drielenb. is nu eijgenaar van vj mergen, waer van Barent Adriaenz bruijct v mergen, ende Herman Beerntz een mergen, vander resterende vier mergen is nu eijgenaar ende bruijcker Adriaen Gerritsz
d’Heeren van den Dom t’Utrecht drij mergen lands bruijct Eerst van Roijen tsjaars om ij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Jan Jan Peterz
t’Convent van Ste. Nicolaes t’Utrecht xij mergen lands, bruijct Henrick Lambertz tsjaars xj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorz, ende bruijct nu Jan Adriaensz
d’Heeren van Oude-Munster t’Utrecht
[Bestand 315, fol. 310v]
twaelff mergen lands, bruijct Claes van Roijen t’sjaars om xviij oud schilt xix5 st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Dirck Claesz van Roijen
Noch Jan Ruijsschen weduwe thien mergen lands, bruijct Claes voorsz tsjaars om xix phs. gl., een vet vercken, off ses Rhijn gul. daar voor facit xiiij oud schilt vij st.
Nu eijgenaars Jacob van der Maeth cum socio, ende bruijcken Dirck van Roijen viij5 mergen, ende Leendert Janz anderhalve mergen
Noch derd’halve mergen Claes voorsz selver toebehoorende bij eede tsjaars om iij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Rosch van Schaijk
d’Heeren vanden Duijtschen-huijs een hoeff lands, bruijct Splinter Gerritz tsjaars om xxj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Splinter Gerritz opt’..
[Fol. 306]
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht sesthien mergen lands, bruijct Gerrit Gerrit Jansz tsjaars om xvj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen heeren voorsz, ende bruijct nu Gerrit Gerritz
Noch Gerrit van Renes vier mergen lands, bruijct Gerrit voorsz tsjaars om iiij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Gerritz
Noch t’convent van de Witte-vrouwen t’Utrecht drij mergen lands bruijct Gerrit voorz tsjaars om vj k. guldens facit ij oud schilt xxxvj st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent, ende bruijct nu Gerrit Gerritz voorsz
Noch heer Johan Beijer vijff mergen lands bruijct Gerrit voorsz tsjaars om viij oud schilt
Nu possesseur heer Aert Venroij viarius St. Maria, ende bruijct Willem Gerritz
[Bestand 316, fol. 311v]
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht twintich mergen lands, bruijct Henrick Ottensz tsjaars om xxiiij oud schilt
Nu eijgenaars jo. Jacob van Renesse van Baar, van sesthien mergen, ende d’heeren van Ste. Maria voorsz, vande resterende vier mergen, ende bruijcker Cornelis Gerritsz
Noch Ste. Agnieten clooster t’Utrecht elff mergen lands, bruijct Henrick voorsz tsjaars om xij5 oud schilt ij stoppen botteren elcke stop xxxv st. [facit] xiiij oud schilt vij st.
Den eijgendom blijfft aen t’selve clooster bruijcker Cornelisz voorsz
Noch de heeren van Ste. Peter t’Utrecht twee mergen lands, erff-pachts, bruijct Henrick voorsz tsjaars om ij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende is nu erff-pachtenaar ende bruijcker Cornelis Gerritz
Noch heer Cornelis Frenck twee
[Fol. 312]
mergen lands, bruijct Henrick voorsz tsjaars om iij k. guldens facit j oud schilt xviij st.
Nu possesseur heer Willem vicarius bruijcker Adriaen Dircxz Vonck
Jasper van Everdingen vier ende twintich mergen lands, bruijct Splinter Loeffsz tsjaars om xlviij phs. gulden [facit] xxviij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaars Willem Gerrit Joostensz tot Culenb. van viij mergen, den H. Geest binnen Utrecht voor iiij mergen, d’heeren van Ste. Maria oock van iiij mergen, bruijct t’samen Rutgert Rutgertsz, item d’heeren van St. Peters, eijgenaars van ij mergen, bruijct Gerrit Adriaensz Keijser, en d’selve Gerrit Adriaensz eijgenaar ende bruijcker van de resterende ses mergen
Noch de heeren van Oude-Munster t’Utrecht acht mergen lands bruijct Splinter voorz tsjaars om xj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct Claes Adriaenz van Meerlant
[Bestand 317, fol. 312v]
Noch de Buer-kerck t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Splinter voorsz iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen Buerkerck, ende bruijct nu Claes Adriaenz voorsz
Noch de choor-gesellen inden Dom t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Splinter voorz om ij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de choorgesellen, ende bruijct nu Claes Adriaenz voorsz
Noch juffr. van Culenberch drij mergen lands, bruijct Splinter voorsz tsjaars om xiij5 k. guldens facit vj oud schilt xviij st.
NU eijgenaar Willem van Drielenb., ende bruijct Jan Henricxz Koot
Noch den H. Geest t’Utrecht viij mergen lands, bruijct Splinter voorsz om xviij oud schilt ij mud haveren t’mud x st. j stop botteren xxxv st. [facit] xix oud schilt xiij st.
Den eijgendom blijfft aen de H. Geest, ende bruijct nu Dirck Collaert t’Utrecht
[Fol. 313]
d’Heeren van Oude-Munster t’Utrecht achtentwintich mergen lands, bruijct Claes Claesz tsjaars om xxx oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Willem Dircxsz
Noch de kerck van Jutphaes een hond lands, bruijct Claes voorz tsjaars om xxv st.
Jan de Witt brouwer ses mergen lands, bruijct Crijn Dircxz tsjaars om x5 oud schilt
Nu eijgenaar Adriaen van Beaumont bruijcker Jacob Willemz t’Utrecht
Noch Henrick van Bemmel
[Bestand 318, fol. 313v]
twee mergen lands, bruijct Crijn voorz tsjaars om iiij5 k. gulden, facit ij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar Adriaen van Beaumont bruijcker Jacob Willemz voorsz
Noch d’heeren van St. Peters t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Crijn voorsz tsjaars om xij k. guldens, facit v oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aen voorn. heeren, ende bruijct Cornelis Adriaenz Brouwer
Noch d’heeren van Ste. Peters t’Utrecht een hoeff lands, bruijct Anthonis Gelis om xxvj g. gul. [facit] xvij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Jan Claez van Roijen
[Fol. 314]
Noch t’convent van de Brigitten t’Utrecht vijff mergen lands, bruijct Anthonij voorsz tsjaars om v oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorz, ende bruijct nu Gerrit Willemz Snel
Noch elff mergen lands, hem eijgen toebehoorende geestimeert bij eede tsjaars om xj oud schilt
Nu eijgenaar Sebastiaen de Wijs bruijcker Henrick Jansz Goes
Noch t’convent van de Witte-vrouwen acht mergen lands, bruijct Adriaen Willemz tsjaars om xxv k. [gulden] j stop botteren xxxv st. [facit] xij oud schilt xxxj st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorz, ende bruijct nu Jacob Peterz
Noch Thomas Jansz twaelff
[Bestand 319, fol. 314v]
mergen lands, bruijct Adriaen voorz tsjaars om xxj oud schilt
Nu eijgenaars St. Bartholomaeus gasthuijs voor d’een helfft, ende Cornelis Henricxz voor d’ander helfft, ende bruijct t’samen d’selve Cornelis
Noch Henrick van Bemmel vier mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om xxij k. guldens, facit x oud schilt xx st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Joost Adriaenz in Achtersloot voor d’een helfft, ende Ghijsbert Leendertz van d’ander helfft
t’Convent van den Duijtschen-huijs negen mergen lands, bruijct Gerrit Aertz tsjaars om xiiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’selve convent, ende bruijct nu Gerrit Adriaenz Keijser
Noch t’convent van de Witte-vrouwen t’Utrecht iij5 mergen lands bruijct Gerrit voorsz iiij oud schilt xij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz ende bruijct Gerrit Adriaenz Keijser
[Fol. 315]
Noch Henrick Passer een halve hoeff lands, bruijct Gerrit voorsz tsjaars om xxx k. gul. facit xiiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Henrick Jansz Goes
Noch vierd’halve mergen lands, Gerrit voorsz selver toebehoorende geestimeert bij eede tsjaars om ix k. guldens facit iiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Adriaenz Keijser
t’Convent van St. Servaes t’Utrecht negen mergen lands, bruijct Cornelis van Oostrum tsjaars om viij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’selve convent, ende bruijcken Claes van Roijen ses mergen, ende Gerrit Gerritz de resterende drij mergen
Noch d’heeren van Ste. Peters t’Utrecht
[Bestand 320, fol. 315v]
seven mergen lands, bruijct Cornelis voorsz tsjaars om xxviij k. gul. facit xiij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Claes Claesz van Roijen
Noch Adriaen van Lans-croon vier mergen lands, bruijct Cornelis voorsz tsjaars om v oud schilt xiiij st.
Nu toebehoorende d’heeren van St. Jans tot een vicarie aldaar, ende bruijct Claes van Roijen voorsz
Noch d’heeren van de Dom vier mergen lands, bruijct Cornelis voorsz tsjaars om iiij phs. gul. facit ij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft aen de voorn. heeren, ende bruijct nu Claes van Roijen
Noch d’heeren van Oude-Munster t’Utrecht ses t’halve mergen lands, bruijct Cornelis voorsz tsjaars om vij oud schilt
Nu eijgenaar d’heeren van Ste. Maria tot Khoeff van een vicarie aldaar, bruijcker van Roijen
[Fol. 316]
Noch d’heeren van Ste. Maria t’Utrecht derd’halve mergen lands, bruijct Cornelis voorsz tsjaars om iij phs. gul. facit j oud schilt xxxiij st.
Den eijgendom blijfft aen de voorn. heeren, ende bruijckt nu Claes van Roijen
Noch vij5 mergen Cornelis voorsz selver toebehoorende geestimeert bij sijnen eede op vij5 phs. gul. facit iiij oud schilt xix5 st.
Nu eijgenaars Gerrit Gerritz ende Sweer van Oostrum elcx van de helfft, ende bruijct t’samen Gerrit voorz
Lubbert van Alendorp ende mijn heer van Huchtenbroeck thien mergen lands, bruijct Adriaen Jan Gerritz tsjaars om xij oud schilt
Nu eijgenaars d’heer van Huchtenbroeck ende Maria Cats, bruijcker Engbert Peterz
Noch t’convent van de Witte-vrouwen
[Bestand 321, fol. 316v]
ses mergen lands, bruijct Adriaen voorz s’jaars vj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Egbert Peterz
Noch de kerck van Jutphaes twee mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om viij k. gul. facit iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen de kerck, ende bruijct Egbert Peterz
Noch t’convent van St. Servaes t’Utrecht twee mergen lands bruijct Adriaen voorz tsjaars ij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorz, ende bruijct nu Engbert voorz
Noch drij mergen lands Adriaen voorz selver toebehoorende geestimeert bij eede tsjaars om ix k. gul. facit iiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaar Cornelis Theuniz bruijct hij selffs d’een helfft, ende Engbert Peterz d’ander 1/2
[Fol. 317]
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht acht mergen lands, bruijct Aert Goijertz tsjaars om xj5 oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Gerrit Aertz
Noch Ghijsbert Fredericxz erffgen. in West-broeck, ses mergen ende vier hond lands, bruijct Aert voorz t’sjaars om viij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Willem Goijert Maet van d’een helfft, ende J. Hermz. Overdam van d’ander helfft
Noch mr. Rutger vander Kerck een halve mergen lands, bruijct Aert voorsz tsjaars om ij oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgen. van mr. Dirck vander Kerck, ende bruijct in erff-pacht Gerrit Aertz
Noch vier hondt lands, Aert voorz selver
[Bestand 322, fol. 317v]
toebehoorende geestimeert bij eede tsjaars om j oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter Claesz
Willem Willemz Backers negen mergen lands, toebehoorende eenre vicarie Ste. Maria t’Utrecht bruijct Jan Aertsz tsjaars om xj g. gul. facit vij oud schilt xiiij st.
Nu possesseur heer Aert van Alphen, bruijcker Jan Jan Peterz
Noch juffr. Vermeij thien mergen lands bruijct Jan Aertsz t’sjaars om xiij5 oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers elcx d’helffte Willem Gerritz ende Claes Ghijsbertz
Noch Jan Henricxz iiij5 hond lands hem selver toebehorende geestimeert bij eede tsjaars om xxx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Hubert Ghijsbertsz tot IJsselsteijn
[Fol. 318]
Adriaen Ghijsbertz bruijct iii5 hondt lands, hem selver toebehoorende, geestimeert bij eede tsjaars om xxx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Hubert Ghijsbertz voorsz
Ste. Barbara gast-huijs thien mergen lands, bruijct Adriaen Jansz s’jaars om xiiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’selve gasthuijs ende bruijct nu Gerrit Adriaenz Keijser
Noch t’convent van de Daal viij mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijcken nu Splinter Gerritz, ende Ghijsbert Dircxz
Noch t’convent van St. Servaes t’Utrecht vier mergen bruijct Adriaen voorz tsjaars om vj oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijcken als boven
[Bestand 323, fol. 318v]
Noch bruijct Adriaen Jansz een hoeff lands, erff-pachts, hem selven toebehoorende geestimeert bij eede t’sjaars om xviij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Rosch van Schaijck, ende Jan Adriaensz elck van een vierendeel, item Frederick de Waal, eijdenaar van gelijcke vierendeel, bruijcken Splinter Gerritsz ende Ghijsbert Dircxz, ende vant resterende vierendeel eijgenaar ende bruijcker Willem Splinter Henricxz
Noch vier mergen lands Adriaen voorz selver toebehoorende geestimeert bij eede tsjaars om xij k. gulden facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Hubert Ghijsbertz tot IJssel-steijn
Jan van Roijen thien mergen lands, bruijct Anthonis van Roijen, t’sjaars om xx phs. gul. [facit] xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Dirck Claesz van Roijen, van vj mergen, ende Leendert Jansz van de resterende vier mergen
[Fol. 319]
Noch d’heeren van Ste. Peters t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Anthonis voorsz t’sjaars om iiij phs. gul. [facit] ij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijct nu Leendert Jansz
Noch St. Bartholomaeus gasthuijs t’Utrecht ses mergen lands, bruijckt Anthonis voorsz tsjaars om viij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct Leendert Jansz voorsz
Noch d’heeren van Oude-Munster t’Utrecht veerthien mergen lands, bruijct Anthonis voorsz t’sjaars om xxj oud schilt xxij5 st.
Den eijgendom blijfft aen de heeren voorsz, ende bruijcken nu Leendert Jansz thien mergen, ende Anthonis Ernstenz op Heijcoop de resterende vier mergen
Fijchgen Jan Claesz de Backers weduwe
[Bestand 324, fol. 319v]
Ende d’heeren van Oude-Munster t’Utrecht acht mergen lands, bruijct Henrick Dircxz tsjaars viij oud schilt
Nu eijgenaars d’heeren voorsz, ende bruijct Henrick Henricxz den Jongsten
Willem van Dorschen vijff mergen lands, bruijcken Henrick Dircxz ende Jan Dircxz
Noch Jacob Nenninck tot Soest, vijff mergen lands bruijcken Henrick ende Jan voorsz
Noch Henrick vander Borch drij mergen ende twee hond lands, bruijcken Henrick ende Jan voorz den hoop tsjaars om xlvj k. gul. facit xxj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van J. vander Eem van v mergen, bruijcker Cornelis Gerritsz, item Willem van Bencum eijgenaar van gelijcke v mergen, bruijcker Bernt Adriaenz ende Gerrit Jacobz ende t’convent van St. Secilien t’Utrecht, eijgenaars van de resterende drij mergen ende ij hondt, bruijcker Cornelis Gerritsz
[Fol. 320]
Jacob van Hoeff tot Amsterdam een hoeff lands, bruijct Ewoudt Dircxz tsjaars om xxiij5 oud schilt ij stoppen botteren elck stop xxxv st. facit xxv oud schilt vij st.
Nu eijgenaars d’erffgen. van de voorsz Jacob van Hoeff, bruijcker Jacob Ewoutz
Noch d’heeren van Ste. Maria t’Utrecht een halve hoeff lands, bruijct Ewout voorsz tsjaars om ix oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de voorn. heeren, ende bruijct Jacob Ewoutz
Noch d’heeren van de Dom t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Ewout voorsz tsjaars om v oud schilt
Noch t’convent van Bethlehem
[Bestand 325, fol. 320v]
vier mergen lands, bruijct Ewoudt voorsz t’sjaars om iiij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Aert Adriaenz t’IJssel-steijn, ende Jacob Ewoutsz
Noch de kerck tot Jutphaes een hond lands, bruijct d’voorn. Ewoudt t’sjaars om xxviij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct Jacob Ewoutsz
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht een halve hoeff lands, bruijct Reijner Jacobz tsjaars om xvj k. gulden facit vij oud schilt xxvj st.
Den eijgendom blijfft, bruijcken nu Cornelis Adriaensz iiij5 mergen ende Aert Hermz. de resterende iij5 mergen
Noch Gerrit van Winssen tot Woerden viij mergen lands bruijct, Reijner voorsz tsjaars om ix oud schilt
Eijgenaars t’convent van de Witte-vrouwen ende bruijcker Cornelis Willemz Mast
[Fol. 321]
Noch t’convent van de Witte-vrouwen t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Reijner voorsz tsjaars om ij g. guldens facit j oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorz, ende bruijct nu Claes van Roijen
Noch de kalander broeder-schap t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Reijner voorsz tsjaars om ij g. gul. vij st. facit j oud schilt xxj st.
Den eijgendom blijfft aen de selve broederschap, ende bruijct van Roijen
Noch deselve twee mergen lands, bruijct Beernt Gerritsz tsjaars om ij oud schilt
Nu eijgenaar Willem Splinter, ende bruijcker Cornelis Henricxz
Noch heer Arent Venroeij van
[Bestand 326, fol. 321v]
d’eende portie der kercken tot Jutphaes anderhalve hondt lands, bruijct Beernt voorsz t’sjaars om xv st.
Behoort nu aen de pastorije tot Jutphaes, ende wert gebruijct bij Cornelis Henricxz
Noch t’convent van Oost-broeck anderhalff hond lands, bruijct Beernt voorsz t’siaers om xv st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent ende bruijct nu Cornelis voorsz
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Jan Dircxz om vj oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijcker Cornelis Jansz
Noch d’heeren van Oude-Munster t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Jan Dircxz tsjaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de voorn. heeren tot behoeff van een vicarie aldaar, ende bruijct Cornelis Janz voorsz
[Fol. 322]
Noch de kerck van Ste. Geertruijt t’Utrecht twee mergen lants, bruijct Jan voorsz t’siaars om iiij k. guldens facit j oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Willem Gerritsz
Noch Ghijsbert van Zuijlens kinderen twee mergen lands, bruijct Jan voorsz om v k. guldens facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Willem Gerritz voorsz
Frederick ende Joost van Gendt gebroeders, negen mergen lands, bruijct Jan van Dijck t’siaars om xxv k. gul. facit xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar Frederick van Gent den ouden, ende bruijcker Henrick Henricxz den Jongsten
Noch d’heeren van Ste. Maria t’Utrecht
[Bestand 327, fol. 322v]
vier mergen lands, bruijct Jan voorsz t’siaars om vj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de voorn. heeren, ende bruijct nu Adriaen Janz van Dijck
d’Heeren van Ste. Catharina t’Utrecht seven mergen lands, bruijct COrnelis Henricxz tsjaars om xiiij phs. gul. facit viij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Anthonis Cornelisz
t’Convent van Vrouwen-clooster acht mergen lands, bruijct Adriaen Loeffsz t’siaars om ix oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Rosch Janz van Schaijck
Noch Claes de Ridder
[Fol. 323]
secretaris te Swoll drij mergen lands, bruijct Adriaen voorsz t’siaars om x k. gul. [facit] iiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar jo. Dirck Canther, ende bruijct Rosch van Schaijck
Noch Joost van Riet vier mergen lands bruijct Adriaen voorsz tsjaars om vj oud schilt
Nu eijgenaars t’convent van Ste. Agnieten bruijcker Rosch van Schaijck
Noch d’kerck van Jutphaes vier mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om xij k. gul. [facit] v oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijcken nu Rosch van Schaijck ende Jan Matheuz
Noch Steven van Ruijtenberch tot Aernhem vier mergen lands, bruijct Adriaen voorsz ‘sjaars om vj oud schilt
Nu eijgenaar d’erffgen. van jo. Willem de Waal, bruijcker Hubert Ghijsbertz
[Bestand 328, fol. 323v]
Noch Ste. Bartholomeus gasthuijs negen mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om xiij mud weijts t’mudt xxxv st. facit x oud schilt xxxv st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Henrick Janz Goes
Bruijn Jansz drij mergen lands, bruijct Jan van Broeckhuijsen t’siaars om xix5 phs. gul. [facit] xj oud schilt xxv5 st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Thomasz Cremer t’Utrecht
Jan van Doijenburghs weduwe seven mergen lands, bruijct Jan Foeijt tsjaars om xiiij k. gul. vij st. facit vj oud schilt xxxv st.
Nu eijgenaars jo. Jacob van Quarebbe cum socio, bruijckers Dirck Ernstenz op Heijcop van iij mergen, Aert op Heijcop van gelijcke iij mergen, ende Adriaen Otten op Heijcop van de resterende een mergen
Noch drij mergen lands Jan voorsz
[Fol. 324]
selver toebehoorende geestimeert bij eede tsjaars om ix oud schilt
Nu eijgenaar Peter Foeijt bruijcker Claes Willemsz
Mr. Aert Knoop vier mergen lands, bruijct Willem van Heijndersteijn tsjaars om xxiiij k. guldens facit xj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar mr. Willem van Radelant bruijcker Willem van Pijlswaart
Noch Gerrit Knoops weduwe vier mergen lands bruijct Willem voorz tsjaars om xxiiij k. gul. facit xj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Pijlswaert voorz off sijn moeder
Noch Gerrit Joostensz vijff mergen lands bruijct Willem voorsz tsjaars om xxv k. gul. facit xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaarse d’weduwe van D. Verhael bruijcker Jan van Roeijen d’jonge
[Bestand 329, fol. 324v]
d’Vicarien Ste. Peters t’Utrecht drij mergen lands, bruijct Anna Anthonis Aertz weduwe tsjaars om iij oud schilt xxxj st.
Den eijgendom blijfft aen voorn. vicarien, ende bruijct nu Dirck Ghijsbertsz t’IJsselsteijn
Mr. Huijch Snell ende de kerck van Jutphaes derthien mergen lands, bruijct Willem Jansz tsjaars om xiij oud schilt
Behoort nu aen de pastorije tot Jutphaes, ende bruijckt Henrick Janz Goes
Noch Michiel Ram drij mergen lands bruijct Willem Jansz tsjaars om iij oud schilt xxxiij st.
Eijgenaar ende bruijcker Henrick Goes
Noch juffr. Gruijters vier mergen lands bruijct Willem voorz tsjaars om xiij k. gul. xv st. [facit] vj oud schilt xxiij st.
Nu eijgenaar Sebastiaen de Wijs bruijcker Henrick Goes voorz
[Fol. 325]
Noch Willem van Heusden twee mergen lands bruijct Willem voorz tsjaars om viij k. gul. facit iij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar Sebastiaen de Wijs bruijcker Henrick Goes voorsz
Henrick van Bemmel een mergen lands, bruijct Aert Mautiz siaars om ij oud schilt
Nu eijgenaars Thijman van Kuijck cum socio, bruijcker Henrick Henricxz
d’Weduwe van Rijneveldt thien mergen lands, bruijct Eecht Cornelis Jansz tsjaars om xiiij oud schilt x st.
Nu eijgenaar jo. Frederick de Waal, bruijcker Cornelis Eerstenz
Noch den Heijligen geest
[Bestand 330, fol. 325v]
t’Utrecht acht mergen lands, bruijct Echt voorsz tsjaars om xj k. guldens, facit v oud schilt x st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct Cornelis Eerstensz
Noch t’convent van Ste. Nicolaes t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Eecht voorsz t’siaars om xj k. gul. facit v oud schilt x st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijckt Cornelis Eerstensz
Noch d’heeren van Ste. Peters t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Eecht voorsz tsjaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct Dirck Eerstensz op Heijcop
Noch d’heeren van Oude-Munster t’Utrecht drij mergen lands bruijct Eecht voorz tsjaars om iiij5 k. gul. [facit] ij oud schilt vj st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct Dirck Eerstensz op Heijcop voorz
[Fol. 326]
Noch heer Jan Beijer vijff mergen lands, bruijct Eecht voorz sjaars om viij oud schilt
Nu possesseur heer Aert Venroij vicarius St. Maria, bruijcker Cornelis Eerstensz
Noch twaelff mergen lands, toebehoorende Adriaen Jansz d’Jongh, Jan Jansz Neeffs, Eecht Cornelis Jansz weduwe ende Eechten voorsz kinderen, bruijct Eecht voorn. geestimeert bij eede, tsjaars op xviij k. guldens facit viij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Cornelis Eerstensz van ix5 mergen ende Dirck Eerstensz op Heijcop vande resterende derd’halve mergen
Lubbert de Waall van Vronesteijn xxxiij mergen lands, bruijct Jan Ghijsbertz tsjaars om jC k. gul. een vet vercken vj k. een g. gulden facit lj oud schilt xiij st.
Nu eijgenaars jonckheer Frederick de Waall bruijcker Goijert Cornelisz xiiij5 mergen, Gerrit Adriaenz in Gelecop negen mergen, Goijert Willemz op Vronesteijn vijff mergen
[Bestand 331, fol. 326v]
Ende IJsbrant Aertz tot Wijck de resterende vijfft’halve mergen behoorende tot een vicarije in St. Jacobs kercke
Noch den boomgaert, groot wesende omtrent een mergen getaxeert op iij oud schilt [doorgestreept]
bij resol. van mijn heeren de gedeputeerden van de staten van de xxven junij 1611 geroijeert
St. Jacob gast-huijs drij mergen lands, bruijct Jan Ghijsbertz tsjaars om viij k. gul. facit iiij oud schilt
Jan van Renes van Baer
[Fol. 327]
achtentwintich mergen lands, bruijct Adriaen Dircxz tsjaars om liiij oud schilt
Nu eijgenaar jo. Jacob van Renesse van Baar, bruijcker Cornelis Adriaenz
Den boomgaert bruijct Jan van Reness voorz selver, groot omtrent anderhalve mergen getaxeert op j oud schilt
De heeren van Oude-Munster t’Utrecht seven mergen lands, bruijct Willem Sijbertz tsjaars om ix oud schilt
Den eijgendam blijfft aen de heeren voorz, ende bruijct nu Jan Claez van Roijen
Noch de Buer-kerck t’Utrecht twee mergen lands bruijct Willem voorz d’mergen een oud schilt [facit] ij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Splinter Gerritz Block
[Bestand 332, fol. 327v]
Noch Gerrit van Malssen in Gelderland vijff mergen lands, bruijct Willem voorsz om xv gul. facit vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar d’erffgen. van zalr. mr. Dirck Verbeeck bruijcker Jan Claesz van Roijen
Heer Claes Jansz van Amersfoort off sijn nacomelingh drij mergen lands, bruijct Willem voorz den hoop ij oud schilt xvj st.
Nu possesseur Jan Bosch bruijcker Splinter Gerritz
d’Heeren van St. Jans t’Utrecht negen mergen lands, bruijct Herman Janz tsjaars om xj oud schilt
Nu eijgenaar d’heer van Gent bruijcker Aert Janz
d’Heeren van de Duijtschen-huijs t’Utrecht
[Fol. 328]
drij mergen lands, bruijct Dirck van Rhijn t’siaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Jan Henricxz Koott
Noch de selve heeren vijff mergen lands, bruijct Wijer Jansz s’iaars vij5 oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Cornelis Adriaensz Brouwer
Eerst Ghijsbertsz bruijct derd’halve mergen lands hem selver toebehoorende geestimeert bij eede tsjaars om ij5 oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Adriaen Jansz van Dijck
Juffr. van Culenborch seven
[Bestand 333, fol. 328v]
mergen lands, bruijct Gerrit Beerntz t’sjaars om xxxvj k. guldens facit xvij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar Willem van Drielenb. bruijcker Jan Henricxz Koott
Noch Thijman van Jutphaes met sijn susteren twee mergen lands, bruijct Gerrit voorsz tsjaars om vij k. gul. [facit] iij oud schilt xiiij st.
NU eijgenaar ende bruijcker Jan Henricxz Koott
Daem Henricxz bruijct anderhalve mergen lands, hem selver toebehoorende tsjaars om iij k. gul. facit j oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Hubert Ghijsbertz t’IJssel-steijn
t’Convent in de Birck
[Fol. 329]
negen mergen lands, bruijct Meijnert Petersz tsjaars om xxxij k. guldens facit xv oud schilt x st.
Nu eijgenaar Willem van Drielenb. bruijcker Jan Henricxz Koott
Noch Thijman van Jutphaes eene mergen lands, bruijct Meijnert voorsz tsjaars om iiij5 k. gulden facit ij oud schilt vj st.
Juffr. van Matenes acht mergen lands, bruijct Aert Wouterz tsjaars om viij oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgen. van Ghijsbert van Matenes, bruijcker Claes Willemsz
Juffr. van Groenevelt
[Bestand 334, fol. 329v]
vier mergen lands, bruijct Aert voorsz tsjaars om iiij oud schilt
Nu eijgenaar Franck vander Hoeve bruijcker Aert Jansz
Noch heer Frans Verhaar t’Oude-Munster twee mergen lands, bruijct Aert voorsz tsjaars om j oud schilt xiiij st.
Nu possesseur Jacob van Lendt vicarius t’Oude-Munster, bruijcker Claes Willemz
Noch Joost van Lendt thien mergen lands, bruijct Aert voorz tsjaars om xiiij oud schilt xxix st.
Nu eijgenaars St. Bartholomeus gasthuijs van ses mergen, ende Franck van der Hoeven van de resterende vier mergen
Noch d’heeren van Ste. Peters t’Utrecht
[Fol. 330]
acht mergen lands, erffpachts, bruijct Aert voorsz t’sjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu in erff-pacht Aert Janz
Noch d’heeren van de Duijtschen-huijs t’Utrecht drij mergen lands bruijct Aert voorsz t’sjaars om vj oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Aert Eerstenz op Heijcop
Noch Cornelis Gerritsz tot Woerden twaelf mergen lands, bruijct Aert voorsz t’siaars om xxix g. guldens, facit xix oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars St. Bartholomeus gasthuijs, ende bruijcker Claes Willemz
Jan van Valckenaar tot Renen
[Bestand 335, fol. 330v]
een hoeff lands, bruijct Willem Henricxz t’siaars om xx oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars juffr. van Mijnden van veerthien mergen, ende Gerrit Willemsz van de resterende twee mergen, bruijct t’samen Gerrit Willemz voorsz
Noch d’heeren van Oude-Munster t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Willem Henricxz t’siaars om v oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Gerrit Willemsz voorsz
Noch d’heeren van Ste. Maria t’Utrecht ses mergen lands erff-pachts, bruijct Willem voorsz geestimeert bij eede tsjaars om xij phs. gul. facit vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Willemsz
Noch Cornelis Woutersz ses
[Fol. 331]
mergen lands, erffpachts, bruijct Willem voorsz geestimeert bij eede tsjaars om xij phs. gul. [facit] vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar jo. Frederick de Waal bruijcker Gerrit Willemsz
Noch d’Buer-kerck t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Willem voorz tsjaars om v oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de Buerkerck, ende bruijct nu Gerrit Willemz voorsz
Marigen van Voordt ses mergen lands, bruijct Henrick IJdensz tsjaars om xxj5 k. gul. facit x oud schilt x st.
Nu eijgenaars d’weduwe ende erffgen. van Jan van Druenen, ende bruijcker Goijert Cornelisz in Galencop
d’Jonckheer van Beverwaart
[Bestand 336, fol. 331v]
eene mergen lands, bruijct Jan Janz t’siaars om vij5 k. gul. facit iij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis den Brouwer
Steven van Waall derthien mergen lands, bruijct Adriaen Goertz tsjaars om xxxix k. gul. [facit] xviij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaars Godefrida Daniel van Wijngaerdens dochter cum socio, ende bruijcker Aert Adriaenz
Noch t’H. Cruijs gasthuijs ses mergen lands, bruijct Adriaen voorz s’jaars om xviij k. gul. [facit] viij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs voorn. ende bruijct nu Aert Adriaenz
Noch t’convent van St. Servaes
[Fol. 332]
t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Adriaen voorsz t’siaars om vj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Aert Adriaenz
Noch heer Jacob van Gheer ende Katrijn Damen alias Deell van een vicarie in St. Jacobs kerck t’Utrecht seven mergen lands, bruijct Adriaen voorz tsjaars om xiiij phs. gul. [facit] viij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft aen de vicarie voorn., ende bruijct nu Aert Adriaensz
St. Barbara gasthuijs acht mergen lands bruijct Goert Aertz t’siaers om viij oud schilt
Den eijgendom blijfft, bruijcken nu Jan Verweij t’IJsselsteijn ende Lenart Ghijsbertz aenden IJsseldijck elck d’helft
Noch Lubbert van Groenenwoude
[Bestand 337, fol. 332v]
negen mergen lands, bruijct Goert voorsz tsjaars om xxij k. guldens facit x oud schilt xx st.
Nu de regeerders van de Regulieren t’Utrecht, ende bruijct Jacob Ewoutsz
Noch Cornelis Otten acht mergen lands bruijct Goert voorsz t’siaars om x oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Henrick Goes
Noch heer Peter van Haarlem St. Jans vier mergen lands, bruijct Goert voorsz tsjaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen een vicarije t’St. Jans, bruijct Bosch van Schaijck
Noch Adams van Diemens erffgen. vier mergen lands, bruijct Goert voorsz tsjaars om viij phs. gul. iiij oud schilt xxxij st.
Nu toebehoorende de Buerkerck, ende bruijct Rosch van Schaijck
[Fol. 233]
Noch vijffthien mergen lands Goerdt voorsz selver toebehoorende geestimeert bij eede t’sjaar om xvij5 oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Gerrit Keijser van iiij5 mergen, Jan van Roijen van gelijck iiij5 mergen, Hubert Cornelisz van ij mergen, Dirck Claesz van Roijen van ij mergen, ende Claes Ghijsbertz van de resterende twee mergen
Noch negen mergen lands, Goert voorsz toebehoorende, daar Jan van Roden in heefft anderhalff hondt lands, bruijct Goerds voorsz geestimeert bij eede t’siaars op xxxvj k. guldens facit xvij oud schilt vj st.
d’Coster drij mergen lands, toebehoorende totter costerije, bruijct Willem Adriaenz t’siaars om ix k. gul. [facit] iiij oud schilt xij st.
Den eijgendom blijfft aen de costerije voorsz, ende is nu possesseur ende bruijcker Jan Mathaeuz coster
[Bestand 338, fol. 333v]
Willem Rijcxz drij mergen lands bruijct Adriaen Ghijsbertz tsjaars om xij k. gul. facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar een man woonende tot Amersfoort, bruijcker Aert Adriaenz op Heijcop
d’Weduwe van Henrick de Jongh vier mergen lands, bruijct Adriaen Janz s’jaars om iiij oud schilt
Nu eijgenaarse Margriet van Leeuwen bruijcker Willem Gerritsz
Noch de vicarije Ste. Peters t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om iij5 oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de vicarijen voorz, ende bruijct nu Willem Gerritsz
Noch heer Claes Medenblick t’Oude-Munster acht mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om ix oud schilt
Den eijgendom blijfft aen de heeren van Oude-Munster tot behoeff van seeckere vicarije aldaar, bruijct Willem Gerritz voorsz
[Fol. 334]
Noch mr. Joost t’Buer-kerck vier mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om vijff mud weijts t’mud xxxv st. facit iiij oud schilt vij st.
Nu toebehoorende t pest gasthuijs, ende bruijct Willem Gerritz voorsz
Noch de Buer-kerck t’Utrecht thien mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om ix oud schilt xij st.
Den eijgendom blijfft aen de Buerkerck, ende bruijct nu Willem Dircxz
Onse vrouw te noot Goodes t’Buerkerck t’Utrecht twee mergen lands erffpachts, bruijct Adriaen voorsz geestimeert bij eede t’sjaars om iij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Adriaen Gerritz
[Bestand 339, fol. 334v]
Den abt van Ste. Pauwels t’Utrecht acht mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om x g. gul. facit vj oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen de abdije voorsz, ende bruijct nu Willem Gerritz
Novalia
d’Weduwe ende kinderen van zalr. Reness van Moormont twee mergen lands, bruijct Cornelis Adriaensz Brouwer, getaxeert op v oud schilt
[Bestand 340, fol. 336]
Galen-coop
Jan Eersten van Roijen thien mergen lands, hem selven toebehoorende ende hij bruijct, geestimeert bij eede t’sjaars om xij5 oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jacob Thonisz van Bijlevelt
Henrick Verborch vier mergen lands, bruijct Adriaen Pauweliz tsjaars om x g. guldens facit vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaarse juffr. Magdalena Feijten weduwe van zalr. jo. Willem van der Burch, van wegen haal. kinderen, ende bruijct Gerrit Adriaensz in Galencoop
Noch juffr. van Drie-bergen vier mergen lands, bruijct Adriaen voorsz t’siaars om iiij oud schilt
Nu eijgenaars jo. Nicolaes van Mathenes van Wijbisma van wegen sijn huijvrouw erffgen. van jo. Vincent Lockhorst, bruijct Gerrit voorz
[Bestand 341, fol. 336v]
t’Convent van den Daal twee mergen landts, bruijct Jan Huijgen tsjaars om v oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent, ende bruijct nu Gerrit Adriaenz voorz
Eggert Cloeck burger t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Adriaen Pauwelsz tsjaars om xiij k. guldens, facit vj oud schilt viij st.
Nu eijgenaars Jan Croock cum socis, bruijct Gerrit Adriaenz voorsz
t’Convent van Outwijck vier mergen landts, bruijct Adriaen voorsz t’siaars om xiij k. gul. [facit] vj oud schilt viij st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent, ende bruijct Gerrit Adriaensz voorsz
Noch t’convent van den Daal
[Fol. 337]
sesthien mergen lands, bruijct Willem Beerntz t’siaars om xxiij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Goijert Jansz achter d’oude hoffstede
d’Bagijnen op ‘t Bagijnhoff, ende mijn juffr. van Driebergen vijff mergen lands, bruijct Gerrit Petersz tsjaars om xiiij k. guldens facit vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaars t’Bagijnhoff voorsz ende jo. van Mathenes in den qualite als vooren, bruijct Gerrit Adriaenz voorsz
Heer Jan de Coningh Ste. Peters, ende t’convent Ste. Cecilia t’Utrecht vier mergen lands bruijct Lijsken Spijckers t’siaars om xj k. guldens facit v oud schilt x st.
Nu t’convent van Ste. Cecilien, ende een vicarius in den Dom, eijgenaars ende besitters resp., bruijct Ghijsbert Corneliz als drost
t’Convent van Vrouwen-clooster
[Bestand 342, fol. 337v]
seven mergen lands, bruijct Dirck van Rhijn t’siaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nnu Jacob Theuniz van Bijleveldt, in Niestraet
t’Convent van den Duijtschenhuijs seven mergen lands bruijct Frederick Claesz tsjaars om xvj oud schilt
Den eijgendom blijff, ende bruijct Jacob Thonisz voorsz
t’Convent van den Daal vier mergen lands bruijct Gelis Quinten tsjaars om xv k. guldens, facit vij oud schilt vj st.
Den eijgendom blijfft, bruijct Joost van Roijen acht t’Wijstraaet
t’Convent van Ste. Nicolaes
[Fol. 338]
t’Utrecht thien mergen lands, daar van d’een helfft t’convent selver gebruijct, ende d’ander helfft bruijct Gelis van Roijen tsjaars om xxvj oud schilt
Den eijgendom blijfft, bruijcken d’een helfft Johan van IJsselt ende d’ander helfft Joost van Roijen voorz
Wouter van Diemen vier mergen lands bruijct Claes Jansz tsjaars om xxv k. guldens facit xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaars Aelbert Foeck van wegen sijn huijsvrouwe, met juffr. Judith van Schonenb., bruijct Claes Gerritz in den Tolle-steech
t’Convent van Hierusalem twee mergen lands bruijct Henrick Jacobz tsjaars om xij5 k. gul. facit v oud schilt xl st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct Joost van Roijen voorsz
Noch mr. Rutgert van der Kerck twee mergen lands, bruijct Henrick Jacobz tsjaars om xij5 k. gul. [facit] v oud schilt xl st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Joost voorsz
[Bestand 343, fol. 338v]
d’Bagijnen op ‘t Bagijnhoff binnen Utrecht vierd’halve mergen lands, bruijct Lijsken Spijckers, tsjaars om xj k. gul. facit v oud schilt x st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Cornelis Ghijsbertz Drost
Noch Ste. Bartholomeus gast-huijs t’Utrecht een halve mergen lands, bruijct Lijsken voorz tsjaars om ij phs. gul. facit j oud schilt viij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Cornelis Ghijsbertsz voorsz
Noch d’heeren van Ste. Maria ‘t Utrecht acht mergen lands, bruijct Lijsken voorsz t’sjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct Cornelis Ghijsbertz voorsz
Goossen van Schaijck Gerritsz
[Fol. 339]
twee mergen lands, erff-pacht bruijct Jan Eerstensz geestimeert bij eede tsjaars op ij5 oud schilt
Nu eijgenaarse Aeltgen van Roijen weduwe van Aert Gerritsz van Wijckenb., ende bruijct Dirck Collart
Henrick Verborch twee mergen lands, bruijct Jan Fransz tsjaars om ij5 oud schilt
Nu eijgenaarse juffr. Magdalena Foeijten, in qualite als vooren, ende bruijct Dirck Collart voorsz
Jan Saal ende Eggert Croock vier mergen lands, bruijct Frederick Claesz tsjaars om xxv k. gul. facit xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaars Jan Croock cum socis, bruijct Gerrit Adriaensz in den Tolle-steech
t’Convent van Brand-olij
[Bestand 344, fol. 339v]
ses mergen lands, bruijct Jan Eersten de mergen t’sjaars om xxxv st. facit v oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Dirck Anthonisz van Broeckhuijsen
t’Convent van Oudt-wijck ses mergen lands, bruijcken sij selver, geestimeert bij eede, t’siaars de mergen om v k. gl. facit xiiij oud schilt xij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Jan Gerritz van Boeckholdt
Noch juffr. van Driebergen ses mergen lands, bruijct t’convent van Oudt-wijck voorsz t’siaars om xxx5 k. gul. [facit] xiiij oud schilt xxij st.
Nu eijgenaar jo. Nicolaes van Mathenesse in qualite als vooren, ende bruijct Dirck van Botteijcken in den Wildem.
Mr. Willem Croock vicarius
[Fol. 340]
Ste. Maria t’Utrecht, ses mergen lands, bruijcken Peter Jansz ende Pauwels van Blockhoven tsjaars den hoop om xl k. guld. facit xix oud schilt ij st.
Nu eijgenaars Johan Crook cum socio, ende bruijct Henrick Ghijsbertsz d’Jonge
t’Convent van Oudt-wijck elff mergen lands, bruijcken sij selffs, geestimeert bij eede t’siaars de mergen om v k. gul. facit xxvj oud schilt viij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Jan Gerritsz van Boucholt
t’Convent van den Duijtschen-huijs seven mergen lands, bruijct Cornelis Ghijsbertz t’sjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Goris Jansz Vleijschouwer
Juffr. van Driebergen twee mergen lands,
[Bestand 345, fol. 340v]
bruijckt Peter Hugensz t’sjaars om iiij oud schilt
Henrick Verborch twee mergen lants, bruijct Ghijsbert Lambertz tsjaars om xj k. gl. [facit] v oud schilt x st.
Nu jo. Nicolaes van Mathenesse in qualite als vooren eijgenaar van den voorsz vier mergen, bruijct Jan Gerritz Kickvors in Galencoop
De proost van Ste. Peters t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Willem Dircxz t’sjaars om ix5 k. gulden, facit iiij oud schilt ij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Dirck Collart
Ghijsbert van Nienrode seven
[Fol. 341]
mergen lands, bruijct Jan van Zanden t’sjaars om xlvj k. guldens, facit xxj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Hermanz Saelmaker
d’Heeren van den Duijtschen-huijs t’Utrecht seven mergen lands, bruijct Anthonis Dircxz tsjaars om xj oud schilt xviij st.
Den eijgendom blijfft, bruijct nu Jan Henricxsz Keijser in Tollen-steech
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht acht mergen lands, bruijct Peter Sweertsz t’sjaars om xx oud schilt
Den eijgendom blijfft, bruijct nu Jan Gerritz Kickvors voorsz
Goossen Ghijsbertsz van Schaijck
[Bestand 346, fol. 341v]
op Cleij, vier mergen lands, bruijckt hij met sijn dochter, geestimeert bij eede tsjaars om xx k. guldens, facit ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker van ij mergen Ghijsbert Goosz van Schaijck, ende van d’andere twee mergen, eijgenaar Dirck Ghijsbertz op den Coppel, ende bruijct Gelis Daemsz van Zeijst, bij t’vleeschuijs
Anthonis Jansz vier mergen lands, bruijct hij selver geestimeert bij eede tsjaars om xiiij k. guldens facit vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar Henrick Thonisz op Alendorp, bruijcker Jacob Thonisz sijn broeder
De Melaten buijten Utrecht thien mergen lands, bruijct Henrick Henricxz tsjaars om lxxv k. gul. facit xxxv oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Henrick Jansz Vleeshouwer
Frans Thijmansz vijff mergen lands, bruijct Dirck Henricxsz
[Fol. 342]
Noch Willem Henricxz eene mergen lands, bruijct Dirck voorn. den hoop tsjaars om xx oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker van den voorsz ses mergen Henrick Jansz Lakencooper
t’Convent van Oudt-wijck ses mergen lands, bruijct t’convent voorsz selver geestimeert bij eede de mergen om v k. gl. [facit] xiiij oud schilt xij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Jan Gerritz van Bockholt
d’Heeren van den Duijtschen-huijs vijff mergen lands, bruijct Willem Adriaensz Damsz de mergen t’sjaars om iiij k. gul. facit ix oud schilt xxij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Splinter Gerritsz Block in Jutphaes
t’Convent van den Daal vier
[Bestand 347, fol. 342v]
mergen lands, bruijct Jan Hugenz tsjaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Jan Adriaenz weduwe genaemt Gerrichgen Joost Jacobsz dochter
Noch d’heeren van Ste. Maria t’Utrecht eene mergen lands, bruijct Jan Hugensz voorsz tsjaars om iij k. guldens facit j oud schilt xviij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu d’weduwe van Jan Adriaenz voorsz
Ste. Bartholomeus gasthuijs vier mergen lands, bruijct Gerrit Aertsz tsjaars ix5 oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Gerrit Adriaensz Keijser in Jutphaes
Henrick Verborch vier mergen lands,
[Fol. 343]
bruijct Willem Henricxz t’sjaars om viij5 oud schilt
Nu toebehoorende Ste. Barbara gasthuijs t’Utrecht, ende bruijct Gerrit Adriaensz in Tolle-steech
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht veerthien mergen lands, bruijcken Willem van Hindersteijn, burger t’Utrecht, ende Willem Sijbertsz t’siaars om xxvij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende bruijcken nu elck voor een vierendeel, Erasmus Jansz in Abstede iij5 mergen, Goijert Cornelis Hubertz in Galencoop iij5 mergen, Henrick Marcelis Wiertz in Jutphaes iij5 mergen, Stoffel Gelisz, ende Cornelis Francken in Abstede, oock iij5 mergen
d’Regulieren binnen Utrecht vier mergen lands, bruijcken sij selffs, geestimeert bij eede tsjaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Jan Gerritz van Bockholdt
[Bestand 348, fol. 343v]
Goossen van Schaijck Gerritsz acht mergen lands, ende een vierdel, bruijcken Peter Back ende Pauwels van Blockhoven
Noch Roeloff in den Hulck ende Jan van Welij drij mergen lands, min een vierdell bruijcken Pieter ende Pauwels voorn. t’siaars den hoop om lviij k. gul. vij5 st. facit xxvij oud schilt xxxiij5 st.
Nu eijgenaars jo. Thijman Sloot als man ende voocht van sijn huijsvrouw erffgen. van Jan van Groesb., van ‘t vierendeel van den voorn. elff mergen, ende d’erffgen. van Anthonis van Ghijsbert van Schaijck, van d’andre drij deelen, bruijcken Jan Gerritsz van Bocholt v mergen ende Gerrit Keijser, met Jan Willem Gerritz in Galencoop elck de helfft van ses mergen
Heer Jan van Huchtenbroeck ses mergen lands, bruijct Willem Jan Danesz t’Jutphaes t’siaers om xxx k. guldens facit xiiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaar jo. Willem van Gendt heer tot Gent, van wege sijn huijsvrouw, bruijct Willem Gerritz jonge Worff
[Fol. 344]
d’Heeren van den Duijtschen-huijsch twee mergen lands bruijct Splinter Gerritz tsjaars om iij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Splinter Gerritz Block in Jutphaes
Heer Johan van Huchtenbroeck thien mergen lands bruijct Willem Beerntz de jonge tsjaars om xxxj k. gul. facit xiiij oud schilt xxxij st.
Nu eijgenaar jo. Johan van Huchtenbroeck burgermr. t’Utrecht, bruijct Goijert Cornelisz Hubertsz
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht thien mergen lands, bruijct Jan Esch tsjaars om xx oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorz, ende bruijct nu Cornelis Cornelis Thonisz
Den H. Cruijs buijten Utrecht
[Bestand 349, fol. 344v]
vier mergen lands, bruijct Jacob Ghijsen t’siaars om viij5 oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Gerrit Adriaenz in Galencoop
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Adriaen Pauwelz t’sjaars om xj k. guldens, facit v oud schilt x st.
Den eijgendom blijfft aen den voorn. heeren, ende bruijct nu Gerrit Adriaenz voorn.
Noch t’convent van den Witte-vrouwen t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Adriaen Pauwelz voorsz tsjaars om viij k. guldens facit iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft, bruijct Gerrit Adriaenz voorsz
t’Convent van Oudt-wijck vijff mergen lands, bruijct Frederick de kistemr. t’siaars viij oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct Gerrit Adriaensz voorsz
[Fol. 345]
Eggert Croock burger t’Utrecht vijff mergen lands, bruijct Jan van Roijen, achter de oude hoffstede t’siaar om xxx k. gl. [facit] xiiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Gerritsz in Papendorp
t’Convent van den Daal sesthien mergen lands, bruijct Huijch Gerritz t’siaars om xxvij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers de kinderen van Ghijsbert Rutgers van Vijanen vleeshouwer
Gerrit van Rijsenborch vier mergen lands, bruijct Bruninck Foeck burger t’Utrecht t’siaars om xij oud schilt
Nu eijgenaars jo. Justus heer van Rijsenb. cum socis, bruijct Willem Jansz in Papendorp
t’Convent van Vrouwen-clooster
[Bestand 350, fol. 345v]
sesthien mergen lands, bruijct t’convent voorsz selffs, de mergen t’siaars om vj k. gul. [facit] xlv oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Claes Janz in de Koestraet
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht drij mergen lands bruijct Jan de Witt de brouwer t’sjaars om ix k. gul. xij st. facit iiij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Claes Jacobz achter t’vleeshuijs
Ste. Barbara gasthuijs drij mergen lands bruijct Jan Goes, den hoop tsjaars om xv k. gul. facit vij oud schilt vj st.
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs voorsz, ende bruijct nu Jan Gosenz van Roijen voorsz
d’Juffr. van den Witte-vrouwen
[Fol. 346]
twee mergen lands, bruijcken sij selffs, geestimeert bij eede tsjaars om vj k. gul. facit ij oud schilt xxxvj st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Jan Cornelisz in den Doot-kist
t’Convent van Oudt-wijck vijff mergen lands, bruijcken sij selfs, geestimeert bij eede tsjaars om xxv k. gul. [facit] xj oud schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Jan Gerritsz van Bockholt
Mechtelt Ghijsbert Jansz weduwe vijff mergen lands, bruijct Cornelis de Haen timmerman, t’sjaars d’mergen om vj phs. gul. [facit] xvij oud schilt xxxvj st.
Nu toebehoorende Ste. Barbara ghasthuijs t’Utrecht bruijck Jan van Roijen voorz
t’Convent van Ste. Nicolaes t’Utrecht
[Bestand 351, fol. 346v]
ses mergen lands, bruijct t’convent voorsz selver, geestimeert bij eede t’sjaars op xviij oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijct nu Jan van IJsselt
t’Convent van Ste. Cecilia t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Philips Hermanz tsjaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu d’weduwe Aert Cornelisz van Padmeers
Ste. Barbara gasthuijs t’Utrecht vier mergen lands bruijct Dirck Kippingh t’sjaar om x oud schilt
Den eijgendom blijfft, bruijct d’weduwe voorz
Cathrijn in de Hell twee mergen lands bruijct Wouter Ghijsbertz t’Utrecht tsjaars om vij phs. gl. [facit] iiij oud schilt vij st.
Nu is Goort Knijff Thomaz van
[Fol. 347]
wegen sijn huijsvrouw met de voorsz twee mergen beleendt bij den Dom-proost t’Utrecht, ende worden gebruijct bij Cornelis Knijff zijde-laken-coper
Wouter Ghijsbertsz wantsnijder vier mergen lands, bruijct die selffs, geestimeert bij eede tsjaars om xvj phs. gul. [facit] ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Knijff voorn.
Ste. Bartholomaeus gast-huijs vier mergen lands, bruijckt Keijser in Tollen-steech t’sjaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Dirck Cornelisz Snijder op t’Oude-kerckhoff
Goossen van Schaijck
[Bestand 352, fol. 347v]
vier mergen lands, erff-pachts, bruijct Jan Eerstenz t’siaars om v oud schilt
Nu eijgenaarse Aeltien van Roijen weduwe van Aert Gerritz van Wijckenburgh, bruijcken haar zoon Joost van Roijen, twee mergen, ende Dirck Collart twee mergen
Marichgen Willem Henricxsz weduwe vier mergen lands, bruijct sij selffs, geestimeert bij eede t’siaars om xx k. gul., facit ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaar Nicolaes van Corderoort, ende bruijcker, Gelis Damz van Zeijst
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Adriaen Cornelisz tsjaars om viij k. gul. [facit] iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft, bruijct Gelis voorz
Noch Jan Zaall t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Adriaen voorsz t’sjaars om xij k. gulden, facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar Cornelis Jansz van Merenb., bruijcker Gelis Daemsz voorsz
[Fol. 348]
d’Heeren van den Dom t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Jan Goes t’siaars om xvj oud schilt
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende bruijcken nu Jan Gerritz Kickvors ende Jan Mauritz in Galencoop elck drij mergen
d’Heeren van Ste. Catharina t’Utrecht vijff mergen lands, bruijct Jan Cornelisz tsjaars om xxij5 k. guldens facit x oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Jan Gerritsz Kickvors voorsz
t’Convent van Ste. Cecilia t’Utrecht vijff mergen lands, bruijct Ewout Lambertsz tsjaars om xviij k. guldens facit viij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Aert de Comans weduwe
Beernt van Solms erffgen.
[Bestand 353, fol. 348v]
vier mergen lands, bruijct Anthonis Jansz t’siaars om x oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Hermanz Zaelmaker
Henrick de Cuijper ende Gelis van Roijen vier mergen lands, bruijcken sij selffs, geestimeert bij eede, t’siaars om xxiiij k. gul. facit xj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaar Cornelis van Merenborch, ende bruijcker Gilles Daemsz
t’Convent van den Daal twaelff mergen lands bruijct Jan Hugensz op Craenen hoffstede, acht mergen ende Jacob Schink. op Oude-hoffstede vier mergen, tsjaars om xxix oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Jan Gosenz van Roijen ende Cornelis Verhaar, elck vj mergen
Ste. Barbara gast-huijs
[Fol. 349]
ses mergen lands, bruijct Bruninck Foeck burger t’Utrecht, tsjaars om xxx k. gl. [facit] xiiij oud schilt xij st.
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs, ende bruijct nu Jan van Roijen voornt.
Henrick Verborch ende mr. Gerrit van Boel vier mergen lands, bruijct Dirck d’Goijer burger t’Utrecht t’siaars om xvij k. guldens facit viij oud schilt iiij st.
Nu toebehoorende Dirck Cornelisz als possesseur van seeckere vicarije in de Buerkercke t’Utrecht, ende bruijct Cornelis Dircxz Snijder sijn vader
Ste. Bartholomeus gast-huijs drij mergen lands, bruijct Oth Ghijsbertsz tsjaars om xv k. gul. facit vij oud schilt vj st.
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs, ende bruijct nu Cornelis Snijder voorn.
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht
[Bestand 354, fol. 349v]
vijff mergen lands, bruijct Willem Blanckert t’Jutphaes t’siaars om xj oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Adriaen Joosten tot Bunninck
Ste. Barbara gast-huijs t’Utrecht ses mergen lands bruijct Jan Jansz t’siaars om viij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Adriaen Otthen cum socis op Heijcoop
Noch d’heeren van Oude-munster van een vicarie ses mergen lands, bruijct Jan voorsz t’siaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Dirck Anthonisz van Broeckhuijsen
t’Convent van Bethlehem buijten Utrecht
[Fol. 350]
negen mergen lands, bruijct Gerrit Aertz t’siaars om xij oud schilt xxxv st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Gerrit Adriaensz Keijser
t’Convent van den Daal acht mergen lands, bruijct Jan Ghijsbertz tsjaars om xxiij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijcken nu Claes Hermz Vleeshouwer, ende Cornelis Adriaensz sijn swager
d’Heeren van Oude-munster t’Utrecht acht mergen lands, bruijct Ghijsbert Lambertsz tsjaars om xviij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijcken nu Goris Jansz vijff mergen, ende Adriaen Otthen cum socis drij mergen
Willem Crom drij mergen lands
[Bestand 355, fol. 351v]
erff-pachts, bruijcken Peter Back ende Pauwels van Blockhoven, tsjaars om xiiij k. gul. xv st. facit vij oud schilt j st.
Nu eijgenaar heer Evert van Cordenoort canonick St. Peters, bruijckers van dese, mette twee navolgende partien als volcht
t’Convent van Ste. Pauwels t’Utrecht drij mergen lands, bruijct Gerrit Jansz tsjaars om vj oud schit
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz
Goosen van Schaijck Gerritsz twee mergen lands, bruijct Peter ende Pauwels voorz tsjaars om ix k. gul. den hoop facit iiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaar Coenraet Strick, ende worden de bovengesz drij partijen gebruijckt bij Adriaen Dircxz Vonck voor iij mergen, ende Jan Gerritsz van Boekholdt met Goris Jansz d’ander vijff mergen
Claes van Waal, tawelff mergen lands
[Fol. 351]
bruijct Cornelis Goertsz in Galencop de helfft, ende Peter Back ende Pauwels van Blockhoven d’ander helfft, Pauwels ende Peter geven jaarlijcx xix oud schilt, ende Cornelis Goertz geeft ix oud schilt, facit t’samen xxviij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker van vijff mergen Adriaen Dircxz Vonck, ende van den andere seven mergen eijgenaar Gerrit Gerritz Zoontgen in de Leech-weijde, bruijcken Jan Gerritsz van Bockholdt
t’Convent van den Witte-vrouwen drij ende dertich mergen lands, bruijct Cornelis Goertsz met dat goet ten halven geestimeert bij haaren eede tsjaars om xl oud schilt
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorsz, ende bruijckt nu Adriaen Dircxz Vonck voorsz
Gerrit Poth vier mergen lands,
[Bestand 356, fol. 351v]
bruijct Daniel Henricxz t’sjaars om xiij k. gul. facit vj oud schilt viij st.
Nu eijgenaarse juff. Petronelle Gerrit Potths dochter, met haar twee susters, ende bruijct Jan Willem Gerritsz in Galencoop
[Bestand 357, fol. 353]
Papen-dorp
t’Convent van Ste. Pauwels t’Utrecht hondert vijffthien mergen lands, bruijct Jacob Schinckel, daar de hoffstede mede in gereeckent is, t’siaars om jC xlvj oud schilt xxv st.
Den eijgendom blijfft aen t’convent voorz, bruijcken nu Cornelis Anthonisz hondert ende vijff mergen, Huijch Willemsz vier mergen, ende Wouter Jansz Poeland, de resterende ses mergen
Noch t’convent voorsz vijfftich mergen landt, bruijct Gerrit Janz t’siaars om xxxiiij oud schilt
Den eijgendom blijfft als boven, ende bruijct nu Jan Gerritsz
[Bestand 358, fol. 353v]
mergen lands, bruijct Truijtgen Adriaen Beenrtsz tsjaars om viij k. gul. j st. facit iij oud schilt xxxv st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Willem Jansz
Noch t’convent voorsz vier-ende-veertich mergen lands, bruijct Huijch Gerritsz t’siaars om xxiiij oud schilt xiij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Huijch Willemsz voorn.
Noch t’convent voorsz seven ende twintich mergen lands, bruijct Jan Ess t’sjaars om xvj oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Wouter Jansz Poeland voorsz
[Bestand 359, fol. 355]
Den Ouden Rhijn ende Heijcop
T’hijman van Roijen bruijct xx mergen lands, hem met sijn twee soonen, Jan Fredericxz sijn broeder, Ghijsbert Jansz sijn swager tot Werckhoven, ende Jan Eerstenz te Houten toebehoorende, geestimeert bij eede, de mergen xlviij st. facit xxij oud schilt xxxvj st.
Noch de steen-bickers gilde drij mergen lands, bruijct Thijman voorsz tsjaars om iij oud schilt
Nu eijgenaar van den bovengez xxiij mergen jo. Johan Ruijsch, bruijcker Gerrit Adriaenz van Roijen aen den Ouden Rijn
Noch Ste. Barbara gast-huijs t’Utrecht acht mergen lands, bruijct Thijman voorsz tsjaars om xxiiij k. gul. [facit] xj oud schilt xviij st.
Den eijgendom blijfft aen t’gasthuijs voorsz, ende bruijct nu Cornelis Verhaar
[Bestand 360, fol. 355v]
Noch heer Willem Vos vicarius St. Jans t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Thijman voorsz t’siaars om xxxvj k. gul. [facit] xvij oud schilt vj st.
Den eijgendom blijfft aen den voorsz vicarije, ende bruijct nu Beernt Janz int Swarte-peert
Den Dom-deecken t’Utrecht xvj mergen lands, bruijct Anthonis Woutersz t’siaars om xxj oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Adriaen Adriaenz Klufft
Noch t’convent van Zoest seven mergen lands, bruijct Anthonis voorz t’sjaars om xx k. guldens, facit ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter Dircxz woonende in den Ouden Rhijn
Noch Jan Buth wijntapper
[Fol. 356]
twee mergen lands, bruijct Anthonis voorsz tsjaars om vj gulden ij mud haveren t’mud x st. [facit] iij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter Dircxz voorn.
Noch juffr. van Driebergen twee mergen lands bruijct Anthonis voorsz de mergen tsjaars om xxiiij st. facit j oud schilt vj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter voorz
Noch t’convent van Ste. Catharina t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Anthonis voorsz tsjaars om v k. gulden, facit ij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Peter Dircxz voorsz
Joost Woutersz acht mergen lands
[Bestand 361, fol. 356v]
hem met sijn twee weeskinderen toebehoorende t’sjaars om viij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Henricxz aen den Ouden Rhijn
Noch d’heeren van Ste. Maria t’Utrecht acht mergen lands, bruijct Joost Wouterz tsjaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Adriaen Albertz aen den Ouden Rhijn
Willem Albertz thien mergen lands bruijct Cornelis Ghijsbertz tsjaars om xv oud schilt
Nu eijgenaar Anthonis van Nes, in den Stapel tot Utrecht, ende bruijct nu Anthonis Dircxz aen den Ouden Rhijn
Mr. Thijman van Moerendael
[Fol. 357]
sesthien mergen lands, bruijct Aelbert Hermansz t’siaars om xxj oud schilt
Nu eijgenaar Jan van Herdenbroeck tot Culenborch, ende bruijct Reijer Goutsz aen den Ouden Rhijn
Truijtgen Anthonis Jansz weduwe seven-en-twintich mergen lands, bruijct Eerst Ghijsbertsz geestimeert bij eede tsjaars om j oud schilt de mergen facit xxvij oud schilt
Nu eijgenaars d’maerschalck Diepholt soons kinderen, ende bruijct Dirck Cornelisz aen den Ouden Rhijn
Noch de selve seven mergen lands, bruijct Eerst Ghijsbertsz geestimeert bij eede tsjaars om de mergen, j oud schilt, facit vij oud schilt
Nu eijgenaars jo. Roetert van Landscroon ende juffr. van Ratingen, ende bruijct Gerrit Henricxsz aen den Ouden Rhijn
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht
[Bestand 362, fol. 357v]
acht mergen lands, bruijct Jan Hermansz t’siaars om viij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Jan Jansz Sas, woonende aen den Ouden Rhijn
Noch een vicarie in Ste. Maria kerck t’Utrecht vier mergen lands bruijct Jan Hermansz voorsz tsjaars om vj5 oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Jan Sas voorsz
Anthonis Beef-landt twintich mergen lands, waar van hij xviij mergen bruijct, ten halven, geestimeert bij eede tsjaars de mergen j oud schilt [facit] xx oud schilt
Nu eijgenaars d’erffgen. van Beeffland, ende bruijct Jan Sas voorsz
Noch Anthonis Beefflants dochter, ende Ste. Barbara gasthuijs t’Utrecht
[Fol. 358]
acht mergen lands, bruijct Jan Hermanz voorsz, t’gasthuijs vj mergen om xij k. gul., ende de andere twee mergen om ij oud schilt t’samen vij oud schilt xxx st.
Bruijct nu Jan Jansz Sas voorsz
Heer Jacob Croll, canonick Ste. Maria t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Jan Baers tsjaars om viij k. guldens, facit iij oud schilt xxxiiij st.
Bruijct nu Bastiaen Ewoutsz woonende aen den Ouden Rhijn
Noch Peter van Doijenburch twee mergen lands, ende bruijct Jan Baers voorsz tsjaars om iiij phs. gul. facit ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Henricxz woonende aen den Ouden Rhijn
Noch den Jongen Dirck van Doijenborch, twee mergen lands,
[Bestand 363, fol. 358v]
bruijct Jan Baers voorsz tsjaars om iiij phs. gul. [facit] ij oud schilt xvj st.
Nu eijgenaar jo. Jacob van Quarebbe, ende bruijct Gerrit Henricxsz voorsz
Noch Truijtgen Anthonis Jansz weduwe eene mergen lands, bruijct Jan Baers voorsz tsjaars om iiij k. gulden, facit j oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Henricxz voorsz
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Martijn Willemsz tsjaars om xij k. guldens, facit v oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft aen den heeren voorsz, ende bruijct nu Gerrit Adriaenz
Noch d’heeren van St. Jans t’Utrecht
[Fol. 359]
negen mergen lands, ende twee hondt, bruijct Martijn voorsz t’siaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Gerrit Adriaensz voorsz
t’Convent van Ste. Catharina t’Utrecht veerthien mergen lands, bruijct Goijert Jacobsz tsjaars om xxviij k. gulden facit xiij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Frans Willemz
Jan van Waal t’Utrecht vierentwintich mergen lands, bruijct Goijert Aertz d’mergen iiij k. gul. ende j stop botteren om xxxv st. facit xlvj oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaar jo. Briel, tot Thiel, bruijct Philips Adriaenz van Roijen
t’Convent van den Duijtschenhuijs
[Bestand 364, fol. 359v]
t’Utrecht thien mergen lands, bruijct Dirck Quierinsz t’siaars om xvj oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Thonis Dircxz
d’Heeren van Oude-munster ende de Ziecken t’Utrecht t’samen vijff mergen lands, bruijct Dirck Jansz tsjaars om xvij k. gul. [facit] viij oud schilt iiij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijckt nu Sebastiaen Ewoutz
Catharijn Henrick Huberz weduwe t’Utrecht, thien mergen lands, bruijct Willem Cornelisz tsjaars om xxxvj k. guldens, facit xvij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar Volcken Both, ende bruijct nu Sebastiaen Ewoutsz
d’Heeren van Ste. Catharina t’Utrecht
[Fol. 360]
sesthien mergen lands, bruijct Peter Joostenz t’siaars om xvj oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Ghijsbert Peterz in den Ouden Rhijn
Noch bruijct Peter voorsz vier mergen lands, die hij gebruijct heefft van den rentmr. van Ste. Catharina, t’siaar om xiiij k. gul. [facit] vj oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaars d’heeren van Ste. Catharina ende die van Ste. Niclaes, ende bruijct nu Ghijsbert Peterz voorsz
Joncker Jan van Renesse twaelff mergen lands, bruijct Anthonis Ghijsbertz tsjaars om xxvj oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jacob Claesz woonende aen den Meern
Noch mr. Dirck van Abcoude
[Bestand 365, fol. 360v]
pastoor Ste. Geertruijdt t’Utrecht acht mergen landt, bruijct Anthonis voorsz t’siaars om xxix k. guldens, facit xiij oud schilt xxxiiij st.
Nu eijgenaar heer Ghijsbert van Schaijk, ende bruijck Jacob Claesz voorsz
Noch t’convent van Ste. Cecilien t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Anthonis voorsz tsjaars om viij phs. guldens facit iiij oud schilt xxxij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijcken nu Jan Sas, ende Gerrit Rijsbosch
Juffr. Crusings t’Utrecht acht mergen lands bruijct Peter Baers tsjaars om viij oud schilt
Nu eijgenaars ende bruijckers Cornelis Henricxsz van ij mergen, Roelof Thoniz van iij mergen ende Jan Gerritz in Galecop van drij mergen
Noch Eggert Croock ende Jan Zaal
[Fol. 361]
t’samen vijff mergen lands, bruijct Peter voorsz tsjaars om xxiiij k. gul. facit xj oud schilt xviij st.
Nu eijgenaars Peter van Merenb., ende Johan Croock, bruijcker Jan Petersz van den Dam
Noch Goijert Boll t’Utrecht vijff mergen lands, bruijct Peter voorsz tsjaars om xx phs. gl. [facit] xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar Dirck van Westrenen, ende bruijcker Baers Peterz
Noch Goijert Boll voorsz vijff mergen lands, bruijct Willem Adriaenz tsjaars om xxv phs. guldens facit xiiij oud schilt xxxvij st.
Nu eijgenaar Dirck van Westrenen, ende bruijcker Baers Petersz
d’Heeren van den Dom t’Utrecht
[Bestand 366, fol. 361v]
acht mergen lands, bruijct Jan Gerritz t’siaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Henrick Beerntz aen den Ouden Rhijn
Mijn heer van Rennenborch seven mergen lands, bruijct Jan voorsz tsjaars om xviij k. gul. [facit] viij oud schilt xxiiij st.
Nu eijgenaar jo. Aert Berck, ende bruijcker Jacob Cornelisz
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht twaelff mergen lands, bruijct Peter Petersz tsjaars om viij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct Ghijsbert Jansz in den Ouden Rhijn
Noch Ste. Barbara gasthuijjs t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Peter voorsz t’siaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Gerrit Adriaenz aen den Ouden Rhijn
Een vicarije in Ste. Maria kerck t’Utrecht, sesthien mergen lands, bruijct Jan Buth wijntapper, t’siaars om xxij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Peter Dircxz in den Ouden Rhijn
Juffr. Crusings thien mergen lands, bruijct Cornelis Jansz tsjaars om xiiij oud schilt
Nu eijgenaar Dirck Canter, ende bruijct Gerrit Adriaensz voorsz
Noch Frederick van Roijenb. vijff mergen lands, bruijct Cornelis voorsz t’siaars om viij oud schilt
Nu eijgenaars juffr. van Ratingen ende Roetert van Lans-croon, bruijct Gerrit Hendricxz in den Ouden Rhijn
Noch Peter Foeijt vier mergen lands
[Bestand 367, fol. 362v]
bruijct Cornelis voorz t’siaars om xvj k. guldens iiij st., facit vij oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Adriaensz voorsz
Juffr. van Voorn vijff mergen lands, bruijct Cornelis voorsz tsjaars om xix5 k. gl. facit ix oud schilt xij st.
Nu eijgenaar jo. Lubbert van Parijs van Zuijdoort ende bruijct Jan Peterz aen den Dam
Peter Gerritsz Merenborch met sijn mede-werckers, twaelff mergen lands, bruijct Gerrit Splinterz t’siaars om xvij oud schilt
Nu eijgenaar mr. Gerrit van Merenborch, bruijcker Claes Gerritz aen den Hoochweijde
Adriaen Cornelisz bruijct
[Fol. 363]
vier mergen lands, hem selver toebehorende t’siaars bij eede de mergen j oud schilt facit iiij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Henricxz in den Ouden Rhijn
Frederick van Rodenborch met sijn mede-werckers, derd’halve mergen lands, bruijct Jan van Roijen tsjaars om iiij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Claes Gerritsz voorsz
Huijch Gerritsz bruijct drij mergen lands, hem selver toebehorende t’siaar bij eede geestimeert op iij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Huijch Willemsz
Dirck Bollen kinderen
[Bestand 368, fol. 363v]
thien mergen lands, bruijct Jan Janz geestimeert bij eede tsjaars om x g. guldens facit vj oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar Dirck van Westrenen, ende bruijct Jacob Jansz
Noch d’kerck Ste. Maria t’Utrecht twaelff mergen lands, bruijct Jan voorz tsjaars om xij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Jacob Jansz voorsz
Sweer van Suijlens weduwe acht mergen lands, bruijcken Jan Loeffsz ende Gelis Dircxz t’siaars om xxvij5 oud schilt
Nu eijgenaars die van St. Jans, ende bruijct Claes Hermansz vlees-houwer met sijn mede-werckers
d’Kerck St. Jacobs t’Utrecht
[Fol. 364]
sesthien mergen lands, bruijct de kerck voorsz selver, geestimeert bij eede tsjaars om xviij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Jacob Claesz aen den Meern
t’Convent van Brand-olij t’Utrecht acht mergen lands bruijct Ghijsbert Jansz tsjaars om xx oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Dirck Eerstenz op Heij-coop
Noch St. Aechten outaer in St. Jacobs kerck t’Utrecht eene mergen lands bruijct Ghijsbert voorsz tsjaars om v k. guldens facit ij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Dirck Eerstensz voorsz
De Ziel-priesters St. Jans t’Utrecht
[Bestand 369, fol. 364v]
vier mergen lands, bruijct Dirck Lambertsz t’siaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Evert Henricxzz van Steensel
Jan Foeijt t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Jan Gerritsz tsjaars om x oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Verhaar
Den H. Geest t’Utrecht seven mergen lands, bruijcken Cornelis Ghijsbertsz ende Arent Goijertsz t’siaars om xiiij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijcken Cornelis Adriaensz ende Claes Hermanz
Heer Willem Schellenberch acht mergen lands, bruijct Joost Wouterz tsjaars om xviij oud schilt
Bruijct nu Jan Gerritz van Bolt.
[Fol. 365]
Noch juffr. van Driebergen drij mergen lands bruijct Joost voorsz tsjaars om vj oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Cornelisz de Leeuw
Henrick Beerntsz t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Marten Willemsz tsjaars om xxix k. guldens facit xiij oud schilt xxiiij st.
Nu toebehorende den Duijtschen huijs, ende bruijct Gerrit de Coomen
De selve noch vijff mergen lands bruijctGhijsbert Lambertz t’siaars om xxv k. gul. j stop botteren xxxv st. [facit] xij oud schilt xxxj st.
Nu toebehoorende den Duijtschen huijs, ende bruijct Gerrit de Coomen voorsz
Jacob Goijertz t’Utrecht
[Bestand 370, fol. 365v]
ses t’halve mergen lands, bruijct Goijert Jacobz geestimeert bij eede tsjaars om xvij k. gl. [facit] viij oud schilt iiij st.
Nu eijgenaarse ende bruijckerse d’weduwe van Claes Henricxsz in den Leechweij
Heer Melis van Nievelt t’Utrecht derd’halve mergen lands, bruijct Goijert voorsz t’siaars om v oud schilt
Nu eijgenaarse ende bruijckerse de weduwe voorsz
Jan van Waal thien mergen lands bruijct Goijert Aertz tsjaars om xl k. gul. [facit] xix oud schilt ij st.
Nu eijgenaar jo. Dirck tot Hiel, ende bruijct Philips Adriaensz van Roijen
Thijman de Waal seven mergen lands bruijct Anthonis Woutersz tsjaars om xxviij k. gulden facit xiij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaar jo. L. van Parijs van Zuijdoort, ende bruijcker J. van Zuidoort, ende Adriaen Otten
[Fol. 366]
Ste. Barbara gast-huijs t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Jan Jansz tsjaars om vj oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijcken nu Dirck Ernsten, Adriaen Otten ende Aert Adriaenz alle drij woonende op Heijcop, elcx twee mergen
Huijch Poth burger t’Utrecht twee mergen lands bruijct Adriaen Ghijsbertsz d’mergen om ij oud schilt facit iiij oud schilt
Noch Willem Rijckensz woonende tot Amersfoort, thien mergen lands, bruijct Adriaen voorsz tsjaars om xx oud schilt
Nu eijgenaar van den bovengesz twaelff mergen Barneveldt Ponses. tot Rotterdam, bruijcken Aert Adriaensz ix mergen ende Adriaen Otten iij mergen alle beijde woonende op Heijcop
t’Convent van Ste. Cecilia t’Utrecht
[Bestand 371, fol. 366v]
seven mergen lands bruijct Crijn Dircxz tsjaars om xxix k. guldens facit xiij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Jan Henricxz van Wijcker-sloot
Aelbert Henricxz drij mergen lands bruijct Jan Jacobz t’siaars om xv k. gul. [facit] vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Henricxz van Wijcker-sloodt
Hubert Henricxz t’Utrecht twee mergen lands, bruijct Willem Cornelisz t’siaars om xij k. guldens facit v oud schilt xxx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Gerritsz in Galecop
Huijch Foeijt t’Utrecht
[Fol. 367]
vier d’halve mergen lands, bruijct Peter Joostensz tsjaars om xxij k. gul. facit x oud schilt xx st.
Nu toebehoorende de Melaten buijten Utrecht, ende bruijcken Gerrit Henricxz ende Gerrit Adriaensz beijde woonende aen den Ouden Rhijn
Ste. Bartholomeus gasthuijs, ende d’heeren van Ste. Maria t’Utrecht t’samen ses mergen lands, bruijct Anthonis Ghijsbertsz t’siaar om xvij5 g. gul. facit xj oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Bartholomaeus van Weede
Noch Hubert Henricxz voorsz vier mergen lands bruijct Anthonis voorsz tsjaars om xxvj k. gul. j mud haveren x st. facit xij oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers elck van twee mergen, Jan Cornelisz de Leeuw, ende Jacob Claesz
Juffr. Verhaar Louffs weduwe
[Bestand 372, fol. 367v]
negen mergen lands, bruijct Peter Baars tsjaars om xlviij guldens, facit xxij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck van Botteijckingh
Noch d’heeren van Ste. Maria t’Utrecht twee mergen lands bruijct Peter voorsz tsjaars om iiij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck voorsz
Noch Herman van Raveswaeij een mergen lands bruijct Peter voorsz tsjaars om v5 k. gul. [facit] ij oud schilt xxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck voorsz
Henrick van der Borch, vier mergen lands bruijct Ghijsbert Peterz om tsjaars xv phs. gul. j stop botteren xxxv st. [facit] ix oud schilt xxxvij st.
Nu eijgenaars Willem Verborchs kinderen, ende bruijct Claes Jacobz aen den Meern
[Fol. 368]
Gerrit van Culenborch vijff mergen lands, bruijcken Henrick Jansz ende Aelbert Jacobz tsjaars om xxv phs. gul. facit xiiij oud schilt xxxvij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gelis Daemsz bij t’vleeshuijs
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht drij mergen lands bruijct Cornelis van Oostrum, t’siaars om xij k. guldens, facit v oud schilt xxx st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Robbert van Honthorst
t’Convent van den Witte-vrouwen t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Cornelis Cornelisz geestimeert bij eede tsjaars d’mergen iij k. gl. [facit] viij oud schilt xxiiij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijcken Cornelis Thomaz van der Well iiij mergen, ende Gerrit Hermanz saelmr. ij mergen
Noch bruijct t’convent voorz
[Bestand 373, fol. 368v]
twee mergen lands, hen selven toebehoorende, geestimeert bij eede, tsjaars d’mergen op iiij k. gul. facit iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Gerrit Hermanz saelmr.
d’Balier van Ste. Catharina t’Utrecht acht mergen lands bruijct Peter Pauw Hubertz tsjaars om xx k. gul. facit ix oud schilt xxij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu mijn heer de Balier selffs
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Jan Jansz Nes, ende Aecht Cornelis Jansz weduwe, tsjaars om x g. gul. [facit] vj oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Gerrit Gerritsz Rijsbos
d’Heeren van den Dom t’Utrecht
[Fol. 369]
thien mergen lands, bruijct Lambertgen Casijn Anthoniz weduwe tsjaars om xvj oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijcken Jacob van Cleeff v mergen, ende Willem van Pijlswaart d’andere vijff mergen
Gerrit van Culenborgh met sijn mede-werckers, ses mergen lands, bruijct Gerrit Anthoniz tsjaars om xiiij oud schilt
Nu eijgenaar …, ende bruijcker Claes Gerritsz aen den Hoochweij
Ste. Anthonis broederschap in St. Jacobs kerck t’Utrecht ses mergen lands, bruijct Fij Celij tsjaars om xxvj k. guldens facit xij oud schilt xvj st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Claes Gerritsz voorsz
Ste. Barbara gast-huijs
[Bestand 374, fol. 369v]
een mergen landt, bruijct Jan Aertz t’siaers om ij oud schilt vj st.
Noch de Buer-kerck t’Utrecht een mergen lands, bruijct Jan voorsz tsjaars om ij oud schilt vj st.
Noch Jan de spoormr. vierd’halve mergen lands, bruijct Jan voorsz tsjaars om vij oud schilt xxj st.
Noch bruijct Jan voorsz vijfft’halve mergen lands, hem selver toebehoorende tsjaars op ix oud schilt xxvij st.
Van dese voorgaende thien mergen lands, compt nu Nicolaes Lamvijn v mergen, bruijct Jan van Zuijdoort, ende van den resterende vijff mergen, is nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Thomasz van de Well
[Fol. 370]
d’Heeren van Ste. Peters t’Utrecht acht mergen lands, bruijcken Geertruijdt, Henrick Willemsz ende Jan Henricxz tsjaars d’mergen v gul. xv st. facit xxj oud schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijcken nu Thijman Aertz van Sadmeer, ende Cornelis Aertz sijn broeder, elcx iiij mergen
Aelbert Henricxz in Westbroek drij mergen lands, bruijct Peter Ghijsbertz tsjaars om xv k. guldens facit vij oud schilt vj st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Henricxz van Wijcker-sloot
t’Convent van Hierusalem t’Utrecht vier d’halve mergen lands, hen selver toebehoorende, bruijct t’convent voorsz selver, geestimeert bij eede, tsjaars den hoop om xix k. gul. v st., facit ix oud schilt vij st.
Den eijgendom blijfft, bruijcken nu Jacob Jansz ende Adriaen Jacobz
Noch t’convent voorsz drij
[Bestand 375, fol. 370v]
mergen lands, bruijct Goijert Adriaenz ende Jan Henricxz t’siaars om vij oud schilt xxxvj st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Cornelis Adriaensz in Deenmarcken
Huijch Foeijt Jansz t’Utrecht vier d’halve mergen lands bruijct Dirck d’Goijer, t’siaars om xviij k. guldens facit viij oud schilt xxiiij st.
Bruijct nu Bastiaen Ewoutsz
Noch Henrick Beerntz t’Utrecht vijff mergen lands, bruijct Dirck voorsz geestimeert bij eede tsjaars de mergen om vijff k. guldens facit xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaars die van den Duijtschenhuijs, ende bruijct Gerrit de Coomen
Noch bruijct Dirck voorsz vijff
[Fol. 371]
mergen lands, hem selver toebehoorende geestimeert bij eede tsjaars om vijff k. gul. [facit] xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar Herman de Wildt, ende bruijct Gerrit de Coomen
Noch Jan van den Bosch, Adriaen van Helsdingen, ende Cornelis van Leeuwen t’samen acht mergen lands, bruijct Dirck voorsz d’mergen t’siaars om iiij g. gul. facit xxj oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Cornelis Adriaenz van iiij mergen, ende Willem van Pijlswaert van den andere iiij mergen
Noch Ste. Barbara gast-huijs t’Utrecht thien mergen lands bruijct Dirck voorsz tsjaars de mergen om vijff k. gul. facit xxiij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijcken nu Claes Hermansz ende Willem Ghijsbertz
[Bestand 376, fol. 371v]
Noch d’heeren van Oude-munster t’Utrecht seven mergen lands, bruijct Dirck voorsz tsjaars om xxv phs. guldens facit xiiij oud schilt xxxvij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Robbert van Hondt-horst ende Sander Cornelisz aen de Meern
Den H. Geest t’Utrecht elff mergen lands, bruijct Cornelis Wijnter tsjaars om lxx k. gl. [facit] xxxiij oud schilt xiiij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijcken nu Henrick Marcelisz ende Peter Jansz woonende opt Over-eijndt van Jutphaes
Heer Dirck Taets canonick ten Dom t’Utrecht, vier mergen lands, bruijct Jan Foeijt tsjaars om xxv k. gul. [facit] xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar …, ende bruijcken Evert Henricxz ende Dirck Eerstensz
Noch Eustachius van Loeij vicarius St. Jacobs t’Utrecht vijff mergen lands, bruijck Jan
[Fol. 372]
Feoijt voorsz t’siaars om xxviij k. gul. xv stuijvers facit xiij oud schilt xxix st.
Ende bruijct nu Dirck Ernsten op Heijcoop
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Jan voorsz tsjaars om xx k. gl. [facit] ix oud schilt xxij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Jan van Roijen
Noch Anthonis Beefflandt vier mergen lands, bruijct Jan voorsz t’siaars om xxiij k. guldens, facit x oud schilt xl st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Sas
Noch vier mergen lands, Jan voorsz selver, met Peter Foeijt sijn broeder
[Bestand 377, fol. 372v]
toebehoorende, geestimeert bij eede tsjaars om xx k. guldens, facit ix oud schilt xxij st.
Nu eijgenaars ende bruijckers Willem van Pijlswaart ende Gerrit Hermansz saelmr., elck van ij mergen
Floris Foeijt bruijct ses mergen lands, op Heijcop, daar Willem Rijcxz t’Amersfoort t’vierendeel, ende Aert Foeijt sijn broeder d’ander drij deelen aff toebehooren, tsjaars om xxx k. gl. [facit] xiiij oud schilt xij st.
Nu eijgenaar Jacob Foeijt bruijct Bartholomaeus van Wee
Noch Peter Foeijt ende Aeltgen Foeijt t’samen vier mergen lands bruijct Floris voorsz t’siaars om xxij k. guldens facit x oud schilt xx st.
Nu eijgenaar ende bruijcker als boven
Dirckgen van Cleeff acht mergen lands, bruijcken Jan Loeffsz ende Gelis Dircxz tsjaars xl k. gl. [facit] xix oud schilt ij st.
Nu eijgenaar jo. Jacob van Quarebbe, bruijcker Jan Cornelisz de Leeuw
[Fol. 373]
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht twee mergen lands bruijct Jan Loeffsz voorsz tsjaars om viij k. gul. facit iij oud schilt xxxiiij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Thonis Eerstenz op Heijcop
Noch bruijct Jan voorsz twee mergen lands hem selver toebehoorende tsjaars om viij k. guldens, facit iij oud schilt xxxiiij st.
Bruijct nu Thonis voorsz
Noch bruijct Jan voorsz seven mergen lands, daar Neeltgen Duers ende Goert van Snuell de twee deelen, ende Anna Pelgrumsdr van Hoeij het derde, derdendeel aff toebehoort tsjaars om xlvj k. gul. facit xxj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaars Gerrit de Comen van de twee deelen, ende Adriaen Henricxz vant derdendeel, bruijct G. de Comen
d’Heeren van Ste. Maria t’Utrecht
[Bestand 378, fol. 373v]
ses mergen lands, bruijct Henrick van Raveswaeij t’siaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Gerrit Willemsz Ploes
Noch Jan van Wijck vijff mergen lands, bruijct Henrick voorsz tsjaars om x oud schilt
Nu eijgenaar d’heer van Gendt, ende bruijcken Dirck Henricxsz ende Cornelis Andriesz vlees-houwers
Noch twee mergen lands Henrick voorsz selver toebehoorende, geestimeert bij eede t’siaars om iiij oud schilt
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Gerritsz in Galecop
Jan van Wee vijff
[Fol. 374]
mergen lands, bruijct Jan Aertsz t’siaars om xxvij k. guldens facit xij oud schilt xxxvj st.
Nu eijgenaar Roeloff Thoniz kockebacker, ende bruijct Jan Gerritsz van Botteijckingh
Alijdt Foeijten acht mergen lands, bruijct Wouter Gerritsz tsjaars om xx oud schilt
Nu eijgenaar Folckert van Schoordijck, ende bruijcken Pauwels Claes van Riet ende Gerrit Henricxsz aen den Ouden Rhijn
Noch t’H. Cruijs gast-huijs buijten Utrecht, vier mergen lands, bruijct Wouter Ghijsbertz voorsz tsjaars om xxiiij k. guldens facit xj oud schilt xviij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Cornelis van Broeckh.
Noch de Buer-kerck
[Bestand 379, fol. 374v]
t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Wouter voorsz t’siaars om xx k. guldens [facit] ix oud schilt xxij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Gerrit Willemsz Ploes
Noch t’convent van Ste. Cecilia t’Utrecht, vier mergen lands, bruijct Wouter voorsz tsjaars om xvj k. guldens facit vij oud schilt xxvj st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Jacob Claesz aen de Meern
Noch d’heeren van Ste. Maria t’Utrecht drij mergen lands, bruijct Wouter voorsz tsjaars om xx k. gul. facit ix oud schilt xxij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Claes Willemsz in Jutphaes
t’Heijlich cruijs
[Fol. 375]
vier mergen lands, bruijct Herman Schijff t’siaars om xxiiij k. guldens facit xj oud schilt xviij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Cornelis van Broeckhuijsen
Dirck de Goijer ende sijn mede-werckers, acht mergen lands, bruijct Jan Dircxz op de Heemstede, daar de grondt afftoebehoort Ste. Barbara gasthuijs, met haar mede-werckers, t’siaars om vijff gulden de mergen facit xix oud schilt ij st.
Hier aff bruijcken nu Baers Petersz vier mergen, ende Ghijsbert Petersz in Ouden Rhijn d’andere vier mergen
t’Convent van den Regulieren t’Utrecht, vijff mergen lands bruijcken sij selver tsjaars om x g. gul. bij eede facit vj oud schilt xxviij st.
Den eijgendom blijfft aen de Regulieren voorsz, ende bruijct nu Jan Gerritz van Botteijcking
[Bestand 380, fol. 375v]
Heer Jan van Huchtenbroeck ende Lubbert van Alendorp, vijff mergen lands, bruijcken Peter ende Jan Hugensz tsjaars om xvj g. guldens, facit x oud schilt xxviij st.
Nu eijgenaar Coenraet Strick, ende bruijct Reijer Splinterz in den Ouden Rhijn
Jan de Witt brouwer drij mergen lands, hem selffs toebehoorende, tsjaars om xv k. guldens bij eede facit vij oud schilt vj st.
Nu toebehoorende t’capittel van Oudemunster, ende wordt gebruijct bij Robbert van Hond-horst
Een vicarius Ste. Peters t’Utrecht vier mergen lands, bruijct Roeloff int Spijckerboor t’siaars om x oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu de Jonge Jan van Roijen
Dirck van Waal vijff mergen lands
[Fol. 381]
bruijct Crijn Hermansz tsjaars om xxv k. gl. [facit] xj oud schilt xxxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jacob Jansz van Ommen
d’Heeren van den Dom t’Utrecht acht mergen lands, bruijct Roeloff Lubbertz t’siaars om xviij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Jan Gerritsz van Botteijck.
Jan Saal, vier mergen lands, bruijct Jan Saal tsjaars om xxvj k. gl. [facit] xij oud schilt xvj st.
Bruijct nu Jan de Backer
t’Convent van den Reguliers t’Utrecht
[Bestand 381, fol. 376v]
vier mergen lands, bruijct Anthonis Jansz t’siaars om iiij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Adriaen Otten op Heijcoop
Ste. Barbara gasthuijs t’Utrecht derd’halve mergen lands, bruijct Anthonis voorsz tsjaars om viij5 k. gul. facit iiij oud schilt ij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Adriaen Otten voorsz
d’Kerck van Ste. Maria t’Utrecht thien hondt lands, bruijct Anthonis voorsz t’siaars om ij oud schilt
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Adriaen Otten voorsz
Jonge Gerrit van Rijsenborgh
[Fol. 377]
ses mergen lands, bruijct Jan Arentsz t’siaars om xx g. guldens facit xiij oud schilt xiiij st.
Nu eijgenaarse juffr. Josina van Rijsenborgh, ende bruijckt Thonis Eerstensz op Heijcop
t’Convent van Hierusalem derd’halve mergen lands, bruijct Jan voorsz tsjaars om xiij k. gul. facit vj oud schilt viij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Thonis Eerstenz voorsz
Een vicarie in den West-broeck derd’halve mergen lands, bruijct Jan voorsz tsjaars om iiij k. gul. facit j oud schilt xxxviij st.
Den eijgendom blijfft, ende bruijct nu Thonis Eerstensz voorz
Laatste geüpdate: 17 november 2024